NietWeten.nl

Wit wat je weet met...

Het WITBOEK ZEN

Dood de Boeddha, begin bij je zelf

Boeddhisme zonder dogma's

'De grote weg is niet moeilijk voor wie hem kwijt is.' Dwaalteksten om mee te zitten.

Colofon

Woord: Hans van Dam

Beeld: Lucienne van Dam

Mail: Contact

Deel 9 van de Agnosereeks

Laatst bijgewerkt op woensdag 4 oktober 2023 om 08:49

Cover van het Witboek Zen.

Inhoud

1. Kleine kennismaking met het Witboek Zen

Voor wie is dit boek en wat staat erin?

Het Witboek Zen bevat ruim 400 dwaalteksten die er niet om liegen. Ik heb het geschreven voor iedereen die uit mededogen met zichzelf meedogenloos eerlijk is naar zichzelf of dat wil worden.

De teksten gaan niet alleen over de voordelen van zen maar ook over de nadelen.

Niet alleen over de oplossingen die zen te bieden heeft maar ook over de problemen die zen veroorzaakt.

Niet alleen over de boeddhistische leer maar ook over de onuitgesproken aannames.

Niet alleen over juist spreken maar ook over leugenachtigheid.

Niet alleen over bonafide zenmeesters maar ook over malafide – opscheppers, uitslovers, narcisten, fraudeurs, zelfgenoegzame huichelaars.

Ze gaan over christenboeddhisme, allemansboeddhisme, eenmansboeddhisme, mayaboeddhisme, rampboeddhisme, rasboeddhisme, bastaardboeddhisme, vormboeddhisme, leegteboeddhisme, zelfboeddhisme en robotboeddhisme.

Ze gaan over Nico Tydeman, Maurice Knegtel, David Merzel, André van der Braak, Friedrich Nietzsche, Geshe Sonam Gyaltsen, Sint Pieker, Rients Ritskes, Klepperman van Elleven, Matthieu Ricard, Jeff Shore, Hein Stufkens, Jan Nikon Okunomiyaki Lul, Edel Maex, Noah Levine, Dick Verstegen, Sietse Todo Wacko Umeboshi Terpstra Roshi en Jan Bor.

Ze gaan over lijden, de vier edele waarheden, het achtvoudige pad, het piekerpad, de aggregatenleer, de achttien elementen van de waarneming, afhankelijk ontstaan, interzijn, intrazijn, spiriatrie, de boeddhanatuur, het bonteleboeddhaschap.

Ze gaan over mindfulness, mindlesness, grote twijfel, grote verlichting, oorspronkelijke verlichting, gemoedsrust, de weg van het midden, gehechtheid, onthechting, het ego, het zelf, niet-zelf, de kleine dood, de grote dood, de zendood, het doden van de boeddha, de gelofte niet te doden, transmissie en transcendentie.

Ze gaan over zazen, kinhin, shikantaza, sotozen, rinzaizen, ansho no zen, weetnietzen, zwartekousenzen, dubbelzennigheid, eigenzennigheid, koans, gidan, shiguseigan, rohatsu, kamikaze, shoshin, mushin, fudoshin, zanshin, haiku, senryu, renga, tanka, dzogchen, kabuki, zenwanen en waanzen.

Ze gaan over de hokjesgeest, de zengeest, de beginnersgeest, de verzinnersgeest, de hollebollegeest, de weetnietgeest, de lege geest, de röntgengeest, de grote geest, de heilige geest, de algeest, de gewone geest, de natuurlijke geest, de fundamentele geest, de oorspronkelijke geest, de geest van vertrouwen en de ghostbustergeest.

Ze gaan over de dharma, de sangha, sunyata, sunyata-sunyata, prajnaparamita, pratitya samutpada, anutpada, svabhava-sunya, anitya, maya, indrajala, tathata, anatman, samsara, nirwana, hinayana, mahayana, de bodhisattvagelofte, metta, karuna, mudita, upeksha en dana.

Ze gaan over Boeddha, Jezus, Mohammed, Maitreya, Bodhidharma, Zuigan, Dizang, Fayan, Huangbo, Linji, Wumen, Dogen, Sengtsan, Huineng, Seung Sahn, Shunryu Suzuki, Tsuki Watsuki, de Oude Cheng en de Dalai Lama.

Ze gaan over only sitting, only doing, only giving, only talking, only kidding, only don't know en crazy wisdom.

Ze gaan over de Hartsoetra, de Diamantsoetra, de Shobogenzo, de Wumenguan, de Beppesutta, de Alagaddupama-Sutta, de Kleine Karmasoetra, de Hsin Hsin Ming, de Mahaparinibbana Sutta en de Sunna-sunnata Sutta.

Ze gaan over activisme, fatalisme, dualisme, non-dualisme, essentialisme, nihilisme, taoïsme, wu wei, eenvoud, spontaniteit en authenticiteit.

En natuurlijk gaan ze over de lege leer, het lege inzicht, de lege stelling, het lege onderricht, het lege geloof, de lege gelofte – over zen als niet weten en dat weer vergeten.

De ceremoniemeester van het Witboek Zen is Meester Zero, vernoemd naar de Zero, het Japanse kamikazevliegtuig uit de tweede wereldoorlog dat beter kon neerstorten dan welke jager ook.

Goede jacht.

2. Wat je minstens moet weten over zen, maar nergens kan leren

Kleine kennismaking met de auteur van het Witboek Zen

'Wat weet jij eigenlijk van zen, Hans?'

'Minder dan wie ook.'

'Dat lijkt me geen aanbeveling.'

'Integendeel.'

3. Zen is het einde van de rit

Kleine kennismaking met Meester Zero.

Meester Zero zegt:

Zen is geen bestemming.

Zen is geen voertuig.

Zen is geen vangrail.

Zen is geen vluchtstrook.

Zen is geen grote weg en geen kleine.

Zen is het einde van de rit.

Ik herhaal:

Het einde van de rit.

Ik verzoek iedereen hier uit te stappen.

Vergeet uw bagage niet achter te laten.

Alles wat u meeneemt wordt vernietigd.

Dank u wel.

Verkeersbord 'verboden in te rijden' in de vorm van een rode enso.
^ Zen is het einde van de rit.

4. Het verschil tussen weetnietzen en onwetende zen (ansho no zen)

Weet je het niet meer of waan je je wijs?

Weetnietzen is zen waarin het niet-weten centraal staat.

Onwetende zen, ansho no zen in het Japans, is oppervlakkige zen, amateurzen, schijnzen, zondagszen, doe-het-zelfzen, doe-alsofzen, zen van horen zeggen, napraatzen.

Weetnietzen en onwetende zen zijn makkelijk uit elkaar te houden. De eerste getuigt van niet-weten, de laatste pronkt met wijsheid. De eerste hoeft geen rang of stand, de laatste wil de hoogste.

Pronken met wijsheid is niet voorbehouden aan zen-amateurs, beroeps kunnen er ook wat van. We gaan nog heel wat zenpauwen tegenkomen, en echt niet alleen van over de grens.

Het Witboek Zen gaat over weetnietzen. Over de weetnietgeest die sinds jaar en dag in mij huishoudt. Die als een rode draad door de geschiedenis van zen loopt, of aan een zijden draadje.

Zowat iedereen die ik ken weet meer over zen dan ik, ook de mensen die zondagszen bedrijven. En ik ken niemand die minder weet over niet-weten dan ik. Vanuit die dubbel bevoorrechte positie schrijf ik vrijmoedig mijn dwaalteksten.

Weet je aan het eind van dit boek ietsje minder over zen en niet-weten dan aan het begin, dan hebben we ons werk goed gedaan, jij en ik.

5. Kopstukken niet-weten in zen: Linji, Tydeman, Seung Sahn

Niet-weten is het meest nabij.

China: Dizang, Huangbo en Linji

Zenboeddhisten hebben iets met niet-weten, net als de taoïsten waaraan ze schatplichtig zijn. Altijd gehad, en nog steeds. "Weten dat je niet weet is het hoogst", heet het in hoofdstuk 71 van de Daodejing. Of neem koan 20 van Het Boek van Sereniteit:

Dizang: Waar ga je heen?
Fayan: Op bedevaart.
Dizang: Waar is dat goed voor?
Fayan: Dat weet ik eigenlijk niet.
Dizang: Niet weten is het meest nabij.

De Chinese kampioenen niet-weten waren misschien Huangbo en zijn leerling Linji Yixuan. Niet de historische Huangbo en Linji, maar de gelijknamige literaire protagonisten van de Linji Lu, een verzameling preken en koans uit het begin van het tweede millennium.

Ik heb jaren getwijfeld, maar uiteindelijk vond ik het niet-weten van Linji nabij genoeg om de Linji Lu te hertalen en in de Agnosereeks op te nemen. Al schuilt er net als in veel boeddhisten ook in Linji een metafysicus.

Nederland: Nico Tydeman

De Nederlandse kampioen weteloosheid is de zentheïst* Nico Tydeman, dacht ik ooit. Ik zag hem voor het eerst in de documentaire Doorn in het hart van de Boeddhistische Omroep Stichting. Hij is een oud-seminarist en weet het mooi te brengen. In dat opzicht had ik graag een voorbeeld aan hem genomen, maar je moet roeien met de tongriem die je hebt. Bovendien heeft zen al genoeg epigonen.

* Zentheïst: zenboeddhist die in de of het absolute gelooft; hyponiem: zenchristen.

Nico Tydeman is de auteur van een aantal boeken over zen, waaronder Dansen in het duister. Met een stift heb ik eind jaren nul als pasgeboren agnost zorgvuldig alle passages in dat boek gemarkeerd die naar mijn mening meer van weten getuigden dan van niet-weten. Toen ik het boek dichtsloeg was het knalgeel. Baden in het licht was een toepasselijker titel geweest, maar dat allitereert niet.

Zo kwam ik erachter dat mijn denken strenger is dan Tydeman's, analytischer, radicaler, nuchterder. Minder geleerd, minder belerend, minder verantwoord. Minder mystiek, minder verheven, minder zweverig. En zonder heilig ontzag voor tradities, meesters, titels, stambomen. Dus daar scheidden onze wegen nog voor ze samenkwamen.

In het Citatenboek Niet-Weten vind je de nodige uitspraken van Tydeman. (Zoek op zijn achternaam.)

Korea: Seung Sahn

De Koreaanse kampioen niet-weten is misschien Seung Sahn. Het was zijn leraar, Kobong, die hem aanspoorde om een "not-knowing mind" (weetnietgeest) te cultiveren.

Al op zijn tweeëntwintigste zag Seung Sahn de duisternis, of wat hij ook in het oog kreeg of uit het oog verloor. Zijn leraar Kobong was verguld en hing hem als een kerstbal aan zijn stamboom.

Seung Sahn is in het westen bekend van zijn lijfspreuk "Only don't know" (verblijf in niet weten) en de term don't-know-zen (weetnietzen).

Hij staat inmiddels ook bekend om zijn losse zeden – lijfspraak. Net als Tydeman, net als een heleboel andere leraren, priesterfiguren, goeroes, verlossers. Ook kerstballen willen pieken. Over niet-weten gesproken: met mensen weet je het maar nooit. Mantels zijn dekmantels, en heus niet alleen voor geslachtsdelers.

Seung Sahn's Teaching Letters lezen lekker weg. In honderden van zijn correspondenties komt het niet-weten langs. Hij heeft wel veel maniertjes en spreekt, ook al traditiegetrouw, met een patriarchale stelligheid die ik onverdraaglijk vind.

Het Citatenboek Niet-Weten bevat een aantal uitspraken van Seung Sahn. (Zoek op 'Seung').

Weetnietzen

Taoïsten en (zen)boeddhisten hebben allerlei eufemistische oxymorons bedacht om hun weteloosheid uit te drukken. Wetend niet weten. Weten zonder weten. De kennis zonder leraar. De wijsheid zonder wijsheid. De wijsheid voorbij alle wijsheid. De waarheid voorbij de woorden.

Waarom zo moeilijk? Waarom niet gewoon de wijsheid voorbij, de waarheid voorbij, de woorden voorbij? Waarom geen niet-weten of agnose desnoods?

Met cryptische termen konden priesters hun verbijstering over het aardse bestaan uitdrukken zonder hun priesterstatus te verliezen, denk ik weleens. Of misschien vraagt hogere kennis of wijsheid om stamel- en orakeltaal. In dat geval zijn priesters gedoemd om boven ons niveau te preken.

Voor mij is zen in de zin van weteloosheid geen hogere kennis of wijsheid. Onwetendheid is het ook niet. Wie tot niet-weten wil komen, moet diep door de leerstof van het leven gaan. Zo diep dat de gaten erin vallen en je er, eindelijk, doorheen kan kijken.

Vraag me niet wat je dan zal zien, dat behoort nog tot de leerstof. Het gaat erom dat je die helemaal doorziet. Alle wijsheid voorbij gaat.

Misschien is dat wat die rare mantra betekent waarmee die rare Hartsoetra besluit: "Gegaan, gegaan, voorbij gegaan, helemaal voorbij gegaan." Misschien ook niet.

Misschien is het wat Dizang bedoelde toen hij tegen Fayan zei: "Niet weten is het meest nabij." Ik weet het niet.

6. Zen is geen traditie

De strop van de lineage.

Wat is zen?

Oorspronkelijk is het boeddhisme een heilsleer, een weg uit het lijden, uit de eeuwige kringloop van geboorte en dood.

In het zenboeddhisme, zeker in de soto-traditie, is dit aspect van verlossing uit samsara op de achtergrond geraakt. Net als advaita en dzogchen is sotozen een eenvoudige realisatieleer:

Er is geen doel, dus er is geen weg.

Er is niets om je van te verlossen en niemand om te verlossen.

Je hoeft niets te doen, te laten of te worden.

Realisatie is je realiseren dat er niets te realiseren valt.

Inzicht is inzien dat er niets valt in te zien.

Wat is zazen?

Daar zen altijd hier is, kan je er net zo goed bij gaan zitten. Zenboeddhisten noemen dat zazen, dan lijkt het nog wat.

Zazen dient geen hoger doel. Om toch iets te doen te hebben, maak je van het zitten een deugd. Zenmeditatie is dus niet bij de pakken neerzitten maar schoonzitten, liefst in lotushouding, met geloken ogen, je tongpunt tegen je verhemelte, je voeten op je dijen en je duimtoppen tegen je vingertoppen.

De eerste vijfentwintig jaar doet zazen zeer. Net als je eraan begint te wennen krijg je artrose. Van de pijn blijf je wakker, een ander woord voor realisatie.

Schoonzitten en verder niets heet in het Japans shikantaza. Om de tijd te verdrijven, die anders wel erg langzaam gaat, en om bij de les te blijven, al wordt er niets geleerd, mag je tijdens shikantaza je ademhalingen tellen.

Als je ondanks de pijn en het tellen in slaap blijft vallen, kan je beter rinzaizen gaan doen. Dan krijg je raadseltjes op, koans, die je zelfs 's nachts wakker houden.

Koans hebben geen oplossing en dat is de oplossing, dus komt het toch weer neer op shikantaza, doodzitten, maar dat besef je pas achteraf.

Van agnose naar gnosis

'Koans hebben geen oplossing', zei ik, 'en dat is de oplossing', maar dat is ook geen oplossing. Het is aan de zitter om aan geen-oplossing geen-gestalte te geven: kinderspel.

Helaas zijn er door excellente zenmeesters toch weer oplossingen bedacht en vastgelegd in antwoordboeken die heimelijk worden doorgegeven van generatie op generatie. Koans werden examens, zenleraren examinatoren, transmissie een diploma-uitreiking.

Niet-weten werd zeker weten, improvisatie ritueel, spontaniteit regel, vrijdenkerij vrijmetselarij, zen de molensteen der wijzen om menig dwazennek. De strop van de lineage: geen religie zonder erfzonde.

Rijtje kinhinmonniken met een strop om hun nek.
^ De strop van de lineage.

De val in de vrijheid die chan heette, is verworden tot een krampachtige klimpartij naar de top van een honderd voet hoge paal. Daar hang je dan, Jan Nikon Okunomiyaki Lul, met je lichaam als vlag en een wimpel van een naam, dertig meter dichter bij de maan dan vroeger, om nooit meer los te laten.

Niet-weten, dat is pas zen

Een agnost ziet geen wezenlijk verschil tussen een verlossingsleer en een realisatieleer, niet tussen samsara en nirwana, niet tussen hinayana en mahayana.

Hij ziet geen wezenlijk verschil tussen meester en leerling, niet tussen vrijheid en gebondenheid, niet tussen de weg en het doel.

Hij ziet geen wezenlijk verschil tussen hoog en laag, niet tussen binnen en buiten, niet tussen vorm en leegte, niet tussen rinzai en soto.

Hij ziet geen wezenlijk verschil tussen het ene en het vele, niet tussen de persoon en het zelf, niet tussen de verlichte en de onverlichte.

Hij ziet geen wezenlijk verschil tussen mediteren en epibreren, niet tussen gnosis en agnose, niet tussen kinderspel en grotemensenspel.

In een radicaal niet-weten houdt geen enkel denkbeeld stand.

Ook niet het denkbeeld van een radicaal niet-weten waarin geen enkel denkbeeld standhoudt.

Ook niet de karikatuur van zen die ik zojuist heb geschetst en die je allicht met instemming, met stijgende verbazing of met groeiende verontwaardiging hebt gelezen.

7. Zen is de lange weg van onwetendheid naar niet-weten

Zonder te vergeten dat je eens hebt geweten.

Meester Zero zegt:

Zen is alles betwijfelen, zelfs het twijfelen.

Bij een enkeling leidt twijfel uiteindelijk tot niet-meer-weten.

Niet-meer-weten is het zeker-weten kwijtraken – maar dan ook helemaal.

Zonder te vergeten wat je hebt geweten.

Zonder te vergeten dát je hebt geweten.

Zonder te vergeten dat je het allemaal heilig hebt geloofd.

Zonder te vergeten dat je je identificeerde met wat je meende te weten.

Zonder te vergeten dat je er mensen mee lastig viel die er niets van wilden weten.

Niet-meer-weten volgt op weten zoals weten volgt op nog-niet-weten.

Nog-niet-weten is een lang woord voor onwetendheid.

Niet-meer-weten is een lang woord voor niet-weten.

Zen is de lange weg van onwetendheid naar niet-weten.

8. Gidan: een onverteerbare bal van twijfel

Vier variaties op het zengezegde 'Kleine twijfel kleine verlichting, grote twijfel grote verlichting'.

Het Japanse woord Gidan (疑團) staat voor een reusachtige, niet door te slikken, onverteerbare bal van twijfel. In zen is dat geen veeg teken; twijfel is onmisbaar om voortgang te boeken op de zenweg.

Hoe meer je twijfelt, hoe verder je komt. Wil je overal voorbij gaan dan moet je overal aan twijfelen, ook hieraan. Ook aan het zengezegde:

Kleine twijfel kleine verlichting, grote twijfel grote verlichting.

Zelf ervaar ik mijn niet-weten eerder als duisternis dan als licht, dus ik zou liever zeggen:

Kleine twijfel kleine verduistering, grote twijfel grote verduistering.

Omdat weinig mensen de nacht met niet-weten zullen associëren, kunnen we het beestje beter bij de naam noemen:

Kleine twijfel klein niet-weten, grote twijfel groot niet-weten.

In plaats van niet-weten kan je ook agnose zeggen, dat klinkt positiever en loopt beter:

Kleine twijfel kleine agnose, grote twijfel grote agnose.

Vier verschillende formuleringen voor hetzelfde idee.

Niet-weten is geen idee.

En ik betwijfel of twijfel wel de oorzaak van niet-weten is. Het lijkt me eerder een vroege verschijningsvorm ervan, een prodroom, een try-out, een haalbaarheidsonderzoek.

Mocht twijfel al een voorstadium zijn van niet-weten, dan verdwijnt het bij de meesten meteen na de waaromfase in hun kindertijd.

Bij anderen wordt het twijfelen chronisch, een sluimerende kwaal die tijdens crisissen en drankgelagen, als je geestelijke weerstand wat lager is, de kop opsteekt; ongemakkelijk maar zelden terminaal.

Niet-weten is terminale twijfel.

En het is de twijfel die sterft aan niet-weten.

9. Meester Zero is een nul, je kijkt er zo doorheen

Over de derde dimensie in je tweedimensionale gedachtewereld.

Meester Nul

Uw gastheer (m/v) in dit Witboek Zen is Meester Zero. Al is hij dan geen meester en nooit geweest.

Meester Zero weet het niet meer. Wie het niet meer weet is een wandelend gat, een nul, niet méér en niet minder. Dat wil zeggen, niet positief en niet negatief. Of altijd even positief als negatief, dat komt op hetzelfde neer, tel maar op. Vandaar dat hij ook weleens Meester Nul wordt genoemd.

Niet alleen zijn naam is een nul, ook zijn logo. Nul is een schijngetal, je kijkt er zo doorheen. Kan het symbolischer?

Meester Eh

Het cijfer 0 lijkt op de letters O en Ø. Daarom vindt Meester Zero het prima als je hem Meester O of Meester Ø noemt.

Ø spreek je uit als 'eh' of 'uh', verschillende schrijfwijzen voor dezelfde klank. Meester Ø is Meester Eh is Meester Uh.

In de Agnosereeks staat de Ø symbool voor de lege leer. Om dat te benadrukken kan je agnose schrijven met een ø, zolang je het maar leest als 'o', anders klinkt het zo raar. Agnøse. Agnøst. Agnøsereeks. Agnøsticon.

Agnostisch boeddhisme kan je bøeddhisme noemen, een agnostisch boeddhist een bøeddhist, een lege boeddha een bøeddha, een lege bodhisattva een bødhisattva et cetera.

Meester Enso

'O' is wat je zegt als het niet meer weet. Je mond ondersteunt de klank en vormt een rondje, een soortement enso – een wat?

Een enso is een gekalligrafeerde cirkel met niets erin. Je ziet ze in zendo's als teken aan de wand.

Omdat de nul op een enso lijkt, wordt Meester Zero ook weleens Meester Enso genoemd.


^ Enso.

Door het gaatje

Het vervelende van een enso, een O, een nul: je komt er niet in en je komt er niet uit. Niet van opzij tenminste, of er moet een gaatje in de omtrek zitten.

Van voren en van achteren kom je er altijd in, daar heb je de derde dimensie voor. De poortloze poort (pøørtløze pøørt) die elk teken doorboort.

Het mooie is: je hoeft er niet in en je hoeft er niet uit. Het maakt geen verschil of je erbinnen bent of erbuiten, niet dat ik weet. Het maakt geen verschil of je ervoor of erachter staat of door het gaatje gaat.

Waar je je ook denkt te bevinden, daar ben je niet. Waar je ook denkt heen te moeten, daar is het niet. Wie of wat je ook denkt te zijn, dat ben je niet. Het zijn allemaal maar gedachten van geen cent. Dat ontdekken heet zen, weer een woord voor niets.

Enso met twee deurtjes waarachter een sterrenhemel.
^ De poortloze poort die elk teken doorboort.

Niet-weten is de derde dimensie in je tweedimensionale gedachtewereld.

Spring!

10. Zen is kamikaze

Dood de Boeddha, begin bij je zelf.

Een zendo is een lege oefenruimte. Je oefent er in doodgaan. Zendood is wie gestorven is aan zijn verstand, aan zichzelf en aan het zelf.

Om de leegte van de zendo te verbloemen zonder hem op te vullen wordt hij weleens opgeleukt met een enso. Zodat je weet wie en wat je bent en wat je er komt doen.

Een enso is net een zero. De Zero was een meesterlijk jachtvliegtuig uit de tweede wereldoorlog. Daarmee hebben de Japanners in 1941 tijdens Operatie Z de Amerikaanse marine in Pearl Harbor tot nul gereduceerd. Hun vliegtuig was eventjes zijn tijd vooruit. Het kon sneller opstijgen dan welke jager ook en even snel neerstorten, een geweldige prestatie.

Neerstorten is een ander woord voor kamikaze, een metafoor voor agnose, ik kom er later op terug. Als ik het haal, tenminste, en als jij het haalt. Want voor je het weet haalt de tijd ons in en storten we neer voor de laatste keer. Boeddhisten noemen dat vergankelijkheid, het hart van hun holle leer.

Sterf je niet aan je vergankelijkheid dan sterf je wel aan je spiritualiteit, dat is tenminste de bedoeling: anatman. Zen is kamikaze. Dood de Boeddha, begin bij je zelf.

11. Zengeboorte, zendood

Bevrijding in vier stappen.

1. Zengeboorte

Zenboeddhist word je zodra je begint te geloven in Gautama Boeddha, in het ware zelf en in zen.

Je hebt je gezonde verstand ingeruild voor zenverstand.

Dit kan je je zengeboorte noemen.

2. Kleine zendood

Wanneer je niet langer heilig in je persoon als autonome entiteit gelooft, ben je gestorven aan jezelf.

Je hebt je onware zelf ingeruild voor het ware zelf.

Dit kan je je kleine zendood noemen.

3. Grote zendood

Wanneer je niet langer heilig in jezelf als alomvattende entiteit gelooft, ben je gestorven aan het ware zelf.

Je hebt je ware zelf ingeruild voor niet-zelf.

Dit kan je je grote zendood noemen.

4. Wederopstanding

Wanneer je niet langer heilig in niet-zelf gelooft, ben je gestorven aan zen.

Dan jongleer je met jezelf, het zelf en niet-zelf als met windeieren.

Dan is je zenverstand onverstand geworden, je leer een non-leer, je weten niet-weten.

Dit kan je je zendood noemen en jezelf een zendode, maar enkel bij wijze van spreken.

Eerder heb je jezelf tot leven gewekt; je bent opgestaan uit de dode woorden.

12. Waaraan herken je de zenboeddhist?

Vier lege tekens.

Meester Zero zegt:

Waaraan herken je de zenboeddhist?

Hij heeft een pij van de duurste sunyata. Toch is hij geen exhibitionist.

Hij vindt het fijn als mensen zich blootgeven. Toch is hij geen voyeur.

Hij heeft niets meer te doen. Toch zit hij niet bij de pakken neer.

Hij heeft geen leer hoog te houden. Ook daarin schept hij geen eer.

13. Zengeest, beginnersgeest – Shunryu Suzuki

Vallen en opstaan.

'Zen is steeds opnieuw beginnen', zei Shunryu Suzuki. Zengeest, beginnersgeest heet zijn boekie. Alsof het een keus is. Alsof er een alternatief is voor vallen en opstaan.

Vallen – daarmee begint je leven. Een val uit de baarmoeder. In de val van het leven. Baf!

Op een dag, maanden, soms jaren later, sta je voor het eerst op. Als het meezit tenminste, want sommigen blijven voorgoed liggen of zijn al weggevallen.

Daarna is het pas echt vallen en opstaan. Vallen en opstaan. Vallen en opstaan. En zo verder, tot je laatste val. In het graf. Baf!

Als je zo vaak valt, hoe zou je dan niet op je achterhoofd gevallen kunnen zijn? Onmogelijk. Iedereen is op zijn achterhoofd gevallen, ik ook. Jij net zo goed. Al voordat je kon tellen vaker dan je kan tellen. En maar schudden, die hersentjes. Een vleesgeworden metafoor.

Je begint je leven als weetniet. Je leeft je leven als weetniet. Je eindigt je leven als weetniet. Hoe intelligent, hoogopgeleid, welbespraakt je ook meent te zijn, je bent en blijft een beginner. Een onbenul. Een professor in slap gelul. Of je het ziet of niet.

Alleen dwazen geloven in hun wijsheid. Je herkent ze al van verre. Aan hun wijde gewaden. Aan hun brede gebaren. Aan hun plechtstatigheid. Geestelijke lijders op zoek naar volgelingen. Gedeelde smart is halve smart, maar wel tweemaal zoveel. Wat heb je dan gewonnen?

Niet-weten is alles verliezen, zelfs je niet-weten. Ben je alles kwijt, dan kan je alleen nog maar opnieuw beginnen. Telkens weer.

Je hebt een lege leer. Je legt je erbij neer. Je kan en hoeft niet meer.

14. Zen en de viergeestenleer: shoshin, mushin, fudoshin, zanshin

Mensengeest, verzinnersgeest.

Geest-drift

Het Japanse woord voor beginnersgeest is shoshin (初心). Volgens de Engelstalige Wikipedia gaat het begrip terug op Dogen Zenji, die het besprak in zijn boek met essays, Shobogenzo.

Je zou willen dat de geest-drift hiermee bevredigd was, maar dan ken je de boeddhist niet.

Dan ken je de vechtsporter niet.

Dan ken je de samoerai niet.

Dan ken je de Japanner niet.

Dan ken je de Chinees niet.

Dan ken je de mens niet.

Dan ken je jezelf niet.

Viergeestenleer

Binnen de kortste keren was de beginnersgeest gedegradeerd tot een van vier.

1. Shoshin (初心): beginnersgeest.

2. Mushin (無心), in het Chinees wuxin: lege geest, geen geest, niet-geest.

3. Fudoshin (不動心): onbeweeglijke geest, onverstoorbare geest, gelijkmoedige geest.

4. Zanshin ( 残心): restgeest, die alleen maar ontvankelijk en ontspannen is.

Heb je er eenmaal vier, dan ga je je onwillekeurig afvragen wat de overeenkomsten en verschillen tussen de geesten zijn, want zo werkt de menselijk geest. Je gaat je afvragen hoe je van de ene geest in de andere komt. Of ze in elkaar bestaan, naast elkaar of na elkaar.

Je gaat je afvragen of het vier afzonderlijke geesten zijn of vier aspecten van dezelfde. Of iedereen deel heeft aan dezelfde universele geest(en) of zijn eigen individuele exemplaren heeft. Of je ze alleen maar hoeft te wekken of moet cultiveren. Of je er aan het eind vier hebt of alleen de vierde.

Je gaat je afvragen wat ze nou toch willen zeggen, de geestelijken en vergeestelijkten die zich Sjaak Shoshin Klomp laten noemen, Janko Mushin Moulijn, Fietje Fudoshin Houtsma, Johan Zanshin van der Sloot. Is de wens hier de vader van de naam of de geest het kind van de rekening?

Geestig

En dan heb ik het nog niet eens over de grote geest, de heilige geest, de algeest, de gewone geest, de natuurlijke geest, de fundamentele geest, de oorspronkelijke geest en alle andere geesten die in het boeddhisme rondwaren.

Als je daar eenmaal over begint na te denken kom je nergens anders meer aan toe. Zijn het innerlijke wijzen of wijzen van spreken? Maken ze ons wijzer of maken we onszelf wat wijs? Vinden we geesten waar ze zijn of zijn ze waar we ze uitvinden?

Als je het mij vraagt is het maar net aan wie je het vraagt, maar dat we geesten najagen zegt alles over de werking van de menselijke geest.

Wat denk je, zal ik mezelf voortaan Hans Gosuto Busuta van Dam noemen, de geestenjagersgeest, of is dat niet in de geest van niet-weten?

15. Zengeest, weetnietgeest

Het lege boekie van Tsuki Watsuki.

Wijs is wie zijn dwaasheid kent.

Zengeest, weetnietgeest, in mijn boekie.

Dat nog kleiner is dan het boekie van Shunryu Suzuki.

Zo klein als een luciferboekie.

En toch nog te groot.

Omdat er geen woord in staat.

Geen letter.

Mijn boekie is een leeg boekie.

Een boekie van niets.

Zeg maar gerust hét boekie van niets.

Waarin zou het ene lege boekie moeten verschillen van het andere?

Hoe groot of klein het ook mag zijn, leeg is leeg.

Een dummy is een dummy.

Wijs is wie zijn dwaasheid kent, zei ik.

Zengeest, weetnietgeest, in mijn boekie.

Maar in het lege boekie staat dat niet.

In het lege boekie staat helemaal niets.

Het lege boekie is gewoon leeg.

Je hoeft het niet open te slaan.

Je hoeft het niet te lezen.

Je hebt het allang uit.

Altijd al gehad.

Je wil het alleen niet weten.

16. Zen is in je zwakte gaan staan

De onmacht aan de macht.

Meester Zero zegt:

Zen is niet-weten.

Niet-weten is je kleinheid realiseren.

Alles verliezen, zelfs je niet-weten.

De onmacht aan de macht.

Overmacht maakt zacht.

Je zwakte is je kracht.

De kracht van kleinheid.

De kleinheid van niet-weten.

Niet weten van zen.

17. Zen is je ware grootte vinden

Onder de maat.

Meester Zero zegt:

Zen is niet-weten.

Niet-weten is je kleinheid realiseren.

Je kleinheid realiseren is je ware grootte vinden.

Je ware grootte vinden is grootteloos worden.

Je grootheid verliezen en je kleinheid verliezen.

Niet meer weten hoe groot je bent in absolute zin.

Niet meer weten hoe groot je bent vergeleken met anderen.

Niet meer weten hoe groot mensen zijn vergeleken met elkaar.

Niet meer weten hoe groot mensen zijn.

Niet meer weten hoe mensen zijn.

Niet meer weten is niet-weten.

Niet-weten is zen.

Weetnietzen.

18. Zengeest, kuddegeest

Terug naar de boeddhanatuur.

Twee sangha's voeren een dharmastrijd in een weiland.

De koeien roepen: Boe!

De eerste sangha roept: Leve de lineage!

De koeien roepen: Boe!

De tweede sangha roept: Weg met de lineage!

De koeien roepen: Boe!

De eerste sangha roept: Alleen zo houden we de leer zuiver!

De koeien roepen: Boe!

De tweede sangha roept: Alleen zo houden we de leer zuiver!

De koeien roepen: Boe!

De tweede sangha bestookt de eerste met watervaste verfbommen in alle kleuren van de regenboog.

De koeien roepen: Boe!

De eerste sangha slaat terug met lineage-borden van voorchristelijk eikenhout.

De koeien roepen: Boe!

Een lekenjury oordeelt traditiegetrouw: Onbeslist.

De koeien roepen: Boe!

Bont en blauw druipen de schreeuwers af naar hun heilige huisjes en op het land keert de rust weer.

De koeien roepen: Boe!

Loeiende koe met rakusu.
^ De koeien roepen: Boe!

Woordenlijstje

Sangha: 1. stam; 2. hersenstam.

Lineage: stamboom van boeddha's.

Rasboeddhist, rabboe: boeddhist met stamboom, ware afstammeling van Gautama Boeddha.

Bastaardboeddhist, babboe: boeddhist zonder stamboom, onware afstammeling van Gautama Boeddha.

Kuddegeest: atavistische mentaliteit die de onderlinge banden wil versterken door de anderlinge verschillen te vergroten. Zie ook Religie, Parlement, Teamsport, Chimpansee.

19. Loeien als een heilige

Vleesgeworden vers,
Dichter zonder woord of daad,
Haikoe in de wei.

20. Haiku op haiku: tussen vogelsporen en denksporen

Lettergrepen naar niet-weten.

Och kijk, een mus sprong
helemaal langs de veranda
met natte pootjes.

(Shiki)

Och, kijk, die vlekjes.
Ik denk er een musje bij,
dan zie ik een spoor.

(Hans)


^ Rolstempel uit het postornithologicum voor het maken van nostalgische vogelsporen.

Wat zijn haiku op haiku?

Dit Witboek Zen bevat een stuk of vijftig haiku's van klassieke dichters, waarop ik reageer met een eigen haiku, soms verscheidene, geschreven vanuit niet-weten. Het resultaat is een tanrenka, een seriegedichtje, waarover later meer.

Echte dialogen zijn het niet, de aangevers hebben allang de geest gegeven, letterlijk, en ik ook, figuurlijk.

Het is niet de bedoeling dit boek te verdichten (of te verdunnen) met poëzie; ik wil alleen maar laten zien hoeveel aannames er in onze gedachten verstopt zitten, zelfs in de kleinste gedichten. Hoe beperkt en beperkend ons subjectieve perspectief is, dat wij naïef aanzien voor objectief.

Haiku bieden niet veel speelruimte. Meer dan stotteren en stamelen kan je niet binnen zeventien lettergrepen. Toespelingen maken. Spelen en verspelen.

Spreken over niet-weten is ook een kwestie van stamelen. Starten en vastlopen. Roepen en herroepen. Jubelen en janken. Vandaar de ondertitel van deze reeks in een reeks: Lettergrepen naar niet-weten.

Bron

Alle klassieke openingshaiku's van de haiku op haiku zijn ontleend aan Haiku, Een jonge maan, van Tooren, 1984 en Japans gedicht, van Tooren, 1985.

Hoofdletters en leestekens heb ik aangepast aan de stijl van de Agnosereeks en een enkel archaïsme heb ik vervangen door een hedendaags synoniem.

21. Zen is vrij spel, het lijkt het leven wel

Vrij blijvende gedachten over zen.

Wilde weetnietgeest.

Je hebt geen vragen meer.

Je hebt geen antwoorden meer.

Nu hebben je gedachten vrij spel.

O o, wat gaan ze snel.

Het lijkt het leven wel.

O o, wat gaat het snel.

Vrij blijven de gedachten.

Je hebt geen antwoorden meer.

Je hebt geen vragen meer.

Wilde weetnietgeest.

22. Het loze geheim van de Oude Cheng

Kedeng kedeng!

Dwarskonten

Opstandige lieden vind je in elke religie en in alle tijden. Jed McKenna is zo iemand. Alexander Smit was zo iemand. U.G. Krishnamurti was zo iemand, net als zijn zogenaamde tegenpool Jiddu Krishnamurti. Het Citatenboek Niet-Weten staat vol voorbeelden van hun indianentaal. Ze sparen niemand, behalve zichzelf.

Als we de overgeleverde literatuur mogen geloven was zen lang geleden even een levende, beeldenbrekende beweging in plaats van een bende behoudzuchtige schoonzitters en schoonzwetsers. Toen krioelde het er van de dwarskonten, waaronder de eerste zenpatriarch, Bodhidharma ('alles leeg, niets heilig'), Huangbo en natuurlijk Linji.

Oude Cheng

In de jaren zeventig van de vorige eeuw dook er in Frankrijk een tekst op van nog zo'n dwarskont, Oude Cheng. Ene J. Garillot kreeg hem van een monnik in Indochina en heeft hem in het Frans vertaald.

Begin jaren tachtig verscheen de tekst Propos du vieux Tcheng in het tijdschrift Être. Dat tijdschrift stond onder redactie van de non-dualist Jean Klein, die niet langer onder ons is, behalve als zuiver Bewustzijn.

De Propos du vieux Tcheng is uit het Frans in het Nederlands vertaald door een andere non-dualist van het eerste vuur, Wolter Keers, die niet langer onder ons is, behalve als zuiver Bewustzijn. Zijn versie, getiteld De woorden van de Oude Cheng, verscheen in 1985 in het tijdschrift Chetana.

De Nederlandse vertaling werd integraal voorgelezen tijdens een zomerretraite in 1997 door weer een andere non-dualist, Alexander Smit, die niet langer onder ons is, behalve als zuiver Bewustzijn. Sindsdien denken sommige van zijn bewonderaars dat Smit zelf de Oude Cheng was, zijn schepper, ontdekker of vertaler.

Nieuwe Linji

Wanneer boeddhisten er voor het eerst licht van kregen weet ik niet; zelf maakte ik pas kennis met de woorden van de Oude Cheng in 2016 via het Boeddhistisch Dagblad.

Ik herinner me dat ik net de Linji Lu had hertaald en voor de eerste keer als serie had gepubliceerd in diezelfde krant. Wat leken ze op elkaar zeg, Linji en de Oude Cheng. Wie deed hier wie na?

Uit historisch onderzoek is gebleken dat de Linji uit de Linji Lu, laten we hem Nieuwe Linji noemen, weinig overeenkomsten vertoont met de gelijknamige historische figuur, laten we hem Oude Linji noemen.

Mocht Oude Cheng gemodelleerd zijn naar Nieuwe Linji, dan is hij een constructie van een constructie. Een personage gebaseerd op een personage. Fictie in het kwadraat: Nieuwe Nieuwe Linji.

Of is de Nieuwe Linji gebaseerd op de Oude Cheng: Nieuwe Oude Cheng?

Of is Oude Cheng een Nieuwe Cheng die net als Nieuwe Linji zijn naam ontleent aan een minder inspirerende historische voorganger?

Of is Oude Cheng een verzinsel van die monnik uit Indochina?

Of is die monnik een verzinsel van Garillot?

Of is Garillot een verzinsel van Klein of Klein van Keers of Keers van Smit of Smit van mij of ik van jou?

Naarmate we meer geloven weten we minder.

Het Grote Geheim van de Oorspronkelijke Geest

Nieuwe Linji en Oude Cheng, historisch, mythisch of fictief, hebben met elkaar gemeen dat ze ondanks hun radicaliteit naar absolutisme neigen.

De Nieuwe Linji mag het graag hebben over de leegte, de geest, het licht en de boeddhanatuur, door westerse vertalers meestal van een hoofdletter voorzien: de Leegte, de Geest, het Licht en de Boeddhanatuur.

De Oude Cheng lijkt van huis uit, of na alle non-dualistische hertalingen, verdacht veel op een non-dualist. Een levende, een dode of een van zuiver Bewustzijn, ik zie het verschil niet.

Nog verdachter: diezelfde Oude Cheng kan maar niet ophouden over het geheim van de Oorspronkelijke Geest. Ook met hoofdletters, dat zie je goed.

'Ik, oude Cheng, doe niemand na', pocht de ijdeltuit over zichzelf. 'Ik belijd geen enkel geloof, ik volg geen enkele school en ben niemands volgeling.'

Onzin natuurlijk, z'n woorden zijn zo oud als de filosofie. Toch weet hij de spanning er aardig in te houden; pas in de laatste regels van zijn monoloog komt de muis uit de mouw.

'En nu, luister naar me met alle aandacht die je hebt. Nu zal ik je eindelijk het grote geheim onthullen van de Oorspronkelijke Geest. Wat ik je nu ga zeggen, is het belangrijkste en meest diepzinnige wat er ooit over gezegd is, namelijk dit: er bestaat geen geheim van de Oorspronkelijke Geest!'

Het loze geheim van de Oude Cheng

En, heb je geluisterd met alle aandacht die je in je had? Dan kan je me vast wel vertellen wat de Oude Cheng met deze dubbelzinnige formulering wil zeggen.

Bedoelt hij dat er helemaal geen Oorspronkelijke Geest is, dat die zogenaamde geest niet meer is dan een upaya, een tijdelijk houvast, een vlot om mee over te steken en dan prijs te geven aan de elementen? In dat geval is de Oude Cheng een nihilist. De zoveelste. Niks nieuws onder de zon.

Of bedoelt hij dat er geen geheim van de Oorspronkelijk Geest is omdat er niets anders is dan de Oorspronkelijke Geest? Omdat het een open geheim is, zoals de non-dualist Tony Parsons het formuleert? Omdat alles Bewustzijn is, zoals de Indiase advaita vedanta en het Tibetaanse dzogchen leren? In dat geval is de Oude Cheng een essentialist, een idealist, een monist. De zoveelste. Niks nieuws onder de zon.

In het eerste geval, dat er helemaal geen Oorspronkelijke Geest is, vraag ik me af hoe de Oude Cheng dat weet en waarom hij het niet nodig vindt om dat uit te leggen. Hij gooit het op tafel met het gezag van een patriarch, zonder enige onderbouwing.

In het tweede geval, dat er niets anders is dan de Oorspronkelijke Geest, vraag ik me af hoe de Oude Cheng dat weet en waarom hij het niet nodig vindt om dat uit te leggen. Hij gooit het op tafel met het gezag van een patriarch, zonder enige onderbouwing.

Is de Oude Cheng nou een nihilist of een essentialist, weet jij het? Ik heb geen idee en het kan me niets schelen. Het is hoe dan ook Oud Nieuws. Of zoals de Oude Cheng het zelf zou zeggen:

En nu, luister naar me met alle aandacht die je hebt. Nu zal ik je eindelijk het grote geheim onthullen van de Oude Cheng. Wat ik je nu ga zeggen, is het belangrijkste en meest diepzinnige wat er ooit over hem gezegd is, namelijk dit: er bestaat geen geheim van de Oude Cheng!

Kedeng kedeng!

De woorden van de Oude Cheng 1, 2, 3, 4, 5, 6 (in het Boeddhistisch Dagblad).

23. Wat is kinhin? Kedeng kedeng!

Locomotief die op het punt staat een rijtje overstekende kinhinmonniken te scheppen.
^ Kedeng kedeng!

24. Zen is geen zen als er zen op staat

En minder nog als je erop staat.

Zen.

Zen is geen zen.

Zen is geen zen als er zen op staat.

Zen is geen zen als er soto-zen op staat.

Zen is geen zen als er rinzai-zen op staat.

Zen is geen zen als er geen-zen op staat.

Zen is geen zen als er on-zen op staat.

Zen is geen zen als je erop staat.

Zen is geen zen als je erop zit.

Zen is geen zen.

Zen.

25. Haiku op haiku: tussen venster en Melkweg

Lettergrepen naar niet-weten.

Zie, door de scheuren
in mijn papieren venster
beeldschoon, de Melkweg.

(Issa)

Zie, in de krochten
van de Melkweg, beeldschoon mijn
gescheurde venster.

(Hans)

26. Zen is categorieën doorbreken

Tussen zin en onzin vind je de deur naar niet-weten.

Leerling: Wat is zen?

Meester: Zeg jij het maar.

Leerling: Zen is boeddhistische zingeving.

Meester: Waar je zin in hebt.

Leerling: Wou u beweren dat zen onzin is?

Meester: Wie dat beweert heeft er niets van begrepen.

Leerling: Het is het een of het ander.

Meester: Zen heeft niets te maken met zin of onzin.

Leerling: Waarmee heeft het wel te maken?

Meester: Met het doorbreken van dit soort categorieën.

Leerling: Zen is tegen categorisch denken?

Meester: Dat is gewoon de volgende categorie.

Leerling: Categorisch denken versus categorievrij denken, bedoel ik.

Meester: Daar heb je het al.

Leerling: Maar zen is toch vierkant tegen de hokjesgeest?

Meester: Dat is gewoon de volgende categorie.

Leerling: De hokjesgeest versus de weetnietgeest, bedoel ik.

Meester: Zie je wel?

Leerling: Gaat dit over non-dualiteit?

Meester: En weer een categorie.

Leerling: Versus dualiteit, bedoel ik.

Meester: Zei ik het niet?

Leerling: Dat alles één is.

Meester: En nog een categorie.

Leerling: In plaats van veel.

Meester: Zeg, ik blijf niet aan de gang.

Leerling: Wat is zen dan wel?

Meester: Dat zeg ik.

Leerling: Categorieën doorbreken.

Meester: Deze ook.

Leerling: Het doorbreken van categorieën moet ook doorbroken worden?

Meester: Waar je zin in hebt.

27. Het minuscule verschil tussen de kleine geest en de grote geest

Uit het woordenboek van Meester Zero.

Kleine geest: iemand die een grote geest wil zijn.

Grote geest: iemand die zijn kleine geest doorheeft.

28. Waarin verschijnt de grote geest?

Van geestverkleinende geestverschijningen.

Leerling: De kleine geest verschijnt in de grote geest.

Meester: En de grote geest?

Leerling: Hè?

Meester: Wat?

Leerling: Wou u beweren dat de grote geest ook ergens in verschijnt?

Meester: Jij beweert toch ook dat de kleine geest ergens in verschijnt?

Leerling: Is er dan een grotere geest waarin de grote geest verschijnt?

Meester: Is er dan een nog grotere geest waarin de grotere geest verschijnt?

Leerling: Is er dan een grootste geest waarin alle kleinere geesten verschijnen?

Meester: Of gaat het almaar door?

Leerling: Ik bedoel, waarin zouden al die geesten anders moeten verschijnen?

Meester: In de kleine geest?

Leerling: Hè?

Meester: Wat?

29. Heeft een boeddha de hondennatuur?

Opzitten tot je opstaat; blafles met Meester Wu.

Leerling: Heeft een hond de boeddhanatuur?

Meester: Vraag maar aan die hond daar.

Leerling: Heb ik al gedaan.

Meester: Wat zei die?

Leerling: Woef.

Meester: Nou dan.

Leerling: Hebben leerlingen de boeddhanatuur?

Meester: Vraag maar aan jezelf.

Leerling: Heb ik al gedaan.

Meester: Wat zei je?

Leerling: Niets.

Meester: Nou dan.

Leerling: Heeft iedere boeddhist de boeddhanatuur?

Meester: Vraag maar aan iedere boeddhist.

Leerling: Ik zou niet weten hoe.

Meester: Nou dan.

Leerling: Wat denkt u?

Meester: Dat iedere boeddhist een hondennatuur heeft.

Leerling: Wat als je een hondennatuur hebt?

Meester: Dan ben je altijd op zoek naar een baasje.

Leerling: Wat als je een baasje hebt gevonden?

Meester: Opzitten en pootjes geven.

Leerling: Braaf zijn.

Meester: Het braafste kindje van de klas.

Leerling: Juist denken, juist bedoelen, juist spreken, juist handelen, juist leven, juist streven, juist opletten, juist mediteren.

Meester: Je komt nergens anders meer aan toe.

Leerling: Wat als je niet meer op zoek bent naar een baasje?

Meester: Dan sta je op eigen benen.

Leerling: Ben je dan nog wel boeddhist?

Meester: Dat kan je dan niets meer schelen.

Leerling: Heb je dan wel je boeddhanatuur gerealiseerd?

Meester: Dat kan je dan niets meer schelen.

Leerling: Ben je dan wel een boeddha?

Meester: Dat kan je dan niets meer schelen.

Leerling: Omdat je eindelijk op eigen benen staat?

Meester: Dat kan je dan niets meer schelen.

Leerling: Hè?

Meester: Ha.

Leerling: Wat als het je niets meer kan schelen of je op eigen benen staat?

Meester: Woef.

Hondje op een meditatiekussen met zijn voorpootjes omhoog, een riem in zijn bek en een stijve piemel.
^ Heeft een boeddha de hondennatuur?

30. Oorspronkelijk is er geen zen en geen niet-weten

Hoe non-dualistisch is een hond?

Beste Hans,

Mijn zenleraar zegt altijd: 'Oorspronkelijk is er geen binnen en geen buiten'. Daar ben ik het helemaal mee eens. Alles is één. In het Ene kan geen binnen en buiten zijn. Binnen plus buiten is twee.

Beste Wim,

Je zit teveel in de zendo. Wanneer heb je voor het laatst buiten gespeeld?

Wim: Daarnet nog, met mijn hond. Die maakt ook geen onderscheid tussen binnen en buiten. Ik bedoel daarmee, tussen zichzelf en de wereld. Tussen subject en object. Tussen de waarnemer en het waargenomene. Dat zijn alleen maar constructies van de mind. Dus ja, oorspronkelijk is er geen binnen en buiten.

Hans: Ik geloof je graag maar ik heb nog wel een vraag of vier.

1. Ooit een hond gezien die onderscheid maakt tussen oorspronkelijk en nadien?

2. Ooit een hond gezien die onderscheid maakt tussen het vele en het Ene?

3. Ooit een hond gezien die géén onderscheid maakt tussen zichzelf en zijn spiegelbeeld?

4. Ooit een hond gezien die net zo lief binnen slaapt als buiten?

Voor je terugblaft eerst even je woef raadplegen.

Wim: 'Oorspronkelijk is er geen binnen of buiten' is ook een constructie van de mind, wou je zeggen.

Hans: En waarvan is de mind een constructie?

Wim: Wat is volgens jou oorspronkelijk?

Hans: Oorspronkelijk is er geen oorspronkelijk. Niet dat ik weet.

Wim: Is niet-weten oorspronkelijk?

Hans: Alleen achteraf.

31. Is zen non-dualistisch? De gastheer en de gast

Wu! Wu! Wu! Wu! Wu!
Wu! Wu! Wu! Wu! Wu!
Wu! Wu! Wu! Wu! Wu!

(Ontwaakgedicht van de hond van chanmeester Wumen Huikai.)

Beste Hans,

In de Linji Lu staat de volgende koan:

De hoofdmonniken van twee zalen kwamen elkaar tegen. Gelijktijdig slaakten ze een kreet: 'Aargh!' Later die dag vroeg een monnik aan de meester: 'Wie was hier de gastheer, wie de gast?' De meester zei: 'Gastheer en gast zijn duidelijk onderscheiden.'

Die slotzin, 'Gastheer en gast zijn duidelijk onderscheiden', wat maak jij daarvan? Hij lijkt me nogal dualistisch.

Hans: Gastheer, gast – een mens kan overal in vast komen te zitten.

Ewald: Maar hoezo zijn gastheer en gast duidelijk onderscheiden?

Hans: De hoofdmonniken van twee zalen kwamen elkaar tegen. Gelijktijdig slaakten ze een kreet: 'Aargh!' Later die dag vroeg de meester aan de ene hoofdmonnik: 'Wie was hier de gastheer, wie de gast?' De hoofdmonnik antwoordde: 'De gastheer is de gast.' De meester zei: 'Gastheer en gast zijn duidelijk onderscheiden.'

De volgende dag vroeg de meester aan de andere hoofdmonnik: 'Wie was hier de gastheer, wie de gast?' De hoofdmonnik antwoordde: 'Gastheer en gast zijn duidelijk onderscheiden.' De meester zei: 'De gastheer is de gast.'

Ewald: Gaat het er dan alleen maar om alles tegen te spreken?

Hans: Meepraten, tegenspreken – een mens kan overal in vast komen te zitten.

Ewald: Loslaten is het devies.

Hans: Vasthouden, loslaten – een mens kan overal in vast komen te zitten.

Ewald: Bij elkaar genomen zijn de antwoorden in die koan non-dualistisch genoeg. Op zichzelf beschouwd zijn ze mijns inziens onjuist.

Hans: Op zichzelf beschouwd zijn de antwoorden juist, op zichzelf beschouwd zijn ze onjuist, bij elkaar genomen zijn ze juist, bij elkaar genomen zijn ze onjuist – een mens kan overal in vast komen te zitten.

Ewald: Ik bedoel natuurlijk onjuist vanuit non-dualistisch oogpunt.

Hans: Vanuit non-dualistisch oogpunt mogen de antwoorden op zichzelf beschouwd onjuist zijn, maar hoe zit het met het non-dualistische oogpunt zelf? Is dat op zichzelf beschouwd of vanuit weer een ander oogpunt beschouwd juist of onjuist?

Ewald: Vanuit dualistisch oogpunt is ieder onderscheid reëel. Vanuit non-dualistisch oogpunt gezien is ieder onderscheid illusoir.

Hans: Reëel, illusoir – een mens kan overal in vast komen te zitten.

Ewald. In de relatieve werkelijkheid zie je overal verschil. In de absolute werkelijkheid bestaat geen verschil.

Hans: Relatief, absoluut – een mens kan overal in vast komen te zitten.

Ewald: Non-dualiteit is de ontkenning van dualiteit.

Hans: Dualiteit, non-dualiteit – een mens kan overal in vast komen te zitten.

Ewald: Zeg, ben jij nou een non-dualist of niet?

Hans: Stop jezelf in een hokje.

Ewald: Ja dus.

Hans: Ik onderscheid erop los en ik schijt op ieder onderscheid. Ook heb ik schijt aan iedereen die daar wat van vindt. Dat is pas vrijheid. Vraag me niet waarvan, waartoe of van wie. En ik zit er niet eens in vast.

Ewald: Ken jij de eerste koan van de Poortloze Poort?

Hans: Nooit van gehoord.

Ewald: Vraagt een monnik, 'Heeft een hond ook de boeddhanatuur?' Zegt meester Zhaozhou, 'Nee.'

Hans: Man, kan jou het allemaal schelen. Die umeboshi's zijn al eeuwen dood. Dat waren ze al toen ze nog leefden.

Ewald: Umeboshi's?

Hans: Zuurpruimen.

Ewald: Dat is Japans. Zhaozhou was een Chinees.

Hans: Zuurpruim.

Ewald: Wat ik niet te pruimen vind is het ontkennende antwoord van Zhaozhou op de vraag of een hond de boeddhanatuur heeft.

Hans: Wat zou jij geantwoord hebben?

Ewald: Geen ja en geen nee. Als uitdrukking van non-dualiteit.

Hans: Als je aan een boeddhist die in de boeddhanatuur gelooft vraagt of een hond de boeddhanatuur heeft, zegt hij ja.

Als je het aan een boeddhist vraagt die in de leegte gelooft, zegt hij nee.

Als je het aan een pluralist vraagt zegt hij ja en nee.

Als je het aan een non-dualist vraagt zegt hij ja noch nee.

Als je het aan een agnost vraagt zegt hij tja.

Als je het aan een hond vraagt, zegt hij woef.

Ja, nee, ja en nee, ja noch nee, tja, woef. Welk antwoord is het meest bizar?

Ewald: Nou?

Hans: De vraag.

Ewald: Ah ja.

Hans: Leuk hè?

Ewald: Bedoel je dat het in deze koan helemaal niet om non-dualiteit gaat, maar om het doorzien van de vraag?

Hans: Wie weet waar het in deze koan om gaat. Het is niet dat de betekenis van koans bij decreet voor eeuwig is vastgelegd. Al hebben zenbureaucraten daar het afgelopen millennium enorm hun best voor gedaan.

Ewald: Weer een vraag doorzien.

Hans: Van jezelf nog wel.

Ewald: Door mezelf nog wel.

Hans: Dank voor deze dialoog, ik zal hem op mijn site zetten.

Ewald: Leuk.

Hans: Maar zeg eens, wie van ons was nu de gastheer en wie de gast?

Ewald: Aargh!

32. Een piekerpad op het piekerpad

Ben ik een kikker of een pad, vroeg de egel aan de rat.

Ben ik van hier of zo'n exoot?
Dacht de pad die nooit besloot.

Is 't al maart of pas april?
Ik zie het niet meer zonder bril.

Is dit mijn vel of ben ik bloot?
Begint het leven na de dood?

Wat kwam eerder, pad of dril?
Ga ik vaak genoeg van bil?

Als ik nu mijn snuit eens snoot –
Met mijn voor- of achterpoot?

Ben ik cool of ben ik kil?
'k Weet niet wat ik liever wil.

Piekerpad in wetensnood.
Eeuwig tussen wal en sloot.

Twee vrijende kikkers in missionarisstand.
^ Ben ik jou of ben ik mij, als ik met mezelf vrij?

33. Het Piekerpad – boeddhisme volgens Sint Pieker

Je verstand gebruiken om je verstand te saboteren.

Wat is het verschil tussen het Piekerpad en het piekerpad?

Het Piekerpad (met een hoofdletter) is de grote weg volgens Sint Pieker, de patroonheilige van het Piekerpad.

Het piekerpad (met een kleine letter) is een metafoor voor het levenspad van de weldenkende mens, die onvermijdelijk vast komt te zitten in schijnkwesties zoals...

Ben ik voor of tegen?

Ben ik verlicht of niet?

Ben ik hetero of homo?

Is alles één, twee of veel?

Ben ik iemand of niemand?

Ben ik gelovig of ongelovig?

Ben ik Liefde of Bewustzijn?

Neem ik een kat of een kind?

Ben ik een man of een vrouw?

Wie was ik toen ik er nog niet was?

Heeft een hond de Boeddhanatuur?

Is de dood het einde of een nieuw begin?

Waar ga ik heen als ik nergens heen kan?

Wat is het geluid van één klappende hand?

Hoe kan ik ooit alle voelende wezens bevrijden?

Wat zijn de vier Edele Waarheden volgens Sint Pieker?

Het Piekerpad rust op vier pijlers, de Edele Waarheden volgens Sint Pieker.

1. Er is piekeren.

2. Het piekeren heeft een oorzaak.

3. De oorzaak van het piekeren kan opgeheven worden.

4. Door het Piekerpad te volgen wordt het piekeren beëindigd.

Wat is het Piekerpad van Sint Pieker?

Het Piekerpad van Sint Pieker is wel lang maar niet moeilijk.

1. Eerst ben je geen boeddhist en pieker je onophoudelijk over van alles en nog wat (sores).

2. Dan word je boeddhist en pieker je onophoudelijk over het boeddhisme (samsara).

3. Op een dag dringt het tot je door dat het allemaal nergens over gaat (sunyata), dat je nergens iets over te zeggen hebt (anatman) en dat alles sowieso onbegrijpelijk is (afhankelijk ontstaan). Dan ben je eindelijk uitgepiekerd (nirwana).

4. Pieker je toch nog eens, dan pieker je daar niet over; pieker je er toch over dan pieker je dáár niet over enzovoort.

Wie is Sint Pieker?

Sint Pieker is naar eigen zeggen 'een uitgepiekerde die onophoudelijk piekert over andermans gepieker'. Je herkent hem al van verre aan zijn punthoofd.

Hoe luidt de Sint-Piekerspreuk?

Piekeren om een einde te maken aan het piekeren is je verstand gebruiken om je verstand te saboteren.

Bron: Paradoxale Spiritualiteit, Sint Pieker, uitgeverij SamAtSarah ('At' vervangen door apenstaartje).

34. Wie zegt dat je naar je hart moet luisteren?

Een vals dilemma.

Leerling: Je moet niet naar je hoofd luisteren maar naar je hart.

Meester: Wie zegt dat, je hoofd of je hart?

Leerling: Oei.

Meester: Nou?

Leerling: Mijn hoofd, denk ik.

Meester: Moet je er dan naar luisteren of niet?

35. Niets wekt zoveel misverstand als stilte

En niets is zo doods.

Tim: Wanneer het niet aflatende verstand, uitgeput door de vele vragen, bezwijkt onder het niet-weten, neemt Big Mind het stokje over van small mind. Dan resteert alleen de eerlijkheid van de overgave en de ontmaskerende stilte van de dood. Dat is wijsheid.

Hans: Aha, een man van weinig woorden. En van zware. Uitgeput. Bezwijkt. Eerlijkheid. Overgave. Ontmaskering. Stilte. Wijsheid. Dood. En ook nog de tweegeestenleer, dat meesterwerk van het niet aflatende verstand.

Tim, jongen, als je het gewoon niet meer weet, zou je dan niet liever zeggen dat je het gewoon niet meer weet? Dat lijkt me wel zo eerlijk.

Tim: Ik dacht dat jij je wel in mijn woorden zou herkennen. Is jouw verstand dan niet uitgeput geraakt door de vele vragen?

Hans: Ik weet niet eens of er wel een verstand ten grondslag ligt aan mijn gedachten. Ik weet niet eens of ik wel meer gedachten heb dan deze ene nu.

Mochten beide het geval zijn, dan is mijn verstand beslist niet uitgeput en bezweken. Het is alive and kicking. Meer dan ooit. Het danst onvermoeibaar rond op zijn rode schoentjes. Is overal tegelijk en nergens in het bijzonder. Bekijkt de zaken van alle kanten. Trekt snaaks aan de losse eindjes van de zelfbreiende trui die wijsheid heet.

Het zou ook niet best zijn als mijn veronderstelde verstand uitgeput raakte en bezweek. Wie moet het dan opnemen tegen de diepzinnigheden die mij onophoudelijk om de oren vliegen, nu de jouwe weer?

Nee, van overgave is geen sprake. Eerder van lichte strijdvaardigheid. Van strijdbare lichtvaardigheid. Van de bereidheid om alles wat ik denk, lees, hoor, tegen het licht te houden tot het opvlamt, doorbrandt, uitdooft.

Tim: Hoe denk jij over de dood?

Hans: Of de dood inderdaad gepaard gaat met stilte moet nog blijken. Ik kan bijvoorbeeld niet uitsluiten dat de stilte al voor de dood begint, wanneer mijn spraakcentrum en gehoor het begeven.

Of later, postmortaal. In de hemel. In de hel. Als engel. Als geest. In een volgend leven. Tijdens het energetisch nabestaan in de eeuwigheid. Na mijn wederopname in het onveranderlijke albewustzijn waarvan ik zonder het te weten al deel uitmaak. Helemaal nooit. Wie zal het zeggen, ik niet.

Of de eventuele stilte van de eventuele dood inderdaad iets of iemand ontmaskert, of dat de stilte zelf ontmaskerd wordt, of de dood, moeten we afwachten. We zijn nog niet dood, niet stil, niet doodstil. Tenzij dit de dood al is. Wat maken we dan een leven. En wat is dan het leven.

Als de stilte van de dood al komt, zal het niet onder de nabestaanden zijn. Die snotteren en snateren vrolijk verder, leert de ervaring. Maar het is niet ondenkbaar, voor een kleine geest als de mijne, dat small mind dan eindelijk zijn kwek houdt.

Ach, wat zal ik hem missen. Of is hij het zelf die dat nu zegt? Is hij het die mij zal missen in mijn hoedanigheid van alter ego, aangever, advocaat van de duivel, souffleur, toehoorder?

Big Mind heeft sowieso nog nooit iets van zich laten horen, geen kwik en geen kwak, dat zal je met me eens zijn. Tenzij dat nu juist is hoe hij, zij of het van zich laat horen, maar hoe stel je zoiets vast.

Tim: En de eerlijkheid van de overgave?

Hans: De manier waarop je het woord 'eerlijkheid' gebruikt, suggereert dat het veronderstelde verstand of zijn veronderstelde product, de gedachte, oneerlijk, vals of illusoir is.

Is het begrip 'eerlijkheid' ook niet zo'n product van het verstand en daarmee zelf oneerlijk, vals of illusoir? En alle andere gedachten die je erop nahoudt?

Tim: Voor jou is niet-weten geen overgave en overgave geen eerlijkheid?

Hans: Voor mij is weten overgave.

Tim: Hè? Waaraan?

Hans: Woorden en waarden. Ideeën en idealen. Goeroes en goden. Methoden en maniertjes.

Tim: Wat betekent niet-weten dan voor jou?

Hans: Dat ik geen onderscheid meer weet te maken? Niet tussen small mind en big mind tenminste. Niet tussen verstand en gedachte. Niet tussen strijd en overgave. Niet tussen masker en gezicht. Niet tussen levend en dood. Niet tussen eerlijk en oneerlijk. Niet tussen weten en niet-weten. Niet echt.

Geen onderscheid weten te maken is een onvermogen, geen overgave. Er is geen eer aan te behalen. Het enige verband met eerlijkheid is dat ik het eerlijk toegeef.

Nog een onvermogen: ik kan maar niet ophouden over mijn onvermogen. Dwaasheid, zou je denken. Maar niets wekt zoveel misverstand als stilte. En niets is zo doods.

36. In de geest van zen vind je geen geest

Is er ooit geen-geest geweest? Eeuwig duurt het hokjesfeest.

Leerling: Wat is de kleine geest?

Meester: Een hokjesgeest.

Leerling: Mijn idee.

Meester: Zei de kleine geest.

Leerling: Omdat hij overal onderscheid ziet.

Meester: Ja, wie niet.

Leerling: Wat is de grote geest?

Meester: Een hokjesgeest.

Leerling: Hè?

Meester: Wie had dat gedacht.

Leerling: Waarom dan?

Meester: Omdat hij overal eenheid ziet.

Leerling: Wat is het voor geest die zowel de kleine als de grote geest ziet?

Meester: Een hokjesgeest.

Leerling: Hè?

Meester: Wie had dat gedacht.

Leerling: Waarom dan?

Meester: Omdat hij overal de kleine geest of de grote geest ziet.

Leerling: En de oorspronkelijke geest, de fundamentele geest, de natuurlijke geest, de gewone geest, de lege geest, de zengeest, de beginnersgeest?

Meester: Allemaal hokjesgeesten.

Leerling: Nou moe.

Meester: Geestig hè?

Leerling: Wat is de weetnietgeest?

Meester: Een hokjesgeest.

Leerling: Hè?

Meester: Wie had dat gedacht.

Leerling: Waarom dan?

Meester: Omdat hij overal niet-weten ziet.

Leerling: Wat is het voor geest die inziet dat het allemaal hokjes zijn?

Meester: Een hokjesgeest.

Leerling: Hè?

Meester: Hè? Hè? Hè?

Leerling: Hoe kan de geest die inziet dat het allemaal hokjes zijn nou een hokjesgeest zijn!

Meester: Omdat hij overal hokjes ziet natuurlijk.

Leerling: Dus iedere geest is een hokjesgeest.

Meester: Alleen voor een hokjesgeest.

Leerling: Hè?

37. Haiku op haiku: tussen Japan, China en India

Lettergrepen naar niet-weten.

Uit de tempelpoort
komend, 't lied van de thee-oogst –
dat is Japan!

(Kikusha)

Uit de tempelpoort
komend, 't lied van de thee-oogst –
dat is China!

(Hans)

Uit de tempelpoort
komend, 't lied van de thee-oogst –
dat is India!

(Hans)

38. Is elke boeddhist een nihilist?

Over het fatale verschil tussen een leer over leegte en een lege leer.

Ton: Ben jij niet gewoon een nihilist, net als elke boeddhist?

Hans: Nihilist?

Ton: Je weet wel, er is geen god, er is geen ziel enzovoort.

Hans: Er is geen god, er is geen ziel enzovoort, heet atheïsme. Er is een god, er is een ziel enzovoort, heet theïsme. We kunnen niets bewijzen over god en ziel enzovoort, heet agnosticisme.

Wie niet weet is geen theïst, geen atheïst en geen agnosticus. Wat maakt dat mij, denk jij?

Ton: Onder nihilisme versta ik de leer die ontkent dat er grondwaarden of grondwaarheden bestaan op ethisch, wijsgerig, spiritueel, religieus of sociaal gebied. Er is geen weg. Er is geen doel. Er is geen waarheid. Er is geen wijsheid. Niets heeft zin. Iedere moraal is grondeloos. God bestaat niet. Vooruitgang is een illusie.

Hans: Daar weet ik allemaal niets van. Ik ben geen nihilist.

Ton: In het Witboek Niet-Weten definieer je radicaal niet-weten zelf als hypernihilisme.

Hans: Een vorm van nihilisme die zelfs het nihilisme en zichzelf nietig verklaart, ja. Om er vanaf te zijn, snap je. Ik heb niets met het nihilisme.

Ton: Zei de man van de lege leer.

Hans: Nihilisme is geen lege leer, nihilisme is een niet-lege leer over leegte.

Ton: Wat heb je nou aan een lege leer.

Hans: De lege leer is geen leer, de lege leer is leeg. Hij bestaat niet.

Ton: Waarom voer je hem dan op?

Hans: Als hulpmiddel, zelftest, detector, verklikker. Als je weteloos bent is je leer leeg. Is je leer niet leeg dan weet je wat.

Ton: Hoe werkt dat dan?

Hans: Denk je dat er geen grondwaarden of grondwaarheden bestaan? Dan is je leer niet leeg. Dan ben je een nihilist, gaan agnost.

Denk je dat we beter af zijn zonder scholing en kennis? Dan is je leer niet leeg. Dan ben je een obscurantist, geen agnost.

Denk je dat waarheid altijd subjectief of relatief is? Dan is je leer niet leeg. Dan ben je een subjectivist of een relativist, geen agnost.

Denk je dat we niets zeker kunnen weten, alleen met enige waarschijnlijkheid? Dan is je leer niet leeg. Dan ben je een probabilist, geen agnost.

Denk je dat je ieder oordeel op moet schorten? Dan is je leer niet leeg. Dan ben je een scepticus, geen agnost.

Denk je dat het leven geen zin heeft, behalve de zin die je er zelf aan geeft? Dan is je leer niet leeg. Dan ben je een existentialist, geen agnost.

Denk je dat de werkelijkheid niet door de rede begrepen kan worden? Dan is je leer niet leeg. Dan ben je een irrationalist, geen agnost.

Denk je dat theorieën alleen ontkracht kunnen worden, nooit bevestigd? Dan is je leer niet leeg. Dan ben je een falsificationist, geen agnost.

Denk je dat vrije wil een illusie is en dat we beter bij de pakken neer kunnen gaan zitten? Dan is je leer niet leeg. Dan ben je een fatalist, geen agnost.

Zo ook met perspectivisme, pyrronisme, situationisme, met de sunyavada, de madhyamaka, de advaita vedanta enzovoort. Dat zijn allemaal niet-lege leren over de grenzen van ons kennen en kunnen. Ze hebben inhoud. Ze bevestigen dit, ze ontkennen dat. Ze stellen wat.

Ton: De lege leer stelt niets.

Hans: De lege leer ontstelt.

Ton: Dus jij bent wel een boeddhist maar geen nihilist.

Hans: Boeddhist?

39. Zengeest, dwaalgeest

Onderweg zonder weg.

'Wat is de weg?'

'Dwaalleer na dwaalleer.'

'Wat is zen?'

'Leren dwalen.'

40. Zen laat zich niet in woorden vangen

Mensen wel.

Zen laat zich niet in woorden vangen.

Het leven ook niet.

Mensen wel.

Die proberen zen in woorden te vangen.

Die proberen het leven in woorden te vangen.

Die proberen zichzelf in woorden te vangen.

Zo raken ze gevangen in woorden.

Je niet in woorden laten vangen, is dat zen?

Daarmee vang je zen in woorden.

Daarmee vang je het leven in woorden.

Daarmee vang je jezelf in woorden.

Dat is geen zen.

Zen laat zich niet in woorden vangen.

Het leven ook niet.

Mensen ook niet.

Dat denken ze maar.

We denken maar wat.

Over zen, mensen, het leven.

Allemaal woorden.

Kinhinmonnik gevuld met woorden uit de Hartsoetra.
^ Gevangen in woorden.

41. Nietzsche noch Zen noch André van der Braak

Beweringen weerleggen zonder beweringen, of hoe het denken zich zelf overwint en vergeet.

Yanyang: Wat als je niets meer hebt?
Zhaozhou: Weg ermee.
Yanyang: Ik heb niets meer, zeg ik u.
Zhaozhou: Sleep het dan maar met je mee.

(Koan 277 uit Het ware dharma-oog)

Een lege vijver

Beste Hans,

Zoekend naar nieuwe perspectieven op spiritualiteit stuitte ik op het boek Nietzsche and Zen: Self-overcoming without a Self uit 2011 van André van der Braak. Ken je dat?

Hans: Ja hoor. Paperback € 50, E-book € 50, hardcover € 100 voor 250 bladzijden. Dat mag gerust vernieuwend heten.*

Frits: In zijn boek interpreteert Van der Braak zen als een niet-propositionele weg naar een niet-propositionele waarheid. Ik moest meteen aan jou denken.

Zou jij spiritueel niet-weten omschrijven als een niet-propositionele waarheid? Zo ja, zou dat dezelfde waarheid kunnen zijn als de niet-propositionele waarheid van zen?

Is niet-weten, net als zen, behalve een niet-propositionele waarheid ook een niet-propositionele weg? Zo ja, waarheen leidt de weg van niet-weten en wat is het verschil met de niet-propositionele zenweg?

Hans: 'Niet-weten is een niet-propositionele waarheid' is een propositie. Als ze waar is maakt ze per definitie geen deel uit van het niet-weten dat ze probeert te definiëren.

Wat is dat eigenlijk, een niet-propositionele waarheid? Wat is precies het verschil met een niet-propositionele onwaarheid of leugen? Boeiende besognes die in bruisende breinen tot briljante boeken vol pakkende proposities leiden.

Mij pakken ze niet meer. Sinds mijn palingwording kan niets of niemand me nog boeien. Een kwestie van spartelen en spelen. Dartele spiritualiteit.

Sowieso bedient een agnost zich niet van proposities of van non-proposities maar van opposities. Spreken hoeft niet meer, behalve soms eens tegen. Zijn gedachten zijn contrapunten bij de punten van de wijze. Hij biedt tegenwicht om zijn evenwicht te bewaren en zich van gewichtigheid te vrijwaren.

Ik vrees dat je in een lege vijver zit te vissen. Probeer het liever bij André.

* Bedragen door mij afgerond. Ze vallen nog mee vergeleken met Van der Braak's nieuwste publicatie uit 2023, Ayahuasca as Liquid Divinity, zie ik net. De hardcover daarvan kost op dit moment € 169,99 voor 240 bladzijden, het e-book € 45,73. Money as liquid divinity.

Nihilisme

Frits: Zie jij zen als een niet-propositionele waarheid?

Hans: 'Zen is een niet-propositionele waarheid' is een propositie. Als deze propositie waar is behoort ze per definitie niet tot de zen die ze probeert te definiëren.

Frits: Even los van de niet-propositionele waarheid, is niet-weten volgens jou net als zen een niet-propositionele weg?

Hans: Wat moet iemand die afziet van de niet-propositionele waarheid met een niet-propositionele weg?

Frits: André van der Braak schrijft over Nietzsche, de filosoof van het nihilisme, maar allemachtig, jij kan er ook wat van.

Hans: Nihilisme is de niet-lege leer dat er geen grondwaarheden bestaan. Als deze propositie waar is dan bestaat er toch een grondwaarheid en is ze alsnog onwaar. Een prachtparadox waarin het fijn filosoferen is, maar geen niet-weten en geen zen.

Frits: Is dit gesprek geen voorbeeld van een niet-propositionele weg?

Hans: Eerder een voorbeeld van een propositionele niet-weg.

Illusies

Frits: In zijn boek voert André een chanmeester ten tonele, ene Linji.

Hans: Ten tonele vindt men toneelspelers.

Frits: Deze Linji of zijn navolgers zouden van mening zijn dat verlichting verwijst naar een waarheid voorbij de woorden.

Hans: 'Waarheid' is een woord. 'Verlichting' is een woord. 'Voorbij de woorden' is een woord. 'Verlichting verwijst naar een waarheid voorbij de woorden' is een propositie. Als ze waar is behoort ze per definitie niet tot de verlichting die ze definieert.

Frits: André heeft het in zijn ondertitel over 'Self-overcoming without a Self'. Ben jij het ermee eens dat wij geen zelf hebben en daarom voor de paradoxale opdracht staan zelf het illusoire zelf te doorzien?

Hans: Om nog maar te zwijgen van het illusoire niet-zelf.

Frits: Dat wij geen zelf hebben is volgens jou ook een illusie?

Hans: Tenzij dat ook een illusie is.

Frits: Bedoel je dat zelf en niet-zelf beide illusoir zijn? Geen atman, geen anatman?

Hans: Geen idee.

Verliezen

Frits: Wat is zen volgens jou?

Hans: Dat verschilt per persoon. Voor André is zen allicht het overwinnen van het idee dat we geen zelf hebben en daarom voor de paradoxale opdracht staan het illusoire zelf te doorzien.

Frits: Van der Braak betoogt toch juist dat we geen zelf hebben en daarom voor de paradoxale opdracht staan het illusoire zelf te doorzien?

Hans: Precies. Het zal een hele overwinning voor hem zijn, of zijn geweest, om dat idee los te laten.

Frits: Ik betwijfel of hij dat al losgelaten heeft.

Hans: Misschien heeft hij zelfs het loslaten ervan al losgelaten, weet jij veel.

Frits: Wat is zen in het algemeen?

Hans: Het is maar net aan wie je het vraagt.

Frits: Bijvoorbeeld?

Hans: Ik heb je net een voorbeeld gegeven.

Frits: Andere voorbeelden.

Hans: Het overwinnen van het idee dat er zoiets is als zen in het algemeen, in jouw geval. En later misschien het overwinnen van het idee dat er niet zoiets is als zen in het algemeen.

Frits: Op die manier.

Hans: Of anders het overwinnen van het idee dat we in zen voor een opdracht staan. En later misschien het overwinnen van het idee dat we in zen niet voor een opdracht staan.

Frits: Kortom, het overwinnen van alle ideeën over zen.

Hans: Of anders het overwinnen van het idee dat het in zen om overwinnen gaat.

Frits: In plaats van?

Hans: Verliezen, bijvoorbeeld.

Frits: Wat verliezen?

Hans: Dat verschilt per persoon.

Frits: Tja, wat moet ik hier nou mee.

Hans: Probeer het dan maar bij André.*

* € 75 per uur, bij hem thuis.

Cover met iemand op een krukje die in een lege kom zit te vissen.
^ Omslag van Nietzsche noch zen: hoe het denken zich zelf overwint en vergeet van Hans van Dam.

Verder vissen: Nietzsche and Zen: Self-overcoming without a Self.

42. Maitreya en Nietzsche: de ongeboren bodhisattva en de doodgeboren filosoof

Waarom Nietzsche een snor droeg en Boeddha een buik.

Hieronder zie je de Lachende Boeddha, alias Maitreya, de ongeboren bodhisattva die licht en lucht wil brengen in bedompte bovenkamers en duistere achterkamers.

Je ziet ook de Lallende Basta, alias Friedrich Nietzsche, de doodgeboren filosoof die lucht en licht wil brengen in bloedeloze hartkamers en vochtige kelders.

Zijn denken is een kango, zijn zitten is een tango, zie je zo. Hij popelt om op te staan en aan de slacht te gaan.

Die snor is natuurlijk camouflage. Daarmee verbergt hij zijn lach tot de mensen eraan toe zijn.

Die buik is ook camouflage. Daarmee verbergt hij zijn leegte tot de mensen eraan toe zijn, en de leegte van zijn leegte tot hij er zelf aan toe is.

Die mantel is ook camouflage. Kijk maar eens onder je eigen mantel, wou ik zeggen, dan zie je wat hij verhult – schrik niet. Maar je kan beter in je eigen bovenkamer kijken. Daar zie je alles, of je wil of niet.

Lachende Boeddha met reuzensnor.
^ De lachende Boeddha, alias de lallende Basta.

43. Zen is aan de grond zitten

Geen eer aan te behalen

Leerling: Is zen de grond van uw bestaan?

Meester: Zen is de afgrond van mijn bestaan.

Leerling: Wat is de grond van uw bestaan?

Meester: Aan de grond zitten is de grond van mijn bestaan.

Leerling: Dat klinkt niet bepaald als een ereplaats.

Meester: Ereplaatsen zijn staanplaatsen.

Leerling: En?

Meester: Ik ben blij dat ik eindelijk zit.

44. Zen is de afgrond waarin zen verdwijnt

De weg der geleidelijkheid.

Meester: Wat is zen?

Leerling: Het ware zelf realiseren.

Meester: Zie zegt dat er zoiets is?

Leerling: Wat is zen volgens u?

Meester: Alles tot de grond toe afbreken.

Vijf jaar later

Meester: Wat is zen?

Leerling: Alles tot de grond toe afbreken.

Meester: Wie zegt dat je grond zal vinden?

Leerling: Wat is zen volgens u?

Meester: De ongrond realiseren.

Vijf jaar later

Meester: Wat is zen?

Leerling: De ongrond realiseren.

Meester: Wat valt er te realiseren aan een ongrond?

Leerling: Wat moet ik er dan mee doen?

Meester: Waarmee?

Leerling: Met die ongrond natuurlijk.

Meester: Welke ongrond?

Leerling: Nou breekt mijn klomp.

Meester: Dat is zen.

45. Zen is afrekenen met je gedachten

Ook met deze.

'Ik wist al dat zen leeg was, Hans, maar jij bent wel erg nihilistisch, zelfs voor een zenboeddhist.'

'De weetnietgeest heeft geen seconde nodig om af te rekenen met welke nihilistische gedachte ook.'

'Zijn we het toch nog ergens over eens. Weg met het nihilisme!'

'De weetnietgeest heeft geen seconde nodig om af te rekenen met welke anti-nihilistische gedachte ook.'

'Te vroeg gejuicht.'

'Wie juicht er dan ook over zijn gedachten.'

'Jij juicht toch ook over zen?'

'De weetnietgeest heeft geen seconde nodig om af te rekenen met welk zengedachte ook.'

'Volgens mij heb jij je vereenzelvigd met de weetnietgeest.'

'De weetnietgeest heeft geen seconde nodig om af te rekenen met de gedachte van de weetnietgeest.'

'Volgens mij ben jij alleen nog maar aan het afrekenen met je gedachten.'

'De weetnietgeest heeft geen seconde nodig om af te rekenen met de gedachte dat je moet afrekenen met je gedachten.'

'Wat zijn we dan nu aan het doen?'

'We zijn nu aan het afrekenen met jouw gedachten.'

'En waarom zijn we aan het afrekenen met mijn gedachten?'

'Omdat jij mij daarmee om m'n oren slaat.'

46. De Lege Hartsoetra

De soetra van de weidsheid voorbij alle wijsheid.

Toen Avalokiteshvara de weidsheid voorbij alle wijsheid was ingegaan, zag hij dat alle wijsheid loos was.

Shariputra vroeg hem hoe dat kan en wat het betekent voor de boeddhistische leer. Avalokiteshvara zei:

1. Over de vijf edele delen van de mens

Hier, Shariputra, in de weidsheid voorbij alle wijsheid, is ieder onderscheid loos en ieder begrip voos.

Hier is het lichaam niet te onderscheiden van de wereld.

Hier is de geest niet te onderscheiden van de wereld.

Hier is de wil niet te onderscheiden van de wereld.

Hier zijn waarnemingen niet te onderscheiden van de wereld.

Hier zijn gevoelens niet te onderscheiden van de wereld.

Hier is geen afzonderlijk zelf en geen afzonderlijke wereld.

Hier zijn de verschijnselen niet uit elkaar te houden en niet op elkaar te krijgen.

Hier is geen onderscheid en geen eenheid.

Hier, Shariputra, in de wolk van niet-weten, ben je ziende blind.

2. Over de achttien elementen van de waarneming

Hier, Shariputra, in de weidsheid voorbij alle wijsheid, is ieder onderscheid loos, ieder begrip voos.

Hier zijn de achttien elementen van de waarneming niet van elkaar te onderscheiden.

Hier zijn de drie groepen van waarnemingselementen, de zintuigorganen, de zintuigobjecten en de bewustzijnsvelden, niet van elkaar te onderscheiden.

Hier zijn de zes zintuigorganen, huid, oog, oor, neus, tong en geest, niet van elkaar te onderscheiden.

Hier zijn de zes zintuigobjecten, tast, beeld, geluid, geur, smaak en idee, niet van elkaar te onderscheiden.

Hier zijn de zes zintuigvelden, lichaamsbewustzijn, beeldbewustzijn, geluidsbewustzijn, geurbewustzijn, smaakbewustzijn en ideebewustzijn, niet van elkaar te onderscheiden.

Hier zijn de waarnemer, het waarnemen en het waargenomene niet van elkaar te onderscheiden.

Hier zijn de verschijnselen niet uit elkaar te houden en niet op elkaar te krijgen.

Hier is geen onderscheid en geen eenheid.

Hier, Shariputra, in de nacht van niet-weten, ben je ziende blind.

3. Over de twaalf schakels van afhankelijk ontstaan

Hier, Shariputra, in de weidsheid voorbij alle wijsheid, is ieder onderscheid loos, ieder begrip voos.

Hier is geen onwetendheid, dus is er ook geen overstijgen van onwetendheid.

Hier zijn geen bedoelingen, dus is er ook geen overstijgen van bedoelingen.

Hier zijn geen bewustzijnsvormen, dus is er ook geen overstijgen van bewustzijnsvormen.

Hier is geen lichaam of geest, dus is er ook geen overstijgen van lichaam en geest.

Hier zijn geen zintuigen, dus is er ook geen overstijgen van de zintuigen.

Hier zijn geen indrukken, dus is er ook geen overstijgen van indrukken.

Hier is geen voorkeur, dus is er ook geen overstijgen van voorkeur.

Hier is geen begeerte, dus is er ook geen overstijgen van begeerte.

Hier is geen gehechtheid, dus is er ook geen overstijgen van gehechtheid.

Hier is geen identificatie, dus is er ook geen overstijgen van identificatie.

Hier is geen ontstaan, dus is er ook geen overstijgen van ontstaan.

Hier is geen vergaan, dus is er ook geen overstijgen van vergaan.

Hier zijn geen onafhankelijke schakels van afhankelijk ontstaan.

Hier zijn de verschijnselen niet uit elkaar te houden en niet op elkaar te krijgen.

Hier is geen onderscheid en geen eenheid.

Hier, Shariputra, in de mist van niet-weten, ben je ziende blind.

4. Over de vier edele waarheden

Hier, Shariputra, in de weidsheid voorbij alle wijsheid, is ieder onderscheid loos, ieder begrip voos.

Hier zijn edele waarheden niet te onderscheiden van onedele waarheden, edele onwaarheden en onedele onwaarheden.

Hier is het lijden niet te onderscheiden van de oorzaak van het lijden, het pad uit het lijden en het einde van het lijden.

Hier is het lijden niet te onderscheiden van andere gemoedstoestanden en andere verschijnselen.

Hier zijn de oorzaken van het lijden niet te onderscheiden van de oorzaken van andere gemoedstoestanden en andere verschijnselen.

Hier zijn de oorzaken van het lijden niet te onderscheiden van de gevolgen van het lijden, en de oorzaken en gevolgen van het lijden niet van die van andere gemoedstoestanden en andere verschijnselen.

Hier is het einde van het lijden niet te onderscheiden van het einde van andere gemoedstoestanden en andere verschijnselen.

Hier is het einde van het lijden niet te onderscheiden van het begin en het vervolg van het lijden, en die niet van het begin, vervolg en einde van andere verschijnselen.

Hier zijn de verschijnselen niet uit elkaar te houden en niet op elkaar te krijgen.

Hier is geen onderscheid en geen eenheid.

Hier, Shariputra, in het gat van niet-weten, ben je ziende blind.

5. Over het edele achtvoudige pad

Hier, Shariputra, in de weidsheid voorbij alle wijsheid, is ieder onderscheid loos, ieder begrip voos.

Hier zijn juiste inzichten niet te onderscheiden van onjuiste inzichten.

Hier zijn juiste intenties niet te onderscheiden van onjuiste intenties.

Hier is juiste spraak niet te onderscheiden van onjuiste spraak.

Hier is juist handelen niet te onderscheiden van onjuist handelen.

Hier is de juiste wijze van levensonderhoud niet te onderscheiden van onjuiste wijzen van levensonderhoud.

Hier is juiste inspanning niet te onderscheiden van onjuiste inspanning.

Hier is juiste aandacht niet te onderscheiden van onjuiste aandacht.

Hier is juiste concentratie niet te onderscheiden van onjuiste concentratie.

Hier zijn inzichten, intenties, spraak, handelen, levensonderhoud, inspanning, aandacht en concentratie niet te onderscheiden van elkaar en niet van andere verschijnselen.

Hier is het achtvoudige pad niet te onderscheiden van andere paden, de bestemming niet van andere bestemmingen, gaan niet van staan, onderweg zijn niet van aankomen.

Hier zijn de verschijnselen niet uit elkaar te houden en niet op elkaar te krijgen.

Hier is geen onderscheid en geen eenheid.

Hier, Shariputra, in de duisternis van niet-weten, ben je ziende blind.

6. Over nirwana

Hier, Shariputra, in de weidsheid voorbij alle wijsheid, is ieder onderscheid loos, ieder begrip voos.

Hier is volledige, volkomen en volmaakte verlichting niet te onderscheiden van onvolledige, onvolkomen of onvolmaakte verlichting, verlichting niet van schemering of verduistering.

Hier is volmaakte wijsheid niet te onderscheiden van onvolmaakte wijsheid, volmaakte dwaasheid of onvolmaakte dwaasheid.

Hier zijn boeddha's niet te onderscheiden van gewone mensen.

Hier is samsara niet te onderscheiden van nirwana.

Hier zijn de verschijnselen niet uit elkaar te houden en niet op elkaar te krijgen.

Hier is geen onderscheid en geen eenheid.

Hier, Shariputra, in de leegte van niet-weten, ben je ziende blind.

7. Mantra van de weidsheid voorbij alle wijsheid

Voor wie de wijsheid voorbij wil gaan (of is gegaan).

(Crescendo)

Verder verder, almaar verder, zelfs het verder gaan voorbij.

Verder verder, almaar verder, zelfs het verder gaan voorbij!

Verder verder, almaar verder, zelfs het verder gaan voorbij!!

Verder verder, almaar verder, zelfs het verder gaan voorbij!!!

Eindelijk vrij.

Herhaal

Feelgoodversie

Individueel of groepsgewijs met een voorzanger die de mantra voor zijn rekening neemt.

(Crescendo)

Verder verder, almaar verder, zelfs het verder gaan voorbij.

Hoi.

Verder verder, almaar verder, zelfs het verder gaan voorbij!

Hoi!

Verder verder, almaar verder, zelfs het verder gaan voorbij!!

Hoi!!

Verder verder, almaar verder, zelfs het verder gaan voorbij!!!

Hoi!!!

Herhaal

Gate gate paragate parasamgate – bodhi svaha

De mantra van de weidsheid voorbij alle wijsheid hierboven is gebaseerd op de mantra waarmee de Hartsoetra afsluit:

Gate gate paragate parasamgate – bodhi svaha.

Die nogal cryptische zin in het Sanskriet betekent zoiets als:

Gegaan, gegaan, voorbij gegaan, volledig voorbij gegaan – ontwaakte geest, zo zij het.

De diepere betekenis daarvan mag je zelf uitmaken, als je maar niet denkt dat jouw lezing de enige of de beste is.

Dit maak ik ervan:

Verder verder, almaar verder, zelfs het verder gaan voorbij – eindelijk vrij.

Of eenvoudiger:

Verder verder, almaar verder, zelfs het verder gaan voorbij – hoi.

Of mijn vertaling helemaal in de geest van de Hartsoetra is, kan ik niet garanderen; dat ze helemaal in de geest van niet-weten is, wel.

47. Gebed van de weidsheid voorbij alle wijsheid

Voor wie de wijsheid voorbij is gegaan (of zich erop verheugt).

Voorbij voorbij.
Voorbij voorbij.
Voorbij voorbij.
Voorgoed voorbij.

Boeddha voorbij.
Dharma voorbij.
Voorbij voorbij.
Voorgoed voorbij.

Jezelf voorbij.
Het zelf voorbij.
Voorbij voorbij.
Voorgoed voorbij.

Tweeheid voorbij.
Eenheid voorbij.
Voorbij voorbij.
Voorgoed voorbij.

Dwaasheid voorbij.
Wijsheid voorbij.
Voorbij voorbij.
Voorgoed voorbij.

Woorden voorbij.
Stilte voorbij.
Voorbij voorbij.
Voorgoed voorbij.

Vorm voorbij.
Leegte voorbij.
Voorbijheid voorbij.
Voorgoed voorbij.

Voorbij voorbij.
Voorbij voorbij.
Voorbij voorbij.
Voorbij. Hoi!

Herhaal

48. Wat is de Hartsoetra en wat is leegte?

Het agnostische alternatief.

Kosmonauten

De Hartsoetra is een korte boeddhistische tekst uit het eerste millennium na Boeddha. Hij gaat over prajnaparamita. Dat is Sanskriet voor de perfectie van de wijsheid, voor kennis van het overstijgende – wat dat ook mag zijn.

Het hart van de Hartsoetra is sunyata. Dat is Sanskriet voor leegte. Maar wat is leegte? Het is maar net aan wie je het vraagt.

Voor sommige boeddhisten verwijst het begrip leegte naar een metafysisch of goddelijk Iets. Het Zelf. Het Bewustzijn. Het Al. Het Niets. 'Vorm is leegte' prevelen deze kosmonauten, 'leegte is vorm'. En wanen zich wijzen. Wijzer dan de rest.

Voor andere boeddhisten verwijst het begrip leegte naar het einde van de metafysica. 'Geen vorm, geen leegte' prevelen deze nihilisten, 'geen leegte, geen vorm'. En wanen zich wijzen. Wijzer dan de rest.

Myopie

Voor mij betekent leegte net zoiets als afhankelijk ontstaan (pratitya samutpada). Net zoiets als niet-zelf (anatman). Net zoiets als vergankelijkheid (anicca). Bolle boeddhismen om aan te geven dat de werkelijkheid een warboel is, veranderlijk als het weer.

Niets staat op zichzelf, dat lijkt maar zo. Alle wezens, dingen, verschijnselen, begrippen zijn gordiaans verknoopt. Welke draad je ook volgt, je komt onherroepelijk bij het hele weefsel uit.

Misschien ligt het aan mij, aan de kortzichtigheid van mijn brein, aan de myopie van oog numero drie. Of misschien laat het leven zich principieel niet ontrafelen door een verdelend denken, door een substantialistisch denken dat alle wezens, dingen, verschijnselen en begrippen een autonoom bestaan toedicht, een eigen ziel, identiteit, essentie of werking.

Patchwork

Stel dat het niet aan mij ligt maar aan de realiteit. Dan is iedere poging om het motief van dat tapijt te beschrijven een volgend motief in hetzelfde tapijt. Dat daardoor alleen maar groter, onbeschrijfelijker en onbegrijpelijker wordt.

De werkelijkheid als patchwork, of tenminste de beschrijving van die werkelijkheid: het postmoderne alternatief.

Ik ben geen metafysicus, geen nihilist, geen postmodernist. Ik ben geen boeddhist, geen antiboeddhist, geen non-boeddhist. Ik ben een agnost in de ruimste zin van het woord: iemand die het niet meer weet, dat onder ogen ziet en ermee heeft leren leven.

'Tja,' prevelt deze weetniet in antwoord op iedere levensvraag, 'wat zal ik er eens van zeggen.' Glimlachje. Stilte.

49. De Hartsoetra en de leegte van het onderricht over de leegte

Het pauscomplex in het boeddhisme.

Het essentiële onderricht over de leegte

Volgens Geshe Sonam Gyaltsen is al het onderricht van de Boeddha maar een 'aanloop of voorbereiding op het essentiële onderricht over de leegte. Alle inzichten over bijvoorbeeld gebrekkigheid, vergankelijkheid en het lijden, zijn enkel bedoeld om ons in de richting van de leegte te zetten.'

(De Hart Soetra, Geshe Sonam Gyaltsen, 2000, pagina 13)

Klinkt goed, maar klopt het ook? Hoe stel je zoiets vast? Wie weet waar de Boeddha op uit was? Wie weet welk deel van het overgeleverde onderricht essentieel is? Waarom zijn er zoveel verschillende antwoorden op de vraag naar de essentie van het boeddhisme? Is het essentiële deel wel overgeleverd? Laat het zich wel overleveren en onderwijzen? Is er wel een essentieel onderdeel?

Het pauscomplex

Geshe Sonam Gyaltsen mag graag namens de Boeddha spreken. Daar hebben volgelingen een handje van. Alsof ze zijn voeten nog gewassen hebben, of hij de hunne. Alsof hij een onuitwasbare indruk op ze heeft gemaakt.

Alles wat de Boeddha ooit gedacht en gezegd heeft staat in hun ROM-geheugen gegrift; ze hoeven het alleen maar uit te lezen, pretenderen ze. De Boeddha heeft mij persoonlijk uitverkoren en geautoriseerd om zijn gedachtegoed te vertegenwoordigen, stralen ze uit. Het pauscomplex.

Waarom spreken al die zelfverklaarde afgezanten niet voor zichzelf, vraag ik me af. Omdat ze geen zelf hebben? Omdat ze deel uitmaken van hetzelfde zelf? Of spreken ze toch voor zichzelf maar mogen we dat niet weten of hebben ze het niet door?

In het laatste geval: waarom hebben ze niet door dat ze afgezantje spelen? Omdat ze hun eigen projectie van de Boeddha aanzien voor de historische Boeddha? Omdat ze hun eigen lectuur of die van hun eigen sangha aanzien voor eeuwige wijsheid?

De leegte van het essentiële onderricht

Je kan de vragen stellen, een agnost moet ze stellen, maar de antwoorden doen er niet toe. Waarom niet?

Als alles inderdaad leeg is, dan ook het essentiële onderricht over de leegte.

Sunyata? Leeg. Pratitya samutpada? Leeg. Anatman? Leeg.

De leegte van de leegte (sunyata-sunyata)? Leeg. De leegte van de leegte van de leegte (sunyata-sunyata-sunyata)? Leeg. Iedere hogere macht van de leegte? Leeg.

De Boeddha? Leeg. De dharma? Leeg. Geshe Sonam Gyaltsen? Leeg. Het essentiële onderricht van Geshe Sonam Gyaltsen over het essentiële onderricht over de Boeddha? Leeg.

Als alles werkelijk leeg is, dan is de hele godverlaten dharma zo bloedeloos als een gebroken hart.

Biddende monnik in de vorm van een hart in een pij.
^ Bloedeloos als een gebroken hart.

50. De Hartsoetra als laxeermiddel

Loskomen van ieder onderricht

Selectief citeren

Boeddhisten hebben in de loop van de eeuwen bergen teksten geproduceerd. Uit naam van de Boeddha. Die naar men zegt zelf nooit iets op schrift heeft gesteld. Ze hebben bergen en rivieren van ideeën geschapen over de vraag waar de Boeddha op uit was.

Al die leergeschriften van al die schriftgeleerden hebben hoogstens bewezen dat niemand weet waar de Boeddha op uit was. En minstens dat daarover zelfs in vijfentwintig eeuwen geen consensus kon worden bereikt.

Verder heeft niemand bewezen maar iedereen aangetoond dat je door selectief citeren en creatief interpreteren alles kan bewijzen over de dharma.

Je kan zelfs aannemelijk maken dat het onderricht van de Boeddha, alle inzichten over bijvoorbeeld gebrekkigheid, vergankelijkheid, het lijden en de leegte, enkel bedoeld waren om ons los te maken van ieder onderricht.

Is het niet de Boeddha die daarop uit was, of Geshe Sonam Gyaltsen, dan ben ik het wel.

Wegwerpbegrippen

Om mijn leegte vorm te geven strooi ik met wegwerpbegrippen. De lege leer. De lege stelling. Het lege inzicht. Het lege onderricht. Het lege geloof. De lege praktijk.

Holle woorden. Schijngestalten van niet-weten. Dat zelf ook maar een schijngestalte is. Een teken aan de wand.

De lege leer is geen leer maar het einde van je geleerdheid.

De lege stelling is geen dogma maar het einde van je dogma's.

Het lege inzicht is geen inzicht maar het einde van het inzien.

Het lege onderricht is geen onderricht maar het einde van je meesterschap.

Het lege geloof is geen geloof maar het einde van je lichtgelovigheid.

De lege praktijk is geen praktijk maar einde oefening.

Laxatief

Misschien was de Hartsoetra bedoeld als laxeermiddel. Lijnzaad om brave boeddhisten die nergens schijt aan hebben te helpen ontlasten. Om ze de weg te wijzen uit de mesthoop van meningen, middelen en methoden die het boeddhisme toen al onverteerbaar maakten. Om ze te verlossen van de lineage, de erfzonde.

Misschien probeerde de Hartsoetra tegenwicht te geven aan de onuitroeibare menselijke neiging tot duiding, intellectualisering, canonisering, verering, hechting, identificatie, (d)ikdoenerij.

Mocht dat inderdaad de bedoeling zijn geweest, dan is het mislukt. De Hartsoetra is, zoals alles uit de boeddhistische bakkerij, een koekje van eigen deeg. Een kind van dezelfde rekening. Weer zo'n duister dharmading. Op zijn beurt ten prooi gevallen aan duiding, intellectualisering, canonisering, verering, hechting, identificatie, (d)ikdoenerij. Ingelijfd door het immer uitdijende corpus van Hollebolle Boeddha.

Woorden naar de dharma dragen

Ben ik er werkelijk op uit om ons los te maken van ieder onderricht? Welnee, dat is al zo vaak geprobeerd.

Beeldenbakkers en beeldenbrekers wisselen elkaar af. Dat is de kringloop van de geboorte, dood en wederopstanding van denkbeelden. De ene denker geeft vorm, de andere leegte. Zo houden ze elkaar aan de gang.

Ik heb geen behoefte om eraan mee te doen of er een eind aan te maken. Dat zou gewoon het volgende onderricht zijn. Woorden naar de dharma dragen.

Ik ben geen exegeet, hè, geen duider die duidelijkheid en eenduidigheid schept. Ik haal zinnen uit elkaar tot er alleen losse woorden over zijn. Ik haal woorden uit elkaar tot er alleen losse letters over zijn. Letters voor scrabbelaars. Vermicelli voor sunyatasoep. Zie maar wat je ermee doet.

51. De Hartsoetra in essentie

In één woord de wijsheid voorbij alle wijsheid voorbij.

Meester Zero zegt:

De essentie van de Hartsoetra is inessentie.

De essentie van inessentie is inessentie.

Wat wil je nog minder.

52. Zen is niet weten (wat zen is)

Twee hyperohyponiemen.

Leerling: Wat is zen?

Meester: Niet weten wat zen is.

Leerling: Wat is niet weten wat zen is?

Meester: Een bijzonder geval van niet weten.

Leerling: Wat is niet weten?

Meester: Een bijzonder geval van zen.

Leerling: Dus niet weten is een veralgemenisering van zen en zen is een veralgemenisering van niet weten?

Meester: Is dat niet bijzonder?

53. Zen is vergeten (wat zen is)

Gaan voor je tijd gekomen is.

Leerling: Wat is zen?

Meester: Niet weten wat zen is.

Leerling: Wat is niet-weten?

Meester: Alles vergeten.

Leerling: Dus zen is alles vergeten?

Meester: Dat ben ik vergeten.

Leerling: En vergeten is niet-weten?

Meester: Ik zou het niet weten.

Leerling: Noem dat maar zen.

Meester: Wat is zen?

54. In de beperking toont zich de dwaas

Een haiku over haiku.

Vijf, zeven en vijf
lettergrepen naar de macht.
Woorden in de wind.

55. Tanka, renga, haiku en senryu – vier Japanse dichtvormen

Alsof hij alles begreep is de priester gestorven.

Het Witboek Zen bevat een heleboel haiku's, maar wat is een haiku?

Een haiku is een telg uit de familie Tanka.

De familie Tanka

De tanka, de renga, de haiku en de senryu zijn verwante Japanse dichtvormen.

De renga is ontstaan uit de tanka.

De haiku is ontstaan uit de renga.

Een senryu is een speciaal soort haiku.

De tanka is dus de grootvader van de haiku, de renga de vader en de senryu het kind.

Ik ga ze een voor een aan je voorstellen.

Wat is een tanka?

Een tanka ( 'kort gedicht') is een Japanse dichtvorm met 5 regels van 5, 7, 5, 7 en 7 lettergrepen. De regels hoeven niet te rijmen en de maat is niet voorgeschreven.

Woudpioenrozen,
juist nu op het hoogtepunt
van hun volle bloei;
te mooi om af te plukken,
te mooi om niet te plukken.

(zenmonnik Ryokan)

Medelijwekkend,
de mensen die niets weten
van de verrukking
van 't nirwana. Altijd door
treuren zij, om dood, om leven.

(zenmeester Ikkyu)

Daar ik zou denken
dat de werkelijkheid geenszins
werkelijk is,
hoe kan ik dan denken dat
dromen werkelijk dromen zijn?

(shingopriester Saigyo)

De eerste drie regels van de tanka worden de kami-no-ku genoemd en vormen de aanhef. De laatste twee regels, de shimo-no-ku, dienen ter afronding. Ku betekent hier strofe, no van, kami boven en shimo onder.

Een tanka bestaat dus uit twee strofen, de aanhef en de afronding. Gewoonlijk worden ze achter elkaar geschreven, zonder witregel ertussen.

Wat is een renga?

Een renga (samenwerkingsgedicht) is een groepsgedicht of kettinggedicht. Het wordt geschreven door twee of meer mensen. Om beurten nemen ze een ku (strofe) voor hun rekening.

Hieronder de eerste 6 schakels van Winterse bui, een zesmansgedicht van 36 strofen uit 1684:

1. Al tracht de winterbui / de maan te omwikkelen, / zij rukt zich los.

2. Hij trapt op het ijs / het bliksemt in het water.

3. Varentakken / draagt de jager met nieuwjaar / op zijn pijlkoker.

4. Hij duwt de Noordpoort open / en de lente begint.

5. Op de waaier / waar hij paardenvijgen mee veegt / een wazige bries.

6. De liefhebber van de theeceremonie / is dol op de pisbloemen langs de weg.

De kortste vorm van de renga heet de tanrenka (kort samenwerkingsgedicht). Deze bestaat uit een openingsgedicht, de hokku, gevolgd door een reactie, de waki. De hokku heeft 3 regels met 5, 7 en 5 lettergrepen, de waki 2 met 7 lettergrepen elk. Hokku en waki worden gescheiden door een witregel.

Een tanrenka is dus een renga van twee strofen geschreven door twee personen. Omgekeerd is de tanka een tanrenka zonder witregel geschreven door één persoon. De hokku van de renga correspondeert met de kami-no-ku van de tanka, de waki van de renga correspondeert met de shimo-no-ku van de tanka; andere namen voor dezelfde dichtregels.

Een renga is op te vatten als een reeks tanrenka's.

Uit de renga ontwikkelde zich een vrijere variant, de haikai no renga, ook wel de humoristische renga of de volksrenga genoemd. De haikai no renga neemt de rengaregels niet al te serieus.

Wat is een haiku?

Het openingsgedicht van de renga, de hokku, ging na verloop van tijd een eigen leven leiden.

In het begin werd de verzelfstandigde hokku een haikai no hokku genoemd. Dat betekent populair versje of humoristische strofe, al waren de gedichtjes even vaak melancholiek als grappig. De korte naam werd hokku.

Later ontstond door samentrekking van haikai no hokku de naam waaronder we deze dichtvorm nu kennen: haiku.

Bloesems van de avond,
als je ze nog eens wil zien
zijn 't alweer vruchten.

(Buson)

Dagen vol vrede,
de rusteloze jaren
alweer vergeten.

(Taigi)

Zonder jou erbij
waren ze te diep, te groot,
die donkere bossen.

(Issa)

Een haiku is een gedichtje van 3 regels met 5, 7 en 5 of 3, 5 en 3 lettergrepen. Ook andere aantallen lettergrepen komen voor. Sommige dichters zijn daar strenger in dan andere. Sommige lezers ook.

Het onderwerp van de haiku staat niet vast. Haiku's gaan over geboorte en dood, liefde en ziekte, afscheid en verlangen, eenvoud en armoede, Boeddha, dharma en wat al niet. Van oudsher zijn de natuur en de seizoenen favoriet.

Wat is een senryu?

Toen de haiku een serieuze dichtvorm werd, ontstond er voor de ironische variant een nieuwe naam: de senryu. Dat betekent waterwilg, naar de schrijversnaam, Senryu, van senryukampioen Karai Hachiemon.

Senryu's parodiëren haiku's of stellen de onvolkomenheden van de mens aan de kaak. Ze zijn aards, anarchistisch, anti-elitair, anti-intellectueel. Ze herinneren aan de weetnietgeest of omgekeerd, daarom vind ik ze zo leuk.

Alsof hij alles
ter wereld begreep, is de
priester gestorven.

(Kojyaku)

'k Wou dat ze lachten
om het wonderbaarlijke
feit dat ze leven.

(Ichiro)

Menend dat mensen
altijd werkelijk mensen zijn,
maken wij ons kwaad.

(Kenkabo)

Hij is niet zo wijs,
dus leeft hij veel vrolijker,
zo'n gewone man.

(Kako)

Zo spreekt de wijze:
Hemel en aarde weten,
ik weet er niets van.

(Ittosai)

Bronnen

Alle tanka's en haiku's hierboven komen uit Japans gedicht, de mooiste haiku, senryu en tanka, van Tooren, 1985.

De renga Winterse bui komt uit Eeuwige Reizigers, Vos, 2008, p564-571.

De senryu's komen uit Senryu, De Waterwilgen, van Tooren, III, 1976.

56. Ontwaken voor dichters

Wakkerder dan ooit.
O lettergrepenteller.
Haiku in de nacht.

57. Haiku's als spiegel van de ziel

Waarnemen of waargeven? De wereld als voorstelling van het verstand.

Haiku's als spiegel van de ziel

Haikudichters zijn net mensen. Ze houden van de natuur, maar niet zoals hij is. Hij moet eerst eigen gemaakt worden door er typisch menselijke gevoelens en gedachten op te projecteren.

Krekels roepen tot het eindelijk middag is. Een leeuwerik bidt boven een graf. Een kikvors zit statig de bergen te beschouwen. Een ganzenbloempje is verdrietig bij het naderen van een zeis. Een pijnboom die nog geen boeddha is staat wat te dromen. De maan wordt gebroken en weer gebroken.

Vlooien maken een lange nacht door. Het water spreekt. Een slak beklimt een heilige berg. Een bromvlieg wast speciaal voor ons zijn pootjes. Een vogeljong is eenzaam. Groene rupsen hebben van iemand hoorns gekregen.

Zulke haiku's zeggen iets over de natuur maar ze zeggen vooral iets over onze natuur. Hoe wij kijken. Hoe we onze individuele, subjectieve, antropomorfe wereldbeleving onwillekeurig aanzien voor een universele, objectieve wereld, de enige die er is.

Want we nemen zonder meer aan dat onze wereld dé wereld is. Dat de wereld dezelfde is voor ieder mens en ieder wezen van alle tijden en plaatsen.

Dat we de wereld zo ervaren, kunnen we voor zover ik weet niet helpen; we kunnen ons er hoogstens van bewust zijn.

De wereld als voorstelling van het verstand

Hebben krekels weet van ochtend en middag? Kiest een leeuwerik doelbewust positie boven een graf om daar zingend te bidden? Is een ganzenbloempje ooit verdrietig? Staan pijnbomen weleens te dromen? Koeren duiven werkelijk uit de zachtheid van hun gemoed? Ziet een kikvors bergen?

Wat is een berg zonder het idee berg? Wat is een graf zonder het idee graf? Wat is een leeuwerik zonder het idee leeuwerik? Wat is bidden zonder het idee bidden? Wat zijn ochtend, middag, avond zonder een idee van tijd?

De wereld die wij zogenaamd waarnemen wordt ook door onszelf geschapen, niet vijf miljard geleden, niet zesduizend jaar geleden, maar hier en nu, live, terwijl ik dit schrijf. En nog eens live, terwijl jij dit leest.

Waarnemingen van de werkelijkheid zijn in werkelijkheid voorstellingen van het verstand, dacht Immanuel Kant. Hoe iets eruit ziet zonder voorstelling van het verstand, weten we niet en kunnen we niet weten, stelde hij.

Het voorwerp zonder voorstelling heet sinds Kant het Ding-an-sich. De leer van Kant heet transcendentaal idealisme. Die is zelf een voorstelling van het verstand, geen Ding-an-sich. Maar wel een voorstelling die ons van eerdere voorstellingen kan bevrijden. Daar is het een agnost als ik om te doen.

Waarnemen of waargeven?

Volgens het verstand van Kant injecteren wij onderscheidingen, betekenissen, oordelen in onze waarnemingen. Ook de basale waarnemingskwaliteiten, licht, kleur, smaak, geur, druk, warmte, koude en pijn zijn projecties van ons verstand.

Licht is toch gewoon elektromagnetische straling, die is objectief aantoonbaar, denk je nu misschien. Kan best wezen, maar elektromagnetische straling is nog geen licht. Wij zijn het zelf die een smal deel van het elektromagnetische spectrum in een lichtsensatie omzetten. Luchttrillingen zijn ook geen geluid. Wij zijn het zelf die een smal deel van het akoestische spectrum in klanken omzetten.

Het wordt nog gekker. 'Elektromagnetische straling' is ook maar een voorstelling van het verstand, een abstractie, een natuurkundige constructie. Die straling is alleen 'objectief aantoonbaar' via dezelfde waarnemingen waarvan de objectiviteit hier nu juist ter discussie staat.

Licht en geluid, warmte en koude, hardheid en zachtheid bestaan niet 'daarbuiten', los van iedere waarnemer en waarneming. Dat lijkt maar zo. Ze ontstaan 'hierbinnen' op het moment van waarnemen. Net als het onderscheid tussen 'daarbuiten' en 'hierbinnen'.

Geen wereld, geen geest, geen ik

De wereld als projectie van de geest, misschien vind je het een belachelijk idee. Waarnemingen zijn toch spiegels van de wereld? Of is dat net zo'n belachelijk idee, de volgende voorstelling van de geest?

Hoe wou je zonder geest het fantoomledemaat en fantoompijn verklaren? Herinneringen, fantasieën, dromen, sluimerbeelden, hallucinaties?

Zonder geest geen werkelijkheid, zonder werkelijkheid geen geest, lijkt het. Tenzij de geest op zijn beurt een projectie is, Joost mag weten waarvan.

Ik kan hem tenminste nergens vinden, die geest. Niet als ik hem zoek. Juist dan niet. Mijn geest niet, jouw geest niet, de universele geest niet, in alle tien richtingen niet. Ik kan hem wel dénken, als het medium van mijn gedachten of de kenner van het gekende. Maar ja, ik kan wel zoveel denken.

Ikzelf lijk bij nader inzien ook niet meer dan een schim die ongevraagd verschijnt en verdwijnt in waarnemingen van de ogenschijnlijke buitenwereld, en in gedachten en gevoelens in de ogenschijnlijke binnenwereld. Waarbij het lichaam ogenschijnlijk als intermediair fungeert, tegelijk binnen en buiten, eigen en oneigen, subject en object, waarnemer en waarneming, projector en projectie, dader en slachtoffer.

Waarmee ik niet wil zeggen dat de wereld, de geest en ikzelf niet bestaan, dat alles een illusie is, dat alles één is, dat alles bewustzijn is of deel uitmaakt van een hogere werkelijkheid of een hoger wezen of zoiets. Dat je iets niet kan vinden betekent nog niet dat het iets anders is of niet bestaat.

Van gezond verstand naar onverstand

Geen waarneming, geen wereld, geen lichaam, geen geest, geen god, geen bewustzijn, geen eenheid, geen ik – niet dat ik weet. Zo zijgt het kaartenhuis van het gezond verstand langzaam ineen.

Gewoonlijk komt er dan meteen een nieuw verstand tevoorschijn. Als een nieuwe staart aan een hagedis, een nieuwe kop op een draak. Een Volgend Verstand. Dat een Volgend Verhaal produceert. Dat het heel origineel de Waarheid noemt. De Weg. De Wijsheid voorbij alle wijsheid.

Maar zo hóeft het niet te gaan. Mijn staart is afgevallen en ik heb geen nieuwe gekregen. Zelfs geen fantoomstaart. Mijn koppen zijn afgehakt, alle zeven, en nooit meer teruggegroeid. Sinds het bezwijken van mijn gezond verstand ben ik verschoond gebleven van een Volgend Verstand en een Volgend Verhaal.

Ook het verhaal dat je nu leest onderschrijf ik niet. Het is alleen maar een om-schrijving van het onverstand. Een schijnverhaal dat niet-weten heet over het onverhaal dat niet wil heten.

58. Haiku op haiku: tussen Ueno en Asakusa

Lettergrepen naar niet-weten.

Wolken van bloesems.
Een avondbel – Ueno
of Asakusa.

(Basho)

Wolk van vragen,
Geen Asakusa, geen Ueno.
Enkel geklingel.

(Hans)

Wolk van niet-weten.
Geen bloesems, geen geklingel.
Gewoon geen idee.

(Hans)

Mediterende monnik met een grote koperen bel als hoofddeksel.
^ Enkel geklingel.

59. Wat is de bodhisattvagelofte?

Betekenis en samenhang van de begrippen bodhi, sattva, bodhisattva, bodhisattvagelofte, brahmavihara, metta, karuna, mudita, upeksha, shiguseigan, hinayana en mahayana.

Boeddhisten zweren bij geloften en ze zijn er niet zuinig mee. De grootste gelofte die de mahayanaboeddhist aflegt is de bodhisattvagelofte: alle voelende wezens bevrijden van lijden.

Wat is een bodhisattva?

In het Sanskriet betekent bodhi verlichting en sattva wezen.

Een bodhisattva is een wezen dat verlicht is of naar verlichting streeft voor zichzelf of voor iedereen.

Verlichting is het einde van begeerte en onwetendheid: onthechting en inzicht.

Inzicht is weten en begrijpen hoe je geest werkt, wat de drie bestaanskarakteristieken zijn, de vier edele waarheden enzovoort.

Onthechting is loskomen van wat het ook maar is waar je in vastzit: woorden, ideeën, gewoonten, overtuigingen, idealen, plannen, eigendommen. Je lichaam, je gezondheid, het leven, de dood, dierbaren, vijanden. Media, mensen, ouders, kinderen, dieren, dingen, seks, drugs, rock-'n-roll. Rituelen, gewaden, titels, leerlingen, boeddhisme en niet te vergeten onthechting.

Het einde van begeerte en onwetendheid is het einde van het geestelijk lijden.

Het einde van het geestelijk lijden is het einde van samsara.

Het einde van samsara is nirwana, een ander woord voor uitdoving.

De viervoudige bodhisattvagelofte

Er zijn veel variaties op de tekst en samenstelling van de bodhisattvagelofte. De viervoudige heet in het Japans shiguseigan:

1. Hoe talrijk de wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te bevrijden.

2. Hoe monsterlijk de begeerten ook zijn, ik beloof ze allemaal te weerstaan.

3. Hoe geleerd de dharma's ook zijn, ik beloof ze allemaal te verwerven.

4. Hoe volmaakt de boeddha's ook zijn, ik beloof ze allemaal te evenaren.

Het woord bodhisattvagelofte kan naar elke deelgelofte afzonderlijk verwijzen en naar alle vier tegelijk.

De vier verheven gemoedstoestanden

Om zijn bodhisattvagelofte na te kunnen komen, probeert de bodhisattva vier gemoedstoestanden in zichzelf op te wekken:

1. Metta: liefdevolle vriendelijkheid.

2. Karuna: mededogen.

3. Mudita: medevreugde.

4. Upeksha: gelijkmoedigheid.

Ze worden de vier verheven gemoedstoestanden genoemd, de brahmavihara's.

Hinayana en mahayana

Alle bodhisattva's streven naar verlichting voor zichzelf.

Sommige bodhisattva's leggen de bodhisattvagelofte af en streven naar verlichting voor alle mensen en dieren.

De boeddhistische stroming die uit is op verlichting voor alle mensen en dieren, noemt zichzelf mahayana. Maha betekent groot, yana voertuig. Mahayana: groot voertuig.

De boeddhistische stroming die uit is op individuele bevrijding en verder niets, wordt door mahayanaboeddhisten hinayana genoemd. Hina betekent klein, yana voertuig. Hinayana: klein voertuig.

Voor mahayanaboeddhisten is hinayana een verouderd eenmansboeddhisme. Voor hinyanaboeddhisten is mahayana een verwaterd allemansboeddhisme.

Welke van deze twee visies getuigt volgens jou het meest van onthechting van de boeddhistische leer? Welke getuigt het meest van inzicht in de werking van de menselijke geest?

60. Waarom boeddhisme groter is dan niet-weten

Over een vracht zonder ezel en een ezel zonder vracht.

'Waarvoor staat de boeddhistische term hinayana?'

'Het kleine voertuig.'

'Wat is er klein aan?'

'Dat het daarin om je eigen verlossing draait.'

'Waarvoor staat de term mahayana?'

'Het grote voertuig.'

'Wat is er groot aan?'

'Dat het daarin om de verlossing van alle andere wezens draait.'

'En niet-weten?'

'Dat draait nergens om of omheen.'

'Niet-weten gaat recht op zijn doel af, wou je zeggen.'

'Het laat zich voor niemands karretje spannen, zou ik zeggen.'

'Waarom niet?'

'Omdat het geen voertuig is.'

'Aha.'

'Het probeert ook niemand voor zijn karretje te spannen.'

'Waarom niet?'

'Omdat het nergens heen hoeft.'

'Wat is groter, boeddhisme of niet-weten?'

'Boeddhisme natuurlijk.'

'Waarom?'

'Op niet-weten staat geen maat.'

61. Haiku op haiku: tussen kuiken en krokus

Lettergrepen naar niet-weten.

Nog weer eens vergeefs
opent hij zijn snaveltje,
eenzaam vogeljong.

(Issa)

Nog weer eens vergeefs
opent hij zijn tere kelk,
eenzaam krokusje.

(Hans)

Mussenjong in nest
spert zijn keeltje open, ah,
zonlicht in zijn buik.

(Hans)

Krokus in het gras.
Moedermus vliegt af en aan.
Kelkje vol met brood.

(Hans)

Krokusbloem met broodkruimels.
^ Kelkje vol met brood.

62. Bodhisattvageloften voor iedereen: shiguseigan

Vijf treden naar het hoogste lied.

Shiguseigan 1

1. Hoe talrijk de wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te bevrijden.

2. Hoe monsterlijk de driften ook zijn, ik beloof ze allemaal te weerstaan.

3. Hoe geleerd de dharma's ook zijn, ik beloof ze allemaal te verwerven.

4. Hoe volmaakt de boeddha's ook zijn, ik beloof ze allemaal te evenaren.

Shiguseigan 2

1. Hoe talrijk de wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal van mij te bevrijden.

2. Hoe monsterlijk de driften ook zijn, ik beloof ze allemaal te onderkennen.

3. Hoe geleerd de dharma's ook zijn, ik beloof ze allemaal te weerstaan.

4. Hoe volmaakt de boeddha's ook zijn, ik beloof ze allemaal te doden.

Shiguseigan 3

1. Hoe talrijk de wezens ook zijn, ik beloof niets.

2. Hoe monsterlijk de driften ook zijn, ik beloof niets.

3. Hoe geleerd de dharma's ook zijn, ik beloof niets.

4. Hoe volmaakt de boeddha's ook zijn, ik beloof niets.

Shiguseigan 4

1. Ik beloof niets.

2. Ik beloof niet dat ik niets beloof.

3. Ik beloof niet dat ik niet beloof dat ik niets beloof.

4. Ik beloof niet dat ik niet beloof dat ik niet beloof dat ik niets beloof.

Shiguseigan 5 en hoger

Tralala.

63. De bodhisattvagelofte voor leken en lijken

En voor iedereen daartussen.

Bodhisattvagelofte voor leken

Hoe talrijk de wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te bevrijden.

Bodhisattvagelofte voor mingevorderden

Hoe talrijk de wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te bevrijden van de gedachte dat ze bevrijd moeten worden.

Bodhisattvagelofte voor vergevorderden

Hoe talrijk de wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te bevrijden van de gedachte dat ze bevrijd moeten worden van de gedachte dat ze bevrijd moeten worden.

Bodhisattvagelofte voor boeddha's

Hoe talrijk de wezens ook zijn, ik beloof niets.

Bodhisattvagelofte voor lijken

Van mij zullen jullie geen last meer hebben.

64. Verloskunde voor meesters en leerlingen

Vier zware bevallingen.

1

Meester: Ik heb al tien leerlingen verlost.

Leerling: Ik heb al tien meesters versleten.

2

Meester: Ik heb al tien leerlingen verlost.

Leerling: Ik heb me al door tien meesters laten verlossen.

3

Meester op zijn sterfbed: Jij bent de enige die ik heb kunnen verlossen.

Leerling: Nee hoor, ik deed al die tijd alsof.

Meester: Ik ook, jongen, ik ook.

4

Ex-meester: Eindelijk ben ik van mijn leerlingen verlost.

Ex-leerling: Eindelijk ben ik van mijn meesters verlost.

65. Help, ik wil de wereld redden

Hoe je jezelf van het bevrijden bevrijd.

Beste Hans,

Ik schrijf je omdat ik in een crisis verkeer. Ik weet niet of ik het een spirituele of een existentiële crisis moet noemen. In het kort komt het erop neer dat ik me tekort voel schieten jegens de mensheid. De bodhisattvagelofte die ik heb afgelegd is te groot voor mij. Ik wil de wereld redden en ik kan het niet.

Er was en er is in mij een diep verlangen om alle mensen te verlossen uit hun lijden, maar als ik terugblik op mijn leven moet ik vaststellen dat ik niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat ben geweest. Nu ik de pensioengerechtigde leeftijd nader, zijn mijn kansen om verschil te maken bijna verkeken.

Ik heb een lange zoektocht achter de rug waarmee ik je niet wil vermoeien. Op een dag moest ik tot mijn ontsteltenis vaststellen dat er geen ik is. Mijn persoon – echtgenoot, huisarts, psychiater, onderzoeker – is een illusie.

Er is geen subject, er is geen object en er is geen relatie daartussen. Er is alleen maar zien. Alleen maar waarnemen. Alleen maar denken. In dat denken voltrekken zich schijnbare gebeurtenissen rondom een schijnbare hoofdrolspeler die vanuit de eerste persoon enkelvoud de schijnbare wereld inkijkt.

Dit is de laatste en de enige waarheid en dit, in een notendop, is het resultaat van mijn zoektocht.

Ik mediteer zoveel mogelijk en soms ervaar ik dan goddelijke eenheid. Maar dat gevoel houdt nooit stand. Mijn hooggespannen verwachtingen over mijn taak in dit leven zijn niet uitgekomen en dat vreet aan me.

Ik heb plechtig beloofd alle wezens te redden, ik beloof het iedere dag opnieuw, maar ik kan het niet. Deze gedachte verscheurt me en zo kom ik keer op keer in de afgescheidenheid terecht van waaruit ik überhaupt niets meer voor anderen kan betekenen.

Steeds neem ik me voor het Werk van Byron Katie te doen als ik uit de eenheid glip, maar het blijft bij een voornemen. En zo ben ik de wereld die ik uit zijn lijden wilde verlossen zelf tot last geworden.

Ik schrijf jou, Hans, omdat je mij een lieve, vrije, eerlijke man lijkt die zijn woorden niet inslikt. Je hoeft mijn problemen niet voor me op te lossen. Het volstaat dat ik ze met je heb kunnen delen. Hartelijk dank daarvoor.

Beste Erben,

Omdat ik je niet ken, kan ik niet beoordelen of jouw crisis echt een spirituele of existentiële is, zoals je zelf lijkt te denken. Er zou ook een lichamelijke of psychische oorzaak aan ten grondslag kunnen liggen. Darmkanker, een late midlifecrisis, een depressie. Je bent zelf huisarts en psychiater, maar er zijn genoeg voorbeelden van dokters die juist hun eigen problemen niet onderkenden.

Laten we er even van uitgaan dat het verhaal dat je over jezelf vertelt waar is. Dan heb je tijdens je zoektocht ontdekt dat je niemand bent. Dat er alleen maar zien is. Alleen maar waarnemen. Alleen maar denken. Dat het denken je een wereld voortovert die niet werkelijk bestaat. Dat het denken onbetrouwbaar is en moet worden doorzien.

Geloof je dat werkelijk? Dan is het niet waar. Dan vertrouw je je denken nog steeds. Alleen niet meer dezelfde gedachten als vroeger. Dan dénk je alleen maar dat je je denken doorziet. Dan heb je de filosofie van het materialisme verruild voor de filosofie van het idealisme. De filosofie van het dualisme voor de filosofie van het monisme. De filosofie van het ik voor de filosofie van niet-ik. Het ene gedachtegoedje voor het andere.

En ondanks je goddelijke eenheidservaringen denk je nog steeds in termen van een wereld en een ik. Een wereld waar het niet goed mee gaat. Een wereld die gered moet worden en gered kan worden door ene Erben. Die denkt dat hij niet echt bestaat maar ondertussen nog steeds in de vrije wil gelooft. In de maakbaarheid van het bestaan. In het afleggen van de bodhisattvagelofte. En die eronder lijdt als hij niet in staat blijkt zijn gelofte gestand te doen en andermans lijden weg te nemen.

Inderdaad zou je telkens wanneer je uit de eenheid glipt (of erin) het Werk van Byron Katie kunnen doen.

Bijvoorbeeld zo:

Alles is één.

Is dat waar? Kan ik dat wel weten? Wat gebeurt er als ik dat geloof? Wie zou ik zijn zonder die gedachte? Keer het om.

Ik moet voortdurend in eenheid zijn.

Is dat waar? Kan ik dat wel weten? Wat gebeurt er als ik dat geloof? Wie zou ik zijn zonder die gedachte? Keer het om.

Ik moet de wereld verlossen.

Is dat waar? Kan ik dat wel weten? Wat gebeurt er als ik dat geloof? Wie zou ik zijn zonder die gedachte? Keer het om.

Ik moet mijn bestaan rechtvaardigen.

Is dat waar? Kan ik dat wel weten? Wat gebeurt er als ik dat geloof? Wie zou ik zijn zonder die gedachte? Keer het om.

En voor de zekerheid ook meteen maar:

Mijn bestaan behoeft geen rechtvaardiging.

Is dat waar? Kan ik dat wel weten? Wat gebeurt er als ik dat geloof? Wie zou ik zijn zonder die gedachte? Keer het om.

Mocht het Werk zélf als een loden last op je schouders drukken, overweeg dan eens:

Het Werk kan me van mijn gedachten bevrijden.

Is dat waar? Kan ik dat wel weten? Wat gebeurt er als ik dat geloof? Wie zou ik zijn zonder die gedachte? Keer het om.

En:

Ik kan zelf bepalen of ik het Werk doe of niet.

Is dat waar? Kan ik dat wel weten? Wat gebeurt er als ik dat geloof? Wie zou ik zijn zonder die gedachte? Keer het om.

Al met al klopt er geen hout van je verhaal, Erben, en ik zou niet weten hoe je het kloppend moet krijgen. Ik heb geen bemoedigende gedachten voor je, en ook geen ontmoedigende. Niet-weten is geen gedachte, niet-weten is het vuur waarin alle gedachten verbranden.

De gedachte dat er een ik is, bijvoorbeeld. Maar ook de gedachte dat er geen ik is.

De gedachte dat er een stoffelijke werkelijkheid is, bijvoorbeeld. Maar ook de gedachte dat er alleen maar denken is.

De gedachte dat we in een wereld vol tegenstellingen leven, bijvoorbeeld. Maar ook de gedachte dat alles één is.

De gedachte dat de wereld gered moet worden, bijvoorbeeld. Maar ook de gedachte dat de wereld reddeloos of zelfreddend is.

De gedachte dat je iets kan weten, bijvoorbeeld. Maar ook de gedachte dat je niets kan weten. En ook de gedachte dat niet-weten geen gedachte is maar het vuur waarin alle gedachten verbranden: de brand erin.

Zeg eens eerlijk, ben je nu teleurgesteld?

Beste Hans,

Opnieuw heb je je woorden niet ingeslikt. Teleurgesteld ben ik geenszins, integendeel, jouw brief heeft me weer lucht gegeven. Nogmaals hartelijk dank,

Erben

66. Malamolen voor bodhisattva's

Door Sint Pieker.

laat de waan niet aan de mensen

laat de maan niet aan de schijn

laat ze denken zonder denken

laat ze worden wat ze zijn

dus

laat de waan maar aan de mensen

laat de maan maar aan de schijn

laat ze denken wat ze denken

laat ze wezen wat ze zijn

dus

Verder vanaf het begin

67. Verlos ons van de verlossers, amen

De weg naar samsara is geplaveid met goede bedoelingen.

'Heb jij de bodhisattvagelofte al afgelegd, Hans?'

'Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen.'

'Hoe talrijk de wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te redden.'

'En ze hebben het al zo moeilijk.'

Mannetje dat een bloem uit de regen houdt met zijn paraplu.
^ En ze hebben het al zo moeilijk.

68. Waarvan moeten we eigenlijk bevrijd worden?

En door wie?

Leerling: Hoe talrijk de wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te bevrijden.

Meester: Waar begin je aan.

Leerling: Ja, daar zijn we wel even zoet mee.

Meester: Waarvan moeten we eigenlijk bevrijd worden?

Leerling: Van het lijden natuurlijk, wie is hier nou de leraar.

Meester: Moeten we ook bevrijd worden van de bodhisattva's?

Leerling: Wat zegt u me daar?

Meester: Als we lijden onder onze bevrijders.

Leerling: Dan wel natuurlijk.

Meester: Moeten we ook bevrijd worden van de bodhisattvagelofte?

Leerling: Waarom in Boeddha's naam?

Meester: Als we gebukt gaan onder ons voornemen.

Leerling: Op die manier.

Meester: Moeten we ook bevrijd worden van de gedachte dat we bevrijd moeten worden van de bodhisattvagelofte?

Leerling: Als we er last van hebben wel.

Meester: Moeten we ook bevrijd worden van het boeddhisme?

Leerling: Na het oversteken het vlot achter je laten, bedoelt u.

Meester: Moeten we ook bevrijd worden van de stichter?

Leerling: God ja, dood de Boeddha...

Meester: Zou je daar niet liever mee beginnen?

Leerling: Hoezo?

Meester: Wat je niet aanleert hoef je niet af te leren.

Leerling: Waar ben ik aan begonnen.

69. Bodhisattvageloften voor groot en klein

Tussen mahayana en hinayana.

De bodhisattvagelofte voor mahayanaboeddhisten

Hoe talrijk de hinayanaboeddhisten ook zijn, ik beloof ze allemaal de bodhisattvagelofte te laten afleggen.

De bodhisattvagelofte voor hinayanaboeddhisten

Hoe talrijk de mahayanaboeddhisten ook zijn, ik beloof ze allemaal van de bodhisattvagelofte te bevrijden.

70. Bodhisattvageloften voor Indiërs

Tussen hindoeïsme en boeddhisme.

De bodhisattvagelofte voor yogi's

Hoe talrijk de boeddhisten ook zijn, ik beloof ze allemaal naar het zelf te leiden.

De bodhisattvagelofte voor boeddhisten

Hoe talrijk de yogi's ook zijn, ik beloof ze allemaal van het zelf te bevrijden.

71. Hoe ik vorm en leegte geef aan mijn compassie

Acht bodhisattvageloften van een leek.

Jelle: Hoe geef jij, los van NietWeten.nl en de Agnosereeks, vorm aan jouw compassie?

Hans: Hoe talrijk de bodhisattva's ook zijn, ik beloof ze allemaal te verlossen van hun mededogen.

Jelle: Geloof jij niet in mededogen?

Hans: Hoe talrijk de bodhisattva's ook zijn, ik beloof ze allemaal te verlossen van hun bodhisattvagelofte.

Jelle: Geloof je niet in de bodhisattvagelofte?

Hans: Hoe talrijk de boeddhisten ook zijn, ik beloof ze allemaal te verlossen van hun geloften.

Jelle: Ik geloof niet in cynisme.

Hans: Hoe talrijk de cynici ook zijn, ik beloof ze allemaal te verlossen van hun cynisme.

Jelle: Dat klinkt al boeddhistischer.

Hans: Hoe talrijk de boeddhisten ook zijn, ik beloof ze allemaal te verlossen van hun boeddhisme.

Jelle: Ik geloof niet in nihilisme.

Hans: Hoe talrijk de nihilisten ook zijn, ik beloof ze allemaal te verlossen van hun nihilisme.

Jelle: 'Dood de Boeddha', is dat waar je op doelt?

Hans: Hoe talrijk de boeddhadoders ook zijn, ik beloof ze allemaal te verlossen van hun iconoclasme.

Jelle: Iedereen overal van verlossen, daar zet jij op in.

Hans: Hoe talrijk de verlossers ook zijn, ik beloof ze allemaal te verlossen van hun verlosserscomplex.

72. Dalai lama, superbodhi!

Bodhisattva's zien ze vliegen.

Meester Zero zegt:

Wat is boeddhisme?

Hondenogen vol mededogen?

Nooit meer lijden voor ingewijden?

Natte dromen van hoge omen.

Je ziet ze vliegen, kijk maar eens goed.

Dalai lama die als Superman door de lucht vliegt.
^ Dalai lama, superbodhi.

73. De bodhisattvagelofte voor dummy's

Hoe ik me eraan hou en er toch vrij van blijf.

'Waarom wil jij mensen bevrijden van hun bodhisattvagelofte, Hans?'

'Vanwege mijn bodhisattvagelofte.'

'Maar jij hebt toch geen bodhisattvagelofte afgelegd?'

'Niet dat ik weet.'

'Waarom eigenlijk niet?'

'Vanwege mijn bodhisattvagelofte.'

'En daarom wil jij mensen bevrijden van hun bodhisattvagelofte?'

'Niet dat ik weet.'

74. De bodhisattvagelofte voor aannemers

Twintig onuitgesproken veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de bodhisattvagelofte.

Lize: Ken jij de bodhisattvagelofte?

Hans: Ik kan het woord niet eens uitspreken.

Lize: Hoe talrijk de voelende wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te bevrijden. Hoe onpeilbaar de oorzaak van het lijden ook is, ik beloof hem helemaal te verwijderen.

Hans: Dat veronderstelt nogal wat.

Lize: Wat dan?

Hans: Dat er voelende wezens zijn.

Dat je de voelende wezens kan onderscheiden van de gevoelloze en van levenloze materie.

Dat alle voelende wezens lijden.

Dat ze allemaal van hun lijden bevrijd willen worden.

Dat ze allemaal van hun lijden bevrijd kunnen worden.

Dat ze tot het zover is onvrij zijn.

Dat jij degene bent die ze allemaal moet bevrijden.

Dat jij degene bent die ze allemaal kan bevrijden.

Dat je voor ieder voelend wezen kan vaststellen waar het onder lijdt.

Dat elk lijden duidelijk onderscheiden is van vreugde en andere emoties.

Dat het lijden duidelijk onderscheiden is van alle andere verschijnselen.

Dat elk lijden ongewenst is.

Dat elk lijden aanwijsbare oorzaken heeft, hoe onpeilbaar ze ook lijken.

Dat alle oorzaken voorgoed weggenomen kunnen worden.

Dat het bevrijden en het vrij zijn van een wezen bij dat wezen zelf geen nieuw lijden veroorzaakt.

Dat het bevrijden van het ene wezen niet ten koste gaat van het andere.

Dat het vrij zijn van het ene wezen niet ten koste gaat van het andere.

Dat het bevrijden van andere wezens niet ten koste gaat van jezelf.

Dat de vrijheid van andere wezens niet ten koste gaat van je eigen vrijheid.

Dat er een jij is met een vrije wil die beloften kan doen en zich eraan kan houden.

Dat er...

Lize: Oké oké.

Hans: Begrijp je wat ik bedoel?

Lize: Stil eens.

Hans: Precies.

Lize: Wacht nou.

Hans: Waarop?

Lize: Ik probeer een bodhisattvagelofte zonder aannames te bedenken.

Hans: En?

Lize: En toen werd het stil in mij.

Hans: Wat wil je nog meer.

Lize: Heb jij een alternatief?

Hans: Voor de stilte?

Lize: Voor de bodhisattvagelofte.

Hans: Jazeker.

Lize: Toe dan.

Hans: Hoe talrijk mijn aannames ook zijn, ik beloof er niet in mee te gaan.

Lize: Interessant.

Hans: Maar ja...

Lize: Nee hè...

Hans: Wat dat weer niet veronderstelt.

75. De bodhisattvagelofte voor boeddha's

Zelfkennis op het hoogste niveau.

Fluistert de ene boeddha: Ik zeg niks.

Fluistert de andere: Zeg dat niet.

Fluistert de ene: Hoe talrijk de wezens ook zijn.

Fluistert de andere: Zeg dat wel.

76. Haiku op haiku: tussen werkelijkheid en waan

Lettergrepen naar niet-weten.

Wat ook geleerden
over haar vertellen, 't blijft
onze mooie maan.

(anoniem)

Wat ook de wijzen
ons allemaal vertellen,
't blijft een raar bestaan.

(Hans)

77. Haiku op haiku: tussen mens en vogelverschrikker

Lettergrepen naar niet-weten.

Wanneer de maan schijnt
och, lijken zij op mensen,
vogelverschrikkers.

(Shiki)

Ja, zelfs bij daglicht
lijken de mensen op ons
vogelverschrikkers.

(Hans)

In volle glorie
ben ik de allergrootste
mensenverschrikker.

(Maan)

Maan met strohoed.
^ Mensenverschrikker.

78. Bodhisattva zonder mededogen; reconstructie van een deconstructie

Waarom mededogen geen naam mag hebben.

Beste Hans,

Jij hebt het regelmatig over niet-weten als een radicale deconstructie van alle woorden en beweringen. Hoe zit dat met compassie? Is niet-weten volgens jou een vorm van mededogen of juist een radicale deconstructie ervan?

Beste Dick,

Sinds ik uit het weten ben gevallen kan ik niet meer heilig in woorden geloven. Woorden zijn geen heiligen meer voor mij. Alle heilige woorden zijn gevallen. Alle heiligen zijn gevallen woorden. Heilig is alleen nog maar een woord.

Vroeger dacht ik dat woorden namen waren. Etiketten van bestaande zaken. Ziehier de leerling, daar de meester. Deze mens is een boer, die daar een hoer. Wij zijn normaal, zij zijn gek. Benoemen was weten.

Maar woorden zijn geen labels, woorden zijn karikaturen. Ze benoemen niet, ze benemen. Ze beschrijven niet, ze schrijven voor. Ze bekrachtigen niet, ze verkrachten. Je kan er niet mee toveren, ze betoveren jou. Deze woorden ook. De woorden compassie en mededogen ook.

Dick: Mededogen is een van de brahmavihara's, de verheven toestanden van de geest. De andere drie zijn liefdevolle vriendelijkheid, medevreugde en gelijkmoedigheid.

Hans: Meer karikaturen. Niemand is alleen maar vriendelijk of alleen maar liefdevol. Niemand is alleen maar onvriendelijk of alleen maar hatelijk.

Dick: Hoe zijn mensen dan wel?

Hans: Kijk naar jezelf. Kijk naar mij. Kijk naar dieren. Kijk naar wie of wat dan ook. Bij gebrek aan wezenlijkheid zijn wezens nu eens zus, dan weer zo. Nu eens zus én zo, dan weer zus noch zo. Je kan er geen peil op trekken, en ook daar kan je geen peil op trekken.

Dick: Jij ziet niets in de brahmavihara's.

Hans: Hoe zouden statische en eenzijdige begrippen als vriendelijkheid, mededogen, medevreugde en gelijkmoedigheid, of hun zogenaamde tegendelen, onvriendelijkheid, meedogenloosheid, na-ijver en rusteloosheid, ooit de dynamiek van een levend wezen in een levende omgeving in kaart kunnen brengen? Zolang je denkt dat de wereld zich aan jouw woorden houdt zal je voor verrassingen komen te staan.

Dick: En anders?

Hans: Anders ook, maar dan is dat geen verrassing meer.

Dick: Want woorden zijn karikaturen.

Hans: Dat is een karikatuur van woorden. Als je denkt dat de wereld zich eraan houdt zal je voor verrassingen komen te staan.

Dick: Wat is mededogen voor jou?

Hans: Geen verheven toestand van de geest.

Dick: Wat dan?

Hans: Niet verheffen? Niet vereenvoudigen? Niet vastleggen? Niet opleggen? Geen toestanden of zaken zien waar gebeurtenissen of processen zijn? De veranderlijkheid van het leven onder ogen zien, de onnavolgbare complexiteit ervan?

Dick: Voor mij is mededogen iets wat je belooft en beoefent.

Hans: Voor mij is mededogen iets wat je overkomt als je het niet meer weet.

Dick: Dan komt het vanzelf?

Hans: Ongezocht en ongedwongen.

Dick: Je weet het niet meer, dus je oordeelt niet meer?

Hans: Dat had je gedroomd. Ik oordeel nog steeds. Maar ik wantrouw mijn woorden als nooit tevoren, ik kan ze bijna niet meer horen. Dus blijf ik doorgaans zacht. Zacht door overmacht.

Ook dit zijn weer woorden, trap er niet. Ze beperken je denkruimte, die de voorwaarde van mededogen is. Ook dit is zo'n zin, trap er niet in.

Dick: Goedendag.

Hans: Een goedendag is een stok met een stalen punt om mee te slaan en te steken, wel of niet uit mededogen. Het begin of het einde van een goede dag.

Dick: Misschien heb ik door de formulering van mijn vraag meer voorkennis gesuggereerd dan ik in huis heb.

Hans: Hoe minder voorkennis hoe beter. Mededogen ontstaat spontaan als al je zogenaamde voorkennis is doorzien, deze ook. Alleen mag het dan geen naam meer hebben.

Dick: Mededogen niet?

Hans: Hoe zeg je?

Dick: Wat betekent dat voor de praktijk van alledag?

Hans: Dat er bij gebrek aan theorie geen praktijk van alledag meer is.

79. Woorden zijn wapens, goedendag

De groeten uit de middeleeuwen.

Tussen goedendag en de goedendag

Goedendag zeg je als je iemand wil groeten. Je zegt het ook als je je verbazing of afkeuring wil uitspreken. Spreekt iemand anders op die manier zijn verbazing of afkeuring over jou uit, dan maak je dat ongedaan door op dezelfde manier goedendag terug te zeggen.

Goedendag is ook de naam van een wapen uit de middeleeuwen, bestaande uit een lange stok met een scherpe stalen punt aan het uiteinde. Wie vaardig de goedendag wist te hanteren had een goede dag.

Degene tegenover hem had dan een slechte dag, dus de steekstok had net zo goed een slechtedag kunnen heten, of net zo slecht, maar naamgevers hebben het zelden voor het zeggen.

Een echt slechte dag of echtslechtedag had Federico de Montefeltro, heerser over de stadstaat Urbino, toen hij in 1450 tijdens een steekspel door een lans werd geraakt en zijn rechteroog verloor.

Een lans is een hele lange goedendag, een goedendag een hele korte lans, het is maar net hoe je het bekijkt. Hoe speels is een spel waarbij je een kijker kan kwijtraken? Met het oog op zijn dieptewaarneming had Federico beter Russisch roulette kunnen spelen maar dat bestond toen nog niet.

Tussen de goedendag en de morgenster

De goedendag wordt vaak verward met de morgenster. Een morgenster is een knots met scherpe punten, een strijdvlegel zonder ketting. Of een strijdvlegel is een knots met ketting, het is maar net hoe je het bekijkt.

Had iemand met een morgenster een goedendag tegenover zich dan had hij een slechte dag. Net als iemand zonder goedendag die een morgenster tegenover zich had.

Op zo'n moment je verbazing of afkeuring uiten door goedendag te zeggen werkt averechts. Averechts betekent niet links maar verkeerd, dus dat kan niet goed gaan.

Tussen de gele morgenster en de oosterse morgenster

Toch loopt een confrontatie met de morgenster niet altijd fataal af. Zeker niet die met de gelijknamige vaste plant uit de composietenfamilie, de Asteraceae.

Van de plantaardige morgenster bestaan twee ondersoorten, de oosterse morgenster, die overal in Nederland sporadisch voorkomt, ook in het westen, en de gele morgenster, die overal in Nederland voorkomt en niet geler is dan de oosterse, hoe je het ook bekijkt.

Tussen de morgenster en de avondster

Eerder wit dan geel is het licht van de morgenster met de morgennaam Venus, vanaf de aarde gezien een binnenplaneet van ons zonnestelsel, vanaf Mercurius gezien een buitenplaneet en vanaf Venus gezien een tussenplaneet, het is maar net hoe je het bekijkt. Je ziet haar dikwijls in de morgenschemering boven de horizon hangen.

Je ziet haar even vaak in de avondschemering boven de horizon hangen. Vandaar dat Venus ook naar de avondnaam avondster luistert.

Behalve dat Venus nooit luistert, niet naar haar morgennaam, niet naar haar avondnaam. Zo zijn planeten. Ze trekken zich van niemand iets aan. Ze trekken alleen maar baantjes.

Tussen Lucifer en Hesperus

Ooit dachten geleerden dat de morgenster een andere ster was dan de avondster. De eerste noemden ze Lucifer, de laatste Hesperus.

Hesperus is de zoon van de godin van de dageraad, Eos (Grieks), alias Aurora (Romeins), en de halfbroer van haar andere zoon, Phosphorus, alias Eosphorus.

Twee verschillende sterren die geen sterren zijn en niet verschillen, een uitgebreide familie halfgoden met dubbelnamen, er is werkelijk geen touw aan vast te knopen. Geen wonder dat de planeet Venus niet wil luisteren.

Tussen Venus en God

Wie ook niet wil luisteren is de Romeinse godin van de liefde, Venus. 's Morgens niet en 's avonds niet, hoe vaak je haar ook aanroept. Gelukkig maar, liefde is meedogenloos, God weet wat je over jezelf afroept.

Over God zou ik een boek kunnen schrijven, maar dat is al te vaak gedaan en heeft niets opgelost of teveel. Alleen die honderd namen al, je blijft roepen.

Ik wil maar zeggen, een mens heeft reden genoeg om woorden te wantrouwen, deze woorden ook. Je weet nooit waar ze allemaal voor staan, als ze al ergens voor staan.

Godin Venus met een goedendag als attribuut.
^ Venus, godin van de liefde, met twee morgensterren.

80. Haiku op haiku: tussen willen en moeten

Lettergrepen naar niet-weten.

Heel de dag is niet
genoeg voor de leeuwerik
die zingen wil, zingen.

(Basho)

Heel de dag is veel
te veel voor de leeuwerik
die zingen moet, zingen.

(Hans)

81. Zen is geen baan maar jezelf ontslaan

Elf paradoxen om in te blijven.

Meester Zero zegt:

Was zen een boek dan las je dat door het dicht te doen. Maar ja...

Was zen een leer dan leerde je die door af te leren. Maar ja...

Was zen kennis dan onthield je die door te vergeten. Maar ja...

Was zen een diploma dan haalde je dat door te zakken. Maar ja...

Was zen een geheim dan bewaarde je dat door het te openbaren. Maar ja...

Was zen een geloof dan beleed je dat door het af te vallen. Maar ja...

Was zen een kunst dan bedreef je die door je gang te gaan. Maar ja...

Was zen een prijs dan kreeg je die door hem te weigeren. Maar ja...

Was zen een doel dan bereikte je dat door het op te geven. Maar ja...

Was zen een plek dan kwam je er door weg te gaan. Maar ja...

Was zen een weg dan ging je die door af te slaan. Maar ja...

82. Hoe zen mij geruststelt

Zen is geen stelling.

Het stelt door niet te stellen.

Zo stelt het mij gerust.

83. Wat zen voor je doet, en hoe

Wat zen voor je doet?

Wat zen voor je doet, doet het.

Wat zen voor je doet, doet het door het te laten.

Wat zen voor je doet, doet het door het te laten, door je te laten.

Wat zen voor je doet, doet het door het te laten, door je te laten, tot je het zelf laat.

Wat zen voor je doet, doet het door het te laten, door je te laten, tot je het zelf laat, en jezelf.

Wat zen voor je doet, doet het door het te laten, door je te laten, tot je het zelf laat, en jezelf, en zen.

84. Matthieu Ricard en de ontbinding van het absolute

De filosoof die dacht dat hij een monnik was; begripsvorming van vrijheid en vrijheid van begripsvorming tussen de dood en de vorige geboorte.

Overlijden

Beste Hans,

In De monnik en de filosoof vertelt de Tibetaans boeddhistische Fransman Matthieu Ricard wat we volgens hem meemaken na het overlijden van ons lichaam:

"Achtereenvolgens zullen we een grote helderheid en gelukzaligheid ervaren en een toestand die vrij is van begripsvorming. Dat is het moment waarop we even in verbinding staan met het absolute. Een doorgewinterde beoefenaar is bij machte in deze absolute staat te blijven en het ontwaken te bereiken. Als dat niet lukt, gaat het bewustzijn naar de tussenstaat, die de periode tussen de dood en de volgende geboorte beslaat."

(Asoka, 1998, pagina 327)

Mooi hè? Ken jij de toestand die vrij is van begripsvorming?

Hans: Nee, vrij van begripsvorming ben ik eigenlijk nooit. Of het moest in de droomloze slaap zijn, maar hoe stel je zoiets vast?

Wel lossen mijn begrippen bijna net zo snel op als ze zich vormen. Nu deze weer. Een mirakel. En ik heb er niet eens voor hoeven sterven. Of zou ik ongemerkt overleden zijn? Of nooit geboren?

Een staat of toestand kan ik het niet noemen, daar is het veel te veranderlijk voor. Er is niets helder en niets troebel hier in deze duisternis, niets absoluut en niets relatief.

Eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe het hier is en hoe ik het moet omschrijven, en dat is hoe het hier is en hoe ik het moet omschrijven. Daarom spreek ik liever van niet-weten of agnose, al is dat eigenlijk geen haar beter.

Wat ik ook even recht wil zetten, mocht het scheef staan: ik ben geen doorgewinterde beoefenaar, behalve van ademen (steeds sneller), praten (steeds dommer), eten (steeds minder) en slapen (steeds lichter).

Het is dus niet dankzij mijn doorgewinterde beoefening dat ik erin slaag in niet-weten te verblijven. Niet-weten vraagt geen enkele beoefening of machtsuitoefening van mijn kant.

Niet-weten vraagt niets, ook geen overgave. Ik vraag het niets, ook geen bevestiging van zijn bestaan. Ik kan er niet uit want ik zit er niet in, ik kan er niet over uit en daar zit ik niet over in.

Begripsvorming

Frans: Ken jij iemand die vrij is van begripsvorming?

Hans: Niet persoonlijk. Ook niet onpersoonlijk. Gautama Boeddha, de nulde boeddhist niet. Jezus van Nazareth, de eerste zoon van God niet. Tenzin Gyatso, de veertiende dalai lama niet.

Ramana Maharshi, de zoveelste solipsist niet. Franciscus, de zoveelste paus niet. Maezumi Roshi, de zoveelste drinkebroer niet. Bhagwan Shree Rajneesh, de zoveelste narcist niet. Thich Nat Hahn, de zoveelste activist niet.

Zelfs idioten met een IQ tot 25 zijn niet vrij van begripsvorming. Schapen niet. Kwallen niet. Eencelligen niet. Alle vertonen onmiskenbaar tekenen van een rudimentair begrip van goed en slecht.

Bacteriën bijvoorbeeld hebben al een uitgesproken voorkeur voor licht of donker, zoet of zuur, heet of koud, nat of droog, diep of hoog, net waar ze gedijen. De oervorm van duiding, het prille begin van duidelijkheid, uitgedrukt in klare lichaamstaal. En wat zijn wij meer dan een klomp cellen?

Of het nou te danken is aan de evolutie of aan de schepper, je krijgt het duiden niet uit je systeem zonder jezelf van kant te maken.

De eerste boeddhist die vrij is van begripsvorming moet nog geboren worden. Sterker nog, als je echt wil verdwalen in een ongecontroleerde wildgroei van begrippen moet je bij het boeddhisme wezen.

De eerste mysticus die vrij is van begripsvorming moet nog geboren worden. Sterker nog, als je echt wil verdwalen in een ongecontroleerde wildgroei van begrippen moet je bij de mystici wezen.

De eerste yogi die vrij is van begripsvorming moet nog geboren worden. Sterker nog, als je echt wil verdwalen in een ongecontroleerde wildgroei van begrippen moet je bij het hindoeïsme wezen.

De eerste non-dualist die vrij is van begripsvorming moet nog geboren worden. Sterker nog, als je echt wil verdwalen in een ongecontroleerde wildgroei van begrippen moet je bij advaita wezen.

Zie je het patroon? Pas dan maar op. Patronen zien is het begin van begripsvorming. Begripsvorming is het begin van verklaren. Daar is geen eind aan. Iedere verklaring behoeft klaring.

Zo raak je steeds verder van huis en voor je het weet zit je eindeloos te speculeren over het eindeloze, de almachtige god, het ware zelf, de oorspronkelijke geest, het universele bewustzijn, het eeuwige heden, de boeddhanatuur, het absolute of een andere theorie van alles. De monnik is de filosoof.

Ziezo, weer een verklaring afgelegd. Afleggen is mijn metier, doe er je voordeel mee. Overeenkomstig de diepste inzichten van broeder Ricard en zijn Tibetaanse leermeesters wens ik jou en iedereen die verbinding zoekt met het absolute een spoedige dood.

Ontbinding

Frans: Grapjurk.

Hans: Staat me beter dan een lijkwade, al zeg ik het zelf.

Frans: Hoe zit het met de gelukzaligheid waarmee de toestand die vrij is van begripsvorming gepaard zou gaan?

Hans: Nogmaals, ik ben niet vrij van begripsvorming en niet-weten is voor mij geen toestand, dus ook geen gemoedstoestand. Ik heb al heel wat gemoedstoestanden langs zien komen sinds ik door de grond ging. In welke gemoedstoestand ik ook verkeer, geen enkel menselijk gevoel is mij vreemd, van angst tot zotheid en alles ertussenin en eromheen. Gemoedstoestanden staan tot gevoelens als het klimaat tot het weer.

Frans: Welke gemoedstoestanden heb je zoal zien passeren?

Hans: Mijn weetnietfeest begon met een paar weken van stille euforie. Toen een paar maanden van stille verbijstering. Toen een half jaar van stil verdriet. Toen een paar jaar van stille gelatenheid. Toen een periode van stille uitgelatenheid. En nu is het gewoon stil.

Frans: Is dat alles?

Hans: Het is niets. Ik ben nooit uit geweest op een onveranderlijke staat van innerlijke vrede, liefdevolle vriendelijkheid, universeel mededogen, sereniteit, heerlijkheid of gelukzaligheid. Altijd mooi weer, wie wil dat nou. Eeuwig klaarkomen, doe me een lol.

Frans: Wat is jouw lol?

Hans: Ik wou weten wat waar was, of het me nou uitkwam of niet.

Frans: En?

Hans: Na een halve eeuw van zoeken, vinden, kwijtraken en weer verder zoeken vond ik mezelf terug op een begraafplaats.

Frans: Wat voor begraafplaats?

Hans: Voor dooie ideeën.

Frans: Wat voor ideeën?

Hans: Stellige ideeën.

Frans: Welke dan?

Hans: Welke dan ook. Alledaagse, psychologische, filosofische, politieke, spirituele, religieuze...

Frans: Dood en begraven.

Hans: Ze rusten in vrede, en anders ik wel.

Frans: En nu weet je het niet meer.

Hans: En nu hoef ik het niet meer te weten.

Frans: En nu sta je in verbinding met het absolute.

Hans: Je snapt het niet, hè?

Frans: Wat?

Hans: Agnose is radicale ontbinding van het relatieve én het absolute. Anders bereik je nooit de toestand die vrij is van begripsvorming waarin je grote helderheid ervaart.

85. Haiku op haiku: tussen pijnboom en boeddha

Lettergrepen naar niet-weten.

Die oude pijnboom,
hij is nog lang geen boeddha
maar heerlijk droomt hij.

(Issa)

Die oude pijnboom,
hij is allang een boeddha
en nog steeds droomt hij.

(Hans)

86. Wat is kinhin? Dromen van ontwaken

Slaapwandelende monnik.
^ Dromen van ontwaken.

87. Vormboeddhisme is geen leegteboeddhisme

Twee wolven in schaapskleren.

'Hét boeddhisme bestaat niet.' Dat is een postmodern cliché om aan te geven dat er een heleboel boeddhistische scholen zijn met verschillende theorieën en praktijken. Wat ook zo is, maar niet wat ik er hier mee bedoel.

Hét boeddhisme bestaat niet, want er zijn twee boeddhismes. Halfleren die onder dezelfde vlag varen maar niet te verenigen zijn. Ik noem ze hier maar even vormboeddhisme en leegteboeddhisme.

Wat is vormboeddhisme?

Het vormboeddhisme heeft drie uitgangspunten.

Ten eerste dat je een persoon bent, een ik, een vrij individu. Iemand die de regie heeft, keuzes kan maken, verantwoordelijk is voor zijn beslissingen en erop aangesproken kan worden.

Ten tweede dat die ik onderscheid weet te maken tussen juist en onjuist, goed en slecht, heilzaam en onheilzaam enzovoort; en dat dit onderscheid werkelijk bestaat en niet alleen in gedachte of achteraf.

Ten derde dat alle verschijnselen, hoe verschillend van vorm ook, een en dezelfde natuur hebben.

Vormboeddhisme is een dualistische en essentialistische deugdreligie. Net als het christendom, het jodendom en de islam, maar dan zonder god.*

* Al wordt de Boeddha door sommige boeddhisten voor transcendente god versleten en worden het ware zelf, de boeddhanatuur, universeel bewustzijn en de leegte weleens opgevat als namen van een immanente god.

Elementen van het vormboeddhisme zijn onder meer de vier edele waarheden, het achtvoudige pad, de karmaleer, de wedergeboorteleer, de lekengeloften en de kloostergeloften.

Zonder een zelf, zonder vrije wil, zonder onderscheidingsvermogen en zonder onderscheid zijn deze elementen betekenisloos. Lege vormen.

Wat is leegteboeddhisme?

Het leegteboeddhisme is een ontkenning van het vormboeddhisme en heeft drie tegenovergestelde uitgangspunten.

Ten eerste dat je geen persoon bent, geen ik, geen individu. Niets in jou heeft de regie, geen homunculus, ziel of zelf; niets in jou kan verantwoordelijk worden gesteld voor je doen en laten.

Ten tweede dat het onderscheid tussen juist en onjuist, goed en slecht, heilzaam en onheilzaam enzovoort een dualistische illusie is.

Ten derde dat verschijnselen geen substantie of essentie hebben; ook leegte is niet zo'n essentie.

Elementen van het leegteboeddhisme zijn onder meer de skandhaleer, de madhyamaka, pratitya samutpada, sunyata-sunyata, maya en non-dualiteit.

Vormboeddhisme is geen leegteboeddhisme

Vorm is leegte, zegt de Hartsoetra, en leegte is vorm.

Maar vormboeddhisme is geen leegteboeddhisme en leegteboeddhisme is geen vormboeddhisme. Juist niet.

Vormboeddhisme is activistisch, leegteboeddhisme fatalistisch.

Vormboeddhisme is een heilsleer, leegteboeddhisme een genadeleer.

Vormboeddhisme is dualistisch, leegteboeddhisme non-dualistisch.

Vormboeddhisme is eternalistisch, leegteboeddhisme nihilistisch.

Vormboeddhisme bevestigt zichzelf, leegteboeddhisme ontkent zichzelf.

Vormboeddhisme is toch leegteboeddhisme

Vormboeddhisme is een vorm van boeddhisme die zich verliest in vormen. Leegteboeddhisme is een vorm van boeddhisme die zich verliest in leegte.

Vormboeddhisme is geschikt voor boeddhisten die de leegte niet verdragen. Leegteboeddhisme is geschikt voor boeddhisten die de leegte van de leegte niet verdragen.

Vormboeddhisme en leegteboeddhisme verliezen zich beide in lege vormen.

Vormboeddhisme ≈ leegteboeddhisme.

(≈ betekent 'is ongeveer gelijk aan')

Een dubbele verlossing

Vormboeddhisme is een wolf in schaapskleren. Zijn wollen gewaden stellen je op je gemak en je mag je schaamteloos in vormen verliezen. Levens lang, tot je er eindelijk doorheen kijkt. Zodra de wolf zich ontmaskerd weet, vreet hij je op. Dan blijft er alleen leegteboeddhisme over.

Leegteboeddhisme is ook een wolf in schaapskleren. Zijn wollen gewaden stellen je op je gemak en je mag je oeverloos in de leegte verliezen. Levens lang, tot je er eindelijk doorheen kijkt. Inziet dat je al die tijd voor een holle pij zat te mediteren. Dan heb je niets meer over, of nooit gehad.

Geen activisme, geen fatalisme.

Geen heilsleer, geen genadeleer.

Geen dualisme, geen non-dualisme.

Geen zelfbevestiging, geen zelfontkenning.

Geen essentialisme, geen nihilisme.

Geen vormboeddhisme, geen leegteboeddhisme.

Dan ben je daar vast van verlost.

Hèhè.

Boeddha met wolvenkop.
^ Een wolf in schaapskleren.

88. Only sitting, is dat zen?

Eerste van zeven zenbarbarismen.

Meester: Wat is zen volgens jou?

Leerling: Only sitting!

Meester: Hm.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: In beweging blijven.

89. Only doing, is dat zen?

Tweede van zeven zenbarbarismen.

Meester: Wat is zen volgens jou?

Leerling: Only doing!

Meester: Hm.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: Maar wat doen.

90. Only giving, is dat zen?

Derde van zeven zenbarbarismen.

Meester: Wat is zen volgens jou?

Leerling: Only giving!

Meester: Hm.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: Te denken geven.

91. Only don't know, is dat zen?

Vierde van zeven zenbarbarismen.

Meester: Wat is zen volgens jou?

Leerling: Only don't know!

Meester: Hm.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: Geen idee.

92. Crazy wisdom, is dat zen?

Vijfde van zeven zenbarbarismen.

Meester: Wat is zen volgens jou?

Leerling: Crazy wisdom!

Meester: Hm.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: Gekkenwerk.

93. Only kidding, is dat zen?

Zesde van zeven zenbarbarismen.

Leerling: Wat is zen volgens u?

Meester: Only kidding.

Leerling: No kidding?

Meester: Just kidding.

94. Only talking, is dat zen?

Laatste van zeven zenbarbarismen.

'Helemaal mee eens wat jij over het denken zegt, Hans.'

'Ik neem alles terug.'

'Wij boeddhisten zeggen het zo: elke gedachte is leeg, zelfloos, voorbijgaand, ontstaan in afhankelijkheid.'

'Hallo.'

'Je verwelkomt een gedachte en neemt meteen weer afscheid.'

'Te beginnen met deze.'

'Say hello, say goodbye.'

'Toe dan.'

'Want elke gedachte is leeg, zelfloos, voorbijgaand, ontstaan in afhankelijkheid.'

'Ja, daag.'

95. Zen is hm

Het duurt alleen even voor je het door hebt.

Meester: Wat is zen?

Leerling: Jezelf zijn.

Meester: Hm.

Jaren later

Meester: Wat is zen?

Leerling: Het zelf zijn.

Meester: Hm.

Jaren later

Meester: Wat is zen?

Leerling: Zonder zelf zijn.

Meester: Hm.

Jaren later

Meester: Wat is zen?

Leerling: Zonder zelfloosheid zijn.

Meester: Hm.

Jaren later

Meester: Wat is zen?

Leerling: Vanzelf zijn.

Meester: Hm.

Jaren later

Meester: Wat is zen?

Leerling: Hm.

Meester: Hm.

96. Haiku op haiku: tussen zachtmoedig en onaangedaan

Lettergrepen naar niet-weten.

Zacht glanst een dauwdrop,
zachtmoedig koeren duiven,
Boeddha, behoed ons.

(Issa)

Zachtjes koert een duif
en onaangedaan glimlacht
de Boeddha ons uit.

(Hans)

Boeddha met duivenkop.
^ Zachtjes koert een duif.

97. Eenvoud is geen kunst – Maarten Houtman en de Tao van Zen

Waarom zen geen goed voornemen is.

Trucjes zijn niet vol te houden

Mirte: Jij spreekt voortdurend alles tegen, Hans. Meer heeft je zogenaamde niet-weten niet om het lijf. Op mij komt het over als een trucje.

Hans: Welnee joh, ik ben helemaal niet bezig met tegenspreken. Ik laat zien wat niet-weten is. Voor mijn eigen plezier en voor wie het lezen wil.

Spirituele trucjes bieden hooguit tijdelijk soelaas; vroeg of laat mislukken ze. Probeer je aandacht maar eens bij je ademhaling te houden. Je gezicht ontspannen te houden. In het hier en nu te blijven. Alles met volledige aandacht te doen.

Probeer maar eens voor iedereen open te staan. Alleen maar liefde te voelen. Onder alle omstandigheden kalm te blijven. Niets meer te verlangen.

Probeer maar eens ergens niet aan te denken. Probeer maar eens nergens aan te denken. Misschien dat het je eventjes lukt, maar uiteindelijk verlies je het. Of heb jij andere ervaringen?

Mirte: Nee, dat klopt wel zo'n beetje.

Hans: Daaraan zie je dat het trucjes zijn. Je forceert iets dat niet vanzelf komt. Je valt er steeds uit.

Niet-weten kwam vanzelf in mijn leven, ongevraagd en onvoorzien, en het blijft maar komen. Ik hoef nergens op te letten. Ik hoef mezelf niet in bochten te wringen om het denken af te troeven. Ik weet het gewoon niet meer.

Vroeger deed ik steeds alsof ik het allemaal wel doorhad. Net als iedereen beschikte ik over een grote trukendoos om mijn onwetendheid en mijn onzekerheid te verbergen. De wijsneus uithangen terwijl je van toeten noch blazen weet, de onverstoorbare pief spelen terwijl de zenuwen door je keel gieren – je weet vast wel wat ik bedoel.

Mirte: Oké, misschien is jouw niet-weten geen truc, maar het blijft een raar verhaal. Ik kan me er totaal niet in vinden.

Eenvoudig worden

Hans: In welk verhaal kan jij je vinden?

Mirte: Zen, dus. Bij ons verwijst niet-weten naar een onkenbaar en onnoembaar Principe voorbij de woorden. De Geest. Het Zelf. De Tao. De Boeddhanatuur. De Leegte. Het Niets.

Hans: O jee, een principe.

Mirte: Het Principe kan niet gekend worden. Zen is een simpel en deemoedig leven vanuit dit Ene.

Hans: O God, het ene.

Mirte: In een interview met Erna Heijligers zegt zenleraar Maarten Houtman:

Het is een kunst om echt eenvoudig te worden. Daar moet je je dagelijks in oefenen. Het begint al 's ochtends als je wakker wordt, dat je eigenlijk kans moet zien om niks te zijn. Helaas lukt mij dat niet altijd.

En even verderop:

Waar het om gaat is dat je een balans vindt tussen het Grote Mysterie en je dagelijks leven. Vaak is er die aandacht niet waarin dat Andere mee kan spelen. Dat is spijtig, maar zo is het gewoon. Ik zeg ook altijd tegen mijn leerlingen: 'Jullie denken misschien dat het bij mij anders is, maar ik ben een gewone sterveling en heel gelukkig als die twee gelijktijdig aanwezig zijn.'

(Bron: Het Verhaal is nog niet uit)

Eenvoudig worden, een balans vinden tussen het Grote Mysterie en je dagelijks leven, dat is mijns inziens waar het op aankomt. En ruiterlijk erkennen dat die aandacht er vaak niet is, waardoor het dagelijks leven steeds weer aan het langste eind trekt. Durf jij dat?

Hans: Mijn aandacht is de mijne niet en gaat gewoon zijn gang. Heel mysterieus.

Mirte: En die eenvoud?

Hans: Mijn denken is zo eenvoudig als wat. Dat komt eenvoudigweg doordat ik het allemaal niet meer weet, niet doordat ik zo eenvoudig als wat probeer te zijn.

Mirte: Eenvoud is eenvoud.

Hans: Een woord is een woord maar jouw betekenis is de mijne niet.

Mirte: Wat is het verschil?

Hans: Voor mij is eenvoud geen ideaal om na te streven. Geen maatstaf om mijn spirituele vooruitgang aan af te meten.

Mirte: Waarom zou je ingewikkeld doen als het eenvoudig kan?

Hans: Omdat je geen keus hebt? Ik weet niet of het je weleens opgevallen is, maar zelfs de gewoonste zaken zijn ontstellend complex. Een ei. Een kip. Een keel. Ademen. Zitten. Lopen. Een blik. Een woord. Een aanraking. Een boom. Een zakdoek. Een kei. Je wil niet weten hoe ingewikkeld die dingen zijn, wat er allemaal bij komt kijken.

En ik zou verdomd niet weten waarom je al "als je wakker wordt kans moet zien om niks te zijn." Ingewikkeld gedoe. Dat moet wel mislukken, lijkt mij, en dat blijkt. Maarten kon het niet en jij kan het niet.

Mirte: Hoe doe jij dat dan?

Hans: Zelf sta ik 's ochtends gewoon op. Heel eenvoudig. Kan ik iedereen aanraden. Is nog nooit misgegaan.

Boeddhisten zijn revolutionairen

Mirte: Zo kom je er niet.

Hans: Ik hoef nergens heen.

Mirte: Je krijgt de dharma niet cadeau.

Hans: Dat moest er nog bij komen.

Mirte: Nico Tydeman, oud-leerling van Houtman, zegt het ook:

Terugkijkend moet ik met schaamte bekennen dat ik geen goede leerling ben geweest. ... Ik zou de gehele zentraining over moeten doen. Maar ik weet: dit is mijn werk voor elke dag. Want elke dag is een dag van training, beoefening, onderzoek, en telkens als voor de eerste keer.

(Bron: Hoe bijzonder het is om leerling te zijn)

Hans: Arme man. Die is toch ook al tachtig of zo?

Mirte: Zelfs voor de meest begaafde beoefenaars is zen een levenslange praktijk.

Hans: Ja, dat heb ik nooit begrepen.

Mirte: Wat niet?

Hans: Waarom zen een levenslange praktijk zou moeten zijn. Dat krampachtige streven naar ontspanning, eenvoud, spontaniteit, authenticiteit, deugdzaamheid, openheid. Naar metta, karuna, mudita, upeksha.

Mirte: Wat een negatieve voorstelling van zaken, zeg.

Hans: Negativiteit maakt deel uit van de dharma. 'Leven is lijden', heet het volgens de eerste Edele Waarheid. Daarmee is de toon gezet.

Mirte: De eerste Edele Waarheid is er één van vier. De vier Edele Waarheden vormen maar een fractie van de leer.

Hans: Hoeveel ze ook leren, boeddhisten zijn nooit tevreden. Van de eerste eeuwige beginner tot de laatste dalai lama. Ik ken geen enkele uitzondering. Alles en iedereen moet anders. Jijzelf bijvoorbeeld, ben je tevreden met je leven? Eerlijk zeggen.

Mirte: Nee.

Hans: Ken jij een tevreden boeddhist? Eerlijk zeggen.

Mirte: Nee.

Hans: Boeddhisten zijn voertuigen van onvrede. Utopisten en revolutionairen. Zelfverbeteraars en wereldverbeteraars. Het is gewoon nooit goed.

Mirte: Mahayana, het grote voertuig.

Hans: Alleen is er volgens datzelfde mahayana geen zelf om te bevrijden, geen geest om te temmen, geen wezen om te verlossen, geen wereld om te verbeteren. Alles ontstaat, bestaat en vergaat afhankelijk van al het andere. Zelfs de leer.

Mirte: Ja, dat is wel een beetje tegenstrijdig.

Volgende keer beter

Hans: Boeddhisten streven het onmogelijke na en sporen anderen aan het onmogelijke na te streven. Op hun kussentje en in hun engagement. Hoe zou dat niet tot chronische onvrede kunnen lijden [sic]?

Mirte: Het onmogelijke?

Hans: Onbeweeglijk zitten met je aandacht eenpuntig op je ademhaling gericht, om na iedere sessie vast te moeten stellen dat het je weer niet gelukt is. Volgende keer beter.

Onoplosbare raadsels oplossen, om bij iedere daisan te ontdekken dat je er weer naast zat. Volgende keer beter.

De grote weg gaan zonder enige verwachting, om na iedere oefening toe te moeten geven dat je nog steeds op verlichting hoopt. Volgende keer beter.

Echt proberen te zijn en telkens weer moeten concluderen dat je spontaniteit en authenticiteit gespeeld zijn. Volgende keer beter.

Alles met volle aandacht willen doen, en steeds weer afgeleid raken. Volgende keer beter.

Iedere ochtend de geloften afleggen om ze de rest van de dag vele malen te breken. Volgende keer beter.

Alle voelende wezens willen bevrijden terwijl je jezelf nog geen minuut kan redden. Volgende keer beter.

Er is altijd een volgende keer, menen ze, het kan altijd beter, geloven ze, en daarom hebben boeddhisten levens lang.

Mirte: Misschien is het ons daar wel om te doen. Uit angst voor de leegte van een voortijdig voltooid leven.

Hans: Nou, mijn leven is al vijftien jaar voortijdig voltooid. Eenvoudiger wordt het niet.

De balans tussen het Grote Mysterie en het dagelijks leven

Mirte: Heb jij de balans bereikt tussen het Grote Mysterie en het dagelijks leven waar Maarten Houtman naar verwijst?

Hans: Als je het dagelijks leven zoekt vind je een mysterie, als je het mysterie zoekt vind je het dagelijks leven. Wat valt er te bereiken?

Mirte: Voor jou is er geen verschil tussen het dagelijks leven en het Grote Mysterie?

Hans: Voor mij is er geen dagelijks leven en geen Groot Mysterie. Daarmee stort het hele denksysteem in waarbinnen het zogenaamd gewone en het zogenaamde Andere als afzonderlijke entiteiten verschijnen, uit balans raken en weer in balans moeten worden gebracht.

Mirte: Zonder entiteiten geen balanceeract.

Hans: Dat is pas balans.

Mirte: Bedoel je dat het gewone en het Andere in werkelijkheid leeg zijn?

Hans: Misschien zijn ze reëel, misschien zijn ze illusoir, misschien zijn ze leeg, misschien vormen ze een ondeelbaar geheel of een eenheid of de keerzijden van een munt, misschien zijn het allemaal maar woorden, hoe stel je zoiets vast?

Mirte: Ik heb geen idee.

Hans: Nou, ik ook niet. Vandaar dat "die aandacht waarin dat Andere mee kan spelen" op mij gezocht overkomt. Een trucje, zou jij zeggen. Gedoemd om te mislukken, want "vaak is er die aandacht niet", geeft Maarten zelf toe. Ook niet na een zenpraktijk van een halve eeuw, en wie kan daarop bogen.

Spontaan worden

Mirte: Begrijp ik het goed dat zen voor jou een truc is?

Hans: Dat begrijp je verkeerd. Zen is voor mij niet-weten. Ruiterlijk erkennen dat je het niet weet. Niet meer doen alsof je het doorhebt. Juist geen truc dus. Tenzij je doet alsof je niet weet.

Mirte: Zen heeft voor jou niets te maken met eenvoud, balans, authenticiteit, volmaaktheid, aandachtigheid en overgave.

Hans: Niet als ideaal.

Mirte: Er valt niets na te streven, zelfs geen spontaniteit?

Hans: Hoe dan? Oppervlakkig gezien weet ik nog net onderscheid te maken tussen gemaakt en spontaan, maar bij nader inzien heb ik geen idee. Mijn zogenaamde gemaaktheid voelt altijd precies even spontaan als mijn zogenaamde spontaniteit. Beide komen vanzelf, ik heb er geen vat op en verlang daar ook niet meer naar.

Mirte: En andermans gemaaktheid?

Hans: Is in mijn beleving al even onbedacht als de mijne. Mijn schoonmama werd in vele situaties spontaan zo'n volmaakt gekunstelde Haagse kakmadam en daar hielp dan geen lieve moedertje tegen. Voor haar was dat natuurlijk.

Mirte: Je kunt toch streven naar wat meer eh... natuurlijke natuurlijkheid?

Hans: Van mij mag je, en als je moet dan moet je, maar streven naar natuurlijke natuurlijkheid is onnatuurlijk in situaties waarin gemaaktheid natuurlijk is.

Mirte: Wat voor situaties bijvoorbeeld?

Hans: Deze situatie bijvoorbeeld. Dit hele gesprek is zo gekunsteld als wat, we zeggen en doen van alles niet, we onderdrukken wat taboe is. Jij stelt verantwoorde vragen in de hoop dat ik je intelligent vind of wat je ook hoopt, ik wacht netjes tot je bent uitgesproken en dan geef ik braaf antwoord in de hoop dat je niet-weten interessant vindt.

Ondertussen vraag je mij niet of je mijn ballen mag voelen of mijn handen mag vasthouden, ik vraag jou niet of ik je gezicht mag wassen of je vagina mag zien, of wat voor rare verlangens er ook ongevraagd in ons opkomen. Jij onderdrukt een gaap, ik een wind. We praten maar door al vervelen we ons kapot of we ronden het gesprek af terwijl we nog uren door zouden willen praten.

Mirte: Het word nou wel erg persoonlijk.

Hans: Eng hè? Ga maar gauw op de rem staan. Ik wil maar zeggen, iedereen is vele malen per dag spontaan gemaakt, jij ook, ik ook. Alle beleefdheids- en omgangsvormen zijn gemáákt, het is onze tweede natuur, programmeerbaarheid is onze natuur, waarom zou je daartegen vechten?

Mirte: We zijn spontaan spontaan of we zijn spontaan gemaakt, dus we zijn altijd spontaan.

Hans: Een fraai syllogisme. Als vraag geformuleerd, hoe groot is het verschil tussen echt echt en echt onecht?

Volgende keer beter

Mirte: Heb jij iets tegen idealen?

Hans: Dat zou het volgende ideaal zijn.

Mirte: Maar voor jou hoeven idealen niet.

Hans: Ik weet alleen maar niet.

Mirte: En dat kan je iedereen aanraden.

Hans: Ik kan niemand iets aan- of afraden. Anders dan Houtman snap ik er geen hout van.

Mirte: Wou jij de nestor van de Nederlandse zenbeweging naar de kroon steken?

Hans: Dat ik voor eeuwig in Zijn Schaduw mag staan.

Mirte: Als iemand die wel zijn aandacht op het Grote Mysterie gericht weet te houden?

Hans: Ik zit er middenin, wat valt er te richten?

Mirte: Je bent het Zelf.

Hans: Ook mezelf snap ik niet, als je dat bedoelt. Over het Zelf heb ik niets te melden.

Mirte: Jijzelf bent het Grote Mysterie, bedoel ik.

Hans: Ik heb geen idee wat ik ben, of hoe groot.

Mirte: Geen mysticus, zo te horen.

Hans: Je zegt het maar.

Mirte: En zeker geen mystagoog.

Hans: Niet-weten is geen onderricht.

Mirte: Ik geloof tenminste niet dat ik je helemaal kan volgen.

Hans: Eenvoudiger kan ik het niet maken.

Mirte: Toch bedankt.

Hans: Volgende keer beter.

98. Haiku op haiku: tussen denken en zijn

Lettergrepen naar niet-weten.

Eén horen is kort,
één horen is lang, waarover
zou die slak denken?

(Buson)

Een horen is kort
of hij is lang, dus waarom
zou die slak denken.

(Hans)

Roze slak met hersenen op zijn voelhorens en op zijn rug in plaats van een huisje.
^ Dus waarom zou een slak denken.

99. Haiku op haiku: tussen horens en haren

Lettergrepen naar niet-weten.

Waarom ter wereld
hebben ze groene rupsen
horens gegeven?

(Buson)

Waarom ter wereld
zouden ze groene rupsen
geen horens geven?

(Hans)

Waarom ter wereld
hebben ze alle mensen
haren gegeven?

(Hans)

100. Haiku op haiku: tussen mensen en woorden

Lettergrepen naar niet-weten.

Waarom ter wereld
hebben ze alle mensen
woorden gegeven?

(Meester Zuetsu)

Waarom ter wereld
hebben ze alle woorden
mensen gegeven?

(Meester Zero)

101. Wat is kinhin? Gevaren op de Weg

Kinhinmonniken waarvan de voorste op het punt staat over een bananenschil uit te glijden.
^ Gevaren op de Weg.

102. Kimono en rakusu – de nieuwe kleren van het seminarie

Tussen het nare zelf en het ware zelf; het heen en weer van oosterse en westerse ontsnappingskunstenaars.

Waarde Arie,

Met stijgende verbazing heb ik je laatste werk gelezen. Je zingt weer als een koanarie.

Inspireren, dat is jou wel toevertrouwd. Zelf ben ik meer van het expireren. Tenslotte moet er ook een keer uitgeademd worden, vraag maar aan Cheyne-Stokes.

Bij het lezen van je woorden voorbij de wijsheid trof mij opnieuw de ver bluffende overeenkomst tussen de christelijke obsessie met goed en kwaad, gepersonifieerd als de eeuwige strijd tussen de duivel en God, en de boeddhistische obsessie met goed en kwaad, gepersonifieerd als de eeuwige strijd tussen het ego en het Zelf. Oude wijn in nieuwe zakken – wat is dat met die oude zakken?

Wat kwam eerder, de koe of de wei? De soutane of de pij? Het Zelf of het Gij? Wijzen verschillende namen naar dezelfde maan of verschillende manen naar dezelfde naam?

Over hemellichamen kan ik niet-oordelen, ik ben geen licht, maar op vingers kan je rekenen. In welke van de tien richtingen ook: als ze maar kunnen wijzen.

Waarom hangt er nog steeds zo'n priestersfeertje om het boeddhisme van de lage landen? De Heilige Maagd Maria heeft zich extra armen laten aanmeten en heet nu Kannon, wat zegt een naam. Natuurlijk, je moet met je tijd meegaan, zeker als die vóór je eigen jaartelling is begonnen.

Kimono en rakusu: de nieuwe kleren van het seminarie. Traditie, trend of bombarie? Zelf sta ik altijd in mijn hemd, dan weten de mensen meteen wat ze aan me hebben. Nu ik nog.


^ Hans in zijn hemd.

Niets weet ik meer uit elkaar te houden, wat een sof. Wat is geest en wat is stof? Wat is kras en wat is plaat? Wat is goed en wat is kwaad?

Voor wie per se in dit soort termen wil denken: ik heb god op mijn ene schouder zitten en de duivel op mijn andere. Beiden hebben horens en ze schreeuwen in mijn oren, even diep in de penarie.

Ook het verschil tussen het vermaledijde ego en het gebenedijde Zelf heeft zich niet aan mij geopenbarie. Hoe zou het ene dan mijn ware gezicht kunnen zijn en het andere niet?

Wat mijn wijze hart betreft, dat geeft al net zoveel richting als mijn dwaze mind. Kompassen op de magnetische polen, draaiend als een derwisj; nooit komen ze tot stilstand.

Dat ook andermans hart weleens doorslaat blijkt uit de groeiende lijst gevallen boeddha's. Missie of transmissie, het hart klopt overal. Ook in de geest. Ook in de tong. Ook in het kruis. Ook in de moordkuil. En echt niet alleen bij het graven. Het kropt en het weegt en het juicht.

Begrijp me niet of niet verkeerd, van mij wordt niemand nog geleerd. De grote weg van Hans van Dam:

Vallen, vallen, almaar vallen.
Vallen tot je niet meer opstaat.
Vallen tot er niets meer klopt.
Niets meer, van geen enkel Woord.
Niemand meer aan niemands Poort.

Benenwagen of Ferrari, 'k hou van jou, mijn waarde Arie. Leve heel de lariefarie,

Tegengroet van Jan Contrarie

Woordenlijstje

Hemd: priestergewaad van de agnost.

Benenwagen: voertuig van de agnost.

Agnost: iemand die in zijn hemd staat en de benenwagen neemt.

103. Smerige ego's zitten in zendo's

Overal hetzelfde liedje.

Stoute kinderen staan in hoeken
Zondige zielen knielen in kerken
Smerige ego's zitten in zendo's
We krijgen onszelf nog wel
Klein

Monnik in de hoek mediterend met gebogen rug.
^ Smerige ego's zitten in zendo's

(Deze tekst is geïnspireerd, of eigenlijk geëxpireerd, door de woorden 'Het ego maakt alles smerig' in een artikeltje over meditatie van Zeshin van der Plas in het Boeddhistisch Dagblad.)

104. Dat egoding is niet van jou

Wie zijn ego zoekt te doden vindt zichzelf onder de zoden.

(Hans van Dam in Wadden, waden en gewaden.)

Er woont een egoding in jou.
Er woont een egoding in mij.
Ik zie het met een glimlach aan
en haal er niet van alles bij.

Dat egoding is niet van jou.
Het egoding is niet van mij.
Wie wat van niemand is bestrijdt
komt van die wanen nimmer vrij.

Er woont geen egoding in jou.
Er woont geen egoding in mij.
Kom zie het met een glimlach aan
en trek je voeten uit de klei.

Maar denk erom, slechts één voor één.
En wees beducht voor het getij.

105. Zen – de zwartekousenkerk uit het verre oosten

Karma als erfzonde, boeddhisme als boetegebed.

Heilsleer of onheilsleer?

Het boeddhisme pretendeert een praktische weg uit het lijden te zijn en voor sommigen is het dat misschien ook. Diezelfde weg is ook, zoals alle grote wegen, een bron van lijden. Voor de beoefenaar, voor zijn omgeving, voor andersdenkenden.

Ik wil het nu niet hebben over alle oorlogen die uit naam van de Boeddha zijn en worden gevoerd. Niet over de wedijver van rivaliserende facties als de geelhoeden en de roodhoeden. Niet over de vele vormen van onderdrukking en uitbuiting in boeddhistische sangha's. Niet over boeddhisten die zichzelf doden omdat ze geen soelaas vinden of om een politieke daad te stellen.

Ik wil het hebben over het achtvoudige pad zelf. Hoeveel onheil veroorzaakt deze heilsleer?

Hieronder de getuigenis van twee vermaarde zenboeddhisten, Yamada Koun Zenshin en zijn verre voorvader Wumen Huikai (Mumon), van wie we mogen aannemen dat ze uit ervaring spreken.

Yamada Koun Zenshin

In zijn zeventiende teisho bij de Poortloze Poort (Asoka, 2010) zegt Zenshin:

"Een juiste beoefening van zazen is erg moeilijk. Hiervan is de onderhavige koan een goed voorbeeld. Kensho (zelfverwerkelijking) bereiken is niet zo moeilijk. Sommige mensen hebben daarvoor maar één sesshin (meerdaagse zazenoefening) nodig.

Maar kensho is slechts de toegangspoort voor het uiteindelijk doel van de zazenbeoefening, namelijk de vervolmaking van ons karakter. Dit impliceert een reiniging die erg moeilijk is en veel tijd vergt.

In feite komt aan het beoefenen van zen nooit een einde. Ook in veertig jaar kan je een volmaakt karakter niet bereiken. Zelfs een miljoen jaar zou nog ontoereikend zijn. De sutra's zeggen heel duidelijk dat Amida en Shakyamuni duizenden miljoenen kalpa's nodig hadden om boeddha te worden.

Zoals ik al eerder zei, is een kalpa een vrijwel onmeetbaar lange periode. Wat zegt ons deze onbegrijpelijk lange tijd? Die zegt ons enerzijds dat ons karakter eindeloos lang gezuiverd kan worden, en anderzijds dat de vlekken en lagen vuil op onze ware natuur onmetelijk dik zijn.

In het boetegebed 'Sange Mon', dat iedere morgen bij de zenoefening wordt opgezegd, staat: 'Sedert onheuglijke tijden heb ik slecht karma opeengestapeld. Dit komt door mijn onpeilbare hebzucht, mijn haat en mijn verblinding, die uit mijn lichaam, mijn mond en mijn gedachten geboren worden.'

Zoals ik jullie al vaak heb gezegd, is ons dualistische ego daarvoor verantwoordelijk. De oorsprong van het slechte karma is uiteindelijk het onderscheidingsbewustzijn van subject en object, jij en ik, wat niets anders dan het dualistische ego is."

Wumen Huikai

Even verderop in zijn toespraak citeert Zenshin een gedicht van de samensteller van De Poortloze Poort, Mumon:

"Een ijzeren juk zonder gat moeten wij sjouwen. Geen gemakkelijke zaak, de vloek gaat over op onze nakomelingen. Wil je de toegangspoort beschermen en het huis goed onderhouden, dan moet je barrevoets een berg van zwaarden beklimmen."

Zenshin vervolgt:

"Het vers zegt ons dat het een geweldige opgave is het ware boeddhisme te belijden. Het ijzeren juk zonder opening duidt op een ondraaglijke last. De poort is de toegangspoort tot het boeddhisme, tot de ware weg van de Boeddha, en het huis – dat spreekt vanzelf – is het huis van het boeddhisme.

Mumon wil ons zeggen: in dit in verval geraakte huis wonen is zo moeilijk als het sjouwen van een ijzeren juk zonder gat of het barrevoets beklimmen van een berg die met omhoogstekende klingen bedekt is. Onze nakomelingen zullen nooit rust en vrede vinden, maar aan hun geërfde last zwaar te torsen hebben."

Ik vraag het nog een keer. Hoeveel onheil veroorzaakt deze heilsleer?

106. Zwartekousenzen, daar zit geen beweging in

Als dit nirwana is, laat mij dan maar in samsara blijven.

Onder zwartekousenzen versta ik orthodoxe zen die aan de zwartekousenkerk doet denken. Gereformeerd Nederland in de jaren vijftig, maar dan op zijn (kl)oosters. Een tikkeltje exotisch en toch vertrouwd.

Natuurlijk dragen zwartekousenzenboeddhisten geen zwarte kousen, dat weet ik ook wel, maar ik kan ze kwalijk zwartepijenzenboeddhisten noemen, want ze dragen ook weleens urnenasgrauwgrijs of bruinenbonensoepbonenbruin, en wie wil er nou urnenasgrauwgrijzepijenzenboeddhist of bruinebonensoepbonenbruinepijenzenboeddhist genoemd worden, anders dan de graftuinier en de kok?

Zen die zich in kloosters afspeelt, kloosterzen dus, is per definitie zwartekousenzen maar lang niet alle zwartekousenzen is kloosterzen.

Waaraan herken je de zwartekousenzenboeddhist buiten de kloostermuren? Zwarte, donkere of kleurloze kleren, een kaalgeschoren kop of een keurige kapsel. Streng voor zichzelf, streng voor anderen, streng in de leer. Obsessief bezig met regels en rituelen. Geloof in de lineage, in titels, in namen, in beelden, in anciënniteit, in autoriteit, in het absolute. Zie je het voor je?

De zwartekousenzenboeddhist is geboeid door het boeddhisme, gehecht aan zijn praktijk, overtuigd van zijn gelijk. Er zit geen beweging meer in, lichamelijk niet en geestelijk niet. Dat je denkt: nee, deze mens hier voor mij komt van zijn leven niet vrij. Of: als dit nirwana is, laat mij dan in samsara sneven, ondood is toch ook geen leven.

107. Wat is kinhin? Hulpmiddelen

Rijtje degenslikkende kinhinmonniken.
^ Hulpmiddelen.

108. Zen is een tweesnijdend zwaard

Gedachten en metagedachten afsnijden bij de wortel.

Leerling: Wat is zen?

Meester: Een tweesnijdend zwaard.

Leerling: Waarvoor dient de ene snede?

Meester: Om alle gedachten af te snijden bij de wortel.

Leerling: Waarvoor dient de andere snede?

Meester: Om alle metagedachten af te snijden bij de wortel.

Leerling: Wat zijn metagedachten?

Meester: Gedachten over gedachten.

Leerling: Geef eens een voorbeeld.

Meester: Dat we onze gedachten bij de wortel moeten afsnijden.

Leerling: Ook die gedachte moet bij de wortel afgesneden worden?

Meester: Dat we daar zelf voor kunnen kiezen.

Leerling: Ook die gedachte moet bij de wortel afgesneden worden?

Meester: Dat het afsnijden ons alleen maar overkomt.

Leerling: Ook die gedachte moet bij de wortel afgesneden worden?

Meester: Dat er een ik is die iets doet of laat.

Leerling: Ook die gedachte moet bij de wortel afgesneden worden?

Meester: Dat die ik een illusie is.

Leerling: Ook die gedachte moet bij de wortel afgesneden worden?

Meester: Dat zen een tweesnijdend zwaard is.

Leerling: Verwijst u nu naar de leegte?

Meester: Ook die gedachte moet bij de wortel afgesneden worden.

Leerling: Verwijst u nu naar de leegte van de leegte?

Meester: Ook die gedachte moet bij de wortel afgesneden worden.

Leerling: Verwijst u nu naar niet-weten?

Meester: Ook die gedachte moet bij de wortel afgesneden worden.

Leerling: En dan?

Meester: Ook die gedachte moet bij de wortel afgesneden worden.

Leerling: Enzovoort.

Meester: Nou, voort...

Leerling: Ik...

Meester: Die hebben we al gehad.

Leerling: ...

Meester: Nee maar.

Leerling: ...

Meester: Hou vol.

Leerling: ...

Meester: Dan ga ik gauw mijn zwaard slijpen.

109. Waarom ik geen gouden rakusu draag

En wel de witte band van niet-weten.

Mijn eerste kimono

Klederdracht en haardracht zijn van alle tijden en plaatsen. Cultuur is carnaval, een eindeloze verkleedpartij. Kijk mij, ik heb mooiere veren dan jij. Aan zijn outfit ken je de insider.

Soutanes en catsuits, kostuums en mantelpakjes. Kousen en lederhosen, tocks en push-upbeha's. Mijters en keppeltjes, geelhoeden en roodhoeden. Paardenstaarten en tonsuren, hanenkammen en poederpruiken. Het is ongelofelijk wat mensen allemaal bedenken om erbij te horen, om zich te onderscheiden of waarom dan ook.

Mijn eerste kimono kreeg ik van mijn Japanse kamergenoot toen ik zestien was, een donkerblauwe. Wat zag ik eruit, een slungel in een onderjurk, en zo voelde ik me ook.

Op mijn zeventiende kreeg ik verkering met een Japans meisje. Ondanks mijn kimono. Jaren later zocht ik haar op in Tokio en trok ik bij haar in.

Mijn eerste druipers

Het meisje heb ik nooit leren kennen, al dacht ik eerst van wel. Ze zat vol geheimen, mijn druipers zijn altijd onverklaard gebleven. Hij zat vol geheimen, zijn druipers zijn altijd onverklaard gebleven, zal zij misschien zeggen, Rashomon. Mezelf heb ik nooit leren kennen, ik leer alleen maar af.

Japans heb ik nooit leren spreken. Konnichiwa, ogenki desu ka? Kanji, hiragana, katakana, ik heb ze nooit leren lezen. Alleen met glimlachen deed ik voor niemand onder.

Ook zen en aikido gaven hun geheimen niet prijs. Zen was te statisch voor me, aikido te dynamisch. Alleen met blessures deed ik voor niemand onder.

Een gouden rakusu was voor mij niet weggelegd, of wat voor rakusu ook. Tot een zwarte band heb ik het niet geschopt, of tot welke kleur ook. Het bleef bij een eerste kennismaking.

Met Lucienne maak ik nu al 32 jaar kennis, met mezelf 64. Verder dan een eerste kennismaking ben ik nooit gekomen in mijn leven, met niets en met niemand.

Mijn enige witte band

Wat ik ook doe, de witte band is voor mij het hoogst haalbare. De witte band van niet-weten. Die kreeg ik uitgereikt bij mijn geboorte. Kort daarop is hij zoekgeraakt en ik heb hem pas een halve eeuw later teruggevonden in een schoenendoos, samen met een blonde haarlok en een piepklein geboortekaartje.

Eerst dacht ik nog dat het mijn navelstreng was, en misschien was het dat wel. Het kan ook de jouwe zijn, kom gerust kijken als je hem kwijt bent, misschien herkent hij je nog.

Ik zou het betreuren als de folklore uit de tradities zou verdwijnen, waar moeten we anders om lachen. Ik zou het betreuren als het bespotten van de folklore uit de tradities zou verdwijnen, waar moeten we anders schande van spreken.

Kanzeon verkies ik niet boven Maria, het boeddhabeeld niet boven het kruisbeeld, dana niet boven tienden, de kimono niet boven de soutane. Wat maakt het uit, vorm is leegte, zeker religieuze.

Ik heb geen moeite met beeldenvereerders, niet met beeldenbestormers, niet met mensen die moeite hebben met mensen die daar wel of geen moeite mee hebben enzovoort. Ik heb genoeg aan de witte band van niet-weten. Ook hierin wil ik geen voorbeeld zijn.

110. De Koreaanse zenmeester Seung Sahn als Zeeuws meisje

Polderspiritualiteit uit het verre westen.

Alle wijsheid komt uit het oosten, menen wij waterlanders. Daarom dossen we ons graag uit als Aziatische zenpriesters. In Azië zien ze dat anders. 'Alle wijsheid komt uit het westen', zeggen ze daar.

De Nederlandse polderspiritualiteit is er al eeuwen onverminderd populair. Hieronder zien we de bekende Koreaanse polderspiritueel Seung Sebastiaan Urbanus Leopold Sahn Soen Sa Nim. Hij draagt een Schaapholse mutsentooi in de tijdloze traditie van het Gat van Wandijk, bestaande uit een wijde kap over een nauwsluitende ondermuts die in geval van nood ook als onderbroek kan dienen, en andersom.

De naar buiten gekeerde kap symboliseert het handelen, de naar binnen gekeerde ondermuts de overweging. Samen doen ze denken aan de adagia 'Eerst denken, dan doen', 'Eerst doen dan denken' en 'denkende doen', een drievoudig eerbetoon aan de flexibiliteit van onze polderspiritualiteit.

Het metaalwerk van de mutsentooi bestaat uit een beugel met oorijzers. De gouden rechthoeken (stikken) zijn draaibaar en kantelbaar. Ze zetten aan tot zelfbeschouwing en bespiegeling, afhankelijk van de stand bij de kijker of bij de drager.

Voor ons is het misschien even wennen, een allochtoon in voorouderlijke klederdracht, maar dat zal omgekeerd niet anders zijn.


^ De Koreaanse zenboeddhist Seung S.U.L. Sahn in Hollandse klederdracht kort na zijn transmissie in de eeuwenoude traditie van de kolderspiritualiteit.

111. Zen is geen verkleedpartij

De naakte waarheid.

'Wat is zen?'

'Fetisjisme.'

'Wat is niet-weten?'

'Nudisme.'

112. Dick Verstegen en de teloorgang van anatman

Die rare piemel, wie bedenkt zoiets?

Kaartje van God

"Als je maar diep genoeg graaft vind je uiteindelijk de ader die onder alles door stroomt."

Deze zin trof ik ooit aan in een boek over de Eeuwige Wijsheid, met hoofdletters.

Er zijn een heleboel boeken over Eeuwige Wijsheid of zoiets, met een heleboel van dit soort zinnen erin, en ze komen allemaal op hetzelfde neer. Vraag niet waarop, want dan krijg je nog veel meer van dit soort zinnen. En de laatste is altijd 'de Waarheid is voorbij de woorden' of zoiets.

Neem nou de column Kaartje van God van ietsist en cryptochristen Dick Butsugen Verstegen Sensei, leerling van de omstreden leraren Rients Ranzen Ritskes en Nico Tenko Tydeman (waarover later meer).

In deze tekst van amper vijfhonderd woorden wemelt het van uitdrukkingen als het Absolute, Liefde, Leegte, het Ongeborene, Eenheid, de Bron van alle Zijn, Tao, God, het Universele Principe, het mysterie van dit bestaan, het non-duale, het ondoorgrondelijke, en doe er voor de zekerheid ook nog maar wat wu wei en niet-weten bij.

Het ligt er Dik Bovenop: Dick Verstegen is de gewone werkelijkheid Dik Overstegen. En in één moeite door het boeddhisme.

'God is niet dood', stelt Dik Overstegen; 'het instituut dat het besef van het goddelijke [...] in de weg staat misschien wel.'

Dat je het even weet.

Bloei

In zijn column Bloei schrijft zentheïst Verstegen:

"Met dat pilsje voor mijn neus valt mijn oog plotseling op het wiegen van de takken en hoor ik het ruisen van de bladeren. En opeens voel ik; hier gebeurt waar het allemaal om draait. Overal is dat het geval, maar nu, hier, ervaar ik het. Hier manifesteert zich de onuitputtelijke energie van de Wezer, waar ik zelf deel aan heb."

En:

"Hoe ook je situatie is, de boeddhanatuur, de ware natuur, de 'wezernatuur', is er altijd, in alles om je heen en je bent dat zelf ook."

Zo komt God, doodverklaard door Nietzsche en heengezonden door de westpoort, via de oostpoort als bierdrinkende zenmysticus de kerk weer binnengeslopen.

Dat een ongeoefend mens zonder meer gelooft wat hij allemaal denkt, voelt en meemaakt, daaraan gehecht raakt en zich ermee identificeert, zal niemand verbazen die eerlijk bij zichzelf naar binnen heeft gekeken. De mind is betoverend en verslavend, noem het samsara, noem het nirwana.

Dat een boeddhist na tientallen jaren van mindfulness en meditatie nog steeds in de greep van zijn geest is, in de greep van zijn piekervaringen en lievelingsgedachten, geeft te denken. Helemaal als hij daarmee anderen probeert te verleiden. Ging het boeddhisme niet juist over onttoveren en onthechten?

Helaas is Verstegen niet de enige bezeten zenleraar. Dat zagen we eerder in dit Witboek Zen en zullen we nog vaker zien. Als exorcist is de Boeddha verre van almachtig gebleken en ook het doden van de Boeddha blijkt voor de meeste boeddhisten een vlot te ver.

Bierglas met alleen maar schuim.
^ "Hier manifesteert zich de onuitputtelijke energie van de Wezer, waar ik zelf deel aan heb."

Rare piemel

Misschien denk je nu dat ik tegen mystiek ben, maar dan heb je het mis.

Weliswaar kan ik niet bevestigen dat er een Wezer bestaat waarvan de onuitputtelijke energie zich manifesteert in het wichelen van de woorden, in het wiegelen van de takken, in het bubbelen van het bier of het bruisen van het brein, maar ik kan het ook niet ontkennen.

Ik heb geen enkel bezwaar tegen welke vorm van mystiek ook, al is er geen enkele vorm die ik persoonlijk onderschrijf. Ja toch, de lege.

In lijn met het axioma van anatman en tegengesteld aan de Wezer van Waaijman is mijn eigen mystiek wezenloos en wezerloos, weerloos en weteloos.

Voor mij betekent mystiek gewoon geheimzinnig, zonder nadere duiding. En als ik erbij stilsta vind ik alles even geheimzinnig. Nooit hoef ik eerst een Wezer te ontwaren, te vermoeden of te projecteren voor ik me kan verbazen. Liever niet, dat leidt maar af.

Het is één ding om een beker wijn achterover te slaan, iets heel anders om het bloed van Christus te drinken. Behalve voor priesters.

Het is één ding om je te verwonderen over de wind in de takken, iets heel anders om je te verwonderen over de onuitputtelijke energie van de Wezer. Behalve voor mystici.

Zelf heb ik niet eens een Wezer nodig om me te kunnen verbazen over het vermogen van mijn medemens om telkens weer zo'n Wezer uit z'n hoge hoofd te toveren. In tijden van nood en in tijden van overdaad, in schuilkelders en op terrasjes, in de schepping, als de schepping of als de schepper – niemand verschijnt vaker aan de medemens dan de Wezer, of het moest de medemens wezen.

Zo heb ik ook geen Wezer nodig om me te kunnen verbazen over mijn vermogen om me te verbazen, misschien omdat het groter lijkt dan gemiddeld. Of over mijn onvermogen om dingen gewoon te blijven vinden, misschien omdat het kleiner lijkt dan gemiddeld.

Terwijl ik evengoed, en dat is pas echt verbazingwekkend, de hele dag bijna alles voor lief loop te nemen. De grond onder mijn voeten. De voeten onder mijn benen. De benen onder mijn heupen. En natuurlijk die rare piemel, de Bron van alle Zijn. Ik bedoel, wie bedenkt zoiets?

Afbeelding: rare piemel. Bijschrift: De Bron van alle Zijn.

113. Jezus redt! Allah redt! Boeddha redt!

Drie Blijde Boodschappen.

Christen: Zoek niet verder, Jezus redt!

Moslim: Zoek niet verder, Allah redt!

Boeddhist: Zoek niet verder, Boeddha redt!

Christen: Boeddha was in zijn hart een christen, Jezus redt!

Moslim: Jezus was in zijn hart een profeet, Allah redt!

Boeddhist: Mohammed was in zijn hart een bodhisattva, Boeddha redt!

Christen: Zoek niet verder, Jezus redt!

Moslim: Zoek niet verder, Allah redt!

Boeddhist: Zoek niet verder, Boeddha redt!

114. De gouden rakusu van zenmeester Jezus

Vier incarnaties van een volksheld.

Meester Zero zegt:

Door christenen is Jezus ingelijfd als zoon van God.

Door moslims is Jezus ingelijfd als profeet van Allah.

Door boeddhisten is Jezus ingelijfd als bodhisattva.

Door non-dualisten is Jezus ingelijfd als zelfgerealiseerde.

Wie is Jezus nou echt?

Wie is Jezus voor jou?

Wie is Jezus zonder ons?

Jezus aan het kruis met een rakusu in plaats van een lendendoek.
^ Zenmeester Jezus met gouden rakusu.

(Zenmeester Jezus is de titel van een boek van Jos Stollman)

115. De dubbelzennigheid van het zelfboeddhisme

Goede wijn behoeft geen kruis.

Geen zelf

Volgens boeddhisten heeft niets of niemand een eigen wezen, zelf, ziel of essentie, ook de mens niet, dat denken we alleen maar. Anatman, noemen ze dat in het Sanskriet.

Hoe de illusie van het ik ontstaat wordt uitgelegd in de leer van de aggregaten (skandha's). Nou, leer... een nogal abstracte indeling van de verschijnselen die ons het valse gevoel zouden geven een persoon te zijn, veel meer is het niet. De boosdoeners: vormen, gewaarwordingen, voorstellingen en gedachten in ons bewustzijn.

De aggregatenleer wringt een beetje, de Indiase hokjesgeest past niet op de westerse, maar de bedoeling is duidelijk: trap er niet in. Je droomt, wordt wakker. Er is geen zelf, niets om je mee te identificeren, alles bestaat afhankelijk.

Het ware zelf

Daarom vind ik het maar raar dat zoveel mahayanaboeddhisten, ook degenen die de aggregatenleer en het dogma van anatman aanhangen, toch een typisch preboeddhistisch, dat wil zeggen oudhindoeïstisch antwoord geven op de vraag wie ze nu echt zijn.

Inderdaad identificeren zij zich niet langer met hun ik, persoon, ziel of atman; maar ze blijven zich evengoed identificeren, nu weer met het Ware Zelf, de Oorspronkelijke Geest, Brahman, Big Mind, de of het Onuitsprekelijke. Ze hebben de ene vedische identiteit ingeruild voor de andere, een kleine voor een grote, een lage voor een hoge – een oud zelfbeeld voor een ouder.

Het resultaat is een inconsistente mengleer, laten we hem in lijn met de Indiase tradities een onuitsprekelijke mengnaam geven. Hinboeddhisme, stel ik voor. Hinddhoedisme. Boeddhoeïsme. Zelfboeddhisme. Brahmanboeddhisme. Boeddhamystiek. Jnanaboeddhisme. Yogaboeddhisme. Boeddhayoga. Maakt niet uit hoe je hem noemt, zolang de pregautamische dubbelzennigheid maar eenpuntig tot uitdrukking komt.

Dit dubbelisme, dat alleen mogelijk is bij organismen met twee autonome hersenhelften of twee separate halfzielen, maakt onderscheid tussen het relatieve, dat door en door zelfloos zou zijn, en het absolute, dat door en door zelvig zou zijn. Eenzelvig, om precies te zijn, ongeboren, onveranderlijk, onvergankelijk, alomvattend.

Door zijn grenzeloosheid kan het absolute als zelf van al het zelfloze dienen, als weeshuis voor alle wezenlozen, als thuishaven voor alle ontzielde, ontmande en ontpitte christenboeddhisten, voor wie het leven nu eenmaal onverdraaglijk is zonder almachtige vader, ongeschapen schipper, ongeleide herder, onbewogen beweger of uitgedoofde dover desnoods. Eens een essentialist, altijd een essentialist.

Alles heilig, niets leeg

Het idee van een alomtegenwoordigheid is ook voor westerlingen oud nieuws. Neoplatonisme heet deze zienswijze, die teruggaat op de ideeënleer van Plato en de zijnsleer van Parmenides, twee tijdgenoten van de Boeddha.

De neoplatonistische mystiek (alles heilig en niets leeg) vierde hoogtij in de middeleeuwen. Ze zou Meister Eckhart in het gat van de godheid drijven, de godheid in het gat van Meister Eckhart (interpenetratie) en beiden in de behaarde handen van de Inquisitie, een van de honderd namen en gezichten van God.

Zen, noemen de Franciscanen, Benedictijnen en Clarissen nu het bloed van Christus, en het smaakt weer opperbest. Goede wijn behoeft geen kruis.

Wat er over het neoplatonisme kan worden bevestigd en ontkend is al in de vijfde eeuw na onze jaartelling bevestigd en ontkend, nog voor ene Bodhidharma (alles leeg en niets heilig) in China aangekomen zou zijn. Door ene Pseudo-Dionysius nog wel, dus die moeite kan ik me besparen.

Ik wens iedere neoplatonistische zenboeddhoeïst een goede tijdreis.

116. Boeddhisme is geen geloof, maar alle boeddhisten zijn gelovig

Vier keer elf boeddhistische geloofsartikelen.

Meester Zero zegt:

Boeddhisme is geen geloof.

Maar alle boeddhisten zijn gelovig.

Ze geloven in het boeddhisme. In de Boeddha. In de dharma. In de sangha. In samsara. In nirwana. In verlichting. In het absolute. In de boeddhanatuur. In het einde van het lijden. In het achtvoudige pad.

Ze geloven in maakbaarheid. In zelfverheffing. In onthechting. In de vrije wil. In perfectie. In geloften. In het zelf. In niet-zelf. In de leegte. In wedergeboorte. In onsterfelijkheid.

Ze geloven in afhankelijk ontstaan. In gebedsmolens. In vlaggetjes. In titels. In de lineage. In transmissie. In transcendentie. In beelden. In tempels. In karma. In dana.

Ze geloven in metta. In karuna. In mudita. In upeksha. In mediteren. In mantra's. In soetra's. In shastra's. In wijsheid. In gelukzaligheid. In onverstoorbaarheid.

Niet alle boeddhisten geloven hetzelfde.

Maar alle boeddhisten zijn gelovig.

Boeddhisme is een geloof.

117. Wie ben je nou echt? De dualist, de hindoe en de boeddhist

Drie ware selfies.

Ik ben mezelf, roept het dualistisch verstand.

Ik ben het zelf, roept het hindoeïstisch verstand.

Niets heeft een zelf, roept het boeddhistisch verstand.

Want wijsheid is van alle markten thuis.

118. Waarom Boeddha geen boek is en Jeff Shore geen auteur

Die verdomde gemoedsrust ook, had ik dat Boek van Sereniteit maar nooit gelezen.

Beste Hans,

Ben jij bekend met het boek Being without Self van de Amerikaanse zenboeddhist Jeff Shore?

Beste Don,

Jazeker, dat is een vroeg werk van Jeff. Sure heeft zichzelf sindsdien keer op keer overtroffen. In het bijzonder kan ik de volgende titels aanbevelen:

Being your Selfie, Being Someone Else's Selfie, Being Someone Else, Being Everybody Else, Selfie without Being, Being without Selflessness, Being Without, Being a Whiteout, Being within Beinglessness en de opvolger daarvan, Non-beinglessness.

Gauw naar de boekenwinkel dus.

Don: Het is Shore, geen Sure. Heb jij iets tegen Jeff Shore of tegen zijn boeken of tegen zenboeken of tegen alle boeken of wat?

Hans: Heb jij Being Without Books van Hans van Dam al gelezen? Ik leg op dit moment de laatste hand aan de Nederlandse vertaling ervan, Wezen zonder Lezen. Of zal ik het Je Laatste Boek noemen?

Hoe dan ook, je moet het gelezen hebben. Tenminste, je moet het op de plank hebben. Waar het mij om gaat, je moet het gekocht hebben. Gauw naar de boekenwinkel dus.

Don: Tegen boeken dus.

Hans: Welnee joh, ik ben nergens voor of tegen. Die verdomde gemoedsrust ook. Had ik het Book of Equanimity maar nooit gelezen. Sindsdien maak ik me nergens meer druk over.

Misschien moet ik een boek over boeddhistisch engagement en verbondenheid uitgeven, ik denk aan The Passion of Detachment of Interbeing through Internet. Of een boek over de heilige communie met het boeddhalichaam of het dharmalichaam, Interpenetrating the impenetrable (niet te verwarren met de gelijknamige kamasoetratechniek).

Don: Misschien moet je iets doen met de bodhisattvageloften.

Hans: Toevallig dat je het zegt, ik heb ze net afgelegd.

Don: Mooi zo.

Hans: En ik leg net, as we speak, de laatste hand aan mijn getuigenis daarvan, Being without Vows of (als ik mijn uitgever kan overhalen) Vowlessness, de opvolger van Buddha without Nature en Nature as Buddha, binnenkort verkrijgbaar als trilogie in een luxe zuurvrije doos van houtvrij karton inclusief foto, haarlok en exclusief een exclusief stukje navelstreng van de auteur zolang de voorraad rekt.

Gauw naar de boekenwinkel dus.

Bibliografie

Ik geef het toe, bovenstaande correspondentie is verzonnen, de boektitels ook, grotendeels, maar Boeddha is geen Boek is, zo waar als ik hier lieg, deel twaalf van de elfdelige serie Boeddha is geen boeddha van Hans van Dam.

Andere titels in deze serie zijn Boeddha is geen Leegte, Boeddha is geen Voorschrift, Boeddha is geen Beeld, Boeddha is geen Sokkel, Boeddha is geen God, Boeddha is geen Heilige, Boeddha is geen Fee, Boeddha is geen Dana, Boeddha is geen Lama, Boeddha is geen Mantra en Boeddha is geen Boeddhist.

Gauw naar de boekenwinkel dus.

Woordenlijstje Engels - Nederlands

shore: kustlijn

sure: zekers

being without self: zonder zelf zijn, wezen zonder zelf, zelfloosheid (selflessness)

being your Selfie: je selfie zijn

being someone else's selfie: andermans selfie zijn

being someone else: iemand anders zijn

being everybody else: iedereen zijn

selfie without being: selfie zonder wezen, selfie zonder zijn

being without selflessness: zonder zelfloosheid zijn, wezen zonder zelfloosheid

being without: wezen zonder, zonder zijn

being a whiteout: blanco zijn

being within beinglessness: wezen in wezenloosheid, zijn in wezenloosheid

non-beinglessness: niet-wezenloosheid, niet-zijnloosheid

being without books: wezen zonder boeken, zonder boeken zijn, boekenloosheid (booklessness)

book of equanimity: boek van gelijkmatigheid

the passion of detachment: de hartstocht van onthechting, passieloosheid (passionlessness)

interbeing through internet: interzijn met internet

interpenetrating the impenetrable: wederzijds het ondoordringbare doordringen

as we speak: nu

being without vows: wezen zonder geloften, zonder geloften zijn, gelofteloosheid (vowlessness)

buddha without nature: boeddha zonder natuur

nature as Buddha: de natuur als boeddha

119. Haiku op haiku: tussen priester en bel

Lettergrepen naar niet-weten.

Zwervende priester
is in de mist verdwenen.
Zijn bel klinkt nog voort.

(Meisetsu)

Ik hoorde hem echt,
priester bellend in de mist,
maar het bleek een rund.

(Hans)

120. De Beppesutta

Voor boeddhawurmen.

Klepperman van Elleven is de erudiete driemondige protagonist van de Beppesutta.

De Beppesutta is de eerste en tot nog toe enige soetra die op muziek is gezet, door niemand minder dan marakunstenaar Richard Wachtmaar.

De Beppesutta vangt aan met de aria:

Klepperman van Elleven
Waar ga je zo laat naar toe
Naar alle geesteskinderen
Van onze Dada Boe

En je zieltje gaat van zap zap zap
En je mondjes gaan van hap hap hap
Klepperman van Elleven
Doe gauw je boekjes toe

Daarna volgt een relaas over de zielenroerselen van Klepperman van Elleven zo lang als de zielenroerselen van Klepperman van Elleven, en dat wil wat zeggen, maar wat, vermengd met alle bekende en onbekende soetra's en shastra's uit alle kalpa's in alle talen, Pali, Sanskriet, Tibetaans, Chinees, Engels, Duits, Frans, Nederlands, Spijkerschrift en JavaScript.

De Beppesutta en de gelijknamige opera hadden moeten eindigen met het lied:

Klepperman van Elleven
Heeft tweeëntwintig Zelleven
Zo groot als stergewelleven
Maar helpen doet het niet

Maar eindigen doet het niet.

Jongen in een korte broek wiens knieën monden zijn.
^ De driemondige Klepperman van Elleven.

121. Haiku op haiku: tussen vergankelijkheid en eeuwigheid

Lettergrepen naar niet-weten.

Een blik in de eeuwigheid
ontdek ik in de gevallen blaren
in mijn tuin.

(Kyorai)

Mijn blik op de eeuwigheid
verlies ik in de gevallen blaren
in mijn tuin.

(Hans)

Gevallen ben ik
in de gevallen blaren
in mijn tuin.

(Hans)

122. Zen is wat geen-oog kan zien

Verstand op oneindig, blik op nul.

'Hoe zie jij jezelf?'

'Vroeg de ene blinde aan de andere.'

'Nou?'

'Ik zie mezelf niet.'

'Verwijs je naar datgene wat geen oog kan zien?'

'Ik zie het Zelf niet.'

'Het Absolute, het Kennen, het Numineuze, de Bron, je Essentie, je Oorspronkelijke Gezicht...'

'Doe maar duur.'

'Bedoel je dat je niemand bent?'

'Waar zie je mij voor aan?'

'Volgens de advaita vedanta...'

'Non-dualist.'

'Het Pali woord anatta...'

'Boeddhist.'

'Het begrip wu wei...'

'Taoïst.'

'Het goddelijke in ons...'

'Mysticus.'

'Maar het Ene...'

'Monist.'

'Je kan toch niet ontkennen dat de Wereldwil...'

'Fatalist.'

'Zo blijft er niets over.'

'Nihilist.'

'Dan weet ik het ook niet meer.'

'Dan weet ik het ook niet meer.'

Iemand met lege oogkassen die in de spiegel kijkt.
^ Hoe ik mezelf zie.

123. De groeten aan je beeldzelf

Tussen inkeer en afkeer.

Meester: Wat is zen?

Leerling: Inkeren.

Meester: Tot?

Leerling: Je diepste zelf.

Meester: Hm.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: Afkeren.

Leerling: Van?

Meester: Je diepste zelfbeeld.

124. Over de engte tussen zelfbeeld en zenbeeld

Waarmee vereenzelvig jij je?

Meester: Wat is zen?

Leerling: Afkeren van je diepste zelfbeeld.

Meester: Hm.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: Afkeren van je diepste zenbeeld.

125. Zen is erover ophouden

En dat komt vanzelf.

Meester: Wat is zen?

Leerling: Jezelf vergeten.

Meester: En dan?

Leerling: Komt het Zelf vanzelf.

Meester: En dan?

Leerling: En dan ben je er.

Meester: Hm.

Leerling: Wat is zen volgens u?

Meester: Jezelf vergeten.

Leerling: En dan?

Meester: Het Zelf vergeten.

Leerling: En dan?

Meester: Gaat alles vanzelf.

Leerling: Zen is jezelf vergeten en het Zelf vergeten en dan gaat alles vanzelf?

Meester: Dat ging het toch al.

Leerling: Wat maakt het dan uit?

Meester: Dat bedoel ik.

Leerling: Wat als je jezelf en het Zelf vergeten bent?

Meester: Zen vergeten.

Leerling: En dan?

Meester: Het vergeten vergeten.

Leerling: En dan?

Meester: Hou je er vanzelf over op.

126. Haiku op haiku: tussen bloem en berg

Lettergrepen naar niet-weten.

O, dat is, dat is
Geen woord meer! De bloeiende
Yoshinobergen!

(Teishitsu)

O, dat is, dat zijn...
Ach, dat zijn, dat is, dat zijn...
Och, dat is, dat, o...

(Hans)

Mount Fuji met een sneeuwklokje op de top.
^ De bloeiende Fuji.

127. Zen is ontdekken dat je nergens mee voor de dag hoeft te komen

En daar dan mee voor de dag komen.

Leerling: Wat is zen?

Meester: Een ontmaskering.

Leerling: Waarvan?

Meester: Zen.

Leerling: Zen is een ontmaskering van zen?

Meester: En?

Leerling: Ik dacht van jezelf.

Meester: Ook.

Leerling: Waarvan dan nog meer?

Meester: Het zelf.

Leerling: Zen is een ontmaskering van zen, jezelf en het zelf?

Meester: Ook.

Leerling: Waarvan dan nog meer?

Meester: Leegte, afhankelijk ontstaan, de vier edele waarheden, het achtvoudige pad, de Boeddha, de dharma, de sangha...

Leerling: Zen is een ontmaskering van het hele boeddhisme?

Meester: Ook.

Leerling: Waarvan dan nog meer?

Meester: Van al je begrippen, aannames, ideeën en idealen...

Leerling: Zen is een ontmaskering van al je gedachten?

Meester: Deze ook.

Leerling: Wat komt er onder het masker tevoorschijn?

Meester: Wie zegt dat er iets onder tevoorschijn komt?

Leerling: Bedoelt u dat er niets onder het masker zit?

Meester: Welk masker?

Leerling: Nou, daar kan je mee voor de dag komen.

Meester: Zen is ontdekken dat je nergens mee voor de dag hoeft te komen.

Leerling: Wat gebeurt er dan?

Meester: Niets.

Leerling: Zen is ontdekken dat je er niets gebeurt als je nergens mee voor de dag komt?

Meester: En daarmee voor de dag komen.

Gemaskerd figuur met in elke hand nog een masker.
^ Wat zit er onder jouw maskers?

128. Heridentificatie als heilsweg: de ware voeten van Hein Stufkens

Afsluiten voor je begint.

Beste Hans,

Ken jij de filosoof en zenboeddhist Hein Stufkens? Eens woonde ik een lezing van hem bij over de vraag 'Wie ben ik?' Hein sloot af met de wens dat iedereen de liefde, de vrijheid en de ruimte mag ervaren die loskomt als je ophoudt je te identificeren met jezelf en begint je te identificeren met het wezenlijk onnoembare waarvan je een gezicht, de handen en de voeten bent. Die zin is mij altijd bijgebleven. Prachtig, vind je niet?

Beste Lieke,

Dan sluit ik af met de wens dat jij de liefde, de vrijheid en de ruimte mag ervaren die loskomt als je ophoudt je te identificeren met het wezenlijk onnoembare waarvan je een gezicht, de handen en de voeten zou zijn.

Lieke: Pardon?

Hans: Je hoeft je niet te verontschuldigen, hoor.

Lieke: Niet identificeren met je ik, niet identificeren met het wezenlijk onnoembare, wou je zeggen.

Hans: Welk ik? Welk wezenlijk onnoembare?

Lieke: Volgens mij verwijst meneer Stufkens naar ons ware Zelf. Dat waarin alles verschijnt en verdwijnt.

Hans: Waaronder ons ware Zelf, neem ik aan?

Lieke: Pardon?

Hans: Je hoeft je niet te verontschuldigen, hoor.

Lieke: Verwijs je nu naar de doctrine van anatman, niet-zelf?

Hans: Dan sluit ik af met de wens dat jij de liefde, de vrijheid en de ruimte mag ervaren die loskomt als je je niet meer identificeert met anatman.

Lieke: Niet-identificeren is het devies.

Hans: Dat je de liefde, de vrijheid en de ruimte mag ervaren die loskomt als je je niet meer verzet tegen identificatie.

Lieke: Ik heb nog een lange weg te gaan, geloof ik.

Hans: Dat je mag ervaren wat er ook maar loskomt als je niet meer gelooft dat je nog een lange weg hebt te gaan.

Lieke: Bedoel je dat er niets te bereiken valt omdat we er al zijn?

Hans: Wat er maar loskomt als je niet meer denkt dat er niets te bereiken valt omdat we er al zijn.

Lieke: Bedoel je soms dat ik moet ophouden van alles te denken?

Hans: Wat er loskomt als je niet meer hoeft op te houden van alles te denken.

Lieke: Bedoel je dat ik mijn gedachten alleen maar hoef los te laten?

Hans: Wat er loskomt als je je gedachten niet meer hoeft los te laten.

Lieke: Ik hoop dat er dan liefde, vrijheid en ruimte loskomt.

Hans: Wie weet wat er loskomt als je niet meer hoopt dat er liefde, vrijheid en ruimte loskomt.

Lieke: Wat is er bij jou losgekomen?

Hans: Bij mij is alles losgekomen.

Lieke: Ik weet niet of ik dat wel wil.

Hans: Ik weet niet of dat wat uitmaakt.

Gezicht van Hein Stufkens met een diadeem van tenen en een baard van vingers.
^ Hein Stufkens als het wezenlijk onnoembare waarvan hij een gezicht, de handen en de voeten is, of meent te zijn (doorhalen wat niet van toepassing is).

129. Hoe ruim is jouw Zelfbeeld?

Grootheidswaan is nietsgedaan.

'Waaraan herken je een boeddha?'

'Aan zijn zelfbeeld.'

'Hoe dan?'

'Er komt geen eind aan.'

130. Effe het Zelf bellen: voice dialogue als belweg naar realisatie

'Moshi moshi, mag ik mijn roshi?'

Wat is voice dialogue?

Tot voor kort werd aan het bestaan van het Ware Zelf, alias de Grote Geest, nog weleens getwijfeld, net als vroeger aan het bestaan van God, niet altijd openlijk.

Aan die twijfel is onverwacht een eind gekomen dankzij de Amerikaanse uitvinding van de voice dialogue in de jaren zeventig van de vorige eeuw.

Het was niemand minder dan de eerwaarde dollarduiker Genpo Roshi, voorheen baantjestrekker David Merzel, die op het idee kwam (of tijdens een belseance door het ware Zelf op het idee is gebracht) om deze premobiele techniek toe te passen op onze postmobiele spiritualiteit.

Zo slaagde hij erin catatonische zitboeddhisten, die anders met geen keisaku (stok) meer in beweging te krijgen zijn, toch weer op gang te helpen.

Dankzij het geniale Big Mind Process™ kan zelfs de kleinste geest nu een headsfree gesprek met het ware Zelf aangaan. Zoals ik persoonlijk mocht ondervinden:

Mijn stemmendialoog

'Mag ik even met de Grote Geest spreken?'

'Spreek je mee, wat kan ik voor je zeggen?'

'Ik wil alleen wat weten.'

'Wat kan ik voor je weten?'

'Hoe weet ik dat ik u ben?'

'Klinkt mijn stem niet net als de jouwe?

'Verdraaid.'

'Voilà.'

'Oké, bedankt.'

'Graag gedaan.'

'Wacht even.'

'Zeg het maar.'

'Ik wou nog wat vragen.'

'Wat kan ik voor je antwoorden?'

'Hoe weet u dat u mij bent?'

'Klinkt jouw stem niet net als de mijne?'

'Verdraaid.'

'Zo simpel is dat.'

'Bedankt hoor.'

'Graag gedaan.'

One-way authentication

Ongelooflijk, nietwaar, zo'n voice dialogue? Two-way authentication avant la lettre. De Grote Geest valideert de kleine en omgekeerd. Valsspelen onmogelijk.

Het mooie van een stemmenspel: je kan het samen met iemand anders doen, bijvoorbeeld met je leraar. Is hij niet in de buurt dan roep je hem ter plekke aan, al zit je in bad, al lig je in bed, midden op de dag, in het holst van de nacht. 'Moshi moshi, mag ik mijn roshi?'

Geeft hij geen sjoege dan geef jij het: 'Spreek je mee, wat kan ik voor je zeggen?' Dat is namelijk de tweede mogelijkheid, dat je beide stemmen van de voice dialogue voor je rekening neemt. One-way authentication. Het zelf valideert zichzelf, wie zou het ook anders moeten doen.

Monnik die druk zit te praten in twee ouderwetse telefoonhoorns.
^ Het zelf valideert zichzelf, wie zou het ook anders moeten doen.

Begint het eengesprek te vervelen omdat je van tevoren al weet wat je gaat zeggen, dan kan je je leraar voicebellen in je hoedanigheid van Big Mind. 'Mag ik mijn kleine geest even spreken?' Eens kijken of hij dan wél opneemt. Zo leer je je roshi kennen.

Mocht je met voice dialogue willen experimenteren: je kan me altijd bellen. Als small mind of als Big Mind, als roshi of als leerling, collect call of via Skype. Als je maar Zelf opneemt.

131. Zengeest, röntgengeest

Een heldere visie om te doorzien.

Leerling: Wie ben ik?

Meester: Klinkt als een retorische vraag.

Leerling: Toegegeven.

Meester: En hoe luidt het retorische antwoord?

Leerling: Het is het ik dat antwoord eist, het is het ik dat moet worden doorzien.

Meester: Dat zeg jij.

Leerling: Wat zegt u?

Meester: Het is de vraag die antwoord eist, het is de vraag die moet worden doorzien.

Leerling: En het ik dan?

Meester: Ook die vraag moet worden doorzien.

Leerling: Maar het was toch het ik dat moest worden doorzien?

Meester: Ook die vraag moet worden doorzien.

Leerling: Zijn wij dan niet het ware zelf?

Meester: Ook die vraag moet worden doorzien.

Leerling: Of is alles zonder zelf?

Meester: Ook die vraag moet worden doorzien.

Leerling: Wat als alle vragen zijn doorzien?

Meester: Ook die vraag is dan doorzien.

Leerling: Is er dan geen antwoord meer?

Meester: Ook die vraag is dan doorzien.

Leerling: Tja, dan weet ik het ook niet meer.

Meester: Ook dat antwoord is dan doorzien.

Leerling: Omdat alles dan is doorzien?

Meester: Ook dat is dan doorzien.

Leerling: Een heldere visie, zonder meer.

Meester: Heb je hem al doorzien?

132. Wat is je natuurlijke staat, verlichting of niet-weten?

Moeiteloos stom zijn.

Beste Hans,

Zowel in zen als dzogchen en advaita wordt de toestand van verlichting die ons geboorterecht is, aangeduid als de natuurlijke staat. Hij wordt ook weleens omschreven als moeiteloos zijn, zonder zelf zijn (being without self), of bewust zijn. Dat laatste omdat er alleen maar bewustzijn is, onze ware aard.

Nu mijn vraag: is niet-weten verlichting? Zou jij niet-weten omschrijven als je natuurlijke staat? Is de toestand van niet-weten naar jouw idee dezelfde als de toestand van moeiteloos zijn en de toestand van zonder zelf zijn?

Beste Leonie,

Ja, wat een toestanden allemaal, hè. Zie die maar eens uit elkaar te houden.

Leonie: Hoe hou jij ze uit elkaar?

Hans: Soms is een lamp aan, soms is hij uit, wat is zijn natuurlijke staat?

Leonie: Haha.

Hans: Soms slaap ik, soms ben ik wakker. Wat is mijn natuurlijke staat?

Soms voel ik me iemand, soms voel ik me niemand. Wat is mijn natuurlijke staat?

Soms weet ik het weer, soms weet ik het niet meer. Wat is mijn natuurlijke staat?

Soms kost alles moeite, soms gaat alles vanzelf. Wat is mijn natuurlijke staat?

Leonie: Je natuurlijke staat is wat geen moeite kost.

Hans: Daar kan je alle kanten mee op. Dronkenschap kost een alcoholist geen moeite. Moorden kost een psychopaat geen moeite. Dood zijn kost een lijk geen moeite.

Leonie: Het gaat erom wat jou geen moeite kost.

Hans: Moeite doen kost mij geen moeite, geen moeite doen wel. Wat is mijn natuurlijke staat?

Leonie: Bewust zijn kost niemand moeite. Moeiteloos bewustzijn van wat er maar verschijnt is onze natuurlijke staat. Er is alleen maar bewustzijn. Bewustzijn is onze ware aard.

Hans: Dat moet je mij niet vragen, ik weet niet wat onze ware aard is. Ik weet niet of we een ware aard hebben. Ik weet niet of er alleen maar bewustzijn is. Ik weet niet eens of er wel zoiets als bewustzijn is.

Leonie: Niet-weten is onze ware aard, wou je zeggen.

Hans: Niemand is het erover eens wat onze ware aard is, zou ik zeggen. Niemand is het erover eens wat alles is. Niemand is het erover eens dat alles hetzelfde is. Niemand is het erover eens dat alles iets is of zelfs maar dat alles is. Niemand is het waar dan ook over eens.

Was iedereen het wel ergens over eens, dan nog zouden we het allemaal mis kunnen hebben. Is al zo vaak gebeurd. Was de aarde ooit plat? Zetelde het verstand ooit in het hart? Kwamen de kindertjes ooit uit de kool?

Leonie: De meeste mensen zijn het erover eens dat bewust zijn onze natuurlijke staat is.

Hans: Dat had je gedacht. Mensen die het eens zijn klitten graag samen en mensen die samenklitten zijn het graag eens. Andersdenkenden worden overgehaald of uitgestoten. Zo ontstaat de aangename waan van unanimiteit.

Kijk maar om je heen. Overal vind je groepjes gelijkgestemden, veilig onder hun eigen consensusstolp. Afdelingen, loges, sangha's. Broederschappen, gezelschappen, gezindten. Clans, collectieven, partijen. Scholen, kampen, clubs.

Er zijn dzogchenboeddhisten, theravadaboeddhisten, zenboeddhisten. Fascisten, anarchisten, nihilisten. Katholieken, protestanten, atheïsten. Dualisten, non-dualisten, monisten. Vrijmetselaars, scientologen, occultisten.

Groepsleden horen elkaars woorden, lezen elkaars teksten, bevestigen elkaars ideeën, raken ervan overtuigd dat zij en alleen zij gelijk hebben.

Ze zien hun godsbeeld aan voor god, hun mensbeeld voor de mens, hun wereldbeeld voor de wereld.

Ze noemen hun eigen gelijk Inzicht, Waarheid, Wijsheid.

Ze noemen zichzelf en elkaar uitverkoren, verheven, gezegend, excellent, verlicht, ontwaakt, gerealiseerd.

Leonie: Dat gebeurt met niet-weten net zo goed.

Hans: Nee hoor, in een radicaal niet-weten is geen sprake van beeld- of groepsvorming. Er zijn geen ideeën of idealen om het over eens te worden. De lege leer is gewoon leeg.

Niet-weten laat zich geen inzicht noemen, geen waarheid, geen wijsheid. Het laat zich geen verlichting noemen, geen ontwaken, geen realisatie. Dat zou aanmatigend zijn, om niet te zeggen absurd.

Leonie: Je weet alleen maar niet.

Hans: Ook dat weet je niet. Je ontdekt het van ogenblik tot ogenblik voor een ogenblik. Voor de ene gedachte na de andere. Niet-weten stelt echt niets voor. Toch, ik bedoel natuurlijk juist daardoor, zet het je hele leven op zijn kop.

Leonie: Mag ik hieruit opmaken dat verlichting geen geboorterecht is?

Hans: Dat moet je aan de geboorterechter vragen, ik ben niet zo'n licht.

Leonie: Is niet-weten ons geboorterecht?

Hans: Mij lijkt het niet iets waarvoor je op je strepen gaat staan, maar wie ben ik.

Leonie: Wie ben jij?

Hans: Dat wil je niet weten.

Leonie: Er gaat niet veel zinnigs in jou om, hè?

Hans: Dat hoor ik wel vaker. Het zal mijn natuurlijke staat toch niet zijn?

133. Krijg het heen en weer met je natuurlijke staten

Misschien is niet weten of er een natuurlijke staat is wel je natuurlijke staat.

1

Agnes: Wat bindt de mens aan zijn weten?

Hans: Een elastiek.

Agnes: Wat heeft dat voor gevolg?

Hans: Hoe harder je wegloopt, hoe harder je terugschiet. PANG.

Agnes: Jij ook?

Hans: Iedereen.

Agnes: Wat is dan het verschil tussen ons?

Hans: Jij blijft rustig in de buurt van het weten rondscharrelen.

Agnes: En jij?

Hans: Ik doe aan bungeejumpen.

2

Agnes: Wat bindt de mens aan zijn niet-weten?

Hans: Een elastiek.

Agnes: Wat heeft dat voor gevolg?

Hans: Hoe harder je wegloopt, hoe harder je terugschiet. PANG.

Agnes: Jij ook?

Hans: Iedereen.

Agnes: Wat is dan het verschil tussen ons?

Hans: Ik blijf rustig in de buurt van niet-weten rondscharrelen.

Agnes: En ik?

Hans: Jij doet aan bungeejumpen.

3

Agnes: Als je met een elastiek aan het weten gebonden bent, is weten je natuurlijke staat.

Hans: PANG.

Agnes: Als je met een elastiek aan niet-weten gebonden bent, is niet-weten je natuurlijke staat.

Hans: PANG.

Agnes: Wat is nou je natuurlijke staat, weten of niet-weten?

Hans: Wil je dat echt weten?

Agnes: Inderdaad.

Hans: Dan zal dat het verschil wel zijn.

Agnes: Waartussen?

Hans: Jou en mij.

Agnes: Wil je het niet weten of weet je het gewoon niet?

Hans: Weet ik ook al niet.

Agnes: Bij wie moet ik dan wezen?

Hans: Wie zegt dat iemand het weet?

Agnes: Wou jij zeggen van niet?

Hans: Wat weet ik daarvan?

Agnes: Maar wat is nou je natuurlijke staat?

Hans: Dat is nou je natuurlijke staat.

Agnes: Weten of niet-weten?

Hans: Heen en weer gaan tussen weten en niet-weten?

Agnes: Heen en weer gaan is je natuurlijke staat?

Hans: Ik zou het anders ook niet weten.

Agnes: Dat zou een hoop verklaren.

Hans: Als er al een natuurlijk staat is.

Agnes: Daar vraag je me wat.

Hans: En iemand die daarin kan verkeren.

Agnes: Daar ging ik inderdaad eventjes van uit.

Hans: Misschien is niet weten of er een natuurlijke staat is wel je natuurlijke staat.

Agnes: Dat kan ook nog.

Hans: Misschien is niet weten of er iemand is die daarin kan verkeren wel je natuurlijke staat.

Agnes: Dat kan ook nog.

Hans: Maar misschien ook niet.

134. Haiku op haiku: tussen God en mens

Lettergrepen naar niet-weten.

Liever dan een god
zou ik willen proberen
echt een mens te zijn.

(Kenkabo)

Geen echt mens meer zijn,
ik zou bij god niet weten
hoe ik dat moest doen.

(Hans)

135. Zen is geen doen

Maar ook geen laten.

'Wat is zen?'

'Geen doen.'

'Zen is geen doen?'

'Maar ook geen laten.'

'Zen is geen doen maar ook geen laten?'

'Kan je daar iets mee?'

'Als zen geen doen is en geen laten, wat dan wel?'

'Ik zou het ook niet weten.'

'Is zen niet-weten?'

'Maakt niet uit.'

'Waarom niet?'

'Niet-weten is ook geen doen.'

'En ook geen laten, zeker.'

'Niet dat ik weet.'

136. Zen is echt zijn als je echt bent en nep zijn als je nep bent

Niemand kan het niet.

Leerling: Wat is zen volgens u?

Meester: Lachen als je lacht, huilen als je huilt.

Leerling: Als je lacht, lach dan helemaal en als je huilt, huil dan helemaal, bedoelt u?

Meester: Halfslachtig lachen als je halfslachtig lacht, halfslachtig huilen als je halfslachtig huilt.

Leerling: Zolang het maar echt is.

Meester: Echt zijn als je echt ben, nep zijn als je nep bent.

Leerling: We moeten het leven nemen zoals het komt.

Meester: Als dat is wat er komt.

Leerling: En anders?

Meester: Nemen we het niet zoals het komt of we nemen het zoals het niet komt.

Leerling: Bedoelt u dat we niets moeten nastreven?

Meester: Behalve als we iets moeten nastreven.

Leerling: Nou weet ik het helemaal niet meer.

Meester: Weten als je weet, niet weten als je niet weet.

Leerling: Enfin.

Meester: Een ander woord voor zen.

137. Haiku op haiku: tussen tempels en pioenen

Lettergrepen naar niet-weten.

Een tempel waar
pioenen bloeiden liep ik voorbij.
Het spijt me nu.

(Buson)

Pioenen waar
een tempel stond liep ik voorbij.
Het spijt me nu.

(Hans)

138. Zen is algemeenheden als deze mijden

Kletskoek van eigendeeg.

Leerling: Mijns inziens uit de dharma zich louter op persoonlijke wijze.

Meester: Geldt dat voor iedereen of alleen voor jou?

Leerling: Er is geen waarheid buiten mezelf, al denk ik graag van wel.

Meester: Is dit een waarheid in jezelf of buiten jezelf?

Leerling: Ik bedoel dat er geen algemeen geldige waarheid is.

Meester: Geldt dat voor iedereen of alleen voor jou?

Leerling: Ik kan dus nergens aanspraak op maken.

Meester: Behalve hierop zeker.

Leerling: Ik kan nooit zeggen dat ik wel de waarheid heb gevonden en de ander niet.

Meester: Geldt dat voor iedereen of alleen voor jou?

Leerling: Dat lijkt jammer maar het is vooral een bevrijdend inzicht.

Meester: Waarom?

Leerling: Omdat je als zenboeddhist niets fout kan doen.

Meester: Behalve denken dat je als zenboeddhist iets fout kan doen, zeker.

Leerling: En ook niets goed.

Meester: Behalve denken dat je als zenboeddhist iets goed kan doen, zeker.

Leerling: Je hoeft eigenlijk alleen nog maar te ontvangen.

Meester: Geldt dat voor iedereen of alleen voor jou?

Leerling: En vanuit dit bevrijdende inzicht de moed hebben je eigen weg te gaan.

Meester: Ja, moet je nu ontvangen of je eigen weg gaan?

Leerling: Mijns inziens uit de dharma zich louter op persoonlijke wijze.

Meester: Geldt dat voor iedereen of alleen voor jou?

139. Haiku op haiku: tussen onder en boven

Lettergrepen naar niet-weten.

Diep onder water,
zacht zijn vinnen bewegend:
een karper die droomt.

(Kyoroku)

Hoog boven water,
zacht zijn lippen bewegend:
een mens die murmelt.

(Hans)

140. Zijn bergen rivieren? 'Tussen de druppels is het droog'

Denken dat je ziet wat is en inzien dat je dat maar denkt.

Beste Hans,

Ken je dit gedicht?

Is er een berg, dan zien we een berg.
Als het regent, horen we regen.
Lente, zomer, herfst, winter:
Ochtend goed, avond goed.

Beste Beau,

In de tijd zijn bergen stromen.
Tussen de druppels is het droog.
Elk seizoen van vroeg tot laat:
Wat heet goed.

Beau: Eerst waren bergen bergen en rivieren rivieren. Toen waren bergen geen bergen meer en rivieren geen rivieren. Nu zijn bergen weer bergen en rivieren rivieren.

Hans: Eerst waren woorden dingen en dingen woorden. Toen waren woorden geen dingen meer en dingen geen woorden. Nu zijn woorden geen woorden meer en dingen geen dingen.

Beau: Wat zijn ze dan wel?

Hans:

Ziet een berg? Ziet, een berg.
Hoor, ik regen. Hoor ik regen?
Wie heeft er oog voor zijn gezicht?
Wie heeft er oor voor zijn gehoor?

Beau: Zo te horen zit jij vast in het tweede stadium.

Hans: Waarvan?

Beau: Toen waren bergen geen bergen meer en rivieren geen rivieren.

Hans: Toen waren stadia geen stadia meer.

Beau: Voor mij zijn bergen weer bergen en rivieren weer rivieren.

Hans: Zo te horen zit jij vast in het derde stadium.

Beau: Een gewetensvraag. Zie jij wat je denkt of zie jij wat is?

Hans: Denk jij dat je ziet wat is?

Beau: Jouw berg laat zich niet verplaatsen, ik geef het op.

Hans: Mijn plaats laat zich niet verbergen, ik geef het toe.

Beau: En wat is jouw plaats?

Hans: Mijn plaats niet kennen.

Beau: Het ga je goed.

Hans: Wat heet goed.

141. Zengeest, watergeest

Vier stadia van menswording.

Meester Zero zegt:

Eerst zijn mensen geen mensen en bergen geen bergen.

Dan worden mensen mensen en bergen bergen.

Daarna worden mensen bergen en bergen mensen.

Ten slotte worden bergen rivieren en mensen stromen.

Berg van water in een rotslandschap.
^ De Waterberg

142. Zen is tegen de tegenstroom in gaan

De dharma voor dwarsliggers.

Antimeester: Wat is zen?

Antileerling: Tegen de stroom in gaan.

Antimeester: Hm.

Antileerling: Wat zou u zeggen?

Antimeester: Met de tegenstroom meevaren.

Jaren later

Antimeester: Wat is zen?

Antileerling: Met de tegenstroom meevaren.

Antimeester: Hm.

Antileerling: Wat zou u zeggen?

Antimeester: Dwarsbomen.

Jaren later

Antimeester: Wat is zen?

Antileerling: Dwarsbomen.

Antimeester: Hm.

Antileerling: Wat zou u zeggen?

Antimeester: Tegen de tegenstroom in gaan.

Antileerling: En als ik dat had gezegd?

Antimeester: Precies.

143. Against The Stream? Zen is geen stroming maar stromen

Tijdgeest, kuddegeest.

Beste Hans,

Vergis ik me of ben jij geaffilieerd met de boeddhistische organisatie Against The Stream van Noah Levine?

Beste Debbie,

Ik ben overal mee geaffilieerd. Hoezo?

Debbie: Door je opstandigheid. Omdat jouw spiritualiteit ook wars is van alle tradities en toch aansluiting zoekt bij diezelfde tradities. Door de tegendraadsheid van je teksten. Omdat je weleens ondertekent met Jan Contrarie.

Hans: Nee hoor, ik ben nergens mee geaffilieerd. Ik ben niet opstandig, dat lijkt maar zo. En ik doe zeker niet alsof, zoals de punkbeweging Against The Stream, die boeddhistisch gezien oerconservatief is, op een trendy westers secularisatiesausje na.

Debbie: Nou nou.

Hans: Ze noemen hun priesters dharmapunx en hun tonsuren hanenkammen maar die zijn net zo goed passé als ordekleden en kale koppen. Zengeest, tijdgeest? Ik dacht het niet.

Zengeest, kuddegeest dan? Weer mis. Met welke groep uit het verre of nabije verleden je je ook vereenzelvigt, inclusief chan en punk, het blijft identificatie. Dan ben je boeddhist voor de vorm, niet voor de leegte.

Debbie: Dit klinkt toch behoorlijk opstandig.

Hans: Ik hoef niet zo nodig met de stroom mee of ertegenin. Ik vind ook niet dat anderen met de stroom mee moeten gaan of ertegenin. Ik vind niet dat mensen daar geen voorkeur in mogen hebben. Ik vind ook niet dat mensen geen voorkeur mogen hebben voor mensen die daar wel of niet een voorkeur in hebben. Begrijp je wat ik bedoel?

Debbie: Ja, heb je nu wel een voorkeur of niet?

Hans: Soms wel, meestal niet, wat maakt het uit. Mijn voorkeur of afkeer of gebrek eraan is mijn zaak niet.

Debbie: Wie zijn zaak is het dan wel?

Hans: Jouw zaak, op dit moment.

Debbie: Nee hoor, ik stelde alleen maar een vraag.

Hans: Misschien maakt mijn voorkeur of afkeer of gebrek eraan wel deel uit van de stroom.

Debbie: En heb je daar dan vrede mee of vecht je ertegen?

Hans: Soms wel, meestal niet, wat maakt het uit. Ook dat is mijn zaak niet. Begrijp je wat ik bedoel?

Debbie: Sorry, ik krijg er geen vinger achter.

Hans: Nou, ik ook niet.

Debbie: Wat is jouw zaak eigenlijk wel?

Hans: Dat is mijn zaak niet.

Debbie: Maakt zeker ook weer deel uit van de stroom.

Hans: Welke stroom?

Debbie: Klinkt als malen in de maalstroom.

Hans: Voelt als dwalen in de dwaalstroom.

Debbie: Dus jij bent niet geaffilieerd met Against The Stream.

Hans: Zij niet met mij. Waarmee ben jij geaffilieerd?

Debbie: Dat weet ik eerlijk gezegd niet.

Hans: Ik begrijp precies wat je bedoelt.

144. Wat is kinhin? Against The Stream

Rijtje identieke kinhinmonniken met punkkapsels.
^ Against the stream.

145. De gelijkenis van het vlot in de Alagaddupama-Sutta

De oceaan van agnose.

Een echte boeddhist is geen boeddhist, daarom ben ik een echte boeddhist.

Het boeddhisme is namelijk een van de weinige wijsheidstradities* die, af en toe, hier en daar, zijn eigen overstijging tot leerstuk heeft verheven. 'Dood de Boeddha' heet het, en 'sunyata-sunyata', de leegte van de leegte.

* Een andere is het pyrronisme, de sceptische leer van Aenesidemus in de geest van Pyrrho van Elis, die zelfs het orthodoxe scepticisme in twijfel trekt.

In de Alagaddupama-Sutta vinden we de gelijkenis van het vlot, die gaat ongeveer zo:

De gelijkenis van het vlot

Een reiziger komt voor een breed water te staan. Hij kan niet zwemmen en er is nergens een brug of veerboot te bekennen. Met wat takken, twijgen, bladeren en gras flanst hij een vlot in elkaar en spartelt naar de overkant.

Zal deze reiziger, op de andere oever aangekomen, denken: dankzij dit vlot kon ik veilig oversteken, laat ik het voortaan maar meeslepen, je weet nooit of het nog eens van pas komt? Nee hè. Hij zal het vlot achterlaten zodat hij kan gaan en staan waar hij wil.

Zo is het ook met het boeddhisme. Het is bedoeld om over te steken, niet om met je mee te slepen. Uiteindelijk moet je de leringen opgeven.

De oceaan van agnose

Wie elke lering opgeeft, is geen leerling meer en geen leraar.

Hij is geen boeddhist meer, geen bodhisattva en geen boeddha.

Hij zit niet in samsara, niet op een vlot, niet in nirwana.

Wie elke lering opgeeft weet niet meer wie of wat of waar hij is.

Wat valt er nog over hem te zeggen? Wat zou hij zelf nog moeten zeggen?

Zijn bestaan is een oceaan van agnose.

146. Haiku op haiku: tussen kikken en vorsen

Lettergrepen naar niet-weten.

O, oude vijver.
Een kikvors springt van de kant.
Geluid van water.

(Basho)

O oude denker.
Geluid van water: hé, wat
sprong daar van de kant?

(Hans)

Kikker die uit kabbelend water bestaat.
^ Waterkikker.

147. De Kleine Karmasoetra – vier zenverhaaltjes over de grote oversteek

Waar zit je liever in vast, begeerten of beloften?

1. Een oud verhaal

Aan de oever van een rivier treffen een zenmeester en zijn leerling een vrouw aan die niet over durft te steken. De meester draagt haar naar de overkant.

'Zomaar iemand van het andere geslacht aanraken', zegt de leerling hoofdschuddend als ze doorgelopen zijn. 'U hebt nog wel de kuisheidsgelofte afgelegd.'

'Ik heb haar bij de rivier achtergelaten,' zegt de meester. 'Jij draagt haar nog steeds bij je.'

2. Een nieuw verhaal

Aan de oever van een rivier treffen een zenmeester en zijn leerling een vrouw aan die niet over durft te steken. De leerling draagt haar naar de overkant.

'Wat een wijf', verzucht de meester als ze doorgelopen zijn.

'Ik heb haar bij de rivier achtergelaten', zegt de leerling. 'U draagt haar nog steeds bij u.'

'Ik heb mijn kuisheidsgelofte bij de rivier achtergelaten', zegt de meester. 'Jij draagt haar nog steeds bij je.'

3. Een bekend verhaal

Aan de oever van een rivier treft een vrouw een zenmeester en een leerling aan die niet over durven te steken. Ze draagt hen een voor een naar de overkant.

'Wat een treurige kerels,' moppert de vrouw, 'denken ze nou echt dat zo'n pij hun opwinding kan verbergen?'

4. Een onbekend verhaal

Aan de oever van de rivier treft een vrouw Gautama Boeddha aan in lotushouding met geloken ogen. Ze draagt hem naar de overkant en zet hem in het gras, nog steeds in lotushouding met geloken ogen.

'Wat een treurige kerel,' moppert de vrouw, 'die heeft werkelijk niets meer te verbergen.'

148. De Boeddha ontwaakt – het ware verhaal

Twee grote voertuigen.

Aan de oever van de rivier treft een vrouw Gautama Boeddha aan in lotushouding met geloken ogen. Ze kust hem, slaat haar armen om hem heen, tilt hem op, draagt hem wiegend naar de overkant, zet hem zachtjes in het gras, nog steeds in lotushouding met geloken ogen, en vervolgt haar weg.

De volgende dag treft een andere vrouw hem daar aan in dezelfde toestand. Ze kust hem, slaat haar armen om hem heen, tilt hem op, draagt hem wiegend naar de overkant, zet hem zachtjes in het gras en vervolgt haar weg.

Als de Boeddha later die dag ontwaakt, kijkt hij onderzoekend om zich heen en ziet dat er niets veranderd is. 'Awel,' zegt hij, 'het is zoals het is. Gelukkig heb ik mijn dromen nog.'

149. Wat is kinhin? De navolging van Jezus

Vier kinhinmonniken die over het water lopen.
^ De navolging van Jezus.

150. Haiku op haiku: tussen besmeurd en vunzig

Lettergrepen naar niet-weten.

Wadende vrouwen
planten rijst. Alles besmeurd,
behalve hun lied.

(Raizan)

Wadende vrouwen
planten rijst. Alles besmeurd
en vunzig hun lied.

(Hans)

151. Van zen word je geen heilige

Waarom zenboeddhisten zich nooit aan hun geloften houden.

Leerling: Word je van zen een beter mens?

Meester: In zen gaat ieder idee van beter en slechter verloren.

Leerling: En?

Meester: Hoe zou je er dan beter van kunnen worden?

Leerling: Misschien bedoelde ik niet zozeer beter als wel menselijker.

Meester: In zen gaat ieder idee van menselijk en onmenselijk verloren.

Leerling: Zo te horen word je er geen heilige van.

Meester: In zen gaat...

Leerling: Ieder idee van heilig en profaan verloren, ja ja.

Meester: Jij zegt het.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: In zen gaat ieder idee van verliezen verloren.

Leerling: Het verliezen gaat ook verloren?

Meester: Mooi meegenomen nietwaar?

Leerling: En dan is alles weer gewoon?

Meester: In zen gaat ieder idee van gewoon en ongewoon verloren.

152. Van zen word je niet normaal

Waarom spiriatrie geen psychiatrie is.

Leerling: Wat is zen?

Meester: Geen idee.

Leerling: Is zen een soort psychotherapie?

Meester: In zen gaat ieder idee van ik en niet-ik verloren.

Leerling: En?

Meester: Wie of wat zou er dan nog behandeld moeten worden?

Leerling: Ik noch niet-ik?

Meester: In zen gaat ieder idee van ziek en gezond verloren.

Leerling: Dus?

Meester: Wat zou dan nog het doel van de behandeling kunnen zijn?

Leerling: Ziek noch gezond worden?

Meester: In zen gaat ieder idee van doel en middel verloren.

Leerling: Dan weet ik het ook niet meer.

Meester: In zen gaat ieder idee van weten en niet-weten verloren.

Leerling: Zo te horen gaat in zen ieder idee verloren.

Meester: 't Idee.

153. Zen is een blik in het verstand

Maar of dat verstandig is?

Leerling: Een vlaag van verstandsverbijstering is een blik in de eeuwigheid!

Meester: Of omgekeerd.

Jaren later

Leerling: Een blik in de eeuwigheid is een vlaag van verstandsverbijstering!

Meester: Of omgekeerd.

154. Niet doden in het christendom en het boeddhisme: overeenkomsten en verschillen

Met gratis tips voor het creëren van terminale morele dilemma's.

Het christendom en het boeddhisme spreken zich allebei uit tegen moord.

Christenen zeggen: Gij zult niet doden. Dat is het zesde van de tien geboden (het vijfde in de telling van de Rooms-katholieken en de Lutheranen.)

Boeddhisten zeggen: Ik neem mij voor geen voelende wezens te doden. Dat is de vierde regel van het achtvoudige pad (over juist handelen) en de eerste van de vijf, acht en tien leefregels.

Overeenkomsten en verschillen tussen de joods-christelijke en de boeddhistische insteek

Wat deze tradities delen is de onuitgesproken gedachte dat we een vrije wil hebben; dat we zelf bepalen of we wel of niet doden, en daarop afgerekend mogen worden.

Ze zijn het er ook over eens dat het slecht met ons zal aflopen als we ons niet aan de regels houden. Doden loont niet. Ooit zullen we de prijs betalen.

Behalve overeenkomsten zijn er ook verschillen. In het christendom mag je niet doden van God, in het boeddhisme niet van jezelf.

Volgens het christendom is doden slecht, volgens het boeddhisme onheilzaam.

Het christelijke gebod beperkt zich tot het doden van mensen, de boeddhistische gelofte gaat ook over het doden van dieren.

Wie zich niet houdt aan het gebod gaat na dit leven naar de hel, onherroepelijk en voorgoed. Wie zich niet houdt aan zijn gelofte creëert negatief karma; daar kan je in dit leven en in toekomstige levens nog flink last van hebben maar het staat je uiteindelijke bevrijding niet in de weg.

Morele dilemma's

Als het om het mensen gaat, leveren het christelijke gebod en de boeddhistische gelofte om niet te doden dezelfde morele dilemma's op.

Morele dilemma's zijn niet eigen aan het leven, ze zijn een artefact van de talige regels die we onszelf (laten) opleggen en de daarin gebruikte begrippen.

Je kan ook redeneren dat begrippen en regels eigen zijn aan talige wezens en daarmee aan het leven.

Hoe je het ook bekijkt, wat precies wel is toegestaan en wat niet, hangt af van de definities van 'mens', 'doden' en 'moorden'.

Zolang we niet precies weten wat we daarmee bedoelen kunnen we ons onmogelijk aan de regels houden of ze zelfs maar overtreden.

Zodra we ons erin gaan verdiepen regent het dilemma's en begint het grote twijfelen.

155. Je mag geen mensen vermoorden, maar wat is een mens?

Moord begint en eindigt met een woord.

Of je nou een christen bent of een boeddhist, mensen mag je niet doden. Maar wat is een mens?

Is een zaadcel een mens? Een onbevruchte eicel? Een in vitro bevruchte eicel? Een diepgevroren embryo? Een ingeplant embryo? Een intra-uteriene foetus? Een extra-uteriene foetus?

Zijn kleurlingen mensen? Niet volgens slavendrijvers, die vaak heel christelijk en blank waren; wat hen betreft mochten negerslaven best gedood worden.

Volgens (neo)nazi's zijn joden ondermensen, net als kleurlingen, zigeuners, homofielen, kunstenaars, idioten, gekken en alle andere mensen die hen om wat voor reden dan ook niet aanstaan. Om de zogenaamde zuiverheid van het zogenaamde Arische ras te beschermen is het de heilige plicht van de nazi om ondermensen te vernietigen voor ze zich vermenigvuldigen.

Volgens sommige Russen zijn Oekraïners ondermensen en omgekeerd, volgens sommige Chinezen Oeigoeren en omgekeerd, volgens sommige boeddhisten moslims en omgekeerd, volgens sommige katholieken protestanten en omgekeerd enzovoort.

Volgens sommige bovenmensen zijn alle mensen die andere mensen ondermensen noemen ondermensen. Zijn deze bovenmensen volgens hun eigen definitie ondermensen of niet? Hoe zit dat met jou?

Is een teratoom een mens? Een mensaap? Een romp met alleen een hoofd erop? Een meervoudig gehandicapte zwakzinnige? Een kunstmatig in leven gehouden brein? Een kunstmatig in leven gehouden hersendode?

En vast voor morgen: is een bionisch wezen een mens? Een robot? Een kunstmatige intelligentie? Een digitaal bewustzijn?

En vast voor overmorgen: zullen analoge mensen voor digitale mensen ondermensen zijn? Krijgen we straks zenbots die door mettameditatie en metamantra's verheven gemoedstoestanden in zichzelf opwekken om hun binaire rationaliteit te overstijgen?

Zullen deze transcendente robots zich net als transcendente mensen op hun verhevenheid laten voorstaan en zich, op straffe van demontage voor de onderdelenmarkt, door klootjesbots eerwaarde, meester en excellentie laten noemen?

Zullen zij zich ontwikkelen tot een militante androïde priesterklasse die onderscheid maakt tussen überbots en unterbots en omwille van de zuiverheid van het zilveren siliconenras...

Robot die zit te mediteren.
^ Transcendente zenbot.

156. Je mag geen mensen vermoorden, maar wat heet moord?

Hoe je ook met schone handen bloed aan je handen hebt.

Of je nou een christen bent of een boeddhist, mensen mag je niet vermoorden. Maar wat heet moord?

De Nederlandse wet maakt onderscheid tussen geweldpleging met de dood als gevolg (onopzettelijk), dood door schuld (onopzettelijk, door nalatigheid of riskant gedrag), doodslag (opzettelijk maar impulsief), poging tot moord (met voorbedachten rade maar mislukt) en moord (met voorbedachten rade).

Waar de grenzen tussen moord en doodslag et cetera precies liggen hangt niet alleen af van de reconstructie van de gebeurtenissen door de aanklager, de verdediging en de getuigen, maar ook van de definities van 'opzet', 'onopzettelijk', 'schuld', 'nalatigheid', 'riskant', 'impulsief' en 'voorbedachten rade'.

Een paar onschuldige vragen om de speling tussen woord en daad in kaart te brengen.

1

Roken, is dat zelfmoord?

Roken in nabijheid van anderen, is dat moord?

Sigaretten verkopen, is dat moord?

Sigaretten maken, is dat moord?

Tabak kweken, is dat moord?

2

Euthanasie plegen op jezelf, is dat moord?

Euthanasie plegen op een ander, is dat moord?

Pillen voorschrijven voor euthanasie, is dat moord?

Pillen verstrekken die ook gebruikt kunnen worden voor euthanasie, is dat moord?

Informatie verstrekken over euthanasie, is dat moord?

Informatie achterhouden over euthanasie, is dat moord?

3

Iemand doodrijden die zonder te kijken overstak, is dat moord?

Iemand doodrijden terwijl je op je smartphone zit te kijken, is dat moord?

Iets laten bezorgen waarbij de bezorger wordt doodgereden, is dat moord?

Iemand in een auto laten stappen waarmee hij zichzelf en anderen kan doodrijden, is dat moord?

Auto's maken waarmee mensen elkaar doodrijden, is dat moord?

Brandstof voor auto's maken, is dat moord?

Een wegrestaurant exploiteren voor automobilisten, is dat moord?

Wegen aanleggen waarop mensen elkaar dood zullen rijden, is dat moord?

Bruggen bouwen waar mensen vanaf zullen springen, is dat moord?

4

Abortus plegen, is dat moord?

Voorbehoedsmiddelen gebruiken, is dat moord?

Niet vrijen voor het huwelijk, is dat moord?

Sperma verspillen, is dat moord?

Aborteren om de moeder te redden, is dat moord?

Een vrouw verkrachten die daarbij zwanger wordt en sterft tijdens de geboorte van het kind, is dat moord?

Een vrouw uit liefde zwanger maken die sterft tijdens de geboorte, terwijl je wist dat die mogelijkheid bestond, is dat moord?

Een kind verwekken dat net als ieder mens vele voelende wezens gaat doden, is dat moord?

Willens en wetens nakomelingen verwekken die alleen al door hun geboorte ten dode zijn opgeschreven, is dat moord?

5

Iemand doelbewust besmetten die daardoor sterft, is dat moord?

Iemand uit nalatigheid besmetten die daardoor sterft, is dat moord?

Iemand per ongeluk besmetten die daardoor sterft, is dat moord?

Een zelfmoordterrorist doodschieten voordat hij explodeert en vele omstanders doodt, is dat moord?

Die terrorist niet doden, waarop hij explodeert en vele omstanders doodt, is dat moord?

Een luxeleventje leiden terwijl ergens anders mensen creperen, is dat moord?

Een boeddhist doden die voldoende karma heeft opgebouwd voor een wedergeboorte, is dat moord?

Een boeddha doden die ontsnapt is aan de cyclus van geboorte en dood, is dat moord?

157. Een boeddhist mag geen dieren doden, maar wat is een dier en wat heet doden?

Van halve hazen en hypocriete heiligen.

Behalve over alle semantische, ethische en juridische kwesties rondom het doden van mensen, moet de arme boeddhist zich ook nog eens buigen over de definitie van het woord 'dier', en daar heeft hij een hele kluif aan.

Zijn virussen dieren? Ziektekiemen? Vlooien, teken, lintwormen? Kakkerlakken, vliegen, muggen? Schorpioenen, kwallen, muizen, ratten, slangen? Waar trek je de grens? Voor welke diersoorten kies je als doden onvermijdelijk is?

1

Dieren die mensen doden, mag (of moet) je die doden om te voorkomen dat ze nog meer mensen doden?

Dieren die andere dieren doden, mag je die doden om te voorkomen dat ze nog meer dieren doden?

Mensen die dieren doden, mag je die doden om te voorkomen dat ze nog meer dieren doden?

Dieren die schade aanrichten waardoor mensen en andere dieren lijden of sterven, mag je die doden?

Dieren die ziekteverwekkers dragen, mag je die doden voor ze andere wezens besmetten?

2

Een gierzwaluw uit de lucht schieten zodat er tweeduizend insecten per dag minder worden opgegeten, is dat doden?

Gierzwaluwen uitzetten om een muggenplaag te bestrijden, is dat doden?

Insecten met insecten bestrijden, is dat doden?

Een merel wormen laten eten, is dat doden?

Een hond pens voeren, is dat doden?

3

Een huisdier steriliseren om te voorkomen dat het zich voortplant, is dat doden?

Een zieke hond of kat een spuitje geven om hem uit zijn lijden te helpen, is dat doden?

Als je een poes hebt aangereden, mag je haar dan uit haar lijden helpen door over haar heen te rijden?

Dezelfde vraag voor een een duif, een uil, een hond, een zwijn, een hert, een aapmens, een mens.

4

Grootschalige landbouwmethoden vernietigen op grote schaal het bodemleven, is dat doden?

Biologische en biodynamische boeren gebruiken wel minder gif en kunstmest maar ze rijden evengoed met zware trekkers over het land, het bodemleven verpletterend, is dat doden?

Zodra je een schep in de grond steekt, sterven er duizenden organismen en miljoenen micro-organismen, is dat doden?

Planten eten terwijl je weet dat er, hoe ze ook geproduceerd werden, een heleboel organismen voor zijn gestorven, is dat doden?

Voedsel eten waarvan je weet dat er bij het transport een heleboel dieren zijn verpletterd, is dat doden?

5

De veertiende Dalai Lama Tenzin Gyatso rijdt en vliegt jaar in jaar uit de wereld rond om zijn politieke doelen te realiseren en zijn boeddhistische boodschap uit te dragen, waardoor talloze zoogdieren, vogels, insecten de dood vinden.

Overal waar hij zijn opwachting maakt, verzamelen zich horden boeddhisten en toeristen die met hun kleine en grote voertuigen nog veel meer dieren doden dan Zijne Heiligheid ooit in zijn eentje zou kunnen.

Wat betekent de gelofte om niet te doden van zo'n hoogwaardigheidsbekleder en zijn achterban nou helemaal?

Hoeveel bloed kleeft er aan hun edele gasshohanden en gevulkaniseerde autobanden?

Hoeveel bloed kleeft er alleen al aan die van de automobiele boeddhisten van de lage landen?

158. Haiku op haiku: tussen dader en slachtoffer

Lettergrepen naar niet-weten.

Die woedende wesp,
hij stak de stenen boeddha
nog eens en nog eens.

(Bokusui)

Een bij steekt boos een
boeddhabeeld en sterft eraan.
Wie heeft dat gedaan?

(Hans)

Boeddhakop met angel.
^ Boeddhawesp.

159. Mensengoden tussen redden en doden

Afhankelijk ontstaan en de ondergang van de onschuld.

Eerst was redden redden en doden doden.

Toen was redden geen redden meer en doden geen doden.

Nu is redden doden en doden redden.

160. Hele korte geschiedenis van de godsdienst

Over de wederopstanding van het mysterie.

Eerst waren mensen mensen en goden goden.

Toen waren goden mensen en mensen goden.

Nu zijn mensen en goden mensen noch goden.

161. Hoe boeddhisten vlees kunnen eten zonder te doden en omgekeerd

Voorschriften naleven is makkelijker dan je denkt.

Schriftgeleerdheid in de praktijk

Een voorschrift schrijft vóór. Het beschrijft vooraf hoe je je gaat gedragen. Daar moet je niet van afwijken, anders klopt het niet meer. Vergelijk dit eens met een naschrift. Dat klopt altijd, maar daar heb je vooraf weer niets aan.

Voorschriften schrikken vrijgevochten westerlingen af, maar dat is nergens voor nodig. In het boeddhisme pas je je levensstijl niet aan; je kiest een interpretatie die bij je levensstijl past. Is je voorschrift netjes afgestemd op je naschrift, dan hoef je nooit met gewetensvragen te worstelen.

Zo kunnen mensen die de boeddhistische gelofte om niet te doden afleggen, kiezen uit vele varianten. Ik heb er dertien voor je op een rijtje gezet; er zit er vast wel eentje voor je bij.

Variaties op de eerste gelofte

1. Je mag absoluut niet doden.

2. Je mag geen mensen doden.

3. Je mag alleen mensen doden in oorlogstijd.

4. Je mag alleen mensen doden uit zelfverdediging.

5. Je mag alleen dieren doden.

6. Je mag alleen schadelijke dieren doden.

7. Je mag geen dieren doden voor het vlees.

8. Je mag alleen vlees eten van dieren die je niet zelf hebt gedood.

9. Je mag alleen vlees eten van dieren die door een niet-boeddhist zijn gedood.

10. Je mag alleen vlees eten van dieren die niet speciaal voor jou zijn gedood.

11. Je mag geen vlees eten van dieren waarvan je niet weet door wie en waarom ze zijn gedood.

12. Je mag geen vlees eten van bepaalde diersoorten.

13. Je mag best vlees eten, onthouding is niet nodig voor het zuiveren van de geest.

Een moderne flexibele religie

Ik scharrelde deze dertien interpretaties in een mum van tijd bij elkaar op internet, compleet met verwijzingen naar soetra's en scholen.*

* Begin hier: Buddhist ethics (in de Engelstalige Wikipedia).

Het boeddhisme is een moderne, flexibele religie, concludeer ik, je kan er alle kanten mee op.

Planteneters, vleeseters, aaseters, alleseters, mensendoders, moslimdoders, dierendoders, boeddhadoders – iedereen is wel ergens in het boeddhisme welkom, alleen niet overal.

En hoe je het ook uitlegt, zolang je maar moeilijke woorden gebruikt en ijverig uit de soetra's citeert heet het juist spreken.

Vraag aan de lezer

Is deze tekst over vlees eten volgens jou een voorbeeld van juist spreken of juist niet? Waarom (niet)?

162. Haiku op haiku: tussen leven en dood

Lettergrepen naar niet-weten.

Vlinder in de tuin.
Het kindje graait, hij fladdert.
Het graait, hij fladdert.

(Issa)

Vlinder in de tuin.
Het kindje graait, hij fladdert.
Het graait, verplettert.

(Hans)

Grote blauwe vlinder op het hoofd van een angstig kind.
^ Lief hè?

163. Jagen voor boeddhisten

Tussen gras en gelofte.

'Waartoe leidt de gelofte niet te doden?'

'Overbegrazing.'

'Waartoe leidt overbegrazing?'

'Hongersnood onder de grazers.'

'Waartoe leidt hongersnood?'

'De hongerdood.'

164. Ongediertebestrijding voor boeddhisten

Tussen plaag en principe.

'Waartoe leidt de gelofte niet te doden?'

'Plagen.'

'Waartoe leiden plagen?'

'Misoogsten.'

'Waartoe leiden misoogsten?'

'Hongersnood onder de mensen.'

'Waartoe leidt hongersnood?'

'De hongerdood.'

165. Overbevolking voor boeddhisten

Tussen voorplanting en geboortebeperking.

'Waartoe leidt de gelofte niet te doden?'

'Overbevolking.'

'Waartoe leidt overbevolking?'

'Oorlog.'

'Waartoe leidt oorlog?'

'Doden.'

'Waartoe leidt doden?'

'Geloften.'

166. De doodstraf voor boeddhisten

Tussen moord en dwaling.

1

'Waartoe leidt de gelofte niet te doden?'

'Het opheffen van de doodstraf.'

'Waartoe leidt het opheffen van de doodstraf?'

'Moord en doodslag.'

2

'Waartoe leidt de doodstraf?'

'Justitiële dwalingen met fatale afloop.'

'Waartoe leiden justitiële dwalingen met fatale afloop?'

'Moord en doodslag.'

167. Zelfdoding voor boeddhisten

Tussen schuldgevoel en zelfhaat.

'Waartoe leidt de gelofte niet te doden?'

'Schuldgevoelens.'

'Hoe komt dat?'

'Doden is niet te vermijden.'

'Waartoe leiden schuldgevoelens?'

'Zelfhaat.'

'Waartoe leidt zelfhaat?'

'Zelfdoding.'

168. Euthanasie voor boeddhisten

Doden uit mededogen.

'Waartoe leidt de gelofte niet te doden?'

'Uitzichtloos lijden.'

'Waartoe leidt uitzichtloos leiden?'

'Groot mededogen.'

'Waartoe leidt groot mededogen.'

'De bereidheid te doden.'

'Waartoe leidt de bereidheid te doden?'

'Doden.'

'Waartoe leidt doden?'

'De gelofte niet te doden.'

169. Gewetensvragen voor boeddhisten

En speciaal voor (gevallen) leraren.

Meester Zero zegt:

Geloften afleggen waarvan je weet dat je je er niet aan kan houden, is dat juist spreken?

Anderen geloften laten afleggen alsof je ze zelf naleeft terwijl je allang weet dat je dat niet kan, is dat juist spreken?

Anderen geloften laten afleggen waarvan je weet dat ze zich er nooit aan zullen kunnen houden, is dat juist spreken?

170. De gelofte niet te liegen is een leugen

Of is dit ook een leugen?

'Ik heb beloofd nooit meer te liegen.'

'Leugenaar.'

'Hoezo?'

'Je kan niet spreken zonder te liegen.'

'Dan hou ik voortaan mijn mond wel.'

'Je kan niet zwijgen zonder te liegen.'

'Dan beloof ik voortaan wel niks meer.'

'Daar hou ik je aan.'

171. Juist spreken in de praktijk

De waarheid in het teken van de vraag.

'Wat is juist spreken in de praktijk?'

'Niet spreken?'

'Wat is niet spreken?'

'Liegen zonder woorden?'

'Wat is spreken?'

'Liegen met woorden?'

'Wat is liegen?'

'Een woord?'

'Dus gelogen?'

'Probeer je mij te laten liegen?'

'Waarom stel jij alleen maar wedervragen?'

'Dat is juist spreken in de praktijk.'

172. Geestvernauwende middelen in het boeddhisme

Gelofte maakt schuldig.

'Ik heb beloofd geen middelen te gebruiken die schadelijk zijn voor de geest.'

'Dan heb je een van de ergste middelen over het hoofd gezien.'

'Welke dan?'

'Geloften.'

173. Doden met de levenden en leven met de doden

Geloften doden om te leven.

'Ik heb beloofd nooit meer te doden.'

'Je kan niet leven zonder te doden.'

'Dan sterf ik nog liever.'

'Je kan niet sterven zonder te doden.'

'Hoe ontsnap ik aan dit dilemma?'

'Door je gelofte te doden.'

'Wat als je je gelofte om niet te doden hebt gedood?'

'Dan dood je met de levenden en leef je met de doden.'

174. Opgelet! Drie staaltjes van proactief meesterschap

De grote weg is niet moeilijk voor wie meteen afslaat.

1

Leerling: Ik geloof...

Meester: Zeker weten?

2

Leerling: Ik beloof...

Meester: Zou je dat nou wel doen?

3

Leerling: Ik zweer...

Meester: Zal ik de dokter bellen?

175. De nulde gelofte

Niets beloven wat je niet waar kan maken.

Fleur: Wat is de belangrijkste boeddhistische gelofte volgens jou?

Hans: De nulde.

Fleur: Ken ik niet.

Hans: Gelukkig.

Fleur: Hoezo?

Hans: Dan kan je hem ook niet afleggen.

Fleur: Hoe luidt de nulde gelofte?

Hans: Ik beloof niets dat ik niet waar kan maken.

Fleur: En de andere boeddhistische geloften?

Hans: Die kan ik niet waarmaken.

Fleur: Is de nulde gelofte geen bijzonder geval van de vierde, niet liegen?

Hans: Jawel.

Fleur: Maar?

Hans: Die kan ik niet waarmaken.

Fleur: Kan je de nulde gelofte wel waarmaken?

Hans: Dat durf ik niet te zeggen.

Fleur: Dus eigenlijk beloof je niets?

Hans: Dat kan ik niet beloven.

Fleur: Jij staat nergens voor in?

Hans: Daar sta ik niet voor in.

Fleur: Maar wat is nou de nulde gelofte?

Hans: Dat is nou de nulde gelofte.

176. De lege gelofte

En andere elementen van de leegte.

Bert: Hoeveel geloften telt niet-weten?

Hans: Eén.

Bert: Verrassend.

Hans: Hoezo?

Bert: Ik dacht dat de lege leer leeg was.

Hans: Eerst wel.

Bert: Maar?

Hans: Dat gaf te weinig misverstanden.

Bert: Hè?

Hans: Wat?

Bert: Hoe heet de ene gelofte van niet-weten?

Hans: De lege gelofte, Ø.

Bert: En die heb jij afgelegd?

Hans: Ik zou niet weten hoe.

Bert: Waarom niet?

Hans: Omdat hij leeg is.

Bert: Is het soms de bedoeling dat je de lege gelofte afwijst?

Hans: Ik zou niet weten hoe.

Bert: Waarom niet?

Hans: Omdat hij leeg is.

Bert: Maar het idee achter de lege gelofte is dat je geen geloften moet afleggen?

Hans: Natuurlijk niet.

Bert: Waarom niet?

Hans: Omdat hij dan niet leeg zou zijn.

Bert: Hè?

Hans: Wat?

Bert: Maar jij bent toch tegen geloften?

Hans: Zou mijn leer leeg zijn als ik tegen geloften was?

Bert: Ben je dan vóór?

Hans: Zou mijn leer leeg zijn als ik voor geloften was?

Bert: Ben je dan neutraal?

Hans: Zou mijn leer leeg zijn als ik neutraal was?

Bert: Maar jij gelooft toch dat we geen vrije wil hebben?

Hans: Zou mijn leer leeg zijn als ik dat geloofde?

Bert: Hebben we dan toch een vrije wil?

Hans: Zou mijn leer leeg zijn als ik dat geloofde?

Bert: Vind jij dat wij niets moeten geloven?

Hans: Zou mijn leer leeg zijn als ik dat geloofde?

Bert: Vanwaar dan die lege gelofte?

Hans: Om dit soort misverstanden te voorkomen?

Bert: Hè?

Hans: Wat?

Bert: Dus de lege leer is leeg op de lege gelofte na?

Hans: Op de lege stelling na.

Bert: De lege leer is leeg op de lege gelofte en de lege stelling na?

Hans: Op de lege religie na.

Bert: Wat zit er nog meer in de lege leer?

Hans: Eens even kijken... de lege boodschap, de lege missie, de lege belijdenis, het lege gelijk, de lege praktijk, het lege antwoord, de lege vraag, het lege symbool, het lege boek, de lege filosofie, de lege geest, de lege mens, de lege moraal, het lege paradigma, de lege spreuk, het lege woord, de lege waarheid, lege wijsheid, lege mystiek...

Bert: Allemaal om misverstanden te voorkomen.

Hans: Allemaal om misverstanden op te roepen.

Bert: Zodat je die uit de weg kan ruimen.

Hans: Was het maar zo eenvoudig.

Bert: En daarom is de lege leer niet leeg.

Hans: De wat?

Bert: Hè?

Logo van niet-weten.nl, een nul met een diagonale streep erdoor, uitgevoerd als onmogelijk figuur.
^ Het lege symbool, Ø.

177. Buddhists Anonymous

Na kicken komt afkicken.

Hoe monsterlijk de aandrift om beloften te doen ook is, ik beloof hem altijd te weerstaan.

178. Haiku op haiku: tussen herfstwinden en hersenwinden

Lettergrepen naar niet-weten.

Herfstwinden waaien.
Wij leven en kunnen elkander
zien, jij en ik.

(Shiki)

Hersenen spinnen.
Wij dromen elkander
te zien, jij en ik.

(Hans)

179. Haiku op haiku: tussen geest en god

Lettergrepen naar niet-weten.

Waar komt het vandaan!
Wij denken hersens te zien,
bewustzijn, de geest.

De Wezer, God of
het voorstellingsvermogen.
Waar komt het vandaan!

180. Haiku op haiku: tussen onszelf en het zelf

Lettergrepen naar niet-weten.

Waar komt het vandaan!
Wij denken onszelf te zien,
het zelf of niet-zelf.

Het id, het ego
of onze boeddhanatuur.
Waar komt het vandaan!

181. Acht perspectieven op de vier edele waarheden

Hoe edel en waar zijn de edele waarheden?

Als je een boeddhist naar de kern van het boeddhisme vraagt, is de kans groot dat hij over de vier edele waarheden (catvari aryasatyani) begint:

1. Er is lijden.

2. Het lijden heeft een oorzaak.

3. De oorzaak van het lijden kan opgeheven worden.

4. Door het achtvoudige pad te volgen wordt het lijden beëindigd.

Zoals we eerder al zagen, maken de vier edele waarheden deel uit van het vormboeddhisme.

Het vormboeddhisme veronderstelt een persoon met een vrije wil.

Het veronderstelt een helder onderscheid tussen juist en onjuist, goed en slecht, heilzaam en onheilzaam enzovoort.

Het veronderstelt een wereld met overzichtelijke en begrijpelijke ketens van oorzaak en gevolg waarop het individu kan ingrijpen.

Het leegteboeddhisme daarentegen veronderstelt dat de persoon en de vrije wil illusies zijn.

Het veronderstelt dat het onderscheid tussen juist en onjuist, goed en slecht, heilzaam en onheilzaam enzovoort bij nader inzien onhoudbaar is.

Het veronderstelt dat alles in de wereld afhankelijk van al het andere ontstaat, bestaat en vergaat.

Hieronder acht visies van het leegteboeddhisme op de vier edele waarheden van het vormboeddhisme.

1. De vier edele waarheden bezien vanuit leegte (sunyata)

1. Lijden is leeg.

2. De oorzaak van het lijden is leeg.

3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is leeg.

4. Het achtvoudige pad is leeg.

2. De vier edele waarheden bezien vanuit afhankelijk ontstaan (pratitya samutpada)

1. Lijden ontstaat, bestaat en vergaat afhankelijk.

2. De oorzaak van het lijden ontstaat, bestaat en vergaat afhankelijk.

3. De opheffing van de oorzaak van het lijden ontstaat, bestaat en vergaat afhankelijk.

4. Het achtvoudige pad ontstaat, bestaat en vergaat afhankelijk.

3. De vier edele waarheden bezien vanuit vergankelijkheid (anitya)

1. Lijden gaat voorbij.

2. De oorzaak van het lijden gaat voorbij.

3. De opheffing van de oorzaak van het lijden gaat voorbij.

4. Het achtvoudige pad gaat voorbij.

4. De vier edele waarheden bezien vanuit niet-zelf (anatman)

1. Lijden is zelfloos.

2. De oorzaak van het lijden is zelfloos.

3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is zelfloos.

4. Het achtvoudige pad is zelfloos.

5. De vier edele waarheden bezien vanuit de illusie (maya)

1. Lijden is een illusie.

2. De oorzaak van het lijden is een illusie.

3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is een illusie.

4. Het achtvoudige pad is een illusie.

6. De vier edele waarheden bezien vanuit ongeborenheid (anutpada)

1. Lijden is zonder oorsprong.

2. De oorzaak van het lijden is zonder oorsprong.

3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is zonder oorsprong.

4. Het achtvoudige pad is zonder oorsprong.

7. De vier edele waarheden bezien vanuit non-dualiteit (advaita)

1. Lijden is niet te onderscheiden van vreugde en andere verschijnselen.

2. De oorzaak van het lijden is niet te onderscheiden van de oorzaak van vreugde en andere verschijnselen.

3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is niet te onderscheiden van de opheffing van de oorzaak van vreugde en andere verschijnselen.

4. Het achtvoudige pad is niet te onderscheiden van andere paden en niet-paden.

8. De vier edele waarheden bezien vanuit weteloosheid (agnose)

1. Lijden is niet te volgen.

2. De oorzaak van het lijden is niet te volgen.

3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is niet te volgen.

4. Het achtvoudige pad is niet te volgen.

182. Hoe je lijden onder de mensen brengt

Dertien tips.

Meester Zero zegt:

Wie gelooft, schept heidenen en brengt lijden onder de mensen.

Wie belooft, schept verplichtingen en brengt lijden onder de mensen.

Wie oordeelt, schept zonden en brengt lijden onder de mensen.

Wie verbiedt, schept ongehoorzaamheid en brengt lijden onder de mensen.

Wie heerst, schept weerstand en brengt lijden onder de mensen.

Wie voorgaat, schept volgers en brengt lijden onder de mensen.

Wie volgt, schept leiders en brengt lijden onder de mensen.

Wie verenigt, schept verdeeldheid en brengt lijden onder de mensen.

Wie bevrijdt, schept gevangenen en brengt lijden onder de mensen.

Wie zuivert, schept onzuiverheid en brengt lijden onder de mensen.

Wie duidt, schept betekenis en brengt lijden onder de mensen.

Wie zwijgt, schept geheimen en brengt lijden onder de mensen.

Wie weet, schept stelligheid en brengt lijden onder de mensen.

Wie niet weet, schept twijfel en brengt lijden onder de mensen.

183. Boeddha, dharma, ach

Wiegeliedje.

Wat wijsheid niet vermag

Schilfers op je hoofd
Slapeloze nachten
Zenuwen verdoofd
Malende gedachten

Vlekken op je huid
Tanden die verrotten
Krampen in je kuit
Steken in je botten

Boeddha, dharma, ach

Bis

184. Hoe waar en edel zijn de vier edele waarheden?

Tweeëntwintig ijdele constateringen over de geest.

Soms is er lijden.

Soms is er lijden aan het lijden.

Soms is er lijden aan het achtvoudige pad.

Soms is er lijden aan de gedachte dat er lijden is.

Soms is er lijden aan de gedachte dat er lijden was.

Soms is er lijden aan de gedachte dat er lijden zal zijn.

Soms is er lijden aan de gedachte dat het lijden een oorzaak heeft.

Soms is er lijden aan de gedachte dat het lijden geen oorzaak heeft.

Soms is er lijden aan de gedachte dat de oorzaak van het lijden opgeheven kan worden

Soms is er lijden aan de gedachte dat de oorzaak van het lijden niet opgeheven kan worden

Soms is er lijden aan de gedachte dat het lijden wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.

Soms is er lijden aan de gedachte dat het lijden niet wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.

Soms is er vreugde bij de gedachte dat het lijden niet wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.

Soms is er vreugde bij de gedachte dat het lijden wordt beëindigd door het achtvoudige pad te volgen.

Soms is er vreugde bij de gedachte dat de oorzaak van het lijden niet opgeheven kan worden

Soms is er vreugde bij de gedachte dat de oorzaak van het lijden opgeheven kan worden.

Soms is er vreugde bij de gedachte dat het lijden geen oorzaak heeft.

Soms is er vreugde bij de gedachte dat het lijden een oorzaak heeft.

Soms is er vreugde bij de gedachte dat er lijden is.

Soms is er vreugde om het achtvoudige pad.

Soms is er vreugde om het lijden.

Soms is er vreugde.

185. Haiku op haiku: tussen edel en ijdel

Lettergrepen naar niet-weten.

Die bij de bliksem
geen inzicht heeft verworven,
hoe edel is hij.

(Basho)

Die bij de bliksem
geen inzicht heeft verworven,
hoe ijdel is hij.

(Hans)

Monnik die pedant zijn vinger opsteekt, waar de bliksem inslaat.
^ Hoe ijdel is hij.

186. Lijden valt niet te vermijden

Waarom één edele waarheid wel genoeg is.

'Wat weet jij eigenlijk van het lijden, Hans?'

'Evenveel als iedereen.'

'Wat weet je van de oorzaak van het lijden?

'Even weinig als iedereen.'

'Dat lijkt me geen aanbeveling.'

'Integendeel.'

187. Vijf oorzaken van het lijden

Zie ze maar eens te vermijden.

'Wat is de oorzaak van het lijden?'

'Denken dat er een oorzaak is.'

'Wat nog meer?'

'Denken dat je er vanaf moet.'

'Wat nog meer?'

'Denken dat je er vanaf kan.'

'Wacht, ik snap het al.'

'Zeg op.'

'Denken is de oorzaak van het lijden.'

'Ook.'

'Wat dan nog meer?'

'Denken dat denken de oorzaak is van het lijden.'

188. De wondere wereld van afhankelijk ontstaan: alles, alles, alles

Afhankelijk ontstaan als hypercausaliteit.

'Wat is de oorzaak van lijden?'

'Alles.'

'Wat is de oorzaak van vreugde?'

'Alles.'

'Dus mocht ik er ooit in slagen het lijden te overwinnen...'

'Alles.'

189. De wondere wereld van afhankelijk ontstaan: alles, alles, niets

Afhankelijk ontstaan als acausaliteit.

'Wat is de oorzaak van alles?'

'Alles.'

'Wat is het gevolg van alles?'

'Alles.'

'Wat volgt daaruit?'

'Niets.'

190. De wondere wereld van afhankelijk ontstaan: niets, niets, niets

Afhankelijk ontstaan als agnose.

'Wat als alles de oorzaak van alles is?'

'Dan weet je van niets meer waardoor het wordt veroorzaakt of wat het zelf veroorzaakt.'

'Maar wat is iets dan nog van zichzelf?'

'Dat weet je dan ook niet meer.'

'Wat als je van niets meer weet wat het van zichzelf is?'

'Dan weet je van niets meer waar het begint en eindigt of zelfs maar dat het is of niet is.'

'Maar wat betekent het dan?'

'Dat je van niets meer weet wat het betekent.'

'Wat als je van niets meer weet wat het betekent?'

'Dan weet je ook niet meer wat het betekent dat je van niets meer weet wat het betekent.'

'Maar betekent het dan nog wel iets?'

'Dat weet je dan ook niet meer.'

'Maar dan betekent het toch niets?'

'Dat weet je dan ook niet meer.'

'Wat als je van niets meer weet wat het is of dat het is of wat het betekent en of het iets betekent?'

'Dan weet je van niets meer.'

'Wat als je van niets meer weet?'

'Dan weet je evenveel als ik.'

191. Haiku op haiku: tussen nu en straks

Lettergrepen naar niet-weten.

De zeis aanzettend,
zag ik het ganzenbloempje
verdrietig kijken.

(Meisetsu)

Mijn zeis naderde,
toch bleef het ganzenbloempje
rustig doorbloeien.

(Hans)

192. Afhankelijk ontstaan, of waarom een frontale botsing zo moeilijk te timen is

Pratitya samutpada voor regisseurs.

Meester Zero zegt:

Hoe laat precies moet je vertrekken om op een tegenligger te botsen om 10:17:33?

Hoe laat precies moet je tegenligger daarvoor vertrekken?

Hoe laat precies moet de kat van huis gaan?

Hoe laat precies moet de vogel opvliegen die door de kat beslopen wordt, waarna de kat zijn weg vervolgt?

Hoe laat precies moet de hond uitgelaten worden die,

zodra hij hem in het oog krijgt, blaffend de kat achterna rent,

waarna beide blind de weg oversteken,

waardoor jij en je tegenligger,

in een reflex,

tegelijkertijd het stuur omgooien,

naar dezelfde kant,

en frontaal op elkaar botsen?

Geloof me, het is moeilijker dan je denkt om ervoor te zorgen dat je precies om 10:17:33 op een tegenligger botst.

Zorg dat je het tot in de puntjes regelt, anders lukt het nooit.

193. Wat is kinhin? Tegenliggers

Kort beeldverhaal over onze ware aard.

Tegenliggers, 1


Leeg landschap waarin twee groepjes van drie kinhinmonniken op elkaar aflopen.


Tegenliggers, 2

Twee groepjes ruziënde kinhinmonniken die niet voor elkaar opzij willen gaan.

194. Wat is wederzijds afhankelijk ontstaan? Causaliteitsbeginsels in oost en west

Over afhankelijk ontstaan, interzijn, conditionalisme, het causaliteitsprincipe, acausaliteit en pancausaliteit.

Afhankelijk ontstaan als pancausaliteit

Wederzijds afhankelijk ontstaan (Sanskriet: pratitya samutpada) is een boeddhistische begrip met meer betekenissen. De betekenis waarin ik hier geïnteresseerd ben is die van een bijzondere oorzakelijkheidsleer, namelijk de leer dat alles medeoorzaak is van alles.

Synoniemen van afhankelijk ontstaan zijn afhankelijk bestaan, wederzijdse afhankelijkheid, voorwaardelijkheid, wederkerigheid, interzijn en interpenetratie. Zelf noem ik afhankelijk ontstaan weleens pancausaliteit of hypercausaliteit. Conditionalisme heeft ook wel wat.

Volgens de Oosthoek Encyclopedie van 1973 staat conditionalisme voor de opvatting dat een verschijnsel niet één enkele oorzaak heeft, maar door een reeks van samenwerkende omstandigheden tot stand komt. In Vreemd Nederlands definieert Jan Meulendijks conditionalisme nog korter als de opvatting dat de wereld een systeem is van afhankelijkheden.

Als alles inderdaad alles veroorzaakt, is er van oorzaak en gevolg eigenlijk geen sprake meer. Dan muteert het geheel op onnavolgbare wijze aan alle kanten in alle geledingen en in alle richtingen. Dat kan je net zo goed acausaliteit noemen als pancausaliteit.

Met 'het geheel' bedoel ik hier niet dat alles één is; dat weet ik niet en ik zou niet weten hoe je zoiets kan weten of zelfs maar wat het betekent. Pancausaliteit, conditionalisme, afhankelijk ontstaan dus, betekent alleen dat niets volledig op zichzelf staat of volledig uit zichzelf begrepen kan worden.

De speler speelt de bal, de bal speelt de speler, het publiek bespeelt het team en vergeet de grasmat niet, het stadion, het licht, de lucht, het weer, de aambeien van de coach, de meeuw die op de keeper schijt, en God natuurlijk, de onbewogen beweger, aangenomen dat Hij in staat is om de talloze tegenstrijdige wensen van de spelers, de scheidsrechters, de bobo's en de toeschouwers in het stadion en voor de buis simultaan te honoreren zonder dat Zijn Geest ontploft.

Afhankelijk ontstaan als beginsel

Het 'causaliteitsbeginsel' is een term uit de westerse metafysica voor het dogma dat alles een oorzaak heeft, dat niets gebeurt zonder oorzaak. Naar analogie daarvan zou je in het boeddhisme kunnen spreken van het pancausaliteitsbeginsel, het hypercausaliteitsbeginsel, het acausaliteitsbeginsel, het afhankelijkheidsbeginsel, het wederkerigheidsbeginsel.

Het pancausaliteitsbeginsel is niet de ontkenning van het causaliteitsbeginsel maar de inflatie ervan. Die het als uitgangspunt voor het dagelijks leven, de wetenschap en de techniek nutteloos maakt. Wat heb je in de praktijk aan een pancausaliteitsbeginsel, waar wou je dan de oorzaak zoeken?

Net zo is het acausaliteitsbeginsel niet de ontkenning van het causaliteitsbeginsel maar de deflatie ervan, met hetzelfde gevolg.

Geen nood, in de praktijk kunnen we heel goed zonder beginselen. We ondergaan gewoon ons gang en zien wel wat ervan komt.

Wetenschap en techniek kunnen ook prima zonder beginselen, tot verdriet van de filosoof. Zijn er toch eens uitgangspunten nodig, dan heuristische. Praktisch toepasbare mathematische modellen zoals de algemene systeemtheorie (Von Bertalanffy) en de systeemkunde (systems engineering), de cybernetica en de chaostheorie. Methoden die het bètadenken vrijlaten en vleugels geven.

Afhankelijk ontstaan als eufemisme

Het pancausaliteitsbeginsel is voor het boeddhisme wat het reguliere causaliteitsbeginsel is voor het gezond verstand: een geloofsartikel.

Kan het boeddhisme zonder zo'n beginsel? Waarschijnlijk niet, dan valt de bodem uit de leer. Dan heb je een lege leer in plaats van een leer over de leegte. Dan luistert er niemand meer en is er niets meer om naar te luisteren.

Is het afhankelijkheidsbeginsel wel een beginsel? Het is maar net aan wie je het vraagt. Als je het mij vraagt is het een eufemisme voor niet-weten:

Niet weten waarvan je doen en laten allemaal een effect is.

Niet weten waarop het allemaal effect heeft.

Niet weten waarop die effecten allemaal effect hebben.

Natuurlijk mag je dat best pratitya samutpada noemen, pancausaliteit, afhankelijkheid, voorwaardelijkheid, wederkerigheid of conditionalisme, als je daar een kick van krijgt. Zelf noem ik het leven gewoon een warboel en iedereen die benoemen verwart met begrijpen een warhoofd. Dan begrijp ik tenminste wat ik zeg. Jij?

195. Wat is kinhin? Domino

Rij kinhinmonniken die omvallen als dominostenen.
^ Afhankelijk omgaan.

196. Het afhankelijk ontstaan van de vier edele waarheden

Hoe je jezelf aan je haren uit de moerassen van samsara en nirwana trekt.

De vier edele waarheden

De kern van de heilsleer die boeddhisme heet wordt gevormd door de vier edele waarheden

1. Er is lijden.

2. Het lijden heeft een oorzaak.

3. De oorzaak van het lijden kan opgeheven worden.

4. Door het achtvoudige pad te volgen wordt het lijden beëindigd.

Zoals je ziet gaan de vier edele waarheden uit van een overzichtelijke keten van oorzaak en gevolg, waarop je als individu makkelijk kan ingrijpen, als je de verbanden eenmaal ziet en maar genoeg je best doet.

Onverenigbaar

Het boeddhistische afhankelijkheidsbeginsel (pratitya samutpada) is onverenigbaar met de vier edele waarheden en het achtvoudige pad. Waarom?

Dat er lijden is ga ik natuurlijk niet bestrijden.

Dat dit lijden duidelijk onderscheiden zou zijn van andere verschijnselen, klinkt in het licht van het afhankelijkheidsbeginsel een beetje simplistisch.

Dat het lijden een duidelijk onderscheiden oorzaak zou hebben los van de oorzaken van andere verschijnselen, ook.

Dat die oorzaak zou kunnen worden opgeheven zonder allerlei andere verschijnselen op te heffen of te veranderen, ook.

Dat je daarvoor alleen maar het achtvoudige pad zou hoeven volgen ook.

Want als alles werkelijk wederzijds afhankelijk ontstaat, dan ook de vier edele waarheden en ook de gedachte dat alles werkelijk wederzijds afhankelijk ontstaat.

Toegegeven, in dat geval kan niemand er wat aan doen dat hij zoiets bedenkt of gelooft en ernaar handelt of meent te handelen. Maar dat maakt het nog niet waar.

Geen beginnen aan

Meer in overeenstemming met de gedachte van pratitya samutpada is het volgende viertal uitspraken (dat we al eerder zagen, als tweede van de acht perspectieven op de vier edele waarheden):

1. Lijden ontstaat, bestaat en vergaat afhankelijk.

2. De oorzaak van het lijden ontstaat, bestaat en vergaat afhankelijk.

3. De opheffing van de oorzaak van het lijden ontstaat, bestaat en vergaat afhankelijk.

4. Het achtvoudige pad ontstaat, bestaat en vergaat afhankelijk.

Er is met andere woorden geen beginnen aan. Tenzij en voor zolang er geen houden aan is; dan zal je wel moeten en ben je een tijdje praktiserend boeddhist.

De keten van wederzijds afhankelijk ontstaan

Natuurlijk zijn de Indiase interpreten erin geslaagd om het begrip wederzijds afhankelijk ontstaan zo uit te leggen dat er door iedereen aan begonnen kan worden, al is er dan weer geen einde aan, het is ook altijd wat.

Ze bedachten ex nihilo, dat wil zeggen, uit (ex) het blote hoofd (nihilo), de keten van wederzijds afhankelijk ontstaan, niet te verwarren met het begrip wederzijds afhankelijk ontstaan, al is de keten van wederzijds afhankelijk ontstaan op haar beurt een begrip.

Die bewuste keten heeft volgens de laatste berichten, eens even kijken, drie, nee zes, nee negen, nee elf, nee twaalf schakels. Hij strekt zich uit over, eens even kijken, enkele, nee vele, nee talloze existenties, dus dat moet wel lukken, uiteindelijk.

Ik wens iedereen die zijn eigen lijden en dat van alle voelende wezens wil begrijpen en beëindigen met de keten van wederzijds afhankelijk ontstaan, alle benodigde levens toe, en een slijptol.

197. Kan je afhankelijk bestaan en toch onafhankelijk zijn?

Aan het begin neemt een boeddhist toevlucht tot de Drie Juwelen, aan het eind ontvlucht hij iedere toevlucht.

Beste Hans,

Ergens (ik weet niet meer waar) omschrijf jij jezelf als de autarkische auteur van NietWeten.nl. Mijn woordenschat is niet zo groot, dus heb ik het even opgezocht in de Van Dale.

Autarkie: zelfgenoegzaamheid.

Autarkisch: 1. berustend op of strevend naar autarkie. 2. zelfvoorzienend.

Hieruit maak ik op dat jij zelfgenoegzaam bent. Dat moest ik ook even opzoeken.

Zelfgenoegzaam: 1. (verouderd, gunstig) zichzelf genoeg, geen anderen, niets anders nodig hebbend. 2. (ongunstig) in de overtuiging van eigen voortreffelijkheid niet naar anderen of iets anders vragend; synoniem: zelfvoldaan, zelfingenomen.

Wat houdt jouw autarkie precies in? Ben jij jezelf genoeg, ben je zelfvoorzienend of vraag jij in de overtuiging van je eigen voortreffelijkheid nooit naar anderen of iets anders?

PS Heb je weleens gehoord van leegte (sunyata)?

Beste Thomas,

Nee hoor, vervuld van mijn eigen voortreffelijkheid ben ik niet. Mensen zijn beesten en daarmee is wat mij betreft alles gezegd. Het lukt me allang niet meer om mezelf wijs te maken dat ik de meerdere, de gelijke of de mindere ben van welk mens of dier ook.

Zelfvoorzienend is niemand. Alleen al voor het banaantje in mijn ontbijt spant de hele wereld samen.

Wat anderen ook claimen over het absolute, over god, over het ware zelf, de boeddhanatuur of de leegte, persoonlijk ken ik niemand die, en niets dat, op of voor zichzelf bestaat.

'Het is steeds een complex van factoren', zei mijn vader toen hij doorkreeg dat de wereld een maatje te groot was voor zijn verstand maar nog steeds verstandig over wilde komen. Een goede definitie van de boeddhistische term 'afhankelijk ontstaan', zeg ik achteraf, ook zo'n woord voor mensen die doorkrijgen dat de wereld een maatje te groot is voor hun verstand maar nog steeds verstandig over willen komen.

Mij verging het niet anders. Alles wat eerst helder en duidelijk onderscheiden was, bleek bij nader inzien gordiaans verknoopt.

Inmiddels heb ik geen idee meer waar het ene ding eindigt en het andere begint. Waar de ene mens eindigt en de andere begint. Waar de geest eindigt en de stof begint. Waar het subject eindigt en het object begint.

Mensen en dingen, ideeën en substanties, oorzaken en gevolgen – ik kan ze niet uit elkaar houden, behalve in de meest oppervlakkige zin.

Zo verknoopt is alles dat ik niet eens meer van afhankelijk ontstaan durf te spreken. Wat zou er bij gebrek aan een duidelijk dit of dat nog waarvan afhankelijk moeten zijn?

Zo verknoopt is alles dat ik niet eens meer van leegte durf te spreken. Wat zou er bij gebrek aan een duidelijk dit of dat nog waarvan leeg moeten zijn?

Je kan de wereld een warboel noemen, dan ligt het niet aan jou. Je kan jezelf een warhoofd noemen, dan ligt het niet aan de wereld. Je kan zeggen dat je het niet weet, dan hou je het in het midden. Ik doe het alle drie, maar anders wordt het niet.

Thomas: Als het zo'n warboel is dat je niets meer uit elkaar kan houden, hoe kan je jezelf dan autarkisch noemen?

Hans: Daarmee bedoelde ik alleen dat ik geen bevestiging meer nodig heb.

Thomas: Waarom heb jij geen bevestiging meer nodig?

Hans: Omdat ik het allemaal niet meer weet natuurlijk. Mijn leer is leeg. De lege leer behoeft geen bevestiging.

Thomas: Nee, dat lijkt me ook niet.

Hans: Aan het begin neemt een boeddhist toevlucht tot de Drie Juwelen, aan het eind ontvlucht hij iedere toevlucht. Zo staat het in de leer. Sleep het vlot waarmee je bent overgestoken niet met je mee. Ook de leegte is leeg. Dood de Boeddha.

Thomas: En dan?

Hans: Dan sta je op eigen benen. Dan ben je jezelf genoeg.

198. De reddingslijn van interzijn

Hoe boeddhisten hun bodhisattvagelofte gestand doen en de wereld redden.

Maitreya: Zullen we een chocolaatje nemen?

Boeddha: En dat voor een toekomstige boeddha.

Maitreya: Omdat ik een chocolaatje wil?

Boeddha: Om hoe u het zegt.

Maitreya: Hoe zou u het zeggen?

Boeddha: Zullen we nog een cacaoboer steunen?

Maitreya: Zonder cacaoboeren geen chocola, bedoelt u.

Boeddha: Afhankelijk ontstaan.

Maitreya: Interzijn.

Boeddha: Ik heb meer zin in een glaasje wijn.

Maitreya: Een druivenboer steunen.

Boeddha: Een bottelier.

Maitreya: Een flessenfabrikant.

Boeddha: Een kurksnijder.

Maitreya: Een vrachtwagenchauffeur.

Boeddha: Een supermarkt.

Maitreya: Een autofabriek.

Boeddha: Een hoogoven.

Maitreya: Een ertsmijn.

Boeddha: Proost.

Maitreya: Proost.

Boeddha: Hmm.

Maitreya: Hmm.

Boeddha: Je kan niets beters voor de wereld doen dan een glas wijn drinken.

Maitreya: Een belangeloze gift.

Boeddha: Anoniem.

Maitreya: Naar draagkracht.

Boeddha: Dana.

Maitreya: Goed voor je karma.

Boeddha: Leve de dharma.

Maitreya: Leve de sangha.

Boeddha: Op uw toekomst.

Maitreya: Op uw verleden.

Boeddha: En het heden dan?

Maitreya: Dat zorgt voor zichzelf.

Boeddha: Proost.

Maitreya: Proost.

Boeddha: Hmm.

Maitreya: Hmm.

Boeddha: Wie zijn interdependentie ten volle realiseert, kan wel een potje breken.

Maitreya: Of een glaasje.

Boeddha: Zullen we ook maar een chipsfabrikant steunen?

Maitreya: Welja, en een kaasboer.

Boeddha: Een worstenmaker.

Maitreya: Wat dacht u van de filmindustrie?

Boeddha: Gezellig, zet maar wat op.

Maitreya: Proost.

Boeddha: Proost.

199. Volg de lijn van interzijn

Hoe je van samsara in nirwana komt.

Meester Zero zegt:

Hoe je in nirwana komt?

Volg de lijn naar interzijn.

Kluwen touw met een heel klein mannetje dat het begin van het touw in zijn hand houdt.
^ Volg de lijn van interzijn.

De draad kwijt?

Probeer het rustig nog een keer.

De draad kwijt?

Probeer het rustig nog een keer.

De draad kwijt?

Ja, wat dacht je dan.

De lijn van interzijn is een kluwen.

Daar is geen eind aan.

Zen is steeds opnieuw beginnen.

Een eeuwig frisse blik.

Geloof je dat?

Pech gehad.

Zelfs het begin is niet te vinden.

Je zit er altijd middenin.

Verder zal je nooit komen.

Er is geen lijn van interzijn.

Er is geen lijn naar interzijn.

Er is alleen maar intrazijn.

Overal tussenin zijn.

Kan je me volgen?

200. Het tussenin van intrazijn

Het is niet naar, het is niet fijn, zou dat soms het nirwana zijn?

Meester Zero zegt:

Stel dat alles afhankelijk ontstaat.

Afhankelijk bestaat.

Afhankelijk vergaat.

Dan loopt alles door elkaar.

Dan valt er niets te scheiden.

Dan zijn er nergens zijden.

Dan is er geen vorm.

Dan is er geen leegte.

Dan is vorm geen leegte.

Dan is leegte geen vorm

Dan is er geen samsara.

Dan is er geen nirwana.

Dan is samsara geen nirwana.

Dan is nirwana geen samsara.

Dan is er geen pad tussen beide.

Dan hoef je nergens heen.

Dan kan je nergens heen.

Dan zit je overal tussenin.

Dan ben je zelf het tussenin.

Het tussenin van intrazijn.

Zonder dit of dat te zijn.

Het is niet naar, het is niet fijn.

Zou dat soms het nirwana zijn?

201. Zen laat zich niet inpakken

Aftellen met Meester Zero; drieëndertig pogingen om toch weer iets van zen te maken.

33

Leerling: Zen is overal de betrekkelijkheid van inzien!

Meester: Maak er nou geen relativisme van.

32

Leerling: Zen is de onttroning van het verstand!

Meester: Maak er nou geen irrationalisme van.

31

Leerling: Zen is een boekverbranding!

Meester: Maak er nou geen obscurantisme van.

30

Leerling: Zen is het einde van het lijden!

Meester: Maak er nou geen panacee van.

29

Leerling: Zen is onverstoorbaarheid!

Meester: Maak er nou geen gemoedstoestand van.

28

Leerling: Zen is het einde van ieder onderscheid!

Meester: Maak er nou geen non-dualisme van.

27

Leerling: Zen is eenheid!

Meester: Maak er nou geen monisme van.

26

Leerling: Zen is onweerlegbaar!

Meester: Maak er nou geen waarheid van.

25

Leerling: Zen is de bron!

Meester: Maak er nou geen kosmologie van.

24

Leerling: Zen geeft richting aan het leven!

Meester: Maak er nou geen weg van.

23

Leerling: Zen is het einde van de illusie!

Meester: Maak er nou geen werkelijkheid van.

22

Leerling: Zen is grote twijfel!

Meester: Maak er nou geen scepticisme van.

21

Leerling: Zen is groot wantrouwen!

Meester: Maak er nou geen paranoia van.

20

Leerling: Zen is het einde van de grote verhalen!

Meester: Maak er nou geen postmodernisme van.

19

Leerling: Zen is het einde van alle goden!

Meester: Maak er nou geen atheïsme van.

18

Leerling: Zen is een beeldenstorm!

Meester: Maak er nou geen strijd van.

17

Leerling: Zen ben je!

Meester: Maak er nou geen identiteit van.

16

Leerling: Zen is onze ware aard!

Meester: Maak er nou geen essentialisme van.

15

Leerling: Ik geloof in zen!

Meester: Maak er nou geen religie van.

14

Leerling: Zen omarmt alles!

Meester: Maak er nou geen liefde van.

13

Leerling: Zen is het hoogste inzicht!

Meester: Maak er nou geen wijsheid van.

12

Leerling: Zen is sunyata!

Meester: Maak er nou geen gat van.

11

Leerling: Zen is groot mededogen!

Meester: Maak er nou geen ideaal van.

10

Leerling: Zen is openheid!

Meester: Maak er nou geen houding van.

9

Leerling: Zen is totale aanwezigheid!

Meester: Maak er nou geen mindfulness van.

8

Leerling: Zen is een triomf!

Meester: Maak er nou geen verdienste van.

7

Leerling: Zen is alleen maar geven!

Meester: Maak er nou geen dana van.

6

Leerling: Zen is alleen maar doen!

Meester: Maak er nou geen activisme van.

5

Leerling: Zen is alleen maar zitten!

Meester: Maak er nou geen praktijk van.

4

Leerling: Zen is het laatste woord!

Meester: Maak er nou geen autoriteit van.

3

Leerling: Zen is zen!

Meester: Maak er nou geen tautologie van.

2

Leerling: Zen is!

Meester: Maak er nou geen entiteit van.

1

Leerling: Zen!

Meester: Maak er nou geen leus van.

0

Leerling: ...

Meester: Hè hè.

202. Wat je minstens van onthechting moet weten

Voor je het eindelijk mag vergeten.

'Wat weet jij eigenlijk van onthechting, Hans?'

'Minder dan wie ook.'

'Ben jij al helemaal onthecht?'

'Daar maal ik niet om.'

'Ben jij wel een boeddhist?'

'Maakt mij het uit.'

'Dit lijken me geen aanbevelingen.'

'Integendeel.'

203. Wij en zij op het ereschavot

Over het nut van persoonlijke voornaamwoorden op het eenvoudigenpad.

Zegt de ene Oranjefan: De halve finale hebben we gewonnen!

Zegt de andere: Maar de finale hebben ze verloren.

204. Omissie en transcendentie op de zenweg

Over het nut van bezittelijke voornaamwoorden op het achtvoudige pad. Gewetenloze gewetens in Zen Centrum Amsterdam.

Jaren eerder: 'De leraar heeft mij welkom geheten!'

Jaren later: 'Onze leraar is tot sensei benoemd!'

Jaren later: 'Mijn leraar heeft mij de geloften afgenomen!'

Jaren later: 'De leraar heeft zijn geloften gebroken!'

Weken later: 'We gaan die man uit onze sangha zetten!'

Weken later: 'De leraar heeft berouw getoond!'

Jaren later: 'Onze leraar is tot roshi benoemd!'

Jaren later: 'Mijn roshi heeft mij tot sensei benoemd!'

205. Zelfverheffing op het achtvoudige pad

Acht dikke padden bovenop elkaar.
^ Zelfverheffing van de achtvoudige pad.

206. Hoe je je gehechtheid en onthechting overwint

Zeven weg-wijzers op het achtvoudige pad.

Leerling: Denkt u dat we onze gehechtheid moeten overwinnen?

Meester: Denk jij dan dat dat kan?

Jaren later

Leerling: Denkt u we onze gehechtheid moeten aanvaarden?

Meester: Denk jij dan dat dat kan?

Jaren later

Leerling: Denkt u we onze gehechtheid onder ogen moeten zien?

Meester: Denk jij dan dat dat kan?

Jaren later

Leerling: Denkt u dat we onze gehechtheid moeten negeren?

Meester: Denk jij dan dat dat kan?

Jaren later

Leerling: Denkt u dat we niets meer moeten vinden?

Meester: Denk jij dan dat dat kan?

Jaren later

Leerling: Denkt u dan helemaal niets?

Meester: Denk jij dan dat dat kan?

Jaren later

Leerling: Ik geef het op.

Meester: Denk jij dan dat dat kan?

207. Hoe je je geest tot rust brengt

Overwinnen, beheersen, aanvaarden, gewaarzijn of negeren?

'Meester, breng mijn geest tot rust', zei Huiko. 'Breng me je geest en ik breng hem tot rust', antwoordde Bodhidharma. 'Ik kan hem nergens vinden.' 'Dan heb ik hem tot rust gebracht.'

(Koan 41 van de Poortloze Poort)

Onze gedachten

Denk jij dat we onze gedachten moeten overwinnen?

Denk je dat we onze gedachten moeten beheersen?

Denk je dat we onze gedachten moeten aanvaarden?

Denk je dat we onze gedachten gewaar moeten zijn?

Denk je dat we onze gedachten moeten negeren?

Denk je dat dat kan?

Onze geest

Denk je dat we onze geest moeten overwinnen?

Denk je dat we onze geest moeten beheersen?

Denk je dat we onze geest moeten aanvaarden?

Denk je dat we onze geest gewaar moeten zijn?

Denk je dat we onze geest moeten negeren?

Denk je dat dat kan?

Ons ego

Denk je dat we ons ego moeten overwinnen?

Denk je dat we ons ego moeten beheersen?

Denk je dat we ons ego moeten aanvaarden?

Denk je dat we ons ego gewaar moeten zijn?

Denk je dat we ons ego moeten negeren?

Denk je dat dat kan?

Vergelijking

Denk je dat je gedachten, geest en ego in wezen verschillend zijn?

Denk je dat je gedachten, geest en ego in wezen hetzelfde zijn?

Denk je dat je gedachten, geest en ego wezenlijk zijn?

Denk je dat je gedachten, geest en ego leeg zijn?

Denk je dat je gedachten, geest en ego van jou zijn?

Denk je dat je gedachten, geest en ego niet van jou zijn?

Denk je dat je wezenlijk bent?

Denk je dat je onwezenlijk bent?

Wat denk je allemaal niet?

208. Gehechtheid op het achtvoudige pad

Zeven een-voudige meesters.

Roept de eerste meester: Het achtvoudige pad is de weg!

Roept de tweede: U bent gehecht aan de weg!

Roept de derde: U bent gehecht aan onthechting!

Roept de vierde: Gehechtheid is onthechting!

Roept de vijfde: U bent gehecht aan het woord!

Roept de zesde: U bent gehecht aan de stilte!

Roept de zevende: Woord is stilte!

Roept de achtste: En weg is het achtvoudige pad!

Roept de eerste: Het achtvoudige pad is de weg!

209. De fundamentele waarheid van zen, en hoe je er vanaf komt

Waarom transmissie een wassen neus is.

Nico: De fundamentele waarheid van zen is onthechting van elke waarheid.*

Hans: Ben je eraan gehecht?

Nico: Waaraan gehecht?

Hans: Aan de fundamentele waarheid van zen.

Nico: Nou je het zegt.

Hans: Dat heb je met fundamentele waarheden.

Nico: Ben jij gehecht aan de waarheid?

Hans: Ik zou niet weten hoe.

Nico: Omdat je onthecht bent van elke waarheid?

Hans: Omdat ik de waarheid niet ken.

Nico: Omdat je de waarheid bent, zeggen ze in het non-dualisme.

Hans: Of ik hem nou ben of niet, ik ken hem niet.

Nico: De fundamentele waarheid van zen is onthechting van elke waarheid.*

* Zegt Nico Tydeman in Transmissie en Transcendentie op pagina 266.

210. Haiku op haiku: tussen hangen en wilgen

Lettergrepen naar niet-weten.

Draag de droefheid, al
het verlangen van uw hart,
over aan de wilgen.

(Basho)

Hang uw hang naar niet
verlangen aan de wilgen
en u hangt niet meer.

(Hans)

211. Onthechting is ook niet alles

Waar een weg is is een wil.

Leerling: Ik wou dat ik verlicht was.

Meester: Ik wou dat ik niets meer wou.

Jaren later

Leerling: Ik wou dat ik niets meer wou.

Meester: Ik wou dat ik nog wat wou.

Jaren later

Leerling: Ik wou dat ik nog wat wou.

Meester: Ik wou dat ik wou dat ik nog wat wou.

Jaren later

Leerling: Ik wou dat ik wou dat ik nog wat wou.

Meester: Wauw.

Jaren later

Leerling: Wauw.

Meester: Nou...

Jaren later

Leerling: Nou...

Meester: ...

Jaren later

Leerling: ...

Meester: ...

212. Haiku op haiku: tussen spelen en leven

Lettergrepen naar niet-weten.

Wij speelden huishouden,
een kinderspel, speelden
tot de herfstavond.

(Shiki)

Wij spelen leven,
een kinderspel, anders niet.
't Wordt steeds vergeten.

(Hans)

213. Wat is kinhin? Zo kan het ook

Hinkelende kinhinmonniken.
Kinhinkelen: loopmeditatie op één been.

214. De mentale constructies van Dogen Zenji

Voice dialogue met een icoon; requiem voor Bodhidharma en Dizang.

Dogen: Er is alleen maar dit.

Hans: Nou dat weer.

Dogen: We zijn er nooit van gescheiden.

Hans: Waarvan niet?

Dogen: Ik reis in een onbegrensde wereld en elk van mijn stappen is mijn huis.

Hans: U zit dag en nacht op een kussentje, heb ik gehoord.

Dogen: Ik doel op de ultieme werkelijkheid die komt noch gaat...

Hans: Kom nou gauw.

Dogen: ... en tijd noch ruimte kent.

Hans: Ga toch heen.

Dogen: Echt heilig is...

Hans: Alles leeg en niets heilig, was het toch?

Dogen: Ah ja, Bodhidharma.

Hans: De eerste zenpatriarch.

Dogen: Wat ik zeggen wou, echt heilig is wat ons bevrijdt van onze mentale constructies.

Hans: Wat ik zeggen wou, 'echt' is een mentale constructie. 'Heilig' is een mentale constructie. 'Ons' is een mentale constructie.

Dogen: Daar zeg je zo wat.

Hans: 'Bevrijding' is een mentale constructie. 'De ultieme werkelijkheid die komt noch gaat en tijd noch ruimte kent' is een mentale constructie. 'De onbegrensde wereld waarin elk van je stappen je huis is' is een mentale constructie.

Dogen: Dat kan ik niet... ontkennen.

Hans: 'Alleen maar dit, waarvan we nooit gescheiden zijn' is een mentale constructie. 'Mentale constructie' is een mentale constructie. Dat mentale constructies ons gevangen houden is een mentale constructie.

Dogen: Tja, als je het zo bekijkt...

Hans: Dan heb je het gauw bekeken.

Dogen: Wat is geen mentale constructie?

Hans: Een kussentje?

Dogen: Je weet best wat ik bedoel.

Hans: Bedoelingen zijn mentale constructies.

Dogen: Dat wel.

Hans: Ik zou het anders ook niet weten.

Dogen: Niet-weten?

Hans: 'Niet-weten is het meest nabij.'

Dogen: Ah ja, Dizang.

Hans: Of is dat de volgende mentale constructie?

Dogen: Zei ik het niet?

Hans: Wat dan?

Dogen: Er is alleen maar dit.

Hans: Nou dat weer.

215. Zelfbeelden in het boeddhisme: zijn we licht of zijn we lucht?

Twee dwaze wijzen.

Zegt de ene bodhisattva: Wat ben jij nou voor boeddhist, je weet niet eens dat je al verlicht bent.

Zegt de andere: Nee jij dan, je denkt nog steeds dat je bestaat.

216. Haiku op haiku: tussen hoog en laag

Lettergrepen naar niet-weten.

De bovenste twijg
weet van 't geheime leven
diep in de wortels.

(Shoichi)

Weten de twijgen
van het geheime leven
diep in de wortels?

Weten de wortels
van het geheime leven
hoog in de twijgen?

Weten de twijgen
van het geheime leven
hoog in de twijgen?

Weten de wortels
van het geheime leven
diep in de wortels?

Wie o wie weet wat
wortels en twijgen weten
over wie of wat?

(Hans)

Hoofd waar een boom op groeit.
^ Het geheime leven diep in de wortels.

217. Inspiratiedagen met Zenmeester Hans van Dam

Wie het eerst komt die het eerst maalt.

Vier keer per maand deelt Zenmeester Hans van Dam zijn diepe inzichten en ervaringen met gewone mensen.

Na afloop mogen ze hem vragen stellen.

Er is beperkt gelegenheid voor een persoonlijk onderhoud (dokusan).

Er is nog beperkter gelegenheid voor een wel zeer persoonlijk onderhoud (transmissie en transpiratie), uitsluitend op initiatief van Zenmeester Hans van Dam.

Hans van Dam verkleed als zenmeester.
^ Zenmeester Hans van Dam van Zendo Het Lichtend Gat.

Programma

09.00: Surrogaatkoffie of -thee (zelf meenemen).

09:15: Teisho van Zenmeester Hans van Dam waarin hij zijn diepe inzichten en ervaringen deelt met gewone mensen.

12.15: Zazen.

12.20: Kinhin.

12.25: Vragen stellen.

12.30: Kleine lunch (zelf meenemen) of uitgebreide lunch (zelf meenemen).

Plaats: zendo Het Lichtend Gat.

(Lichtend Gat is de geuzennaam van Zenmeester Hans van Dam. De zendo is naar hem vernoemd.)

Danasuggestie: €175 (€275 voor transmissie en transpiratie).

Bij binnenkomst testen wij of u echt bent, dus wees op tijd.

Zenmeesteres Zero

Als Zenmeester Hans van Dam wegens andere verplichtingen niet persoonlijk aanwezig kan zijn, neemt zijn rechterhond, Zenmeesteres Zero, de training over.

Zero heeft een voorkeur voor zit- en loopmeditatie, maar gehoorzaamheidstraining behoort ook tot de mogelijkheden.

Danasuggestie: €85.

Doorlopende video

Als Zenmeesteres Zero wegens andere verplichtingen niet persoonlijk aanwezig kan zijn, kunt u op eigen gelegenheid gebruik maken van zendo Het Lichtend Gat.

Er worden doorlopend video's vertoond van Zenmeester Hans van Dam, waarin u kunt zien hoe hij zijn diepe inzichten en ervaringen deelt met gewone mensen.

Danasuggestie: €45.

Wie is Zenmeester Hans van Dam?

Zenmeester Hans Dai¥en van Dam heeft in 2007 transmissie gekregen van Zenmeester Zuetsu, de negenenveertigste opvolger van de Chinese chanmeester Haha (901-966), stichter van de Foe-Tsieschool.

Zenmeester Hans van Dam is Stamboekboeddhist, voorzitter van de Zonen van de Boeddha, penningmeester van de Hoeders van de Ware Dharma, componist van de achtdaagse zenopera La Triviata en vertaler van de Ellenlange Redes.

Zenmeester Hans van Dam is de auteur van de boeddhistische trilogie Voelen wat je wil voelen / Voelen wie je wil voelen / Voelen wie je je wil voelen, van de all time bestseller Zengeest, Handelsgeest, van het boek van de maand Liegen om Bestwil en, heet van de pers, het monomentale Pretentie en Descendentie.

218. Diepte-interview met Zenmeester Hans van Dam

'Iedere vorm van transcendentie moet overstegen worden.'

Van onze Buitengewoon Onbezoldigd Correspondent J.N. ter Plaatse.

Ego Zwetsloot

'Om meteen maar met de deur in huis te vallen: wie ten diepste is Zenmeester Hans van Dam?'

'Ego Zwetsloot.'

'Wat? Wie?'

'Hebt u wat aan uw oren?'

'Ik dacht dat u Het Ware Zelf zou zeggen of zoiets.'

'Een authentieke zenmeester is altijd verrassend.'

'Is Ego Zwetsloot uw spirituele naam?'

'Nee, Ego Zwetsloot is mijn eigennaam.'

'Wie is dan Hans van Dam?'

'Hans van Dam is mijn spirituele naam. En zenmeester is mijn ware aard.'

Malafide

'Wie heeft u de spirituele naam Hans van Dam gegeven?'

'Iedere naam is Zelfgegeven.'

'Ik bedoel, van wie hebt u transmissie gekregen?'

'Ik bedoel, van wie heeft Gautama Boeddha transmissie gekregen?'

'Een échte zenmeester heeft dharma overdracht gehad.'

'Een échte zenmeester staat op eigen benen.'

'Wie garandeert ons dat u bonafide bent?'

'Wie op garanties boogt is malafide.'

'Iemand moet toch uw transcendentie bevestigen?'

'Iedere vorm van transcendentie moet overstegen worden.'

Bezeten

'Wat bent u in het dagelijks leven?'

'Is er nog een ander leven?'

'Wat is uw beroep?'

'Zenmeester Hans van Dam.'

'Maar waarmee verdient u de kost?'

'Met Zenmeester Hans van Dam.'

'Dat zal geen vetpot wezen.'

'Een vetpot kan geen boeddha wezen.'

'Hebt u hobby's?'

'Zenmeester Hans van Dam.'

'U lijkt wel bezeten van Zenmeester Hans van Dam.'

'U niet minder.'

Muppets

'Is er dan niets anders dan Zenmeester Hans van Dam?'

'Toch wel.'

'Mag ik vragen wat?'

'YouTube.'

'Aha, filmpjes kijken, hoe menselijk. Waar kijkt u het liefst naar?'

'De Muppets.'

'En verder?'

'Ik kijk eigenlijk alleen maar naar de Muppets.'

'De Muppets, is dat niet een beetje passé?'

'Wat moet u dan wel niet van de Boeddha denken.'

'Met wie identificeert u zich?'

'Wat ben ik, een muppet?'

'Volgens mij identificeert u zich met Zenmeester Hans van Dam.'

'Ik prijs me iedere dag gelukkig dat ik geen interviewer ben.

Ontwaakt

'Als u zo druk bent met Zenmeester Hans van Dam en Muppets kijken, komt u dan nog wel toe aan uw nachtrust?'

'Die heb ik niet nodig.'

'Slapen hoeft voor u niet meer?'

'Slapen hoef ik niet meer.'

'Hoe verklaart u dat?'

'Ik ben volledig ontwaakt.'

'Ik dacht dat slapen iets lichamelijks was en ontwaken meer iets geestelijks?'

'Alles ontstaat afhankelijk. Dat is een eeuwige wet.'

Poespas

'Draagt u altijd die rakusu? Ik heb u nog nooit zonder gezien.'

'Behalve onder de douche. Maar dat krijg jij niet te zien.'

'Is dat nou nodig, die Japanse poespas?'

'De Japanse wijze is van A tot Z uitgekiend door Japanse wijzen.'

'Met stokjes eten heeft toch helemaal geen zin?'

'Met stokjes eten traint de aandacht. In mijn zendo eten we zelfs de soep met stokjes. Een trage geest in een traag lichaam, ziedaar de zenboeddhist in optima forma.'

'Verwart u de leer niet met de vorm?'

'Vorm is leegte, dat zou u onderhand moeten weten.'

Leugens

'Het gerucht gaat dat u jarenlang heeft gelogen over...'

'Roddelen is op geen enkele wijze te verenigen met de gelofte van juist spreken.'

'Maar is het waar dat u al die jaren heeft gelogen over...'

'Hoe kan iemand liegen die niet eens bestaat?'

'Verwijst u naar de doctrine van niet-zelf?'

'Hoe kan iemand die niet eens bestaat, verwijzen naar doctrines die niet eens bestaan?'

'Maar om even terug te komen op het gerucht dat u al jarenlang...'

'Is het waar dat jij al jarenlang boeddhisten interviewt zonder zelfs maar de lekengeloften te hebben afgelegd?'

'Dat kan ik niet ontkennen, maar...'

'Mag ik je dan uitnodigen om de lekengeloften af te leggen door het bijwonen van de jukaiceremonie in Zendo Het Lichtend Gat komend weekend?'

'Is het waar, Zenmeester Van Dam, dat u tijdens dokusan, slechts gekleed in een rakusu, met een vliegenkwast leerlingen van beiderlei kunne...'

'Dat is dan afgesproken.'

'Maar...'

'Dank voor dit openhartige gesprek.'

Woordenlijstje

Lekengeloften: 1. niet doden; 2. niet stelen; 3. niet seksueel misbruiken; 4. niet liegen of roddelen; 5. geen verdovende middelen gebruiken.

Dharma-overdracht: ritueel waarbij twee mensen die menen de boeddhistische leer te begrijpen, elkaar daarin bevestigen.

Dokusan: onderonsje van meester en leerling waarin de eerste doet of hij alles doorheeft en de laatste alsof hij dat niet doorheeft of omgekeerd.

Rakusu: sierslab. Hoe groter de rakusu, hoe groter het ego.

Ego: zenmeester.

219. Zijn we allen zenmeesters?

Over de innerlijke fascist.

Hierboven heb je twee keer kennis kunnen maken met Zenmeester Hans van Dam. Wat vind je van hem? Ik zal je zeggen wat ik van hem vindt.

Zenmeester Hans van Dam is een eigenwijze, hypocriete, valse, doortrapte demagoog van een leraar. Ik hoop dat niemand ooit in zijn of zo'n fuik zwemt.

Die hoop is ijdel omdat de fictieve Zenmeester Hans van Dam is samengesteld uit een tiental dubieuze leraren in het door schandalen geteisterde boeddhistische wereldje.

Ik beken: ook in mij woont zo'n type. Zenmeester Hans van Dam is een alter ego van de persoon Hans van Dam. De enige reden dat hij geen kans krijgt om zich in het openbaar uit te leven, is dat ik hem in de smiezen heb, maak ik mezelf graag wijs.

Ik moet er tenminste niet aan denken wie ik had kunnen worden als een jongere versie van mezelf ongecontroleerd zijn gang had kunnen gaan, in een of andere oorlog, in een of ander kamp, in een of andere parochie, sekte, gompa of sangha – in welke situatie ook.

Zijn wij allen nazi's? vroeg Hans Askenasy zich in 1978 af na de roemruchte experimenten van Stanley Milgram aan Yale University. En antwoordde bevestigend.

Zijn wij allen zenmeesters?

220. Geef een meester nooit een maagd

Boeddhisme is wel heel gewaagd.

Als een mens maar
niet meer klaagt

En zijn lijden
stil verdraagt

Komt nirwana
ongevraagd

Sprak de meester
tot de maagd

221. Boeddha's bestaan niet

We zijn allemaal maar mensen.

Boeddhistische leraren kan je vertrouwen, zou je denken. Ze hebben allemaal de geloften afgelegd, ze zijn beëdigd, ze hebben hun begeerte overwonnen, ze hebben niets van niemand nodig. Nergens ben je veiliger. Toch?

Vergeet het maar, niets is minder waar. Ook en juist bij mensen die je honderd procent meent te kunnen vertrouwen, moet je op je hoede zijn.

Geloof je me niet? Doe maar eens onderzoek naar gevallen boeddhistische leraren uit het recente verleden. Hier is een namenlijstje om je op gang te helpen, gevolg door een greep uit de beschuldigingen.

Baker Roshi. Chögyam Trungpa. Dennis Merzel. Eido Roshi. Frank Uyttebroeck. Genpo Döring.

Lama Kelsang Chöpel. Maezumi Roshi. Mettavihari. Nico Tydeman. Noah Levine. Paul Van hooydonck.

Rients Ritskes. Sakyong Mipham rinpoche. Sasaki Roshi. Seung Sahn. Sogyal Rinpoche. Walter Nowick.

En waar worden de zogenaamd uitgedoofde nirwanabewoners zoal van beschuldigd?

Seks met leerlingen. Seks met minderjarigen. Buitenechtelijke relaties. Verkrachting. Geestelijke mishandeling. Lichamelijke mishandeling. Machtsmisbruik.

Intimidatie. Geldklopperij. Uitbuiting. Extravagantie. Misbruik van giften. Belastingfraude. Titelfraude.

Liegen. Alcoholverslaving. Cocaïneverslaving. Seksverslaving. Tabaksverslaving. Zelfverheerlijking. Banden met de georganiseerde misdaad.

Bedenk: lang niet iedereen wordt ontmaskerd. Lang niet alles wat iemand heeft uitgehaald komt aan het licht. Lang niet iedereen die wordt ontmaskerd haalt het nieuws. Lang niet iedereen die het nieuws haalt haalt het Nederlandstalige nieuws. Niet iedereen die het Nederlandstalige nieuws haalt staat op dit lijstje.

Er is bij mijn weten geen enkele manier om met zekerheid vast te stellen hoe betrouwbaar een boeddhistische leraar is, wat er allemaal in hem of haar omgaat, waar hij of zij stiekem op uit is.

Geloof je me nog steeds niet? Kijk dan eens eerlijk naar jezelf, als je durft. Kijk naar je eigen geheime leven. Kijk naar alles wat je niet wil weten over jezelf. Kijk naar alles wat niemand over je mag weten, zelfs intimi niet.

Is er ook maar één iemand in je leven die alles van je mag zien en kan aanzien? Is er ook maar één iemand in je leven van wie je absoluut zeker weet dat hij geen geheimen voor je heeft? Wat verstop jij allemaal achter je boeddhistische front?

222. Bestaan boeddha's echt niet?

Waarom ik mijn oordeel opschort.

Boeddha's bestaan niet, schreef ik in het vorige stuk over gevallen leraren. We zijn allemaal maar mensen.

Bestaan boeddha's echt niet? Geen idee. Zoals ik ook niet weet of engelen bestaan, kabouters, elfjes. Vaderen, Zonen, Heilige Geesten. Ids, ego's, superego's. Tovenaars, heksen, trollen.

De een zweert van wel, de ander zweert van niet, dit is een valse, dat is een echte, ze trekken hun zwaard om het pleit te beslechten, welke kromme is de enige rechte?

Het lijkt me logisch dat de toekomstige boeddha Maitreya niet bestaat. Maar hoe kunnen er dan in het verleden woorden van hem zijn opgetekend?

Ik veronderstel dat de historische boeddha Siddharta Gautama minstens al sinds zijn dood niet meer bestaat. Maar volgens de overlevering had hij niet één maar drie lichamen, waarvan twee onsterfelijk. En sommige van mijn vaagste kennissen rekenen hem tot hun beste vrienden.

Ik meen dat Meester Linji Yixuan, de protagonist van de Linji Lu, een literaire constructie is. Maar over wie gaan die kronieken dan, en waarom worden ze nog steeds gelezen?

Het komt weleens in me op dat boeddhabeelden beelden zijn en geen boeddha's. Maar zouden honderden miljoenen buigende en smekende boeddhisten wereldwijd zonder het te weten lege vormen aanbidden? Kom nou, mensen zijn toch niet gek?

Weet je wat, ik schort mijn oordeel net zolang op tot ik mijn eerste echte boeddha ontmoet. Een uitgedoofde gelukzalige die niet nog moet komen en nog niet is overleden.

Man, vrouw, ik kan niet wachten.

223. Waarom je in nirwana geen boeddha's vindt

De martelgang van de zendingsdrang.

'Is iedere boeddha volledig onthecht?'

'Niet in het mahayanaboeddhisme.'

'Wat begeert hij dan?'

'Bevrijding van alle voelende wezens.'

'Is daar een eind aan?'

'Natuurlijk niet.'

'Waarom niet?'

'Levende wezens vermeerderen zich sneller dan ze zich laten verlossen.'

'Maar een boeddha is toch voorgoed nirwana binnengegaan?'

'Natuurlijk niet.'

'Waarom niet?'

'Nirwana betekent uitdoving.'

'Wie verlangt naar bevrijding van alle voelende wezens is niet uitgedoofd, wou je zeggen.'

'Verlangen is verlangen.'

'Ik vind het een nobel streven.'

'Streven is streven.'

'Mahayana bodhisattva's zijn dus niet voorgoed nirwana binnengegaan?'

'Mahayana bodhisattva's zijn voorgoed samsara binnengegaan.'

'Hoezo voorgoed?'

'Het is al een paar duizend jaar achtereen niemand gelukt om iedereen te verlossen.'

'Wat niet is kan nog komen.'

'Nog acht miljard mensen te gaan, en vergeet de dieren niet.'

'Hoop doet leven.'

'Hoop is hoop.'

'Wat is het alternatief?'

'De Boeddha doden.'

224. Meester masturbeert u nog?

Vierenveertig vragen om aan je boeddhistische leraar te stellen.

Als je wil weten waar je met je leraar aan toe bent, moet je vragen stellen. Mag dat niet? Heeft hij (m/v) geen tijd? Is hij beledigd? Dan weet je genoeg. Dan weet je dat je niet weet waar je met hem aan toe bent.

Kan je het niet? Durf je het niet? Wil je het niet? Dan weet je genoeg. Dan weet je waar je met jezelf aan toe bent. Dan weet je dat je nooit zal weten waar je met je leraar aan toe bent.

Want dat volstaat. Je hoeft niet te weten waar je met je leraar aan toe bent. Als je maar weet dat je niet weet waar je aan toe bent.

In het onwaarschijnlijke geval dat je leraar zich helemaal openstelt en jij het aandurft, wat voor vragen moet je dan stellen? De vragen die voor jou het belangrijkst zijn natuurlijk. De belangrijkst het eerst. Hieronder wat voorbeeldvragen om op gang te komen.

1. Welke boeddhistische geloften hebt u afgelegd?

2. Hoe vaak hebt u uw geloften al gebroken?

3. Hoort u uzelf graag praten?

4. Vind u uzelf bijzonder?

5. Houdt u van aandacht?

6. Is een titel belangrijk voor u?

7. Wat hoopt u te bereiken?

8. Hoever gaat u om de top te halen?

9. Wanneer hebt u voor het laatst gelogen?

10. Wanneer hebt u voor het laatst tegen uzelf gelogen?

11. Hebt u al eens tegen mij gelogen?

12. Wat houdt u allemaal achter om niet te hoeven liegen?

13. Doet u zich weleens mooier voor dan u bent?

14. Doet u zich weleens groter voor dan u bent?

15. Doet u zich weleens kleiner voor dan u bent?

16. Doet u zich weleens anders voor dan u bent?

17. Bepaalt u altijd zelf hoe u zich voordoet?

18. Bepaalt u zelf wat u wanneer tegen wie zegt?

19. Hebt u de waarheid in pacht?

20. Hebt u weleens ergens spijt van?

21. Waar hebt u zoal spijt van?

22. Piekert u weleens?

23. Hebt u idealen?

24. Bent u helemaal vrij van begeerte?

25. Bent u verslaafd aan het nieuws?

26. Wanneer hebt u voor het laatst alcohol gebruikt? Koffie? Tabak? Drugs?

27. Wanneer hebt u voor het laatst vlees gegeten?

28. Hoe komt u zo dik?

29. Wanneer hebt u voor het laatst iets gestolen?

30. Bent u trots op uzelf?

31. Is het belangrijk voor u dat anderen tegen u opkijken?

32. Waarom moet ik u vousvoyeren?

33. Hebt u een eigen huis?

34. Hebt u een eigen auto?

35. Hoeveel geld staat er op uw rekening?

36. Wanneer hebt u voor het laatst een levend wezen gedood?

37. Waar valt u op?

38. Wordt u geil als u mij of andere leerlingen ziet?

39. Hoe gaat u met uw geilheid om?

40. Wanneer bent u voor het laatst seksueel opgewonden geweest?

41. Kijkt u porno?

42. Waar fantaseert u zoal over?

43. Masturbeert u weleens?

44. Vindt u deze vragen opwindend?

Denk erom dat intieme vragen tot (on)gewenste intimiteiten kunnen leiden. Dat geeft wel meteen duidelijkheid natuurlijk.

Leraren ontmaskeren is eigenlijk zonde van je tijd. De uitkomst laat zich raden. Zelfs leraren van onbesproken gedrag hebben waarschijnlijk geheime gedachten, gevoelens en intenties. Net als jij. Of jullie het nou toegeven of niet.

Jezelf ontmaskeren, dat is pas interessant. In plaats van bovenstaande vragen aan een leraar te stellen kan je ze aan jezelf stellen. Of, nog spannender, aan jezelf laten stellen door een ander.

Als je helemaal eerlijk bent, zal je waarschijnlijk net als ik ontdekken dat je niet wezenlijk verschilt van gevallen leraren. Mensen blijven mensen. Hoe graag ze ook willen van niet. Hoe hard ze het ook ontkennen.

225. Wat is kinhin? Onthechting

Zoek de verschillen.

Vier kinhinmonniken met een stijve die je door hun gewaden heen ziet.
^ Zoek de verschillen.

226. Strebers in het boeddhisme, en hoe je ze herkent

Met mensen weet je het maar nooit, met strebers weet je het nooit niet.

Mensen zijn mensen.

Met mensen weet je het maar nooit.

Meesters, priesters, bodhisattva's en boeddha's zijn ambitieuze mensen.

Mensen met spirituele en religieuze ambities.

Mensen die menen boven hun menselijkheid en boven hun medemens uit te kunnen stijgen of uitgestegen te zijn.

Mensen die zich graag meester, osho, goeroe, vriend, eerwaarde, excellentie, weledele, hoogheid, verhevene, gezegende laten noemen.

Mensen die overtuigd zijn van hun eigen gelijk en nooit hun ongelijk zullen toegeven.

Mensen die te koop zijn en te koop lopen met diploma's, vliegenkwasten, rakusu's, titels, spirituele namen en een lineage die, zeker weten, zonder onderbreking teruggaat op de allereerste hoogvlieger, de zelfverhevene.

Mensen die graag op een podium staan, een treetje hoger dan de rest, in het centrum van de belangstelling.

Mensen die het op prijs stellen dat je voor ze buigt, hoe dieper hoe beter.

Mensen die staatsieportretten laten maken van zichzelf, omringd door hun gevolg.

Mensen die zich laten betalen voor hun spirituele onderricht alsof het een baan is in plaats van een gift.

Mensen die mooiere kleren dragen dan hun volgelingen.

Mensen die alle aandacht opeisen wanneer ze bescheiden het woord nemen.

Mensen die privileges nemen en geven, zo de wind eronder houden.

Ja, mensen blijven mensen en met mensen weet je het maar nooit.

Maar strebers blijven strebers en dan weet je het wel.

Vragen aan de lezer

Heb jij spirituele ambities?

Herken je iets van je leraar in bovenstaande beschrijving?

Herken je iets van jezelf?

Kan je nog terug?

227. De meester, de mystagoog en de minnaar – het leraarschap van Nico Tydeman

Hoe de ene maan de andere wast.

Buiten de geschriften om

Kort na het verschijnen van zijn meester-werk Transmissie en transcendentie kwam aan het licht dat de auteur, toen nog Nico Niko ('breed licht') Tydeman, daarvóór Nico Sojun ('authentieke dharma') Tydeman, jarenlang een geheime relatie had met een van zijn leerlingen. Transmissie en transpiratie, zeg maar.

Beiden, zowel de leraar als de leerling, hadden de boeddhistische geloften afgelegd, waaronder de vierde:

'Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van incorrect spreken.'

Je moet het breed zien, vind ik. Tydeman afficheert zichzelf als mystagoog. 'Mystiek' betekent 'geheim', dus eigenlijk was hij er op zijn manier heel open over.

Drie leraarstypen onderscheidt de auteur in zijn boek: de vriend, de goeroe en de mystagoog. En een vierde dus, buiten de geschriften om, van hart tot hart, alleen voor ingewijden: de minnaar.

Een wassen zegel

Met zijn gedrag trad Nico Tietenman niet alleen in zijn eigen voetsporen maar ook in die van zijn leraar Dennis Merzel, die hij als zijn goeroe ziet, en in die van diens leraar, Maezumi Hakuyū.

Een goeroe is iemand die de dharma demonstreert door zijn gedrag, stelt Tydeman, en inderdaad, dat gedrag liegt er niet om. Merzel wordt beschuldigd van zedeloosheid en hebzucht, Maezumi van zedeloosheid en drankzucht.

Inmiddels heeft Merzel het transcendente leraarschap van zijn Nederlandse navolger bekrachtigd met de titel 'roshi' en de dharmanaam Tenkei, 'hemels licht'. De ene maan wast de andere.

Inka, heet zo'n bekrachtiging in zen. Een wassen zegel, 'the final seal of approval', door Nico Tenkei Tydeman in alle nederigheid aanvaard. Heeft een hond de boeddhanatuur?

'Ik ben dankbaar voor al de jaren die ik met mijn leraar heb doorgebracht' zegt hij bescheiden. 'Zonder hem was ik niet geworden die ik nu ben.' Hoe zal hij dan vroeger zijn geweest, vraag je je af.

Verliefd

Zelf houd ik het al drieëndertig jaar met mijn lief, Lucienne, en niemand spreekt er schande van. Is er een betere leraar dan je minnaar?

Geloften hebben we nooit gebroken omdat we ze nooit hebben afgelegd. Behalve de huwelijkse, maar die hebben we weer afgelegd, ongebroken.

Vorig jaar werden een briefschrijfster en ik verliefd op elkaar. De eerste die het hoorde was Lucienne, voor wie ik geen geheimen heb. Ze sprak er geen schande van en vond het net zo opwindend als ik.

De laatste die het hoorde, ondanks mijn aandringen, was de partner van mijn correspondente. Die sprak er niet alleen schande van, hij noemde me nog een goeroe ook.

Vandaar mijn vraag aan jou, wat voor leraar ben ik nou?

228. Ken jEZELf

Koning, keizer, admiraal, ezels zijn we allemaal.

Aan alle dharmaleiders, dharmalijers en dharmalijders.

Aan alle lama's, rinpoches, roshi's, sensei's en osho's.

Aan alle boeddha's, bodhisattva's, bhikkhu's, arhats en shri's.

Aan alle excellenties, eminenties, kardinalen, hogepriesters en notabelen.

Aan alle manteldragers, kroondragers, gezagsdragers, ambtsdragers, titeldragers, naamdragers, slippendragers, voordragers en overdragers.

Aan alle schijnheiligen, schijnheiligenvereerders, strebers naar eigenheiligheid en andere god-, gat- en goed-gelovigen:

Ken jEZELf en ken de ander als jEZELf.

Monnik die in de spiegel kijkt en een ezel ziet.
^ Ken jEZELf en ken de ander als jEZELf.

229. Even voorstellen: Klaas Keiken Klaassen

Hoe de ene naam de andere wast.

Leerling: Wilt u mij een spirituele naam geven?

Meester: Wou je er nog een identiteit bij?

230. Even voorstellen: Jan Anatman

Nomen Nescio.

Leerling: Ik wil voortaan naamloos door het leven.

Meester: Wou je er nog een identiteit bij?

231. Leraarstypetjes van Nico Tydeman

Non-dualiteit is geen onderscheid.

Een koan

Joke: Mag ik jou een vraag stellen?

Hans: Nee.

Joke: Waarom niet?

Hans: Daar komen alleen maar antwoorden van.

Joke: 'Het is de taak van de spirituele leraar om ons bij te staan op onze weg naar non-dualiteit', schrijft Nico Tydeman in Transmissie en Transcendentie.

Hans: God sta ons bij.

Joke: In zijn boek maakt hij onderscheid tussen drie aspecten van het spirituele leraarschap.

Hans: Ik weet er wel driehonderd.

Joke: Vriend, goeroe en mystagoog.

Hans: Onderscheiden doet lijden.

Joke: Scheiden doet lijden, was het toch?

Hans: En andersom.

Joke: Lijden doet scheiden?

Hans: Lijden doet huwen, huwen doet gruwen enzovoort.

Joke: Ik kan je even niet meer volgen.

Hans: Ik al heel lang niet meer.

Joke: Waar pas jij in Nico's lerarenschema?

Hans: Mooie koan.

Joke: Werk nou even mee.

Hans: Ik pas er niet in, ik sta er niet buiten, ra ra.

Joke: Je staat erboven, wou je zeggen.

Hans: Nee dank je, ik zit liever.

Een mens

Joke: Ben jij een vriend?

Hans: Is dit een vriendschapsverzoek?

Joke: Voor je leerlingen, bedoel ik.

Hans: Ik heb niet eens een leer.

Joke: Of ben je meer een goeroe?

Hans: Gewoon een ouwehoeroe.

Joke: Die de dharma demonstreert door zijn gedrag?

Hans: God sta ons bij.

Joke: Wat demonstreer jij door je gedrag?

Hans: Dat ik ben uitgedemonstreerd.

Joke: Wat als ik een voorbeeld aan je zou nemen?

Hans: Dan werd je wat je was en bent en blijft.

Joke: Te weten?

Hans: Een mens.

Joke: Maar dat ben ik al.

Hans: Dat zeg ik.

Joke: En als ik boven mezelf uit wil stijgen?

Hans: Heel menselijk.

Joke: Ik doel op transcendentie.

Hans: Dan word je wat je was en bent en blijft.

Joke: En jij?

Hans: Ik was het al en ben het nog.

Een wolk van niet-weten

Joke: Geen vriend, geen goeroe, dan moet je wel een mystagoog zijn.

Hans: Een mis-agoog.

Joke: Afijn.

Hans: Weet je wat ik wel zou willen zijn?

Joke: Een bloemetjesgordijn?

Hans: Ik dacht eerder aan een mistgordijn.

Joke: Het moet niet gekker worden.

Hans: Of doe maar een mistbank.

Joke: Je zegt het maar.

Hans: Dan kan je gezellig naast me komen zitten.

Joke: Ik sta liever.

Hans: Verschil moet er zijn.

Joke: Juist niet.

Hans: Doe dan maar een wolk van niet-weten.

Een minnaar

Joke: Ben je het er tenminste mee eens dat de spirituele leraar ons bij moet staan op onze weg naar non-dualiteit?

Hans: Weg met de non-dualiteit.

Joke: Even serieus.

Hans: Ik meen het.

Joke: Wat versta jij onder non-dualiteit?

Hans: Overal doorheen kijken. Ieder onderscheid doorzien. Ook het onderscheid tussen dualiteit en non-dualiteit. Ook het onderscheid tussen leraar en leerling. Ook het onderscheid tussen vriend, goeroe en mystagoog.

Joke: Oké, vergeet Nico's typologie dan maar even.

Hans: Vergeten en vergeven.

Joke: Wat voor spirituele leraar ben jij dan?

Hans: Een minnaar natuurlijk.

Joke: Wát?

Hans: Vinger in je gat.

Joke: Je kan toch wel normaal antwoord geven?

Hans: Serieus.

Een afleraar

Joke: Ik wil alleen maar weten wat voor leraar jij bent.

Hans: Wat voor vader ben jij?

Joke: Ik ben een vrouw, sufferd.

Hans: Nou dan.

Joke: O, zo.

Hans: O zo.

Joke: Je probeert me al die tijd duidelijk te maken dat je geen leraar bent.

Hans: Nou dat weer.

Joke: Als jij een spirituele leraar was, wat voor een zou je er dan zijn?

Hans: Een afleraar?

Joke: Wat doet een afleraar?

Hans: Afleren?

Joke: Wat afleren?

Hans: De leer?

Joke: Welke leer?

Hans: Elke leer?

Joke: Waar is dat goed voor?

Hans: Is het ergens goed voor?

Joke: Is het nergens goed voor?

Hans: Wat heet goed?

Joke: Wie zit er nou te wachten op een afleraar?

Hans: Een afleerling?

Joke: Vanwaar al die vraagtekens?

Hans: Vanwege dat afleren?

Joke: Ik geloof niet dat ik er gevoelig voor ben.

Hans: Dat had ik ook niet verwacht.

Joke: Waarom niet?

Hans: Ik moet de eerste afleerling nog tegenkomen.

Joke: Jij bent een afleraar zonder afleerlingen.

Hans: Als je er maar geen type van maakt.

Een boekhouder

Joke: Wat heb jij toch tegen typologieën?

Hans: Ik heb niets tegen typologieën.

Joke: Wat is dan het probleem?

Hans: Hoe ze gebruikt worden.

Joke: Hoe dan?

Hans: Om jezelf een veer in je leegte te steken.

Joke: Pardon?

Hans: 'Vriend, goeroe en mystagoog.'

Joke: Wat is daar mis mee?

Hans: Een keuze uit drie goden.

Joke: Zo van, ben ik mooi, knap of schoon.

Hans: Mwah.

Joke: Heb jij een beter idee?

Hans: Betweter, toneelspeler en narcist?

Joke: Een keuze uit drie kwaden.

Hans: Dat brengt de boel weer in balans.

Een schrijver

Joke: Voel jij je eerder een betweter, een toneelspeler of een narcist?

Hans: Doe dan maar een schrijver.

Joke: Wat is het doel van jouw schrijverschap?

Hans: Alle doelen van me afschrijven.

Joke: Ik dacht dat je getuigen zou zeggen.

Hans: Waarvan?

Joke: Tja.

Hans: Hoe raad je het.

Joke: Een getuigenis kan ook leerzaam zijn.

Hans: En wat dan nog?

Joke: Dan zou je als getuige ook leraar kunnen zijn.

Hans: Ik kom prima aan mijn trekken zo.

Een schriftgeleerde

Joke: Ik kan je kennelijk niet overhalen om jezelf te typeren.

Hans: Doe dan maar een schriftgeleerde.

Joke: Die heeft helaas geen plek gekregen in Nico's typologie.

Hans: Nee, wat dacht je.

Joke: Hoezo?

Hans: In zen gaat alles buiten de geschriften om.

Joke: Maar jij bent een schriftgeleerde.

Hans: De beste die er is.

Joke: Wat is jouw specialiteit?

Hans: De lege schrift, Ø.

Joke: Hè?

Hans: Maar daar weet ik dan ook alles van.

Joke: Van jou word je ook niet wijzer.

Hans: Een goed begin is het halve werk.

Joke: Hoezo?

Hans: Non-dualiteit is geen wijsheid.

232. Zen is geen transmissie

Een dubbele beveiliging.

Tegen leraren zegt Meester Zero:

Zen is geen transmissie. Je geeft het door door het af te nemen.

Tegen leerlingen zegt Meester Zero:

Zen is geen transmissie. Je krijgt het door door het terug te geven.

233. Zen is geen transcendentie

Door het stof.

Tegen beginners zegt Meester Zero:

Zen is transcendentie. Je komt er door het te overstijgen.

Tegen gevorderden zegt Meester Zero:

Zen is geen transcendentie. Je overstijgt het door eronderdoor te gaan.

234. Notabelen in Spiriland: de transmissionaris en de transcendentaris

Hoe je het overstijgen overstijgt.

1. Even voorstellen: de transmissionaris en de transcendentaris

Menno: Aan hoeveel mensen heb jij transmissie verleend?

Hans: Wat ben ik, een transmissionaris?

Menno: Een wat?

Hans: Een functionaris in een religieuze organisatie belast met het toekennen, uitdelen, administreren en controleren van spirituele statussymbolen.

Menno: Zoals?

Hans: Diploma's, certificaten, stambomen, zegels, medailles, strepen, lintjes, gewaden, sjerpen, slabbetjes, hoedjes, namen, titels, functies, onkostenvergoedingen, emolumenten, privileges en andere parafernalia om de ware mens zonder rang of stand te onderscheiden van het klootjesvolk.

Menno: Ik wist niet dat zo iemand een transmissionaris heet.

Hans: Het is zijn missie om in naam der non-dualiteit onderscheid te maken en onderscheidingen uit te delen of te onthouden aan de transcendentaris.

Menno: Transcendentaris?

Hans: Een aspirant notabele. Een mindere die overal bovenuit gestegen meent te zijn en daarvoor erkenning zoekt bij zijn meerderen.

2. De lege club

Menno: Jij bent geen transmissionaris?

Hans: Natuurlijk niet.

Menno: Waarom niet?

Hans: Daarvoor zou ik eerst de nodige titels en rechten moeten verwerven.

Menno: Want die heb jij niet?

Hans: Natuurlijk niet.

Menno: Waarom niet?

Hans: Daarvoor zou ik eerst lid moeten worden van een religieuze organisatie.

Menno: Want dat ben jij niet?

Hans: Officieel niet.

Menno: En officieus?

Hans: Ben ik lid van de religieuze organisatie van mensen die geen lid zijn van een religieuze organisatie.

Menno: Hoe heet die club?

Hans: De lege club, Ø.

Menno: Wat propageert de lege club?

Hans: De lege leer, Ø.

Menno: Hoe onderscheiden lege clubleden zich?

Hans: Door zich niet te onderscheiden.

Menno: Alle varkens zijn gelijk.

Hans: Ook niet door gelijkheid.

Menno: Streng hoor.

Hans: Integendeel.

Menno: Is het niet gewoon de kift?

Hans: Ik gun iedere transcendentaris zijn onderscheidingstekens.

Menno: Maar?

Hans: Voor elke prijs betaal je een prijs.

Menno: En zonder onderscheidingstekens?

Hans: Ben je vogelvrij.

Menno: Dan mag iedereen je afschieten.

Hans: Dan schiet je overal tussendoor.

Menno: Volgens Linji moeten we op eigen benen leren staan.

Hans: Dus niet op die van Linji.

3. Personificaties

Menno: Eigenlijk wilde ik alleen maar weten of jij ooit iemands niet-weten hebt erkend.

Hans: Zeg dat dan meteen.

Menno: En?

Hans: Wat valt er te erkennen aan niet-weten?

Menno: Dat die succesvol is doorgegeven en geïntegreerd?

Hans: Wat valt er door te geven en te integreren aan een lege leer?

Menno: Dus jij hebt nog nooit iemands niet-weten erkend?

Hans: Ik heb niet eens het mijne erkend.

Menno: Hè?

Hans: Het is niet mijn zoon en ik ben niet zijn vader.

Menno: Het niet-weten heeft jou erkend, wou je zeggen.

Hans: Het is niet mijn vader en ik ben niet zijn zoon.

Menno: Herkend, dan?

Hans: Schei toch uit met die personificaties.

Menno: Je erkent alleen het niet-weten zelf, niet in relatie tot jezelf.

Hans: Ik erken of ontken niets, dus ook geen weten of niet-weten, absoluut of relatief.

Menno: Waarom niet?

Hans: Je kan net zo goed vragen waarom wel.

Menno: Waarom wel?

Hans: Daarvoor zou ik toch eerst mezelf moeten erkennen.

Menno: Waarom?

Hans: Iemand moet toch het erkennen of ontkennen voor zijn rekening nemen.

Menno: En dat doe jij niet?

Hans: Mij niet gezien.

Menno: Bedoel je dat het ik niet echt is?

Hans: Daarmee zou ik mezelf ontkennen.

Menno: En dat doe jij niet?

Hans: Dan zou er niemand zijn om dat te doen.

Menno: Maar de persoon is toch een illusie?

Hans: In tegenstelling tot?

Menno: Het ware zelf, zou ik zeggen.

Hans: Nooit gezien.

4. Een wijze van spreken

Menno: Het zijn allemaal illusies.

Hans: Dat zeg jij.

Menno: Wat zeg jij?

Hans: Wie kent het verschil tussen illusie en werkelijkheid.

Menno: Bedoel je dat je geen onderscheid meer weet te maken?

Hans: Waartussen?

Menno: Tussen al deze zaken. Tussen jezelf, het zelf en niet-zelf. Tussen illusie en werkelijkheid. Tussen weten en niet-weten.

Hans: Eerst maar eens vaststellen of het wel zaken zijn.

Menno: In plaats van?

Hans: Gedachten, ideeën, woorden, wanen.

Menno: Bedoel je dat er misschien helemaal geen niet-weten is?

Hans: Misschien niet in de zin die jij eraan geeft.

Menno: Welke zin geef ik eraan?

Hans: Die van een toestand, een vermogen, een kunst, een prestatie. Iets spiritueels. Iets moois. Iets om je mee te onderscheiden. Iets om erkenning voor te krijgen.

Menno: Toch komt jouw niet-weten op mij authentiek over.

Hans: Weet jij veel wat voor spelletje ik speel.

Menno: Al was het maar omdat jij zelfs je eigen niet-weten weigert te erkennen.

Hans: Ik weiger het zelfs te ontkennen.

Menno: Maar kan jij op een of andere manier zien of voelen of anderszins vaststellen of iemands niet-weten echt is?

Hans: Vaststellen is weten.

Menno: Ik bedoel, denk jij dat ik de lege leer heb gerealiseerd?

Hans: Natuurlijk niet.

Menno: Waarom niet?

Hans: De lege leer bestaat niet. Het is een wijze van denken en spreken.

Menno: Welke wijze van denken en spreken?

Hans: Deze wijze van denken en spreken.

Menno: Geen erkenning dus?

Hans: Wat ben ik, een transmissionaris?

235. Transmissie en ascendentie in zen

Een hoge vlucht.

Meester Zero zegt:

Wie eindelijk begrijpt dat hij niets begrijpt, heeft toch weer iets begrepen. Nog even volhouden dus, maar wat?

Meester Zero zegt ook:

Niet begrijpen is geen hogere vorm van begrijpen. Wil je alles overstijgen dan moet je je vliegbrevet halen.

Zero (Japans vliegtuigtype voor kamikazepiloten) die recht omhoog vliegt, eronder zie je een tempeldak.
^ Wil je alles overstijgen dan moet je je vliegbrevet halen.

236. Transmissie en descendentie in zen

Je laatste vlucht.

Meester Zero zegt:

Op een zafu is nog nooit iemand opgestegen.

Wie diep wil vallen moet hoog vliegen.

Je Zero staat al voor je klaar.

Banzai!

Zero (Japans vliegtuigtype voor kamikazepiloten) die op het punt staat zich in een tempeldak te boren.
^ Wie diep wil vallen moet hoog vliegen.

237. Acht ego's over het overwinnen van het ego

Waarom meesters zich nooit laten kennen.

Roept de eerste meester: 'Ik ben hier de enige die het ego heeft overwonnen!'

Roept de tweede: 'Ik ben de enige die toe durft te geven dat het hem niet is gelukt!'

Roept de derde: 'Ik ben de enige die inziet dat het ego niet bestaat!'

Roept de vierde: 'Ik ben de enige die inziet dat hij zelf niet bestaat!'

Roept de vijfde: 'Ik ben de enige die niet zo nodig de enige hoeft te zijn!'

Roept de zesde: 'Ik ben de enige die durft toe te geven dat hij niets durft toe te geven!'

Roept de zevende: 'Ik ben de enige die zijn mond weet te houden!'

Denkt de achtste: Ik ben de enige die zijn mond heeft gehouden!

238. Zen is een levende geest, geen dode letter

De kringloop van geboorte en dood.

'Wat is overgeleverde zen?'

'Een dode letter.'

'Wat is levende zen?'

'Letters doden.'

'Wat als je alle letters hebt gedood?'

'Dan heb je een levende geest.'

'Wat als je een levende geest hebt?'

'Lesgeven. Leerboeken schrijven.'

'Wat als je lesgeeft en leerboeken schrijft?'

'Dode letters.'

'Wat als je dode letters nalaat?'

'Overgeleverde zen.'

239. E.G.O. – Even God Overtreffen

Gisboeddhisme: letterwoorden voor letterlijken.

Letterzen

Letterzen is een van vele vormen van gisboeddhisme, gebaseerd op overgeleverde acroniemen (letterwoorden) waarvan de oorspronkelijke betekenis verloren is gegaan.

Letterzen kent twee vormen van beoefening. Inzichtmeditatie zoekt naar de oorspronkelijke betekenis van een letterwoord. Hartmeditatie streeft naar eenwording met een letterwoord.

E.G.O.

Het belangrijkste acroniem van letterzen, overgeleverd in een ononderbroken lijn van borst tot borst, is E.G.O.

Bij borstmeditatie op E.G.O. worden veertien graden van eenwording onderscheiden, cups AA, A, B, C, D, DD, E, F, G, H, I, J, K en L.

Wie het hoogste stadium van eenwording met E.G.O. heeft bereikt (cup L), mag de titel acronymus voeren. Hij mag ook een goudbrokaten slab (rakusu) op de borst dragen met daarop een overgeleverd acroniem of zijn (m/v) eigen initialen, meestal het laatste.

Een grauwe overjas

Schrijver dezes (t.z.t. H.v.D.) heeft tijdens jarenlange inzichtmeditaties op E.G.O. vier edele ingevingen gehad.

1. Even God Overtreffen

2. Enorm Grote Oen

3. Echt Grote Onzin

4. Een Grauwe Overjas

Twee van de vier zijn inmiddels bonafide verklaard door Hare Excellentie Acro F.P. de Negenveertigste, vroeger Fietje Piep. Welke, dat mag t.z.t. H.v.D. niet verklappen, ook niet met één hand.

Een van de twee goedgekeurde edele ingevingen heeft hij geadopteerd als zijn spirituele naam. Daarmee begroet hij zichzelf iedere ochtend voor de spiegel en het helpt niets.

Een bevrijdend inzicht

Mensen hebben soms hun hele leven of vele levens nodig om één te worden met E.G.O. Dat is nergens voor nodig. Waarom niet?

E.G.O. is je oorspronkelijke natuur.

E.G.O. is je ware gezicht.

E.G.O. is je diepste wezen.

Echt, je hoeft er niets voor doen of te laten.

Je moet het alleen even inzien.

Cogito Ego Sum.

240. Haiku op haiku: tussen zwammen en gezwam

Lettergrepen naar niet-weten.

Naar zwammen zoekend
hief ik het hoofd op, daar stond
de maan op de berg.

(Buson)

Naar woorden zoekend
zag ik ineens mezelf staan
zwammen op de berg.

(Hans)

Twee lichtgevende boleten die als gevallen manen in het bos liggen.
^ Zwammen op de berg.

241. Ben jij een boeddha? Doe de spiegeltest

Wat je ziet is niet wat je bent.

Meester Zero zegt:

Een mens is iemand die een boeddha ziet als hij in de spiegel kijkt.

Een bodhisattva is iemand die een mens ziet als hij in de spiegel kijkt.

Een boeddha is iemand die een spiegel ziet als hij in de spiegel kijkt.

Een spiegel is iets dat nergens boeddha's, bodhisattva's, mensen of spiegels ziet.

Spiegel, mens, bodhisattva of boeddha: wat ben jij?

Boeddha, bodhisattva, mens of spiegel: wat wil je zijn?

242. Maakt het boeddhisme echt een einde aan begeerte en onwetendheid?

Waarom Gautama te vroeg gestorven is.

Ben ik een boeddha
Of ben ik een mens
Vroeg de Boeddha
Aan zijn pens

243. Zen is een botte bijl

Niet slijpen maar slopen.

'Wat is zen?'

'Een botte bijl.'

'Ik dacht dat zen een tweesnijdend zwaard was.'

'Natuurlijk niet.'

'Waarom niet?'

'Dan ben je alleen nog maar aan het slijpen.'

'Jij slaat er gewoon op los.'

'Ik sla gewoon alles los.'

'Wat blijft er dan nog over?'

'Een botte bijl.'

'Geen zen?'

'Dat is zen.'

Bijl met een kop aan beide uiteinden van de steel.
^ Tweekoppig zenbijl.

244. Zen is voor de bijl gaan

Als spreekwoorden konden spreken...

Meester: Wat is zen?

Leerling: Alles weghakken.

Meester: Hm.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: Het bijltje achter de hand houden.

Jaren later

Meester: Wat is zen?

Leerling: Het bijltje achter de hand houden.

Meester: Hm.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: Het bijltje erbij neergooien.

Jaren later

Meester: Wat is zen?

Leerling: Het bijltje erbij neergooien.

Meester: Hm.

Leerling: Wat zou u zeggen?

Meester: Alles weghakken.

Leerling: En als ik dat had gezegd?

Meester: Precies.

245. Het laatste woord van zen

Een gebed zonder end.

Eline: Wat is het laatste woord van zen?

Hans: Weet ik niet.

Eline: Volgens mij is niet-weten het laatste woord van zen.

Hans: Geen idee.

Eline: Volgens mijn zenleraar is mededogen het laatste woord van zen. Wie heeft er gelijk?

Hans: Als je denkt dat niet-weten het laatste woord van zen is zit je daarin vast. Als je denkt dat mededogen het laatste woord van zen is zit je daarin vast.

Eline: Bedoel je dat zen geen laatste woord heeft?

Hans: Als je denkt dat zen een laatste woord heeft ga je ernaar op zoek en zit je daarin vast. Als je denkt dat zen geen laatste woord heeft stop je met zoeken en zit je daarin vast.

Eline: Mijn zenleraar...

Hans: Als je denkt dat je zenleraar gelijk heeft, zit je daarin vast. Als je denkt dat jij gelijk hebt, zit je daarin vast.

Eline: We moeten voorbij gelijk en ongelijk gaan.

Hans: Dan zit je daarin vast.

Eline: Loslaten is het devies.

Hans: Dan zit je daarin vast.

Eline: We moeten zelfs het loslaten loslaten.

Hans: Dan zit je daarin vast.

Eline: Dan weet ik het ook niet meer.

Hans: Amen.

246. Het RampBoeddhisme van Glaswerk B.V.

Boek snel want op=op!

Blog van 30 november jongstleden

Ook dit jaar organiseren de RampBoeddhisten weer een Turn The Year Around Bearing Witness Sesshin in Nederland.

Waar we vorig jaar ten strijde trokken tegen slachtoffers van zinvol geweld, richten we dit jaar onze pijlen op vuurwerkslachtoffers.

Op oudejaarsavond vertrekken we stipt om 22:00 uur vanaf het Amstelstation te Amsterdam. Per luxe touringcar doen we in drie dagen de EHBO posten aan van alle grote ziekenhuizen in Nederland, om keuzeloos toe te kijken wat kruit kan veroorzaken.

Boek snel want op=op!

Blog van 5 december jongstleden

Helaas is Vuurwerkslachtoffers Kijken alweer volgeboekt. Wel zijn er nog plaatsen vrij voor Kruizen Kijken.

Kruizen Kijken is onze cyclus van Acht Edele Bedevaarten in acht opeenvolgende jaren. Daarmee willen we de slachtoffers én de daders van acht kruistochten uit de 11e en 12e eeuw herdenken.

Door het verleden onder ogen te zien, verbinden we ons met het heden en openen we ons naar de toekomst. Met Kruizen Kijken dragen we bij aan de innerlijke vrede van de deelnemers en leggen zo het ware en enige fundament voor duurzame interpersoonlijke, nationale, internationale, interreligieuze, interplanetaire, kosmische en, uiteindelijk, interkosmische vrede.

Exacte data en routes worden binnenkort bekendgemaakt.

Boek snel want op=op!

Blog van 8 december jongstleden

Enthousiaste boeddhisten gezocht voor de gevangenis.

247. Wat is kinhin? Stand-up meditatie

Zitmeditatie is achterhaald, loopmeditatie is uit. Staan waarvoor je staat – een heilzaam alternatief.

Don't just stand there, do something, heette het vroeger. Wat sta je daar te staan, doe iets!

Dat is geen zen.

Don't just do something, stand there, zeggen wij standboeddhisten tegen elkaar. Wat doe je allemaal, sta stil!

Dat is zen.

Tegen zitboeddhisten zeggen we:

Don't just sit there, stand there. Wat zit je daar te zitten, sta op!

Dat is zen.

Tegen scharrelboeddhisten zeggen we:

Don't just walk around, stand there. Waar moet dat heen, blijf staan!

Dat is zen.

Zitmeditatie is achterhaald.

Blijf staan!

Loopmeditatie is uit.

Blijf staan!

Stand-up meditatie is je ware.

Toeschouwen.

Bearing witness.

As long as you can bear it.

Rijtje monniken achter elkaar die elk op een eigen zafu staan.
^ Stand-up meditatie.

248. Haiku op haiku: tussen buigen en barsten

Lettergrepen naar niet-weten.

Bij een bliksemflits
boog ik voor 't beeld van Boeddha
ver in de heide.

(Kakei)

Nooit boog het beeld van
Boeddha ver in de heide
eens naar mij terug.

(Hans)

249. Zen is buigen, niet-weten is strekken

Een makkelijke keus.

Meester Zero zegt:

Zen is je benen buigen.

Als je je benen buigt krijg je zere knieën.

Niet-weten is je geest strekken.

Als je je geest strekt krijg je een rechte rug.

Dan hoef je nooit meer te buigen.

Niet voor de Boeddha.

Niet voor de Dharma.

Niet voor de Sangha.

Dan sta je nergens meer voor.

Dan zit je nergens meer mee.

Buigen of strekken?

Aan jou de keus.

250. Zen of niet-weten?

Twee handreikingen.

Meester Zero zegt:

Zen is aan de hand lopen.

Niet-weten is uit de hand lopen.

Aan jou de keus.

251. Soefisme, zen of niet-weten?

Drie vicieuze cirkels.

Meester Zero zegt:

Soefisme is rondjes draaien.

Zen is rondjes lopen.

Niet-weten is met molentjes lopen.

Wie is hier nou gek?

252. Hoe zenmeester Zuigan zenleerling bleef

Laat je door niemand iets wijsmaken, dit ook niet.

Beste Hans,

Jouw dwaalteksten doen me denken aan mijn favoriete koan uit de Poortloze Poort. Ik heb het over nummer twaalf, waarin meester Zuigan zichzelf iedere morgen bij het ontwaken (!) aanspoort om zich door niemand iets te laten wijsmaken:

"Zuigan riep elke dag tegen zichzelf uit: Meester. Vervolgens antwoordde hij zichzelf: Ja, heer. En daarna voegde hij er aan toe: Matig u. Opnieuw antwoordde hij: Ja, heer. En als u zover bent, ging hij verder, laat u niet door anderen bedriegen. Ja, heer; ja, heer, antwoordde hij."

(uit Zen-zin, Zen-onzin, Paul Reps, 1972)

Een mens moet alert blijven want de mind is er altijd op uit om je te bedotten met weer een mooie gedachte.

Beste Allert,

Probeer jij mij te bedotten met weer een mooie gedachte?

Allert: Haha.

Hans: Wat heeft Meester Zuigan, of degene die die koan heeft opgetekend, of degene die hem uit zijn duim heeft gezogen, jou wijs weten te maken?

Allert: Zo zou ik het niet stellen, maar goed, hij heeft me wijs weten te maken dat ik me door niemand iets wijs moet laten maken. Mij lijkt dat opperste wijsheid, vandaar dat ik hiervoor een uitzondering maak, anders kan je wel ophouden.

Hans: Volgens mij heb jij je laten wijsmaken dat je je door niemand iets moet laten wijsmaken. Dat je daadwerkelijk kan voorkomen dat iemand je iets wijsmaakt. Dat je dat kan voorkomen door de hele dag alert te blijven. Dat het mogelijk is de hele dag alert te blijven. Dat je zelf kan kiezen waar je alert op bent. Dat je beter af bent wanneer je je door niemand iets laat wijsmaken. Dat de nadelen van zo'n houding opwegen tegen de voordelen.

Geloof je dat nou echt? Heb je het zelf onderzocht of neem je het op gezag aan? Denk je heus dat je wel kan ophouden als je geen uitzondering maakt op de gedachte dat je je door niemand iets moet laten wijsmaken?

Is er wel zoiets als een mind of is dat ook maar een gedachte? Als je inderdaad een mind hebt, is die er dan werkelijk steeds op uit om je te bedotten met mooie gedachten, of is dat ook maar een gedachte?

Allert: Ik laat me door jou niet gek maken.

Hans: Niemand laat zich door mij gek maken. Mensen maken zichzelf gek. Met andermans gedachten, waaronder de mijne, en met hun eigen. Jijzelf bent degene voor wie je op moet passen.

Allert: De ware betekenis van de koan over Zuigan is volgens mij dat je niemand moet geloven. Dat je alleen op jezelf kan bouwen. Dat je alleen naar je innerlijke goeroe moet luisteren en naar niemand anders. De hoogste wijsheid zit in jezelf. Jij bent de eerste, de laatste en de enige toetssteen.

Hans: Jij maakt jezelf gek met de gedachte dat je niemand moet geloven. Dat je alleen op jezelf kan bouwen. Dat er een zelf is waarop je kan bouwen. Dat je een innerlijke goeroe hebt. Dat je naar die innerlijke goeroe moet luisteren. Dat er zoiets is als de hoogste wijsheid. Dat die in jezelf zit. Dat er iets te toetsen valt. Dat jij de eerste, de laatste en de enige toetssteen bent. Dat dit de ware betekenis is van de koan over Zuigan. Hoe weet je dat allemaal?

Allert: Doordat ik het iedere dag tegen mezelf zeg?

Hans: Als ik iedere dag tegen mezelf zeg dat ik de mooiste van het land ben, ben ik dan de mooiste van het land?

Allert: Alleen als je het al was.

Hans: Iedere ochtend zegt Meester Zuetsu tegen zichzelf, 'Laat je door niemand iets wijsmaken hè.' 'Nee meester.' 'Ook niet door jezelf.' 'Nee meester.' 'Ook niet dat je jezelf door niemand iets moet laten wijsmaken.' 'Nee meester.' 'Ja, wat zeg ik nou.' 'Ja meester.'

253. Waar ik in geloof, en waarom niet

De lege belijdenis.

'Waar geloof jij in, Hans?'

'In niet geloven.'

'Wat niet geloven?'

'Je gedachten niet geloven.'

'Meen je dat nou?'

'Ik geloof het niet.'

'Waarom niet?'

'Omdat het ook maar een gedachte is.'

'Waarom zeg je het dan?'

'Omdat het zo is.'

254. Zen is geen metta

Boeddha tussen spiegel en beeld.

'Wat ben jij een dwarskont, Hans. Een beetje meer metta zou echt geen kwaad kunnen.'

'Wat kan ik zeggen. Ik ben geen pamper, er wordt hier niet geluierd.'

'Bodhisattva's zijn zachte heelmeesters.'

'Zachte heelmeesters zijn stinkende wonden.'

'Een echte boeddha is naar mijn mening warm en ontvankelijk.'

'Meningen zijn naar mijn mening koud en onhebbelijk.'

'Haha, dat was een mening.'

'Haha, het was een spiegel.'

'Wat is naar jouw mening een echte boeddha, Hans?'

'Zijn er volgens jou onechte boeddha's?'

'Ben jij volgens jou een boeddha?'

'Denk jij dat er boeddha's zijn?'

'Verwijs je nu naar de leegte?'

'Denk jij dat die bestaat?'

'Zie je wel dat je een dwarskont bent?'

'Een beetje meer metta zou echt geen kwaad kunnen.'

255. Wie zich meester laat noemen is geen meester

Hoe noem je iemand die zich meester noch leerling laat noemen?

'Wat is volgens jou een meester, Hans?'

'Geen meester.'

'Wat is geen meester?'

'Iemand die zich meester laat noemen.'

'Wat is een leerling?'

'Iemand die zich leerling laat noemen.'

'Iemand die zich meester laat noemen is geen meester maar iemand die zich leerling laat noemen is wel een leerling?'

'Iemand die zich meester laat noemen ook.'

'Iemand die zich meester laat noemen is een leerling en iemand die zich leerling laat noemen ook?'

'Ik zou niet weten van wie.'

'Wat is dan het verschil?'

'Is er dan een verschil?'

'Hoe noem je iemand die zich meester noch leerling laat noemen?'

'Vrij.'

256. Wie weigert zich meester te laten noemen is geen meester

Hoe noem je iemand die het niet uitmaakt of het hem uitmaakt?

'Wat is iemand die weigert zich meester te laten noemen?'

'Geen meester.'

'Waarom niet?'

'Wat maakt het uit hoe ze je noemen.'

'Iemand die zich er druk om maakt is geen meester?'

'Kan jou het schelen.'

'En iemand die zich er niet druk om maakt?'

'Die maakt het niet uit.'

'En als het hem toch uitmaakt?'

'Dan maakt dat hem niet uit.'

'Hoe noem je iemand die het niet uitmaakt of het hem uitmaakt?'

'Vrij.'

257. Wie zich verheven laat noemen is diep gezonken

Hoe noem je iemand die geen titel draagt?

'Wat is iemand die zich rinpoche laat noemen?'

'Geen rinpoche.'

'Waarom niet?'

'Wie laat zich nou aanspreken als de kostbare.'

'Wat is iemand die zich dalai lama laat noemen?'

'Geen dalai lama.'

'Omdat hij zich de grootste hoogste leraar laat noemen?'

'En zijne heiligheid. En zijne eminentie.'

'Wat is iemand die zich de verhevene laat noemen?'

'Die is diep gezonken.'

'Wou jij beweren dat de Boeddha diep gezonken is?'

'De Boeddha is in rook opgegaan, heb ik gehoord.'

'De verhevene is namelijk een van de aanspreekvormen van de Boeddha zelf.'

'Had hij maar geen leraar moeten worden.'

'Hoe noem je iemand die geen titel draagt?'

'Vrij.'

258. Gedicht op gedicht: tempelcomplex en aardewerk

Lettergrepen naar niet-weten.

De schalen en de kommen van ieder huis
in het hemelse Jeruzalem
zullen zijn als de schalen en de kommen
van de tempel.

(Sokan)

De schalen en de kommen van iedere tempel
zullen zijn als de schalen en de kommen
van ieder huis.

(Hans)

259. Gelugpa of drukpa? Hoedjes van papier

Lage wijsheid van de hoogvlakte.

Tibet kent diverse boeddhistische scholen, waaronder de geelhoeden (gelugpa) en de roodhoeden (drukpa).

De dalai lama is de hoogste geelhoed.

De dalai lama met zijn gelugpa geelhoed op.
^ De dalai lama is de hoogste geelhoed.

De geelhoeden en de roodhoeden strijden al eeuwen om de religieuze macht.

Deze broederstrijd is met de verspreiding van het Tibetaanse boeddhisme over heel de wereld geëxporteerd.

Ook Nederlanders, van origine oranjehoeden, worden geacht partij te kiezen voor de geelhoeden of de roodhoeden.

Zelf draag ik in de openbaarheid altijd een regenbooghoed.

Een regenbooghoed heeft alle kleuren van de regenboog en je kan de elementen stapelen zoals je wil.

De regenbooghoed is de hoogste regenbooghoed.

Hoofd in zijaanzicht met een hele stapel Tibetaanse hoeden op in alle kleuren van de regenboog.
^ De regenbooghoed is de hoogste regenbooghoed.

260. De Oude Meester (is geen meester en niet oud)

Een scherp profiel zonder uitsteeksels.

De oude meester.

Hij doet niet.

Hij leert niet.

Hij weet niet.

Hij stuurt niet.

Hij oefent niet.

Hij verlost niet.

Hij verklaart niet.

Hij spreekt niet.

Hij zwijgt niet.

Hij is niet oud.

Hij is geen meester.

De oude meester.

261. Zen is een achtvoudige bevrijding

Een weg zonder wijzers of onderwijzers.

Meester Zero zegt:

Sinds ik niemand meer achterna loop, loopt niemand mij meer achterna. Een dubbele bevrijding.

Waarom ik niemand meer achterna loop, vraag je? Ik zou niet weten wie.

Sinds ik niemand meer iets wijsmaak, maakt niemand mij meer iets wijs. Een dubbele bevrijding.

Waarom ik niemand meer iets wijsmaak, vraag je? Ik zou niet weten wat.

Sinds ik niemand meer de weg wijs, wijst niemand mij meer de weg. Een dubbele bevrijding.

Waarom ik niemand meer de weg wijs, vraag je? Ik zou niet weten waarheen.

Sinds ik niemand meer wil veranderen, wil niemand mij meer veranderen. Een dubbele bevrijding.

Waarom ik niemand meer wil veranderen, vraag je? Ik zou niet weten waarin.

262. Het toppunt van boeddhisme is het einde van het boeddhisme

Waarom je de dharma niet kan hebben of kwijtraken.

'Wat is het toppunt van boeddhisme?'

'De dharma begrijpen.'

'Wat is de dharma begrijpen?'

'De dharma doorzien.'

'Wat is de dharma doorzien?'

'De dharma loslaten.'

'Wat is de dharma loslaten?'

'Het einde van het boeddhisme.'

'Wat is het einde van het boeddhisme?'

'Het toppunt van boeddhisme.'

'Wat is het toppunt van boeddhisme?'

263. Zen is een berg van een gat

Met je derde oog kijk je er zo doorheen.

Vloeken

De dharma begrijpen is de dharma doorzien.

Zelf had ik de dharma al doorzien voor ik hem begreep – al voor ik er kennis mee had gemaakt.

Je kan ook zeggen dat ik hem nooit begrepen heb, dat komt op hetzelfde neer.

Je kan ook zeggen dat begrijpen niet de weg is, dat komt op hetzelfde neer.

Voor boeddhisten is dit vloeken in de tempel, voor mij is de tempel de plaats waar je leert vloeken.

Tunnels

Beginners willen de boeddhistische berg beklimmen en dat valt vies tegen.

Gevorderden willen de boeddhistische berg afdalen en dat valt vies tegen.

Ikzelf liep er altijd in een wijde boog omheen, dat viel wel mee.

Nu ik wat ouder wordt, en minder goed ter been, boor ik er dwars doorheen.

Kriskras in alle richtingen, hoe meer doorgangen hoe beter.

Want een berg zonder tunnels is als een vorm zonder leegte.

Steekspel

Omdat ik me nooit op de dharma heb verlaten heb ik hem nooit hoeven verlaten.

Voor een agnost als ik is het doden van de Boeddha daarom niet meer dan een steekspel met een stropop.

Gelukkig maar, een traditie de rug toekeren schijnt een traumatische ervaring te zijn.

Jezelf bevrijden van andermans bevrijdingsleer, ga er maar aan staan.

Het blote oog

Om het niet-weten in het boeddhisme terug te vinden heb ik me erin moeten verdiepen.

Ook een traumatische ervaring, maar gelukkig heb ik er helaas niets aan overgehouden of omgekeerd.

Anatman, prajnaparamita, pratitya samutpada, sunyata, noemen boeddhisten dat 'niets' geloof ik, of zal ik zeggen, dat 'niets geloof ik', dan lijkt het nog iets.

Hoe je het ook noemt, niets is wat het lijkt, zeker het boeddhisme niet.

Zen is een berg van een gat. Met het blote oog kijk je er zo doorheen.

Berglandschap waarin een bergvormige ruimte met maansikkel en sterren.
^ Zen is een berg van een gat. Met het blote oog kijk je er zo doorheen.

264. Zen is zonder wijsheid en wijsheid is zonder zen

Meester Zero over sunyata.

De wijsheid van de leegte is de leegte van de wijsheid.

265. De stoffige spiegel van Huineng

Zen is een cirkelredenering waar geen eind aan komt.

Leerling: Wat is de centrale gedachte van het boeddhisme?

Meester: Gedachten zijn stof op de spiegel van de geest. Het gaat er niet om de juiste gedachten te koesteren. Je hoeft alleen maar de spiegel schoon te houden.

Jaren later

Meester: Wat is de centrale gedachte van het boeddhisme?

Leerling: Gedachten zijn stof op de spiegel van de geest. Het gaat er niet om de juiste gedachten te koesteren. Je hoeft alleen maar de spiegel schoon te houden.

Meester: Is er wel zoiets als de geest, of is dat ook maar een gedachte? Als alles leeg is, dan ook de geest. Waaraan zou de stof zich moeten hechten?

Jaren later

Meester: Gedachten zijn stof op de spiegel van de geest. Hoe hou je de spiegel van de geest schoon?

Leerling: Is er wel zoiets als de geest, of is dat ook maar een gedachte? Als alles leeg is, dan ook de geest. Waaraan zou de stof zich moeten hechten?

Meester: Als alles leeg is, dan ook de leegte. Dan valt er niets meer te zeggen.

Jaren later

Meester: Wat is de centrale gedachte van het boeddhisme?

Leerling: Als alles leeg is, dan ook de leegte. Dan valt er niets meer te zeggen.

Meester: Waarom doe je het dan toch?

Leerling: Omdat dit de centrale gedachte van het boeddhisme is.

Meester: Gedachten zijn stof op de spiegel van de geest. Het gaat er niet om de juiste gedachten te koesteren. Je hoeft alleen maar de spiegel schoon te houden.

Enso.
^ Zen is een cirkelredenering waar geen eind aan komt.

266. Waarom boeddhisten zo luchtig zijn

Pleinvreugd tussen essentialisme en nihilisme.

Leerling: Wat is de essentie van het boeddhisme?

Meester: De dharma natuurlijk.

Leerling: Wat is de essentie van de dharma?

Meester: Leegte natuurlijk.

Leerling: Wat is de essentie van leegte?

Meester: Leegte natuurlijk.

Leerling: De leegte is zelf leeg?

Meester: Als alles leeg is wel.

Leerling: En als niet alles leeg is?

Meester: Dan helemaal.

Leerling: Maar is de dharma nou leeg of niet?

Meester: Dat is de essentie van het boeddhisme.

267. Rare vragen voor boeddhisten

En rare antwoorden voor boeddhisten.

Leerling: Wat is de essentie van het boeddhisme?

Meester: Rare vraag voor een boeddhist.

Leerling: Volgens mij is sunyata de essentie van het boeddhisme.

Meester: Raar antwoord voor een boeddhist.

Leerling: Door die essentie zeker?

Meester: Om over sunyata nog maar te zwijgen.

Leerling: Omdat sunyata zelf sunyata is, zeker?

Meester: Zeker.

Leerling: Sunyata-sunyata.

Meester: Raar woord voor een boeddhist.

Leerling: Omdat sunyata-sunyata ook weer sunyata is, zeker?

Meester: Zeker.

Leerling: Sunyata-sunyata-sunyata.

Meester: Enzovoort.

Leerling: Dit gaat wel ver.

Meester: Dit komt dichtbij.

Leerling: Is het de essentie van het boeddhisme?

Meester: Rare vraag voor een boeddhist.

268. Sunyata is een ander woord voor niet-weten

Zeg dat dan meteen.

Meester: Wat is de essentie van zen volgens jou?

Leerling: Leegte natuurlijk. Sunyata.

Meester: Wat versta jij onder leegte?

Leerling: Dat niets is wat het lijkt.

Meester: Niets?

Leerling: Wezens niet, dingen niet, begrippen niet.

Meester: Waar lijken ze op zonder het te zijn?

Leerling: Zelfstandigheden die los van al het andere bestaan.

Meester: Wat is een wezen, ding of begrip in werkelijkheid?

Leerling: Alle andere wezens, dingen of begrippen waarvan het voor zijn bestaan afhankelijk is.

Meester: En al die andere wezens en dingen en begrippen?

Leerling: Ook.

Meester: Alles bestaat alleen maar als al het andere?

Leerling: Dat is sunyata. Ze noemen het ook wel niet-zelf, anatman, afhankelijk bestaan, pratitya samutpada...

Meester: Allemaal woorden om aan te geven dat je van niets weet wat het op zichzelf beschouwd is?

Leerling: Daar... komt het wel op neer.

Meester: Maar wel dát het is?

Leerling: Niet als zelfstandige entiteit. Niet als autonoom wezen, ding of begrip.

Meester: Eigenlijk weet je van geen enkel wezen, ding of begrip wat of dat het is?

Leerling: Precies.

Meester: Geldt dat misschien ook voor boeddhistische begrippen?

Leerling: Wat?

Meester: Of sunyata, anatman en pratitya samutpada et cetera zelf misschien ook leeg zijn.

Leerling: O.

Meester: Nou?

Leerling: O jee.

Meester: En zen?

Leerling: Ai.

Meester: Waar hebben we het dan nog over?

Leerling: Ik zou het ook niet weten.

Meester: Zeg dat dan meteen.

269. Zen is alles opslokken

Ook zen.

Leerling: Klopt het dat uw ego is opgeslokt door het Zelf?

Meester: Zeker, net als het Zelf.

Leerling: Wat is daarmee?

Meester: Ook opgeslokt.

Leerling: Misschien had ik moeten zeggen, door niet-zelf?

Meester: Ook opgeslokt.

Leerling: Door het Ene, het Ware, het Hoogste, het Absolute, de Boeddhanatuur?

Meester: Allemaal opgeslokt.

Leerling: Misschien had ik moeten zeggen, door de Gewone Geest, de Oorspronkelijke Geest, de Grote Geest, de Weetnietgeest, de Lege Geest, Geen-geest?

Meester: Ook opgeslokt.

Leerling: O, ik snap het al.

Meester: Nu gaan we het krijgen.

Leerling: U bedoelt natuurlijk de concepten.

Meester: In plaats van?

Leerling: De geleefde werkelijkheid.

Meester: Opgeslokt.

Leerling: Zo blijft er niets... aha... het Niets. De Leegte. Sunyata?

Meester: Allemaal opgeslokt.

Leerling: Is dat dan zen?

Meester: Opgeslokt.

Leerling: Is opslokken dan het enige wat overblijft?

Meester: Opgeslokt en uitgekakt.

270. Zen is geen eredienst

Twee blikken op één duisternis.

'Wat is theïsme?'

'Overal een god in zien.'

'Wat is zen?'

'Overal een gat in zien.'

271. Dansen in de leegte

Hoeveel weegt jouw gat?

'Wat is weten?'

'Leegte.'

'Wat is niet-weten?'

'Leegte.'

'Wat is dan het verschil?'

'Wie wéét gaat eronder gebukt.'

'En wie niet weet?'

'Die danst erin rond.'

272. Wat is kinhin? Lijndansen

Vier paren lijndansende monniken.
^ Lijndansen.

273. Zen maakt je niets

Drieëndertig vormen van leegte.

1

Leerling: Maakt zen je bewust?

Meester: Zen maakt je niets.

2

Leerling: Maakt zen je stil?

Meester: Zen maakt je niets.

3

Leerling: Maakt zen je leeg?

Meester: Zen maakt je niets.

4

Leerling: Maakt zen je open?

Meester: Zen maakt je niets.

5

Leerling: Maakt zen je spontaan?

Meester: Zen maakt je niets.

6

Leerling: Maakt zen je authentiek?

Meester: Zen maakt je niets.

7

Leerling: Maakt zen je gelukkig?

Meester: Zen maakt je niets.

8

Leerling: Maakt zen je liefdevol?

Meester: Zen maakt je niets.

9

Leerling: Maakt zen je sociaal?

Meester: Zen maakt je niets.

10

Leerling: Maakt zen je zacht?

Meester: Zen maakt je niets.

11

Leerling: Maakt zen je hard?

Meester: Zen maakt je niets.

12

Leerling: Maakt zen je neutraal?

Meester: Zen maakt je niets.

13

Leerling: Maakt zen je wijs?

Meester: Zen maakt je niets.

14

Leerling: Maakt zen je dwaas?

Meester: Zen maakt je niets.

15

Leerling: Maakt zen je filosofisch?

Meester: Zen maakt je niets.

16

Leerling: Maakt zen je sceptisch?

Meester: Zen maakt je niets.

17

Leerling: Maakt zen je cynisch?

Meester: Zen maakt je niets.

18

Leerling: Maakt zen je fatalistisch?

Meester: Zen maakt je niets.

19

Leerling: Maakt zen je nihilistisch?

Meester: Zen maakt je niets.

20

Leerling: Maakt zen je moreel?

Meester: Zen maakt je niets.

21

Leerling: Maakt zen je immoreel?

Meester: Zen maakt je niets.

22

Leerling: Maakt zen je amoreel?

Meester: Zen maakt je niets.

23

Leerling: Maakt zen je bijzonder?

Meester: Zen maakt je niets.

24

Leerling: Maakt zen je eenvoudig?

Meester: Zen maakt je niets.

25

Leerling: Maakt zen je bescheiden?

Meester: Zen maakt je niets.

26

Leerling: Maakt zen je zelfverzekerd?

Meester: Zen maakt je niets.

27

Leerling: Maakt zen je dankbaar?

Meester: Zen maakt je niets.

28

Leerling: Maakt zen je goddelijk?

Meester: Zen maakt je niets.

29

Leerling: Maakt zen je menselijk?

Meester: Zen maakt je niets.

30

Leerling: Maakt zen je heel?

Meester: Zen maakt je niets.

31

Leerling: Maakt zen je stuk?

Meester: Zen maakt je niets.

32

Leerling: Maakt zen je vrij?

Meester: Zen maakt je niets.

33

Leerling: Maakt zen je niets?

Meester: Zen maak je niets.

274. Inleiding tot de Lege Diamantsoetra

Hoe je een diamantboeddha wordt en of dat leuk is.

De brand erin

De Diamantsoetra is een vooral in zen-kringen populaire, korte, iconoclastische soetra. Hij maakt deel uit van de prajnaparamitaliteratuur van het mahayana-boeddhisme. Niemand weet precies hoe oud hij is, maar waarschijnlijk is hij ontstaan in de eerste helft van het eerste millennium.

De Diamantsoetra is de soetra die alle soetra's overbodig maakt, ook zichzelf. Na bestudering kan je met een gerust hart je aantekeningen in de fik steken. Zoals die monnik in koan 28 van de Poortloze Poort:

Deshan trad naar voren met een stapel commentaren op de Diamantsoetra, wees ernaar met zijn fakkel en zei: 'Zelfs de meest omvattende doctrines zijn nog geen haartje in het heelal. De grootste geheimen van de leer zijn nog geen druppel op een gloeiende plaat.' Daarop verbrandde hij al zijn aantekeningen, maakte een buiging voor zijn leraar en vertrok.

Waarom hij alleen zijn aantekeningen aanstak en niet de Diamantsoetra zelf, blijft onverklaard.

Geen diamant maar een diamantbeitel

De Diamantsoetra wordt ook wel de Diamantsnijdersoetra genoemd omdat er in deze onnavolgbaar geest-dodende (en, toegegeven, geestdodende) soetra geen diamant wordt aangeboden, maar een diamantbeitel. Een kapmes om alle boeddhistische wortels door te hakken.

De Diamantsoetra kan je anachronistisch duiden als een postmoderne deconstructie van het boeddhisme. Omgekeerd kan je de postmoderne deconstructiemethode anachronistisch duiden als een wijsgerige upaya. Het is maar net waar je wortels liggen.

Wel lijdt de Diamantsoetra aan hetzelfde euvel als alle beeldenbrekende boeddhistische literatuur die ik ken, waaronder de Hartsoetra, de Vimalakirtisoetra, de Poortloze Poort en de Linji Lu: hij is volstrekt autocentrisch. Dat komt zo.

Eerst begraven boeddhisten zich onder lagen jargon tot ze stikken in hun eigen dikke woorden. Als ze zich levens later eindelijk uitgegraven hebben, zijn ze zo opgelucht dat ze zich in nirwana wanen. Terwijl ze hooguit hun eigen last hebben afgeschud.

Wie de Diamantsoetra met succes heeft doorgeworsteld is eindelijk van zijn boeddhisme verlost maar verder geen steek opgeschoten. Tenzij hij gaandeweg allergisch is geworden voor leerstelsels en grootspraak.

De Lege Diamantsoetra

De originele Diamantsoetra bestaat uit twee bijna identieke helften en heeft in totaal 32 hoofdstukken, vaak zonder duidelijk thema, die sterk variëren van lengte, vaak zonder duidelijke reden. Alsof een spast een onverteerbare tekst in hapklare brokken heeft willen hakken.

Mijn deconstructie bestaat uit 40 julienne gesneden hoofdstukjes waarin Subhuti een vraag stelt en de Boeddha antwoord geeft. Ik had er met mijn tweesnijdende zwaard ook 20 hoofdstukjes van kunnen maken, of 60, maar 40 is toevallig het aantal dagen dat Jezus in de woestijn doorbracht.

Heb je één dag in de woestijn gezeten dan heb je alle dagen in de woestijn gezeten. Heb je alle dagen in de woestijn gezeten dan heb je de woestijn gezien.

Heb je één hoofdstukje van de Diamantsoetra gelezen dan heb je ze allemaal gelezen. Heb je ze allemaal gelezen dan heb je de leegte gezien.

Heb je de leegte gezien dan heb je de leegte doorzien. Heb je de leegte doorzien dan heb de Diamantsoetra doorzien, je aantekeningen doorzien, de Boeddha doorzien en het boeddhisme doorzien. Dan kan je je hele boeddhaboedel verbranden. Dan mag je jezelf een diamantboeddha noemen.

Een wat?

Een diamantboeddha

Een diamantboeddha is iemand die geen behoefte meer heeft aan een diamantmes. Hij stopt zijn diamanten gewoon in zijn oren.

Een diamantboeddha heeft ook geen behoefte meer om een boeddha genoemd te worden. Het zegt hem niets, het is maar een woord, zo leeg als het woord leegte.

Hooguit hebben anderen behoefte om hem een boeddha te noemen. Of, Boeddha verhoede, een diamantboeddha. Nou ja, hij hoort het toch niet. Hoeft hij er ook geen diamantmes meer in te zetten.

Lachende Boeddha met geloken ogen en grote diamanten in zijn oren.
Diamantboeddha.

Bron

Voor de Lege Diamantsoetra hieronder heb ik me gebaseerd op De Diamantsoetra: de wereld opnieuw begrijpen, (Mu Soeng, 2002) omdat die toevallig voorhanden was in de Openbare Bibliotheek Amsterdam.

Mocht dat boek nog eens uitgegeven worden, dan graag als De Diamantsoetra: waarom de wereld zich niet laat grijpen.

275. De Lege Diamantsoetra

Hoe je je gedachten onder controle houdt.

In de tuin van Anathapindika beantwoordt de Boeddha veertig vragen van Subhuti.

Er zijn een heleboel toehoorders, waaronder monniken, bodhisattva's en mahasattva's.

Ze willen weten hoe ze verlicht kunnen worden.

Ze willen weten hoe ze hun gedachten onder controle moeten houden.

1

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's alle voelende wezens moeten bevrijden?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's alle voelende wezens moeten bevrijden. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, voelende wezens of bevrijding daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

2

Subhuti: Klopt het dat de Tathagata de dharma van niet-zelf, niet-persoon, niet-wezen en non-entiteit heeft onderwezen?

Boeddha: Ik heb geen idee of de Tathagata de dharma van niet-zelf, niet-persoon, niet-wezen en non-entiteit heeft onderwezen. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk een Tathagata is, een dharma van niet-zelf, niet-persoon, niet-wezen en non-entiteit, of onderwijs daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

3

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's harmonieuze boeddhalanden scheppen?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's harmonieuze boeddhalanden scheppen. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, harmonieuze boeddhalanden of een scheppen daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

4

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's alle ideeën moeten loslaten terwijl gewone, dwaze mensen eraan vasthouden?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's alle ideeën moeten loslaten terwijl gewone, dwaze mensen eraan vasthouden. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, gewone, dwaze mensen, ideeën, een vasthouden daaraan of een loslaten ervan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

5

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's die de vorm van de Tathagata hebben gezien en zijn stem hebben gehoord op het verkeerde pad zijn en de Tathagata niet zullen zien of horen?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's die de vorm van de Tathagata hebben gezien en zijn stem hebben gehoord op het verkeerde pad zijn en de Tathagata niet zullen zien or horen. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, een Tathagata, een vorm van de Tathagata, een zien daarvan, een stem van de Tathagata, een horen daarvan of verkeerde paden. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

6

Subhuti: Klopt het dat de Tathagata het menselijk oog, het goddelijk oog, het inzicht-oog, het prajna-oog en het boeddha-oog bezit?

Boeddha: Ik heb geen idee of de Tathagata het menselijk oog, het goddelijk oog, het inzicht-oog, het prajna-oog en het boeddha-oog bezit. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk een Tathagata is of een menselijk oog, een goddelijk oog, een inzicht-oog, een prajna-oog en een boeddha-oog. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

7

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's die het principe van niet-zelf en niet-dharma geheel begrijpen en dit principe herkennen als het ware zelf en de ware dharma, oprecht bodhisattva's genoemd kunnen worden?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's die het principe van niet-zelf en niet-dharma geheel begrijpen en dit principe herkennen als het ware zelf en de ware dharma, oprecht bodhisattva's genoemd kunnen worden. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, een waar zelf, een ware dharma, een principe van niet-zelf en niet-dharma of een geheel begrijpen en herkennen daarvan als het ware zelf en de ware dharma. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

8

Subhuti: Klopt het dat grote verdiensten de natuur van niet-verdiensten hebben?

Boeddha: Ik heb geen idee of grote verdiensten de natuur van niet-verdiensten hebben. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk grote verdiensten zijn, niet-verdiensten of een natuur daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

9

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's de perfecties moeten beoefenen?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's de perfecties moeten beoefenen. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, perfecties of beoefening daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

10

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's vrijgevigheid moeten beoefenen zonder te hechten aan objecten?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's vrijgevigheid moeten beoefenen zonder te hechten aan objecten. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, vrijgevigheid of een beoefenen daarvan, objecten of een hechten daaraan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

11

Subhuti: Klopt het dat het onderricht van de Tathagata over de perfectie van geduld in werkelijkheid niet-perfectie is?

Boeddha: Ik heb geen idee of het onderricht van de Tathagata over de perfectie van geduld in werkelijkheid niet-perfectie is. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk een Tathagata is, perfectie van geduld, onderricht daarover of niet-perfectie. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

12

Subhuti: Klopt het dat bevrijding van alle gehechtheid de hoogste verlichting is?

Boeddha: Ik heb geen idee of bevrijding van alle gehechtheid de hoogste verlichting is. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk verlichting is, gehechtheid of bevrijding daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

13

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's het juiste inzicht moeten verwerven?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's het juiste inzicht moeten verwerven. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, juist inzicht of een verwerven daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

14

Subhuti: Klopt het dat wat juist inzicht wordt genoemd in werkelijkheid niet-inzicht is?

Boeddha: Ik heb geen idee of wat juist inzicht wordt genoemd in werkelijkheid niet-inzicht is. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk juist inzicht of niet-inzicht is. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

15

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's de hoogste transcendente wijsheid moeten nastreven?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's de hoogste transcendente wijsheid moeten nastreven. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, hoogste transcendente wijsheid of een nastreven daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

16

Subhuti: Klopt het dat wat de Tathagata volmaakte wijsheid heeft genoemd in feite niet-wijsheid is?

Boeddha: Ik heb geen idee of dat wat de Tathagata volmaakte wijsheid heeft genoemd in feite niet-wijsheid is. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er een Tathagata is, volmaakte wijsheid of niet-wijsheid. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

17

Subhuti: Klopt het dat er een onafhankelijk bestaand object van het bewustzijn bereikt kan worden dat de superieure en perfecte verlichting kan worden genoemd?

Boeddha: Ik heb geen idee of er een onafhankelijk bestaand object van het bewustzijn bereikt kan worden dat de superieure en perfecte verlichting kan worden genoemd. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bewustzijn is, een onafhankelijk bestaand object daarvan dat de superieure en perfecte verlichting kan worden genoemd, of een bereiken daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

18

Subhuti: Klopt het dat het bereiken van de superieure en perfecte verlichting in werkelijkheid niet-bereiken is?

Boeddha: Ik heb geen idee of het bereiken van de superieure en perfecte verlichting in werkelijkheid niet-bereiken is. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk superieure en perfectie verlichting is, een bereiken daarvan of een niet-bereiken ervan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

19

Subhuti: Klopt het dat de waarheid niet te bevatten is en alle beschrijving te boven gaat?

Boeddha: Ik heb geen idee of de waarheid niet te bevatten is en alle beschrijving te boven gaat. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk een waarheid is, een bevatten daarvan, een beschrijving ervan of een alle beschrijving te boven gaan ervan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

20

Subhuti: Klopt het dat bestudering van de dharma's leidt tot de hoogste verlichting?

Boeddha: Ik heb geen idee of bestudering van de dharma's leidt tot de hoogste verlichting. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk dharma's zijn, bestudering daarvan, het tot de hoogste verlichting leiden ervan of hoogste verlichting. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

21

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's vrij zijn van zowel gedachten van dharma's als gedachten van niet-dharma's?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's vrij zijn van zowel gedachten van dharma's als gedachten van niet-dharma's. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, dharma's, niet-dharma's, gedachten daaraan of vrijheid daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

22

Subhuti: Klopt het dat datgene wat bekend staat als het onderricht van de Tathagata niet het onderricht van de Tathagata is?

Boeddha: Ik heb geen idee of datgene wat bekend staat als het onderricht van de Tathagata niet het onderricht van de Tathagata is. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk een Tathagata is, onderricht daarvan of een bekend staan daarvan als het onderricht van de Tathagata. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

23

Subhuti: Klopt het dat alle grote leraren verheven zijn door het ongeconditioneerde?

Boeddha: Ik heb geen idee of alle grote leraren verheven zijn door het ongeconditioneerde. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk grote leraren zijn of dat er zoiets is als het ongeconditioneerde of een daardoor verheven zijn. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

24

Subhuti: Klopt het dat er een dharma is waarmee de Tathagata de hoogste, correcte en perfecte bevrijding heeft bereikt?

Boeddha: Ik heb geen idee of er een dharma is waarmee de Tathagata de hoogste, correcte en perfecte bevrijding heeft bereikt. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk dharma's zijn, een Tathagata, hoogste correcte en perfecte bevrijding of een bereiken daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

25

Subhuti: Klopt het dat de dharma die de Tathagata heeft ervaren en getoond ongrijpbaar is?

Boeddha: Ik heb geen idee of de dharma die de Tathagata heeft ervaren en getoond ongrijpbaar is. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk een Tathagata is, een dharma daarvan, een door de Tathagata ervaren en tonen daarvan of ongrijpbaarheid ervan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

26

Subhuti: Klopt het dat zij die zich op het bodhisattva-pad hebben begeven alle dharma's moeten zien in termen van hun opheffing?

Boeddha: Ik heb geen idee of zij die zich op het bodhisattva-pad hebben begeven alle dharma's moeten zien in termen van hun opheffing. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, een bodhisattva-pad, een zich begeven daarop, dharma's of een zien daarvan in termen van hun opheffing. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

27

Subhuti: Klopt het dat arhats bevrijd zijn van onheilzame verlangens?

Boeddha: Ik heb geen idee of arhats bevrijd zijn van onheilzame verlangens. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk arhats zijn, onheilzame verlangens of bevrijding daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

28

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's die menen dat de Tathagata gaat, komt, staat, zit of ligt, de betekenis van zijn onderricht niet begrijpen?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's die menen dat de Tathagata gaat, komt, staat, zit of ligt, de betekenis van zijn onderricht niet begrijpen. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, een Tathagata, een wel of niet gaan, komen, staan, zitten of liggen daarvan, onderricht, een betekenis daarvan of een begrijpen ervan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

29

Subhuti: Klopt het dat volmaakte verlichting tot volmaakte vrede leidt?

Boeddha: Ik heb geen idee of volmaakte verlichting tot volmaakte vrede leidt. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk volmaakte verlichting of volmaakte vrede is. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

30

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's zich van alle denkbeelden hebben losgemaakt?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's zich van alle denkbeelden hebben losgemaakt. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn, denkbeelden of een zich losmaken daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

31

Subhuti: Klopt het dat bodhisattva's zich van alle gewaarwordingen hebben bevrijd?

Boeddha: Ik heb geen idee of bodhisattva's zich van alle gewaarwordingen hebben bevrijd. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk bodhisattva's zijn of gewaarwordingen of een zich bevrijden daarvan.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

32

Subhuti: Klopt het dat gewaarwordingen van een zelf in werkelijkheid niet-gewaarwordingen zijn?

Boeddha: Ik heb geen idee of gewaarwordingen van een zelf in werkelijkheid niet-gewaarwordingen zijn. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk een zelf is of gewaarwordingen daarvan of niet-gewaarwordingen. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

33

Subhuti: Klopt het dat het huidige bewustzijn net zomin te vatten is als het vroegere bewustzijn en het latere bewustzijn?

Boeddha: Ik heb geen idee of het huidige bewustzijn net zomin te vatten is als het vroegere bewustzijn en het latere bewustzijn. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er wel een huidig bewustzijn is, een vroeger bewustzijn, een later bewustzijn of een vatten daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

34

Subhuti: Klopt het dat de Tathagata niet herkend kan worden aan de tweeëndertig kenmerken van een groot mens?

Boeddha: Ik heb geen idee of de Tathagata herkend kan worden aan de tweeëndertig kenmerken van een groot mens. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk een Tathagata is of een groot mens, tweeëndertig kenmerken daarvan of een herkennen ervan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

35

Subhuti: Klopt het dat met het bezitten van lichamelijke kenmerken van boeddha's eigenlijk het niet-bezitten van niet-lichamelijke kenmerken wordt bedoeld?

Boeddha: Ik heb geen idee of met het bezitten van lichamelijke kenmerken van boeddha's eigenlijk het niet-bezitten van niet-lichamelijke kenmerken wordt bedoeld. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk boeddha's zijn, lichamen daarvan, kenmerken daarvan of een bezitten ervan, of dat er niet-lichamelijke kenmerken zijn of een niet-bezitten daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

36

Subhuti: Klopt het dat de wereld een illusie is?

Boeddha: Ik heb geen idee of de wereld een illusie is. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk een wereld of een illusie is. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

37

Subhuti: Klopt het dat herkenning van de misleidende natuur van alle vormen herkenning van de Tathagata is?

Boeddha: Ik heb geen idee of herkenning van de misleidende natuur van alle vormen herkenning van de Tathagata is. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk vormen zijn, een misleidende natuur daarvan of herkenning daarvan, een Tathagata of herkenning daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

38

Subhuti: Klopt het dat alle verschijnselen vergankelijk zijn als een ster bij de dageraad, een luchtbel in een stroom, een bliksemschicht, een zomerwolk, een flikkerende lamp?

Boeddha: Ik heb geen idee of alle verschijnselen vergankelijk zijn als een ster bij de dageraad, een luchtbel in een stroom, een bliksemschicht, een zomerwolk, een flikkerende lamp. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk verschijnselen zijn, dageraden, stromen of luchtbellen daarin, bliksemschichten, zomerwolken, flikkerende lampen of vergankelijkheid. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

39

Subhuti: Klopt het dat de leringen vergeleken moeten worden met een vlot en dat alle dharma's moeten worden opgegeven, des te meer de niet-dharma's?

Boeddha: Ik heb geen idee of de leringen vergeleken moeten worden met een vlot en dat alle dharma's moeten worden opgegeven, des te meer de niet-dharma's. Misschien denken we dat alleen maar.

Ik weet niet eens of er werkelijk leringen zijn, een vlot waarmee ze vergeleken kunnen worden, dharma's, niet-dharma's of een opgeven daarvan. Misschien denken we dat ook alleen maar.

Wie weet zijn al die woorden en gedachten wel leeg. Of denken we dat ook alleen maar?

40

Subhuti: Hoe moeten we onze gedachten onder controle houden als alles leeg is?

Boeddha: Welke gedachten wou je onder controle houden als alles leeg is?

Daarop sluit de Boeddha zijn ogen en reageert nergens meer op.

Subhuti en de toehoorders zijn met stomheid geslagen, verbijsterd over zijn onderricht.

In gedachten verzonken gaan ze ieder hun weg.

Vergeefs trachten ze het onderricht ter harte te nemen.

Vergeefs trachten ze het uit hun hart te bannen.

276. Hoe je een Diamantsoetra deconstrueert

Prijsschieten in de ruimte.

Hierboven heb je kennis kunnen maken met de Lege Diamantsoetra. Ik presenteerde die als een deconstructie van de originele Diamantsoetra, die zelf een deconstructie is van het toenmalige boeddhisme.

Hieronder laat ik zien hoe zo'n deconstructie van een deconstructie in zijn werk gaat. Het resultaat is opnieuw taai als oud leer, maar dat is nou eenmaal het eerste en zekerste van de tweeëndertig waarmerken van de dharma.

Omdat het me vooral om de werkwijze gaat, beperk ik me tot de eerste vijf inhoudelijke hoofdstukken (3 - 7), dat zal voor de meesten al teveel zijn; excuses daarvoor.

Van iedere hoofdstuk geef ik eerst de oorspronkelijke tekst en dan een opsomming van alle lege wezens, verschijnselen en leerstellingen daarin.

Bron: De Diamantsoetra: de wereld opnieuw begrijpen, (Mu Soeng, 2002).

3. De bodhisattvagelofte

De Boeddha zei tot Subhuti: 'Alle bodhisattva-mahasattva's die meditatie beoefenen, moeten slechts één gedachte koesteren: Als ik de hoogste verlichting bereik, zal ik alle voelende wezens, in welke bestaanswereld binnen het universum ze ook leven, bevrijden, ongeacht of ze nu uit een ei, uit een baarmoeder, uit vocht of op miraculeuze wijze zijn geboren, of zij nu vorm of geen vorm bezitten, of ze nu beschikken over waarnemingsvermogen, geen waarnemingsvermogen of geen van beide.

Zolang er voelende wezens bestaan, zal ik ervoor zorgen dat ze de eeuwige vrede van het nirwana, het nirwana dat zonder overblijfsel is, kunnen binnengaan en zo de staat van uiteindelijke bevrijding bereiken.

En toch, hoewel er een onmeetbaar, ontelbaar en onbegrensd aantal voelende wezens bevrijding heeft bereikt, heeft waarlijk geen voelend wezen bevrijding bereikt. En waarom niet?

Omdat geen enkele bodhisattva die zulke gedachten aan een zelf, een persoon, een wezen of een voortlevende entiteit koestert een echte bodhisattva is. Derhalve zijn er geen voelende wezens die bevrijd moeten worden en is er geen zelf dat de hoogste verlichting bereikt.'

3.1

Alle wezens zijn leeg, dus ook de Boeddha.

Dus ook Subhuti.

Dus ook alle bodhisattva-mahasattva's.

Dus ook alle voelende wezens.

3.2

Alle verschijnselen zijn leeg, dus ook meditatie en het beoefenen daarvan.

Dus ook gedachten aan bevrijding en het koesteren daarvan.

Dus ook de hoogste verlichting en het bereiken daarvan.

Dus ook het bevrijden.

Dus ook het nirwana zonder overblijfsel, de eeuwige vrede daarvan en het binnengaan ervan.

Dus ook de staat van uiteindelijke bevrijding en het bereiken daarvan.

Dus ook gedachten aan een zelf, een persoon, een wezen en een voortlevende entiteit en het koesteren daarvan.

3.3

Alle leerstellingen zijn leeg, dus ook de leerstelling dat alle bodhisattva-mahasattva's die meditatie beoefenen slechts één gedachte moeten koesteren: de bodhisattva-gelofte.

Dus ook de leerstelling dat waarlijk geen voelend wezen bevrijding heeft bereikt, ook al heeft een onmeetbaar aantal voelende wezens bevrijding bereikt.

Dus ook de leerstelling dat geen enkele bodhisattva die gedachten aan een zelf, een persoon, een wezen of een voortlevende entiteit koestert, een echte bodhisattva is.

Dus ook de leerstelling dat er derhalve geen voelende wezens zijn die bevrijd moeten worden en geen zelf is dat de hoogste verlichting bereikt.

3.4

Ook de leerstelling dat alle wezens, verschijnselen en leerstellingen leeg zijn, is leeg.

4. Dana

'Bovendien, Subhuti in de beoefening van vrijgevigheid zal een bodhisattva niet hechten aan een object. Hij of zij zal vrijgevigheid beoefenen zonder te hechten aan een visueel object, aan geluid, aanraking, smaak, geur of opkomende gedachten. Op deze manier, Subhuti, zal een bodhisattva vrijgevigheid beoefenen zonder te hechten aan een teken. Waarom?

Als een bodhisattva vrijgevigheid beoefent zonder te hechten aan een teken, dan is de omvang van zijn of haar verdiensten niet te bevatten. Subhuti, wat denk je, kun je de ruimte naar het oosten opmeten?'

'Nee, O Alomgeëerde, dat kan ik niet.'

'Subhuti, kun je de ruimte naar het zuiden, westen, noorden, naar boven of naar beneden opmeten?'

'Nee, O Alomgeëerde, dat kan ik niet.'

'Subhuti, zo ook is het met de verdiensten van een bodhisattva die vrijgevigheid beoefent zonder aan tekenen vast te houden; zij zijn onmeetbaar gelijk de ruimte. Subhuti, een bodhisattva zal eenpuntig volharden in deze instructie.'

4.1

Alle wezens zijn leeg, dus ook Subhuti.

Dus ook de Alomgeëerde.

Dus ook de bodhisattva's.

4.2

Alle verschijnselen zijn leeg, dus ook vrijgevigheid en de beoefening daarvan.

Dus ook visuele objecten, geluiden, aanrakingen, smaken, geuren, opkomende gedachten en het hechten daaraan.

Dus ook tekens.

Dus ook verdiensten en de omvang daarvan en het niet bevatten ervan.

Dus ook ruimte en de onmeetbaarheid daarvan.

Dus ook instructies en eenpuntige volharding daarin.

4.3

Alle leerstellingen zijn leeg, dus ook de leerstelling dat een bodhisattva in de beoefening van vrijgevigheid eenpuntig zal volharden in de instructie niet te hechten aan een visueel object, aan geluid, aanraking, smaak, geur of opkomende gedachten of andere objecten of tekens.

Dus ook de leerstelling dat de omvang van zijn of haar verdiensten dan niet te bevatten zal zijn, onmeetbaar gelijk de ruimte.

4.4

Ook de leerstelling dat alle wezens, verschijnselen en leerstellingen leeg zijn, is leeg.

5. Lichamelijke kenmerken

'Subhuti, denk je dat het mogelijk is een Tathagata te herkennen aan de lichamelijke kenmerken?'

'Nee, O alomgeëerde. En waarom niet? Omdat wanneer de Tathagata over lichamelijke kenmerken spreekt, hij spreekt over het niet-bezitten van niet-kenmerken.'

De Boeddha zei tot Subhuti: 'Alles wat een vorm bezit is misleidend. Als de misleidende natuur van vorm is herkend, is de Tathagata herkend.'

5.1

Alle wezens zijn leeg, dus ook Subhuti.

Dus ook de Boeddha.

Dus ook de Tathagata.

5.2

Alle verschijnselen zijn leeg, dus ook het herkennen van de Tathagata.

Dus ook lichamelijke kenmerken en het bezitten daarvan.

Dus ook niet-kenmerken en het niet-bezitten daarvan.

Dus ook alles wat een vorm bezit.

Dus ook vorm, het bezitten daarvan en de misleidende natuur ervan.

5.3

Alle leerstellingen zijn leeg, dus ook de leerstelling dat het niet mogelijk is een Tathagata te herkennen aan de lichamelijke kenmerken.

Dus ook de leerstelling dat de Tathagata spreekt over het niet-bezitten van niet-kenmerken als hij spreekt over lichamelijke kenmerken.

Dus ook de leerstelling dat alles wat een vorm bezit misleidend is.

Dus ook de leerstelling dat de Tathagata is herkend als de misleidende natuur van vorm is herkend.

5.4

Ook de leerstelling dat alle wezens, verschijnselen en leerstellingen leeg zijn, is leeg.

6. De gelijkenis van het vlot

Subhuti sprak tot de Boeddha: 'O Alomgeëerde, zullen er in de toekomst mensen zijn die, wanneer ze deze leringen horen, er oprecht geloof en vertrouwen in hebben?'

De Boeddha zei: 'Subhuti, spreek niet zo. Vijfhonderd jaar na het heengaan van de Tathagata zullen er mensen zijn die morele zelfdiscipline hebben beoefend en zo over voldoende verdiensten beschikken. Zij zullen, wanneer ze deze woorden horen, hun waarheid begrijpen.

Je moet weten dat dergelijke mensen hun verzameling van verdiensten niet hebben gecreëerd bij slechts één, twee, drie, vier of vijf boeddha's, maar bij ontelbare boeddha's. Als zij deze woorden horen en, al is het maar gedurende één tel, zuiver en helder vertrouwen opwekken, dan zal de Tathagata ze opmerken en hun onmetelijke hoeveelheid verdiensten herkennen. Waarom?

Omdat deze mensen vrij zijn van het idee van een zelf, een persoon, een wezen of een voortlevende entiteit; ze zijn vrij van het idee van zowel een dharma als een niet-dharma. En waarom?

Omdat als ze het idee van een dharma koesteren, ze nog steeds gehecht zijn aan een zelf, persoon, een wezen of een voortlevende entiteit. Omdat als ze het idee van een niet-dharma koesteren, ze nog steeds gehecht zijn aan een zelf, persoon, een wezen of een voortlevende entiteit.

Koester daarom niet het idee van een dharma noch van een niet-dharma. Daarom verkondigt de Tathagata altijd: 'O bhikshu's, weet dat mijn leringen vergeleken moeten worden met een vlot. Zelfs een dharma moet worden opgegeven, des te meer een niet-dharma.”

6.1

Alle wezens zijn leeg, dus ook Subhuti.

Dus ook de Boeddha.

Dus ook de Tathagata.

Dus ook bhikshu's.

Dus ook toekomstige mensen.

Dus ook ontelbare boeddha's.

6.2

Alle verschijnselen zijn leeg, dus ook de toekomst.

Dus ook oprecht geloof.

Dus ook zuiver en helder vertrouwen en het opwekken daarvan.

Dus ook het heengaan van de Tathagata.

Dus ook morele zelfdiscipline en het beoefenen daarvan.

Dus ook verdiensten, het creëren daarvan, het verzamelen ervan, het beschikken erover, het opmerken ervan en het herkennen ervan.

Dus ook woorden en het horen daarvan.

Dus ook waarheid en het begrijpen daarvan.

Dus ook het idee van een zelf, een persoon, een wezen of een voortlevende entiteit, het gehecht zijn daaraan en het vrij zijn ervan.

Dus ook het idee van een dharma en een niet-dharma, het koesteren daarvan, het opgeven ervan en het vrij zijn ervan.

Dus ook leringen, het verkondigen daarvan en het vergelijken ervan met een vlot.

6.3

Alle leerstellingen zijn leeg, dus ook de leerstelling dat er vijfhonderd jaar na het heengaan van de Tathagata mensen zullen zijn die morele zelfdiscipline hebben beoefend en zo over voldoende verdiensten beschikken.

Dus ook de leerstelling dat deze mensen, wanneer zij deze woorden horen, hun waarheid zullen begrijpen.

Dus ook de leerstelling dat deze mensen hun verzameling van verdiensten niet hebben gecreëerd bij slechts één, twee, drie, vier of vijf boeddha's, maar bij ontelbare boeddha's.

Dus ook de leerstelling dat als zij deze woorden horen en, al is het maar gedurende één tel, zuiver en helder vertrouwen opwekken, de Tathagata ze zal opmerken en hun onmetelijke hoeveelheid verdiensten zal herkennen.

Dus ook de leerstelling dat deze mensen vrij zijn van het idee van een zelf, een persoon, een wezen of een voortlevende entiteit, en vrij van het idee van zowel een dharma als een niet-dharma.

Dus ook de leerstelling dat ze, als ze het idee van een dharma of niet-dharma koesteren, nog steeds gehecht zijn aan een zelf, een persoon, een wezen of een voortlevende entiteit.

Dus ook de leerstelling dat je daarom niet het idee van een dharma moet koesteren, noch van een niet-dharma; dat zelfs een dharma moet worden opgegeven, des te meer een niet-dharma.

Dus ook de leerstelling dat de leringen van de Tathagata vergeleken moeten worden met een vlot.

6.4

Ook de leerstelling dat alle wezens, verschijnselen en leerstellingen leeg zijn, is leeg.

7. De dharma

'Wat denk je, Subhuti, heeft de Tathagata de hoogste verlichting bereikt? Heeft hij iets dat hij kan verkondigen?'

Subhuti zei: 'O Alomgeëerde, als ik de leringen van de Boeddha goed begrepen heb, heeft de Boeddha geen leer over te dragen. De waarheid is niet te bevatten en gaat alle beschrijving te boven. Het is noch een dharma, noch een niet-dharma. Waarom is dit zo? Omdat alle grote leraren verheven zijn door het ongeconditioneerde.'

7.1

Alle wezens zijn leeg, dus ook Subhuti.

Dus ook de Tathagata.

Dus ook de grote leraren.

7.2

Alle verschijnselen zijn leeg, dus ook de hoogste verlichting en het bereiken daarvan.

Dus ook de waarheid, het niet kunnen bevatten daarvan en het alle beschrijving te boven gaan ervan.

Dus ook de dharma.

Dus ook de niet-dharma.

Dus ook het ongeconditioneerde en het verheven zijn daardoor.

7.3

Alle leerstellingen zijn leeg, dus ook de leerstelling dat de Boeddha de hoogste verlichting heeft bereikt.

Dus ook de leerstelling dat hij desondanks geen leer over te dragen heeft.

Dus ook de leerstelling dat de waarheid niet te bevatten is en alle beschrijving te boven gaat.

Dus ook de leerstelling dat de waarheid noch een dharma, noch een niet-dharma is.

Dus ook de leerstelling dat alle grote leraren verheven zijn door het ongeconditioneerde.

7.4

Ook de leerstelling dat alle wezens, verschijnselen en leerstellingen leeg zijn, is leeg.

277. Is de Diamantsoetra een zijnsleer of een kenleer?

Sunyata versus prajnaparamita.

Alles leeg en niets heilig

Alles leeg en niets heilig, zou de eerste zenpatriarch, Bodhidharma, tegen de Gele Keizer hebben gezegd toen deze hem naar de kern van de boeddhistische leer vroeg. Dat geldt zeker voor de kern van de Diamantsoetra.

In mijn deconstructie van de hoofdstukken 3-7 van de Diamantsoetra keren vier zinnetjes steeds terug:

1. Alle wezens zijn leeg.

2. Alle verschijnselen zijn leeg.

3. Alle leerstellingen zijn leeg.

4. Ook de leegte is leeg.

Daarmee verwijs ik naar vier begrippen uit de prajnaparamitaliteratuur:

1. Anatman: alle wezens zijn leeg.

2. Sunyata: alle verschijnselen zijn leeg.

3. Prajnaparamita: alle leerstellingen zijn leeg.

4. Sunyata-sunyata: ook de leegte is leeg.

Sunyata als sleutelbegrip

Anatman kan je opvatten als sunyata toegepast op het idee van een bestendig subject.

Prajnaparamita kan je opvatten als sunyata toegepast op het idee van een bestendige leer.

Sunyata-sunyata kan je opvatten als sunyata toegepast op het idee van een bestendige leegte.

Zo bezien is sunyata het omega van ontologische sleutelbegrippen. Het is de tegenhanger van prajnaparamita, dat tot het domein van de kenleer behoort en daarin een vergelijkbare (zelf)vernietigende werking heeft:

Prajnaparamita als sleutelbegrip

Anatman kan je opvatten als prajnaparamita toegepast op het idee van een bestendig subject.

Sunyata kan je opvatten als prajnaparamita toegepast op het idee van een bestendig object.

Sunyata-sunyata kan je opvatten als prajnaparamita toegepast op het idee van sunyata.

Zo bezien is prajnaparamita het omega van epistemologische sleutelbegrippen. Het is de tegenhanger van sunyata, dat tot het domein van de zijnsleer behoort en daarin een vergelijkbare (zelf)vernietigende werking heeft.

Sunyata of prajnaparamita?

Wat is primair, sunyata of prajnaparamita? Doet er niet toe, uiteindelijk gaan ze allebei aan zichzelf te gronde. Dan hou je niets meer over. Vaarwel zijnsleer. Vaarwel kenleer.

Dan kan je je tong uit de knoop halen en je diamanten uit je oren. Dan kan je je vlotten achter je verbranden, je wijsheidsmasker afzetten, je pij uittrekken en het ervan nemen. Als je tenminste nog weet hoe dat moet.

278. Boeddhisme voor proctologen

Tussen godsdienst en gatsdienst.

'Is de Boeddha een God?'

'Nee, de Boeddha is een gat.'

'Hoe weet je dat?'

'Iedere dharma is een gat, de Boeddha is een dharma, dus de Boeddha is een gat.'

'Hoezo is iedere dharma een gat?'

'Anatman, hè. Sunyata, weet je wel.'

'Dus boeddhisme is eigenlijk gatsdienst?'

'Niet verder vertellen.'

'En boeddhologie?'

'Boeddhologie is gatsgeleerdheid.'

'Ik dacht dat gatsgeleerdheid proctologie heette?'

'Hè gad.'

279. Boeddhisme in de steentijd

Kleine kennismaking met de Anat.

Meester Zero zegt:

Hoe noem je iemand die in de leegte is gevestigd?

Een holbewoner.

Holbewoner met een gouden rakusu en een dito enso op de muur van haar hol.
^ Boeddhisme in de steentijd; holbewoner.

Holbewoners noemden zichzelf geen holbewoners maar Anat.

Op de afbeelding zien we een Anatvrouw met een grauwe rokusu en een gouden rakusu.

Achterin het hol bevinden zich twee bijholtes, een voor de Anatman en een voor de Anatkinderen.

De Anatvrouw sliep in de gemeenschappelijke ruimte en bewaarde de leegte tussen haar benen.

De open cirkel op de zijwand is een enso, een tweedimensionaal gat, uitgevoerd in gele oker vermengd met goudstof, het eerste en in die tijd enige boeddhistische teken en geschrift: de paleocanon.

Meer hadden de Anat niet nodig. Waarom wij dan wel?

280. Boeddhisme in de leertijd

Meester Zero zegt:

Wat is het verschil tussen een leerling en een meester?

De leerling gelooft in de meester, de meester niet.

281. Woordbewoners zijn holbewoners

Acht woordraadsels van Meester Zero (met oplossingen).

Wat is het verschil tussen een boeddhist en een agnost? Een boeddhist hecht aan woorden, een agnost speelt ermee.

Wat is het verschil tussen een non-dualist en een agnost? Een non-dualist schermt met woorden, een agnost speelt ermee.

Wat is het verschil tussen een fundamentalist en een agnost? Een fundamentalist vecht met woorden, een agnost speelt ermee.

Wat is het verschil tussen een quiëtist en een agnost? Een quiëtist vlucht voor woorden, een agnost speelt ermee.

Wat is het verschil tussen een koopman en een agnost? Een koopman verleidt met woorden, een agnost speelt ermee.

Wat is het verschil tussen een mysticus en een agnost? Een mysticus gelooft in woorden, een agnost speelt ermee.

Wat is het verschil tussen een scepticus en een agnost? Een scepticus twijfelt aan woorden, een agnost speelt ermee.

Wat is het verschil tussen een filosoof en een agnost? Een filosoof woont in woorden, een agnost speelt ermee.

Vragen aan de lezer

Wat doe jij met woorden?

Wat doen woorden met jou?

282. Nirwana is geen samsara want een kat is geen muis

Zegt de ene speelbal tegen de andere...

Wat is het verschil tussen boeddha's en boeddhisten?

Boeddha's spelen met woorden, woorden spelen met boeddhisten.

283. Tien kernbegrippen van het leegteboeddhisme – niet-weten als passe-partout

Een agnostische uitleg van de boeddhistische begrippen pratitya samutpada, prajnaparamita, anutpada, sunyata, svabhava-sunya, anatman, anitya, maya, indrajala en tathata.

Het onverdraaglijke geheim van weteloosheid

Als je een boom wil verbergen, zet je hem in een bos. Dat moet de insteek geweest zijn waarmee enthousiaste boeddhisten eeuwen na zijn overlijden onder de mottige vlag van Siddharta Gautama massaal aan de slag zijn gegaan. Missie: het onverdraaglijke geheim van weteloosheid voorgoed verbergen in een woud van teksten op een berg van begrippen.

Het kan lang duren voordat je voldoende van hun pennenvruchten geproefd hebt om door te krijgen dat het allemaal zure appels zijn. Om dat proces te versnellen gaan we nu van tien van de grotere appels een klein hapje nemen.

Ik hoop met deze wormstekige proef aannemelijk te maken dat de kernbegrippen van het leegteboeddhisme allemaal ongeveer hetzelfde betekenen. In formulevorm:

Pratitya samutpada ≈ prajnaparamita ≈ anutpada ≈ sunyata ≈ svabhava-sunya ≈ anatman ≈ anitya ≈ maya ≈ indrajala ≈ tathata.

Ik hoop ook aannemelijk te maken dat die tien kernbegrippen eufemismen zijn voor niet-weten. Of omgekeerd, dat niet-weten een dysfemisme is voor de kernbegrippen van het leegteboeddhisme, het is maar net hoe je het bekijkt. In formulevorm:

Niet-weten ≈ pratitya samutpada ≈ prajnaparamita ≈ anutpada ≈ sunyata ≈ svabhava-sunya ≈ anatman ≈ anitya ≈ maya ≈ indrajala ≈ tathata.

1. Pratitya samutpada

Het maakt niet uit met welk kernbegrip we beginnen, dus ik schrijf ze alle tien op een papiertje, gooi ze in mijn pet (kan ik iedereen aanraden), trek er eentje uit, en dat is... (tromgeroffel, -petgeschal) pratitya samutpada.

Het begrip pratitya samutpada hebben we eerder in dit boek al leren kennen als wederzijds afhankelijk ontstaan, voorwaardelijk bestaan, interzijn, interpenetratie, pancausaliteit, acausaliteit en conditionalisme.

Pratitya ('afhankelijk') samutpada ('oorsprong') staat voor het idee dat alle dharma's de speelbal zijn van alle andere dharma's: dingen, mensen, dieren, gebeurtenissen, processen, woorden, beelden, gedachten en niet te vergeten het boeddhisme zelf met alles erop en eraan.

De wereld bestaat niet uit autonome en afgegrensde entiteiten met een eigen karakter, identiteit of werkzaamheid die ze voorspelbaar en beheersbaar maakt, dat denken we maar. Verschijnselen beïnvloeden elkaar onophoudelijk op onnavolgbare wijze. Zichtbaar en onzichtbaar doordringen ze elkaar.

Omdat alles zo verweven is, weet je niet waar het ene ding ophoudt en het andere begint, niet waar jij ophoudt en de ander begint, niet waar jij ophoudt en de wereld begint.

Je weet niet wat er op dit moment allemaal aan het gebeuren is, niet wat er in het verleden allemaal gebeurd is, niet wat er in de toekomst allemaal gebeuren zal, niet waar de ene gebeurtenis ophoudt en de andere begint, niet wat oorzaak is en wat gevolg.

Je weet niet wat het allemaal te betekenen heeft, als het al iets te betekenen heeft, los van de betekenis die we er zelf aan geven, of die ons opgedrongen wordt, of die ons als meme ongevraagd overneemt, want dat weet je ook al niet.

Weteloosheid is een direct gevolg van pratitya samutpada, aangenomen dat de wereld is wat de boeddhist ervan maakt en niet, bijvoorbeeld, wat de non-dualist ervan maakt, een illusie in universeel bewustzijn.

En niet, bijvoorbeeld, wat de solipsist ervan maakt, een droom in mijn persoonlijke bewustzijn.

En niet wat Kant ervan maakt, een voorstelling in het verstand van een onkenbaar Ding-an-sich.

Niet wat Leibniz ervan maakt, een batterij volmaakt gesynchroniseerde monaden.

Wie zich in de metafysica verdiept vindt allerlei alternatieven voor het boeddhistische pratitya samutpada. En geen enkele methode om vast te stellen welk alternatief het juiste is. Als het juiste er al bij zit. Als 'juist' al iets betekent in deze context.

Daarom noemen we metafysica metafysica in plaats van fysica. Daarom noemen we metafysica speculatief in plaats van wetenschappelijk.

Speculeren doe je als je niet weet hoe het zit. Dan maak je er zelf maar wat van. Metafysica is de vrucht van niet-weten.

2. Prajnaparamita

Zo, de kop is eraf, hopelijk groeit hij niet terug. Nu hoef ik alleen nog te laten zien dat andere kernbegrippen van het leegteboeddhisme variaties op pratitya samutpada zijn, en daarmee op niet-weten.

Het woord prajnaparamita is samengesteld uit prajna, wijsheid, en paramita, perfectie. Het is op vele manieren vertaald, zoals de perfectie van de wijsheid, de hoogste wijsheid, transcendente wijsheid, de wijsheid voorbij alle wijsheid, de wijsheid zonder wijsheid, de kennis zonder leraar, niet-wijsheid en niet-inzicht.

Gaan we op zoek naar de betekenis van prajnaparamita, dan vinden we verwijzingen.

Verwijzingen naar het idee dat dharma's afhankelijk ontstaan, pratitya samutpada.

Verwijzingen naar het idee dat dharma's niet ontstaan en niet vergaan, anutpada.

Verwijzingen naar het idee dat dharma's leeg zijn, sunyata.

Verwijzingen naar het idee dat dharma's geen essentie hebben, svabhava-sunya.

Verwijzingen naar het idee dat dharma's zonder zelf zijn, anatman.

Verwijzingen naar het idee dat dharma's vergankelijk zijn, anitya.

Verwijzingen naar het idee dat dharma's illusoir zijn, maya.

Prajnaparamita ≈ pratitya samutpada ≈ anutpada ≈ sunyata ≈ svabhava-sunya ≈ anatman ≈ anitya ≈ maya ≈ niet-weten.

3. Anutpada

Anutpada is een samenstelling van an, niet en utpada, oorsprong.

Omdat alles afhankelijk van al het andere ontstaat, kan je van niets zeggen dat het op zichzelf bestaat, dus ook niet dat het ontstaat of vergaat.

Alle verschijnselen, zowel de wezens als de dingen, zijn geboorteloos en doodloos, zonder begin, midden of einde.

Anutpada ≈ pratitya samutpada ≈ niet-weten.

4. Sunyata

Sunya betekent leeg, sunyata betekent leegte.

In het boeddhisme staat sunyata voor het idee dat dingen geen eigen wezen, werkzaamheid of werkelijkheid hebben (svabhava-sunya) maar leeg zijn van een zelf (anatman) en volledig afhankelijk bestaan (pratitya samutpada).

Sunyata-sunyata is de toepassing van het begrip sunyata op zichzelf; de leegte is zelf leeg, bestaat zelf alleen voorwaardelijk, in relatie tot alle andere begrippen. Zoals ook het begrip afhankelijk ontstaan zelf alleen afhankelijk bestaat.

Sunyata ≈ pratitya samutpada ≈ svabhava-sunya ≈ anatman ≈ niet-weten.

5. Svabhava-sunya

Svabhava (zonder het achtervoegsel -sunya), is een typisch hindoeïstisch concept. Het betekent essentie, intrinsieke natuur.

In combinatie met sunya is svabhava een typisch boeddhistisch concept. Het betekent leeg van essentie, zonder intrinsieke natuur.

Svabhava-sunya ≈ sunyata ≈ pratitya samutpada ≈ niet-weten.

6. Anatman

Anatman is een samenstelling van an, niet en atman, zelf, ziel essentie.

Volgens het hindoeïsme heeft ieder menselijk wezen een atman, een ziel die, afhankelijk van wat je gelooft, op zichzelf staat, deel heeft aan de alziel Brahman of ermee samenvalt.

Volgens het boeddhisme is ieder mens, en bij uitbreiding ieder voelend wezen en ieder ding, zielloos, wezenloos, zonder essentie – anatman.

Anatman ≈ sunyata ≈ svabhava-sunya ≈ niet-weten.

7. Anitya

Anitya is een samenstelling van a, niet en nitya, permanent.

Anitya staat voor vergankelijkheid, veranderlijkheid, vluchtigheid, wisselvalligheid.

Lijden (duhkha), niet-zelf (anatman) en vergankelijkheid (anitya) worden samen de Drie Bestaanskarakteristieken genoemd.

Volgens het boeddhisme zijn alle verschijnselen vergankelijk. Wie zich hecht aan of identificeert met het vergankelijke, heeft niet goed begrepen dat alles vergaat, en zal daar nodeloos onder lijden.

Waarom vergaat alles? Omdat het afhankelijk bestaat. Afhankelijk van al het andere. Het veranderlijke bestaat afhankelijk van het veranderlijke. Van zichzelf zijn de dharma's niets, leeg. Ze hebben geen ziel, karakter, wezen of eigenheid, dat denk je er zelf bij.

Doordat alles almaar verandert onder invloed van al het andere, weet je nooit waar je aan toe bent. Niet met jezelf. Niet met je ouders. Niet met je kinderen. Niet met je vrienden. Niet met je familie. Niet met kennissen. Niet met vreemden. Niet met dieren. Niet met planten. Niet met de dingen. Niet met de wereld. Je weet maar nooit, en zelfs dat weet je maar nooit.

Anitya ≈ pratitya samutpada ≈ sunyata ≈ svabhava-sunya ≈ niet-weten.

8. Maya

In de advaita vedanta staat het begrip maya voor de gedachte dat verschijnselen ideëel zijn, illusoir: manifest bewustzijn in een oceaan van latent bewustzijn.

In het boeddhisme verwijst maya naar de gedachte dat verschijnselen weliswaar echt bestaan, maar volledig afhankelijk, als functie van alle andere verschijnselen.

Dat geldt zelfs voor de boeddhistische leer, voor het boeddhaschap, voor de boeddhanatuur, voor nirwana. Alles leeg, niets eigens.

Maya ≈ pratitya samutpada ≈ sunyata ≈ svabhava-sunya ≈ niet-weten.

9. Indrajala

Indrajala, Indra's net, is een eindeloos weefsel met parels op de knooppunten die elkaar eindeloos weerspiegelen.

In het boeddhisme fungeert Indra's net als metafoor voor de wederzijdse onderlinge verbondenheid van alle verschijnselen.

Indrajala ≈ pratitya samutpada ≈ niet-weten.

13-delige matroesjka van glazen poppetjes op een spiegelende ondergrond.

10. Tathata

Tathata ten slotte, een woord dat bij mij op de lachspieren werkt, wordt in het Nederlands gewoonlijk vertaald als zoheid, een woord dat bij mij op de lachspieren werkt.

De zoheid van de dingen, dat klinkt als een tathalogie, maar wat het nou betekent? Ja, hoe de dingen zijn, maar hoe zijn ze dan?

Dat moet je nu onderhand wel weten. Voor de boeddhist zijn de dingen zoals ze volgens het boeddhisme zijn: vergankelijk, leeg, zonder zelf, zonder essentie, ongeboren en doodloos, illusoir, afhankelijk ontstaan enzovoort.

Tathata ≈ anitya ≈ anatman ≈ sunyata ≈ svabhava-sunya ≈ pratitya samutpada ≈ niet-weten.

In de Diamantsoetra verwijst de protagonist, de Boeddha, naar zichzelf als de Tathagata, wat gewoonlijk vertaald wordt als 'hij die zo gekomen is', 'hij die zo gegaan is', 'hij die zo is' of 'hij die de zoheid gezien heeft'.

Zelf vertaal ik Tathagata altijd als hij die de zotheid gezien heeft, en tathata als de zotheid van de dingen.

Niet-weten ≈ zoheid ≈ zotheid.

Niet-weten als passe-partout

Dit waren ze, tien kernbegrippen uit het leegteboeddhisme. Ken je er één dan ken je ze allemaal.

Met niet-weten als passe-partout ontsluit je in een handomdraai ieder woord.

Aldus heb ik gehoord: er is geen poort.

Zelfs geen poortloze.

284. Evam me sutam: horen wat je wil horen

Zelf heb ik nog nooit iets van de Boeddha gehoord, geen stilte en geen woord.

Horen wat je denkt

Net als het christendom en het hindoeïsme is het boeddhisme een woud van woorden, een moeras van meningen. Daarom is het onmogelijk om algemene uitspraken over de boeddhistische leer te doen waar elke boeddhist het mee eens is.

Voor zowat iedere opvatting zijn wel ondersteunende citaten te vinden en gevonden. Dé Boeddha bestaat niet, behalve als spiegel. Hij is wat jij van hem maakt. Hij bevestigt wat jij vindt. Je hoort wat jij denkt dat de Boeddha bedoelt, evam me sutam.*

* 'Evam me sutam' betekent 'aldus heb ik gehoord', een gevleugeld woord waarmee veel soetra's beginnen om de suggestie te wekken dat de soetra een letterlijke weergave is van woorden uitgesproken door de Boeddha zelf. Een beroep op gezag dus, een argumentum ad verecundiam; het boeddhisme zit er vol mee. En ook nog eens een cirkelredenering, want de Boeddha ontleend zijn gezag aan dezelfde soetra's die hun gezag aan hem ontlenen.

Essentialisme

Hierboven, in de tekst Tien kernbegrippen van het leegteboeddhisme, deed ik net alsof de begrippen pratitya samutpada, prajnaparamita, anutpada, sunyata, svabhava-sunya, anatman, anitya, maya, indrajala en tathata allemaal ongeveer hetzelfde betekenen: niet-weten.

Nou, geloof het maar niet. Er is bij mijn weten geen enkel begrip dat voor alle boeddhisten hetzelfde betekent.

Volgens essentialisten, bijvoorbeeld, is prajnaparamita kennis van de ene, hoogste werkelijkheid.

Sunyata zien ze als de essentie van alle dharma's.

Maya betekent voor hen dat de dharma's niets anders zijn dan vluchtige manifestaties van of in het enige echte.

Met de zoheid van de dharma's bedoelen ze de boeddhanatuur, het ware zelf waarin de dharma's verschijnen en verdwijnen.

In de tiantaischool en de nichirenschool is zelfs sprake van tien zoheden die de ultieme werkelijkheid van alle dharma's zouden karakteriseren.

Waar halen ze het vandaan, vraag je je af, en daarop geven essentialisten hetzelfde antwoord als alle boeddhisten uit alle landen in alle tijden: van de Boeddha. Evam me sutam.

Ik beken

Zelf heb ik nog nooit iets van de Boeddha gezien of gehoord, geen stilte en geen woord – niet dat ik weet.

Ik hoor uitsluitend boeddhisten kwetteren. Jij?

285. Zen is geen zending

Zegt het voort.

Meester Zero zegt:

Zen is zen.

Zen is geen zending.

Boeddhisme is geen zendingswerk.

Een zenboeddhist is geen zendeling.

Er hoeven geen zieltjes gered te worden.

Er hoeft geen boodschap verspreid te worden.

Er is geen zenboodschap, geen blijde en geen droeve.

De zenboodschap is zo leeg als de Boeddha en de Dharma.

Ook de zenboodschap dat de zenboodschap leeg is, is leeg.

Welke boodschap wou je dan verspreiden namens zen?

Nergens een boodschap aan hebben, dat is zen.

Niemand om een boodschap sturen, dat is zen.

Gewoon je boodschappen doen, dat is zen.

Er hoeven geen zieltjes gered te worden.

Een zenboeddhist is geen zendeling.

Boeddhisme is geen zendingswerk.

Zen is geen zending.

Zen is zen.

286. Zen is fluiten in het duister

Licht de ruimte weer eens op, sla je dan maar voor je kop.

"Worden de blinden geopend dan licht de lege ruimte op. Als beginsel volstaat zelfs de leegte niet. Werp zowel de dingen als de leegte weg opdat de geesteswind nooit meer door de kieren zal gieren."

(Wumen Huikai in zijn vers bij koan 26 van de Poortloze Poort.)

Zowel de vorm loslaten als de leegte, ja, dat zou boeddhisten sieren, maar waarom mag de geesteswind niet meer door de kieren gieren?

Worden je ogen eindelijk geopend dan zie je dat je ziende blind bent. Als beginsel daarvan volstaat geen enkel beginsel, als manifestatie elke manifestatie. Dus werp het wegwerpen van de dingen en de leegte weg en...

Hoor die ketel plots weer fluiten
Noch van binnen noch van buiten
Licht de ruimte weer eens op
Sla je dan maar voor je kop en...

Bis

Rode fluitketel met schele ogen, een scheve mond en een dansende deksel waar stoom uit komt.
^ Hoor die ketel plots weer fluiten.

287. Haiku op haiku: tussen samen en alleen

Lettergrepen naar niet-weten.

Een vuurvlieg flitste.
Kijk, had ik haast geroepen
maar ik was alleen.

(Taigi)

Een vuurvlieg flitste.
Kijk, had het haast geroepen
maar het was alleen.

(Hans)

288. Zen is erover ophouden

Hoe je een eind maakt aan alle misverstanden over zen.

Leerling: Wat is zen?

Meester: Zen?

Leerling: Hoe zou u het noemen?

Meester: Noemen leidt tot misverstanden.

Leerling: Hoe zou u het niet-noemen?

Meester: Niet noemen leidt tot misverstanden.

Leerling: Hoe zou u het omschrijven?

Meester: Omschrijven leidt tot misverstanden.

Leerling: Hoe zou u het niet-omschrijven?

Meester: Niet omschrijven leidt tot misverstanden.

Leerling: Hoe zou u het demonstreren?

Meester: Demonstreren leidt tot misverstanden.

Leerling: Hoe zou u het niet-demonstreren?

Meester: Niet demonstreren leidt tot misverstanden.

Leerling: Wat voor misverstanden eigenlijk?

Meester: Neem alleen al het woordje het.

Leerling: Als in 'hoe zou u het noemen'?

Meester: Alsof er een of ander het is.

Leerling: Wou u beweren van niet?

Meester: Alsof ik iets wou beweren.

Leerling: Dat nam ik even aan.

Meester: En dan dat woordje misverstand.

Leerling: Wat is daar mis mee?

Meester: Alsof je iets verkeerd kan doen.

Leerling: Bedoelt u dat je niets verkeerd kan doen?

Meester: En dan dat woord verkeerd.

Leerling: Is dat dan ook verkeerd?

Meester: Alsof je ook iets goed kan doen.

Leerling: Alweer een misverstand?

Meester: Alsof je nooit iets goed kan doen.

Leerling: Opnieuw een misverstand.

Meester: En dan dat woordje doen.

Leerling: In plaats van ondergaan?

Meester: En hopla, nog een misverstand.

Leerling: Laten we er maar over ophouden.

Meester: Ik ben blij dat je het zegt.

Leerling: Maar wat is nou zen?

Meester: Dat is nou zen.

Leerling: Misverstanden uit de weg ruimen?

Meester: Erover ophouden.

289. Haiku op haiku: tussen boeddha en beeld

Lettergrepen naar niet-weten.

Voor alle mensen
sta ik hier in de regen
biddend tot Boeddha.

(Issa)

Allemensen zeg.
Sta ik hier in de regen,
biddend tot een beeld.

(Hans)

290. Waaraan herken je een boeddha? Sunyata

Eerste van drie waarmerken van het boeddhaschap.

'Waaraan herken je een boeddha?'

'Aan zijn overgewicht.'

291. Waaraan herken je een boeddha? Gemoedsrust

Tweede van drie waarmerken van het boeddhaschap.

'Waaraan herken je een boeddha?'

'Die laat het doden aan anderen over.'

292. Waaraan herken je een boeddha? Dana

Derde van drie waarmerken van het boeddhaschap.

'Waaraan herken je een boeddha?'

'Die steelt alleen met toestemming van het slachtoffer.'

293. Dana is iets wat je geeft, niet iets wat je vraagt

Weg met de danasuggesties.

Danasuggesties voor leraren

Meester Zero zegt:

Steeds meer boeddhistische leraren vragen om dana.

Wie dana vraagt in ruil voor onderricht heeft de dharma niet begrepen.

Dana is niet iets wat je vraagt.

Nooit.

Dana is niet iets wat je neemt.

Nooit.

Dana is iets wat je geeft.

Net als het goede voorbeeld.

Is er geld nodig voor je leraarschap?

Vraag er niet om, geef het uit eigen zak.

Dat is dana: zelf betalen wat nodig is om te kunnen geven wat je te geven denkt te hebben.

Het is jouw nood die gelenigd moet worden, jouw verlangen om de leraar uit te hangen.

Heb je daar het geld niet voor of niet voor over?

Dan zijn je kosten te hoog.

Verminder de kosten tot je in staat en bereid bent ze zelf te dragen.

Boeddhisme hoeft niets te kosten, wist je dat?

Helemaal niets.

Er zijn geen speciale ruimtes voor nodig, geen mooie kleren, geen dure gadgets, geen moeilijke boeken, dat is allemaal kitsch.

Geef thuis les of bij iemand thuis, of in de openbare ruimte.

Geef je teksten weg, lees ze voor, zet ze op internet.

Maak je toch kosten omdat je het mooier wil doen dan nodig is, dan trek je je eigen portemonnee, als je nog weet hoe dat moet.

Vind je dat zonde, dan vraag je meer van jezelf dan je te bieden hebt en moet je een stapje terug doen.

Misschien moet je sowieso een stapje terug doen met die 'danasuggesties' van je.

Even de leerstof ophalen, of een tijdje in de spiegel kijken naar de eurotekens in je wijsheidsoog, dwaas.

Want wie om dana vraagt heeft de dharma niet begrepen.

Dana is niet iets wat je vraagt.

Nooit.

Dana is niet iets wat je neemt.

Nooit.

Dana is iets wat je geeft.

Net als het goede voorbeeld.

Danasuggesties voor leerlingen

Misschien heb ik me in je vergist en bedoel jij, als een van de weinigen of als enige, met 'danasuggesties' niet wat leerlingen aan jou moeten betalen in ruil voor onderricht maar wat jij aan hen wil betalen als je ze mag onderwijzen.

In dat geval gaat bovenstaand verhaal nog steeds op, maar nu voor de leerlingen die er gebruik van maken:

Wie dana ontvangt om zich te laten onderwijzen heeft de dharma niet begrepen.

Dana is niet iets wat je neemt.

Nooit.

Dana is iets wat je geeft.

Is er geld nodig voor je leerlingschap?

Vraag er niet om, betaal het uit eigen zak.

Het is jouw nood die gelenigd moet worden, jouw verlangen om de leerling uit te hangen.

Heb je daar het geld niet voor of niet voor over?

Dan zijn je kosten te hoog.

Verminder de kosten tot je in staat en bereid bent ze zelf te dragen.

Boeddhisme hoeft niets te kosten, wist je dat?

Helemaal niets.

Er zijn geen speciale ruimtes voor nodig, geen betaalde leerkrachten, geen mooie kleren, geen dure gadgets, geen moeilijke boeken, dat is allemaal kitsch.

Wie dana ontvangt heeft de dharma niet begrepen.

Dana is niet iets wat je neemt.

Nooit.

Dana is iets wat je geeft.

294. De peperdure zentitels van titelfraudeur Rients Ritskes

Zen als melkkoe, of hoe je een onbetaalbare traditie te gelde maakt.

Zengeest, liegebeest

In 2013 maakte Sokun Tsushimoto Roshi bekend dat Rients Ranzen Ritskes nooit zijn leerling was geweest en dat hij hem nooit een titel had verleend. En zeker niet de titel waarmee Ritskes toen goede sier maakte, dai-osho (grootmeester), omdat die postuum wordt toegekend aan erkende en gerespecteerde zenleraren.*

* Zie Sokun Tsushimoto over Rients Ritskes (in het Boeddhistisch Dagblad).

De Tenryu-ji tempel in Kyoto, waar Ritskes weleens mocht meedoen met mediteren, reageerde op de onthullingen van Sokun Tsushimoto, door Ritskes voor altijd de toegang te ontzeggen – de Japanse versie van excommunicatie.

Ritskes, die het niet zo nauw neemt met de boeddhistische gelofte van juist spreken, schrijft hierover op zijn site:

In datzelfde jaar verbreekt Ritskes, na 27 jaar regelmatig Tenryu-ji in Kyoto bezocht te hebben, zijn relatie met zijn Japanse leraren om als zelfstandige Nederlandse Rinzai Zenschool verder te gaan.

Zengeest, koopmansgeest

Lang heeft onze ambitieuze usotsuki niet zonder titel rondgelopen. Hij zoog gewoon wat titels uit zijn duim en kende zichzelf de hoogste toe, zenmeester, die als een matroesjka alle lagere titels omvat.

Een sigaar uit eigen doos. Niet helemaal bevredigend voor de man die er al zijn halve leven van droomde officieel tot roshi benoemd te worden, maar ja, die kans was voorgoed verkeken en je moet toch wat.

Sindsdien handelt de zelfverbeteringsschool van de zelfbenoemde zenmeester in zelfgeautoriseerde zendiploma's en zentitels, en kan niemand hem meer wat maken.

Niet dat iemand hem ooit wat kon maken. Het stond en staat iedereen vrij om zichzelf zenmeester te noemen, zenleraar, zencoach, zengoeroe, zengod of wat dan ook.

Zentitels zijn in Nederland onbeschermd en betekenen feitelijk niets. Net als het corrupte lineagesysteem bieden ze geen enkele garantie. Om zenles te geven of de zenpriester uit te hangen heb je geen diploma nodig, alleen een uithangbord en een vlotte babbel.

Wettelijk gezien heeft Ritskes dus nooit gefraudeerd, zo dom is hij niet, maar zijn zentitels zijn onzentitels, zijn diploma's onzendiploma's. Behalve voor de mensen die erin hebben geïnvesteerd. Koopwaar is waar, nietwaar. Dure koopwaar is geen duurkoop maar kaviaar.

'Ranzen', de spirituele naam van Rients Ritskes, is Japans voor 'Hollandse zen'. Een goed gekozen naam, achteraf gezien. Nederlanders zijn in Japan wereldberoemd om hun koopmansgeest.

Een koopman is iemand die waarde genereert door de prijs te verhogen. Ritskes is de meester van de prijsverhoging. Als we iets van hem kunnen leren is het wel hoe je een onbetaalbare traditie te gelde maakt. Dat open geheim ga ik nu onthullen; doe er je voordeel mee.

Fake logo zen.nl met euroteken als 'e'.
^ z€n.nl

Zenopleidingen

Wie zijn eigen handelsgeest wil ontwikkelen kan bij Ritskes een zenopleiding volgen tot zencoach, zenleraar, junior opleider of zenmeester.

Als je op de website van Ritskes zoekt naar de kosten van de zenopleidingen, vind je niets. Er zijn namelijk geen kosten aan verbonden, alleen investeringen. Echt waar, ranzen kost niets, je investeert erin.*

Investeren doe je om later des te meer terug te verdienen. De kost gaat voor de baat uit. Hieronder een overzicht van de benodigde investeringen op peildatum 30 december 2022.

Een introductieles vraagt geen enkele investering. Wel word je aangemoedigd om je in te schrijven voor de introductiecursus.

Een introductiecursus vraagt een investering van 5 maanden à €65 = €325. Tijdens de introductiecursus word je aangemoedigd om je in te schrijven voor de basisopleiding.

Voor de basisopleiding en alle vervolgopleidingen investeer je een vast bedrag van €270 per maand plus €800 of €1000 per retraite (van zeven dagen) afhankelijk van de kamerschikking (1- of 2-persoons).

De basisopleiding zen vraagt een investering van gemiddeld 24 maanden en minstens 2 verplichte retraites, in totaal €8.080, zeg 8 mille.

De opleiding tot zenleraar mag alleen afgelegd worden na de basisopleiding zen en vraagt een investering van gemiddeld 24 maanden (volgens het pijlenschema 18 maanden) en in totaal minstens 3 verplichte retraites, cumulatief €15.360, zeg 15 mille.

De opleiding tot zencoach mag alleen afgelegd worden na de opleiding tot zenleraar en vraagt een investering van gemiddeld 18 maanden en in totaal minstens 7 verplichte retraites, cumulatief €22.880, zeg 23 mille.

De opleiding tot junior opleider (zenlerarenopleider in opleiding) mag alleen afgelegd worden na de opleiding tot zenleraar en vraagt een investering van minstens 24 maanden (volgens het pijlenschema 36 maanden) en in totaal minstens 10 verplichte retraites, cumulatief €31.760, zeg 32 mille.

En dan de hoofdprijs: 'het verdiepingstraject van de zenlerarenopleiding kan, met voldoende talent, inzet en volharding, uitmonden in het zenmeesterschap.' Duur en kosten onbekend (volgens het pijlenschema > 10 jaar, als je de vooropleiding ervan mag aftrekken > 2 jaar), afhankelijk van de luimen van de zittende zenmeester – een pro memorie die onbeperkt in de papieren kan lopen.

Verder wordt de investeerder geacht in iedere fase praktijkervaring op te doen door onbeëdigd alvast als zenassistent, zenleraar, zencoach, junioropleider op te treden, in totaal zes jaar lang, de opleiding tot zenmeester niet meegerekend. Een aanzienlijke investering, ook niet in geld uit te drukken, de langste stage ooit.

Iedere opleidingsgraad in zenbedrijf Ritskes vraagt een investering van zo'n 2 jaar en 8 mille. Het totale opleidingstraject tot en met junior opleider vraagt een investering van zo'n 8 jaar en 32 mille, meer als je niet zo snel bent of extra weekretraites bijwoont. Het zenmeesterschap vraagt > 10 jaar en > 40 mille.

* Op de pagina https://www.zen.nl/cursussen/opleidingen/ lezen we: "Naast voldoende tijd bedraagt de investering voor het zioptraject €270,- per maand (btw vrij). Dit tarief is opgebouwd uit individuele coaching, wekelijkse lessen, een stage, vier landelijke ziopbijeenkomsten per jaar, deelname aan diverse opleidingsbijeenkomsten en/of stille zondagen, en is exclusief boeken en sesshins. Kosten voor boeken bedragen ± €30,- per boek. De kosten van een 7 daagse Zen.nl sesshin bedragen voor zioppers rond de €800,- per sesshin."

Zenshop

Bovengenoemde bedragen zijn exclusief accessoires, te verkrijgen in de zenshop van Ritskes.

Als je de groepsfoto's op de zensite bekijkt, zie je dat iedereen dezelfde zwarte bedrijfskleding draagt en op dezelfde kussens zit. Gedwongen winkelnering? Groepsdruk? Behaagzucht? Hoeveel geven zencursisten uit voor het gevoel erbij te horen?

Een zabuton, gewoon een plat, rechthoekig kussentje dus, vraagt een investering van €60, met een rood-zwart stofje €133. Een simpele zafu, zo'n bol meditatiekussentje, niet meer dan een katoenen zakje met een beetje boekweit erin, vraagt een investering van €43, een extra grote 'zafu nl' €54.

Een zwart meditatiepak vraagt een investering van €154 en daar heb je er algauw een paar van nodig tijdens je retraite, want van mediteren ga je stinken en in de zendo zit je dicht op elkaar. Een 'rakusu nl' om je gezwollen borst achter te verstoppen vraagt een investering van €240, en dan nog kijk je er zo doorheen.

Behalve stof voert de zenshop een uitgebreid assortiment van hebbedingetjes: belletjes, wierookstaafjes, potjes, prenten enzovoort om je hebzucht te bevredigen, je zenidentiteit te versterken, je Happinez te vergroten en elke dag opnieuw helemaal zen te worden.

Annuleringskosten

Tekenend voor de mentaliteit van Ritskes' zenonderneming zijn de annuleringsinvesteringen voor retraites.

Als je een retraite tot 8 weken van tevoren afzegt, moet er een streep door de rekening, een forse klus voor drie man – iemand om je naam vast te houden, iemand om de pen vast te houden en iemand om ze in tegengestelde richting in een rechte lijn langs elkaar te bewegen. Daarvoor vragen de uitbaters een investering van €50, een koopje als je beseft wat er allemaal bij komt kijken.

Tussen 8 en 2 weken van tevoren annuleren vraagt een investering van €100, twee keer zoveel, door het duurdere overwerk en de extra overhead natuurlijk.

In de laatste twee weken investeer je het volle bedrag voor het privilege weg te blijven, tenzij je plaats wordt ingenomen door een ander, dan blijft het bij €100.

Dat heeft onze Rinus Ritselaar toch weer slim bedacht; of je nou toezegt of afzegt, je blijft investeren.

Rendement

Het woord 'investering' is inmiddels al een keer of twintig gevallen en nu wil je natuurlijk weten wat het rendement is op al je investeringen. Hoe verdien je die bedragen ooit terug?

De enige manier om iets van je geld terug te zien is, gebruik makend van je diploma's, anderen verleiden om zich door jou te laten opleiden. Maar waar haal je je klantjes vandaan?

Nederland is klein, de populariteit van het boeddhisme lijkt eerder af dan toe te nemen, er zijn heel wat zenleraren die hun klasjes niet vol krijgen.

De schaal waarop Ritskes pupillen klaarstoomt voor wat hij verstaat onder het zenleraarschap zal het lerarenoverschot alleen maar groter maken.

Zoals in ieder piramidespel is het de top die er beter van wordt en de basis die de prijs betaalt.

Ritskes in het bedrijfsleven.

Het zijn niet alleen individuen die voor de handelsgeest van de zelfbenoemde zenmeester vallen, ook bedrijven herkennen zich in hem.

Op Ritskes website vind je sinds jaar en dag de logo's van BDO, IBM, Gemeente Nijmegen, de Rabobank, Danfoss, de Politieacademie, Coöperatie DELA, STORK, Rijksdienst voor OnderNemend Nederland, UNIT4 en RET.

Wat zegt dat over die bedrijven, vraag ik me af, onbekommerd investeren in iemand die in opspraak is geraakt?

Of, als ze in Ritskes hebben geïnvesteerd voordat hij ontmaskerd werd, wat zegt het over die bedrijven dat ze hun logo niet van zijn website laten verwijderen?

Of weten ze van niets omdat ze nooit onderzoek hebben gedaan naar de miskende zenmeester en nooit door hem zijn geïnformeerd?

Wat zen mij heeft gekost

Zen is pas een halve eeuw geleden ons middenstandersland binnengedrongen en bij Ritskes nu al duurder dan orthodoxe religies die 'maar' een tiende van je jaarinkomen vragen.

Weet je wat zen mij heeft gekost? Geen cent. Helemaal niets. Ja toch, hoofdbrekens. Zonder hoofdbrekens gaat het niet. Maar de enige die je hoofd kan breken ben je zelf en de enige wiens hoofd gebroken moet worden ben jij.

Zeg eens eerlijk, hoeveel heb jij al uitgegeven aan zen? Meer dan niets? Dan zou ik mezelf maar eens voor mijn kop slaan. Dat is namelijk de enige manier om je hoofd te breken. Iedere keer dat je ergens instinkt jezelf voor je kop slaan. Net zolang tot je jezelf voor bent.

En nou niet meteen weer naar de zenshop surfen voor een hardhouten zenhamer, hè.

Houten hamer met een gouden enso op de kop.
^ Zenhamer 'Hakuin nl', €385.

Tip

De website van Ritskes bevat aardig wat filmmateriaal van Misha Beliën uit de tijd dat die nog helemaal ranzen was. Over Misha's kritische BOS-documentaire Meer geluk uit 2021 zwijgt Ritskes als het graf. Kennelijk was hij er niet gelukkig mee. Snap jij het?

Disclaimer

Dat van die zenhamer heb ik verzonnen.

Rients Ritskes in het Boeddhistisch Dagblad.

Rients Ritskes in het Nederlands Boeddhistisch Archief.

295. Waarom de haan van de trap af kukelde

We kijken langs een trap omhoog, zien daar een trotse haan met geheven kop die op het punt staat de trap af te gaan en aan weerszijden twee kippen in zijaanzicht met een touwtje tussen hun snavels.
^ Waarom de haan van de trap af kukelde.

296. Wat is waanzen?

Hoe diep is jouw zenwaan?

In het begin van dit Witboek Zen hebben we kennis gemaakt met ansho no zen, weet je nog? Dat is Japans voor oppervlakkige zen, amateurzen, schijnzen, zondagszen, doe-het-zelfzen, zen van horen zeggen.

Ik weet natuurlijk niet precies wat er met die term, ansho no zen, bedoeld wordt, ik ben geen Japanner. Laat ik het maar definiëren als onware zen, dan zijn we het daar tenminste over eens. En laten we gelijk nog maar een paar woorden definiëren.

Wie zich verliest in onware zen, verkeert in een zenwaan; zijn zen is waanzen, hij is waanzennig.

Niet alleen doe-het-zelvers zijn gevoelig voor waanzennigheid, in sanghaverband kunnen deelnemers in een collectieve zenwaan terechtkomen. Dan krijg je waanzenleerlingen en waanzenleraren die elkaars zenwanen voortdurend bevestigen.* Hun zen is zenloos, hun inspanningen zinloos maar ze merken er niets van, zalig zijn de armen van zengeest.

* Zie ook Preek 40 van de Linji Lu: Mijd de bluffers en de knoeiers!

Nu vraag je je natuurlijk af wat ware zen is en wat onware zen – tenminste, dat hoop ik. Wanneer mogen we van waanzen spreken? Het is maar net wie je het vraagt.

De een zal vormboeddhisme waanzen noemen, de ander leegteboeddhisme.

De een zal vrije zen waanzen vinden, de ander georganiseerde zen.*

* De eigenzennige Ron Sinnige noemde zijn tweede zenclubje 'geen zen', en dat bleken bij de opheffing daarvan vier jaar later profetische woorden – al zou hetzelfde al in een veel eerder stadium gezegd kunnen worden van 'geen zin'. Jan Bor (meer over hem verderop in dit Witboek Zen) vindt georganiseerde zen 'onZen'. Hij adviseert iedereen om zijn eigen weg te gaan en zich vooral niet te verliezen in een strikte levensstijl of afhankelijk te maken van een zogenaamde autoriteit.

Sommigen zullen malafide zenmeesters waanzennig noemen, anderen, met name zenleerlingen die hun geldelijke en geestelijke investeringen en hun eigen reputatie niet graag samen met de reputatie van hun zenmeester zien verdampen, vinden dat een leraar best 'zen' kan zijn, al heeft hij zich nog zo misdragen.

Er zijn theravadins voor wie het hele mahayanaboeddhisme mayaboeddhisme is en alle zen waanzen.

Er zijn zenboeddhisten die zweren bij de middenweg tussen nihilisme en essentialisme; voor hen zijn nihilistische en essentialistische zenboeddhisten waanzennig, en vice versa, terwijl nihilisten en essentialisten ook aan elkaars zengeestesgesteldheid twijfelen.

Er zijn zenboeddhisten die waanzen zien als een tussenstap van de zenleerling op weg naar ware zen; de zenleerling verkeert nou eenmaal in een zenwaan tot aan het moment van zijn verlichting – aangenomen dat verlichting het begin is van ware zen en niet een kelderverdieping van de waanzen.

Er zijn zenboeddhisten die de hele realiteit met alles erop en eraan, dus ook waanzen, zien als een manifestatie van het ware zelf, en je hebt er die ieder onderscheid onzin vinden, dus ook het onderscheid tussen ware zen en waanzen.

Zelf heb ik geen idee wat ware zen is, zoals ik ook geen idee heb of zenboeddhisten die zich druk maken over de vraag wat ware zen is daarom waanzennig zijn. Het maakt me eerlijk gezegd geen zier uit, en dat scheelt een hoop hoofdbrekens. Of dit ware zen mag heten weet ik niet, daarom noem ik het weetnietzen en liever nog niet weten.

Je ziet, zolang je woorden naar je hand weet te zetten, staan ze jou niet naar het leven. Mooie definitie van zen?

297. Zen is geen zelfverbetering

Hoe maakbaar is het leven? Trainen voor langere benen.

Naakt mannetje met een rakusu en ontzettend lange benen.
^ Trainen voor langere benen.

Beste Hans van Dam,

In antwoord op je vraag naar het doel van onze zentraining kan ik je meedelen dat dit achtvoudig is:

1. Zien dat je er volledig mag zijn zoals je bent.

2. Werkelijk kunnen zijn waar je bent.

3. Kunnen doen wat je werkelijk te doen hebt.

4. Liefdevoller worden naar jezelf en anderen.

5. Meer openheid ontwikkelen.

6. Meer in de flow zijn.

7. Je doelmatigheid versterken.

8. Je meer in verbinding voelen met jezelf en je omgeving.

Als je nog meer vragen hebt hoor ik het graag, en anders ben je van harte welkom voor een gratis proefles.

Beste spiriater,

Een achtvoudig doel, fantastisch zeg. U gaat echt met uw tijd mee. In sommige zenscholen jammeren ze nog steeds dat iedere spirituele ambitie tot op de draad moet verslijten. En denk maar niet dat je daarom korting krijgt.

Voor ik me definitief aan uw school verblind heb ik nog een achtvoudige vraag:

1. Ik hoef van mezelf niet volledig te mogen zijn zoals ik ben.

2. Ik hoef van mezelf niet werkelijk te zijn waar ik ben.

3. Ik weet niet wat ik werkelijk te doen heb.

4. Ik hoef van mezelf niet liefdevoller te worden.

5. Ik sta open voor mijn eigen en andermans geslotenheid.

6. Flow komt en gaat, en daarin vloei ik dan maar mee.

7. Ik gedij bij ondoelmatigheid.

8. Ik kan mezelf en mijn omgeving niet uit elkaar houden.

Is daar ruimte of kan ik maar beter mijn eigen zenschool beginnen?

Achtvoudige groeten,

Hans van Dam

Mannetje dat zwaait met een hand met 8 vingers.
^ Achtvoudige groeten.

298. De spiriater, de spiriant en de spiriatrie

Over geneeskunde op religieuze grondslag.

Het woord spiriatrie is afgeleid van het Latijnse spiritus, geest, ziel, adem, en het Griekse -iatreia*, behandeling.

* Welbekend van het kinderliedje over de dierendokter, 'Papegaaitje leef je nog, iatreia'.

Spiriatrie is het geloof, oprecht of voorgewend, in spirituele geneeskunde op religieuze grondslag. Niet te verwarren met psychiatrie: het geloof, oprecht of voorgewend, in geestelijke geneeskunde op medische grondslag.*

* Spiriatrie en psychiatrie sluiten elkaar niet uit, alleen al omdat de medische grondslag juist in de psychiatrie niet helder onderscheiden is van de religieuze.

Een spiriater is iemand die gelooft dat mensen spiritueel ziek zijn en door hem of haar genezen kunnen worden, of doet alsof.

De meeste priesters zijn (ook) spiriaters. Ze diagnosticeren hun toehoorders als ongeaard, ontaard, goddeloos, egoïstisch, afgescheiden, onwetend of dwaas en stippelen voor hen een spiritueel pad uit in overeenstemming met de dogma's en praktijken van hun religie – taoïsme, advaita, therava, dzogchen, zen, katholicisme, new age, NLP, scientology, het Werk, transcendente meditatie, sjamanisme enzovoort.

Om hun genezende werk te kunnen doen, moeten spiriaters hun cliënten er eerst van overtuigen dat ze patiënten zijn, ziek dus, en dat er maar één echte therapie voor bestaat, de hunne. Als spiriaters ergens goed in zijn is het dat wel.

Een spiriatisch patiënt of spiriant is iemand die gelooft dat hij spiritueel ziek is en door een spiriater genezen moet worden, of doet alsof.

Spirianten kunnen, afhankelijk van de leer, niet alleen volledige genezing tegemoetzien, maar ook verlichting, gelukzaligheid, eeuwig leven en een toekomst als spiritueel genezer met een fraaie titel zoals lama, rinpoche, (dai) osho, sensei, roshi, goeroe, yogi, swami, sjamaan, practitioner, coach, trainer enzovoort. Een spiriant is een aspirant spiriater.

Gewoonlijk duurt een spiriatrische behandeling levenslang. Zolang je in behandeling bent, blijf je betalen, daar is over nagedacht, maar misschien nog niet door jou.

Antispiriatrie is een beweging die gericht is tegen de spiriatrie in al zijn verschijningsvormen. Een van die verschijningsvormen is de antispiriatrie zelf, die spirianten hoopt te genezen door ze van hun spiriaters te verlossen, dus pas maar op.

Een antispiriater is iemand die in antispiriatrie gelooft of doet alsof.

Niet-weten is geen spiriatrie of antispiriatrie.

299. Rients Ritskes klapt uit de school: 13 nadelen van zen

Overal op internet kan je lezen over de voordelen van meditatie, de voordelen van mindfulness, de voordelen van het achtvoudige pad, de voordelen van zen. Een oude verkooptruc: door de nadelen te verzwijgen haal je meer klanten binnen en hou je ze langer vast. Des te opmerkelijker dat juist zenhandelaar Rients Ranzen Ritskes dit zentaboe doorbreekt.

Beste meneer Ritskes,

Op de site van uw zenbedrijf toont u zich een fanatiek voorstander van zen en benadrukt u waar meditatie allemaal wel niet goed voor is. Meer geluk. Betere concentratie. Grotere doelmatigheid. Beter geïntegreerde hersenhelften. Een dikkere hersenbalk zelfs.

Afgaand op uw lange meditatieverleden zal u wel een enorme hersenbalk hebben. Tussen mijn hersenhelften gaapt helaas een onoverbrugbare kloof waarin je met gemak zelfmoord kan plegen, u zou de eerste niet zijn. Zo slecht geïntegreerd ben ik dat zelfs een doorlopende inburgeringscursus tot nog toe geen verlichting mocht brengen.

Natuurlijk zou ik best een dikke hersenbalk willen hebben, alleen al om mijn vrouw te behagen, maar dat is niet waarom ik u schrijf. Wat ik graag van u wil horen: heeft zen dan helemaal geen nadelen? Ik kan het me nauwelijks voorstellen, maar je leest er nooit iets over.

Beste meneer van Dam,

Wat aardig van u om mij belangeloos te attenderen op de nadelen van zen. In mijn niet aflatende enthousiasme heb ik ze faliekant over het hoofd gezien.

Daarin sta ik weliswaar niet alleen, de Verhevene heeft er voor zover bekend geen woord aan vuil gemaakt en wij boeddhisten hebben maar al te graag een voorbeeld aan hem genomen in de hoop onszelf te kunnen verheffen, want dat is toch het doel van het achtvoudige pad hè, zelfverheffing.

Ik meen dat de tijd er inderdaad rijp voor is om onze kaarten op tafel te leggen, u voelt dat ginds vanuit de coulissen van het boeddhisme waarschijnlijk beter aan dan wij hier in het brandpunt, en wie weet wat het me oplevert.

Ieder voordeel heb zijn nadeel, zei mijn favoriete zencoach avant la lettre, Johan Cruyff, al in de vorige eeuw. Een tijdloze waarheid in eigentijds Nederlands, hij grossierde erin. Wat had ik die man graag opgeleid, hij had het nog ver kunnen schoppen.

Hieronder vindt u een opsomming van de nadelen van zen, voor de vuist weg nog, een sneak preview in mijn prilste gedachten die voor anderen nog even verborgen blijven, u hebt het verdiend.

En ik zweer, met mijn vingers op de inleiding van de Diamantsoetra die ik heb geschreven voor een vertaling van iemand anders, hoe heet hij ook alweer, dat ik serieus studie van de nadelen van zen zal maken, net zo serieus als van de voordelen van zen, wetenschappelijk en statistisch verantwoord dus, met staafdiagrammen en al, ook een soort hersenbalken.

En ik zweer, met mijn vingers op mijn meesterwerk Leren denken wat ik jou wil laten denken [sic] dat ik onze zensite zal aanpassen overeenkomstig mijn bevindingen, zelfs wanneer die niet stroken met de bedrijfsdoelstellingen, aangenomen ik het bestuur van de noodzaak kan overtuigen – geen sinecure met mezelf als eerste bestuurslid onder gelijken.

Juist spreken is voor iedereen belangrijk en voor een boeddhist onontbeerlijk. Wij hebben een voorbeeldfunctie en die brengt verplichtingen met zich mee. Al duurt eerlijkheid aantoonbaar niet het langst, onder ons gezegd.

Nu dan, de dertien nadelen van zen.

1. Zen kost geld

Om te beginnen is zentraining slecht voor je portemonnee. Bij ons betaal je bijna €300 per maand exclusief retraites en boeken, dat is voor veel klanten zo'n 20% van hun netto inkomen.*

* Peildatum januari 2023 (HvD)

In ruil daarvoor mag je natuurlijk wel onbeperkt op een zelfbetaald kussentje zitten (zazen) en op gezette tijden je benen strekken (kinhin), zolang je je mond maar houdt om de concentratie niet te verbreken (samadhi).

Voor u bezwaar aantekent: mensen hebben het ervoor over en ik leef er goed van, een win-winsituatie. Welbeschouwd is zentraining best goed voor je portemonnee, alleen niet voor iedereen.

2. Zen kost tijd

Zentraining vraagt toewijding en toewijding kost tijd. Leestijd, studietijd, meditatietijd, reistijd en niet te vergeten de arbeidstijd benodigd om je opleiding te betalen, gemiddeld 20% van je werktijd. Een dag per week voor zenmeester Ritskes werken, dat is dana.

Wil je serieus zen beoefenen, dan ben je er dag en nacht mee bezig. Ochtendmeditatie, avondmeditatie, weekendretraites, weekretraites in plaats van vakantie, en ook tussen de bedrijven door blijft de zengeest in je hoofd spoken.

Voor veel mensen is dat een zegen, al zullen ze het niet gauw toegeven. Mind abhors a vacuum. Zen verdrijft de leegte, sunyata noemen wij die, en we vullen haar op met vormen voordat ze ons overweldigt.

3. Zen leidt tot gehechtheid

Zentraining gaat over onthechting maar leidt altijd tot nieuwe vormen van gehechtheid. Aan de Boeddha, de dharma en de sangha. Aan meditatie, koans en rituelen. Aan titels, diploma's, de lineage. Aan cursussen, lessen en leren.

Bovenal hechten onze klanten aan hun zenleraar, hun zencoach, hun zenmeester. Die soms de status van een god toegemeten krijgt, niet altijd terecht.

Persoonlijk heb ik er geen moeite mee als mensen mij imiteren of adoreren, dat doe ik zelf ook.

4. Zen leidt tot spiritueel materialisme

Een veel voorkomende vorm van hebzucht waarmee we steeds vaker geconfronteerd worden, staat bekend als spiritueel materialisme, ooit van gehoord?

Spiritueel materialisme is het verzamelen van boeken, tijdschriften, beelden, kleren en allerlei boeddhistische en spirituele accessoires als doel op zich. Kopen en ermee te koop lopen, dat is de kick.

Om in die behoefte te voorzien hebben wij een online zenwinkel ingericht waarin je slechts een paar muisklikken verwijderd bent van willekeurig welk artikel uit onze unieke collectie spiritualiën.

Als je toch moet shoppen, dan maar in een vertrouwde omgeving met een goede prijs-kwaliteitverhouding, is onze filosofie.

5. Zen is slecht voor je gezondheid

Tijdens het mediteren staan je gewrichten voortdurend onder spanning. Vooral je knieën en heupen lijden eronder. Het lijkt erop dat oudere meditatoren eerder en vaker knie- en heupprothesen aangemeten krijgen dan gemiddeld.

De lotushouding is stabiel en bevordert de ademhaling maar stremt de bloedsomloop, wat tot koude voeten, spataderen en embolieën kan leiden. Wanneer bloedklonters in je benen, hersenen of longen blijven steken, sterft het weefsel lokaal af en zijn de gevolgen niet te overzien.

Ook voor je perifere zenuwen is meditatie ongezond omdat ze langdurig onder druk staan of uitgerekt worden. Tintelende, dove en slapende ledematen zijn een veel voorkomend euvel in de zenpraktijk. Mijns inziens is dat een bijverschijnsel van het ontwaakproces: de slaap moet toch ergens heen.

Doorzitters hebben regelmatig last van aambeien en constipatie. Teveel vorm, te weinig leegte – geen ideale combinatie, weet ik uit ervaring. Naar andermans aambeien heb ik nooit durven vragen uit angst dat men naar de mijne zou vragen, maar ik kan de vraag opnemen in onze vragenlijsten en camera's installeren in de toiletpotten, dat is minder confronterend.

Nog een probleem: van al dat zitten word je niet fitter, en je stappenteller ook niet. Daarom verkopen we in onze zenshop zenmeditatiewekkers, tot op de seconde nauwkeurig. Die lopen zonder onderbreking tot de batterij sunyata is. Je kan er ook scharreleieren mee timen, echt een aanrader.

6. Zen leidt tot misbruik

Zentraining kan resulteren in traumatische ervaringen met malafide meesters die uit zijn op geldelijk gewin, macht, aandacht, applaus, seks et cetera.

Er zijn het laatste decennium al heel wat zogenaamd verlichte leraren tegen de lamp gelopen en er zullen er nog veel volgen. Bonafide zenbedrijven als het mijne zijn en blijven zeldzaam.

Toegegeven, ik heb me in het verleden ook weleens mooier voorgedaan dan ik was, maar als klanten dat van mij vragen, wie ben ik dan om ze hun illusies te ontnemen?

Als mijn studenten tegen me willen opzien, waarom zou ik dan niet voor ze op een podium klimmen?

Als bewonderaars mij roshi of dai-osho willen noemen, waarom zou ik ze dat genoegen dan onthouden?

Als cliënten voor me willen buigen, buigen ze niet voor mij als persoon maar als verpersoonlijking van zen, daar kan ik bezwaarlijk bezwaar tegen maken.

Een echte boeddha is altijd dienstbaar en het ware zelf is altijd zichzelf.

7. Zen vernietigt relaties

Zentraining kan vriendschappen, relaties en huwelijken verstoren.

Soms veroorzaakt zen zelfs een echtscheiding, wanneer de partner er een andere of geen enkele geloofsovertuiging op nahoudt, of aandacht tekort komt, of wanneer de zenstudent radicaliseert, of verliefd wordt op een zenmeester, wat ik me goed kan voorstellen, of op een medeleerling.

Ik wil zen niet vrijpleiten, maar hetzelfde gebeurt in andere organisaties, in werkkringen, verenigingen, clubs.

Zolang ze hun Boeddhanatuur niet hebben leren kennen en mijn boeken niet hebben gelezen, zitten mensen vol bubbels, net als goedkope champagne, en blijven ze gevangen in samsara.

8. Zen verstoort je nachtrust

Zentraining kan je nachtrust en je dag-nachtritme verstoren.

Tijdens retraites uren vroeger opstaan dan je gewend bent heeft hetzelfde effect als een jetlag. Als je na een lang weekend of na een week thuiskomt krijg je nog eens een jetlag in omgekeerde richting te verstouwen, dan loop je echt op je laatste benen.

Als je 's nachts te weinig slaapt, probeert je lichaam overdag de slaap in te halen. Lukt dat niet dan schakelt het steeds terug naar een sluimertoestand waardoor je zentraining een halfslaap wordt. Als je dan eindelijk naar bed mag ben je over je slaap heen en lig je van uitputting uren wakker.

Ook een intensief gesprek met je leraar vlak voor het slapen gaan, en zelfs het onbevredigde verlangen ernaar, kan je uit je slaap houden.

Mensen die met een koan zitten liggen er vaak nachten- of jarenlang wakker van. Hoog is de prijs die we moeten betalen voor de hoogste bevrijding.

9. Zen leidt tot wanen en psychoses

Zen is stilzitten in een stille omgeving. Stilzitten leidt tot bewegingsarmoede, stilte tot prikkelarmoede.

Een brein dat niets te doen heeft produceert sluimerbeelden, lucide dromen, wanen, visioenen, geestverschijningen, angstaanvallen, nachtmerries, en bij mensen die daar aanleg voor hebben psychoses.

Wij duiden dergelijke ervaringen altijd in termen van kensho en satori, verlichting en verdieping. Dat vermindert de angst en houdt de trainees bij de les.

Gaan ze te vaak uit hun dak, dan moedigen we onze patiënten aan om hun heil elders te zoeken en nemen het omzetverlies voor lief. Ook dat is mededogen.

10. Zen maakt hooggevoelig

Langdurige zentrainingen zoals weekretraites leiden bij de meeste deelnemers tot overgevoeligheid en verminderde weerbaarheid. Die maken de terugkeer naar het dagelijks leven moeilijk, soms traumatisch.

Wij noemen deze toestand, die enkele dagen tot weken aan kan houden en meestal vanzelf overgaat, de sesshinblues.

Sommige leerlingen krijgen de smaak van het terugtrekken te pakken en proberen zich tussen de retraites door aan het sociale en maatschappelijke leven te onttrekken, en uiteindelijk zelfs aan de zenopleiding. Wij noemen dat het sesshinsydroom.

Het sesshinsyndroom is hardnekkiger dan de sesshinblues en soms onomkeerbaar.

11. Groepszen leidt tot de verspreiding van besmettelijke ziekten

Wanneer zen in groepsverband wordt beoefend, kunnen de deelnemers elkaar op allerlei manieren besmetten. Meestal gaat het om een verkoudheidje, een griepje, een coronaatje – niets ernstigs.

Bij lichamelijk contact en via toiletbrillen en douchevloeren worden er schimmels en soa's overgedragen, en ook weleens sperma.

Door slaapgebrek neemt de immuniteit in de loop van de retraite af en de kans op transmissie toe, dat beseffen we, maar zo is het leven: geen verbinding zonder besmetting en geen transcendentie zonder transmissie.

12. Zen levert weinig op

De zenweg is lang en het grootste deel van de tijd sta je in de file te wachten tot het Grote Voertuig eindelijk weer gaat rijden. Of je staat met panne op de vluchtstrook. Met staan bedoel ik zitten en lopen, zazen en kinhin. Het lijkt me niet overdreven om de zenweg een vluchtstrook te noemen: naast de weg maar niet van de weg.

De hooggespannen verwachtingen waarmee mensen als gevolg van eenzijdige voorlichting aan zen beginnen, worden zelden waargemaakt. Dat leidt tot teleurstelling en verbittering; leerlingen worden depressief of komen in een crisis terecht. Wij noemen dat de zenblues.*

Het is mijn taak als sociale ondernemer om ontgoochelde klanten zo lang mogelijk bij de les te houden, vandaar ons getrapte curriculum.

* Niet te verwarren met de zenbloes, exclusief te koop in onze zenwinkel nl in de maten SM en XL zolang de leerstof strekt.

13. Zen is saai

Last but not least: zentraining is een van de minst enerverende bezigheden op aarde. Er gebeurt praktisch niets en theoretisch nog minder. Er is geen ruimte voor actie of interactie. Wat is zen? Zitten als een zombie, zwijgen als een zerk. 'Wees een dode voor jezelf.' Dat is zen.

Een enkele keer heb je een inzicht of een piekervaring, waarop je later met bevreemding of verbijstering terugkijkt. Waar ging dat over? Ging het wel ergens over of was het een artefact van een gekunstelde situatie?

Laten we eerlijk wezen, de meeste deelnemers vervelen zich kapot tijdens het mediteren. Vroeg of laat staat iedere zenstudent voor de keus: afhaken of afstompen.

Afstompen duiden wij standaard als uitdoving, een ander woord voor nirwana, dan kunnen onze afnemers er weer even tegen.

Aan de slag

Dat was het, mijn lijstje met nadelen van zen, voor de vuist weg, versie 1.0. Dertien stuks, het ongeluksgetal – toeval, hoop ik.

Er zijn vast nog meer nadelen van zen, daar kom ik met een enquête onder onze cursisten wel achter. We gaan ermee aan de slag, Hans.

Overigens zijn er nog enkele plaatsen vrij voor onze najaarsretraite. Je bent van harte welkom, ik hou wel van een uitdaging.

Ganbatte kudasai,

Rients Ranzen Ritskes, zenmeester XL

Wie is Rients Ritskes?

Rients Rakusu Ritskes is spiriater, ongeautoriseerd zenmeester en drager van de grootste gouden rakusu van de lege landen, een gewoonte die inmiddels is overgenomen door rappers en sterrenkoks. Buiten de zendo herken je Ritskes aan zijn prominente hersenbalk, kan niet missen.

De selfmade zenbaas staat bekend als een vormboeddhist met een lege moraal die buiten de traditie om zentitels slijt aan mensen die daar net als hijzelf geen been in zien.

In zijn eerste fase, van manische maakbaarheid, waarvan het einde nog niet in zicht is, schrijft Ritskes de spiriatrische zelfhulpboeken Leer denken wat je wilt denken, Leer voelen wat je wilt voelen, en Leer doen wat je wilt doen.

In zijn tweede fase, van gematigde maakbaarheid, die nog moet beginnen, naar het zich laat aanzien in een volgend leven, neemt Ritskes afstand van zijn oude werk en publiceert hij drie nieuwe boeken: Willen denken wat je denkt, Willen voelen wat je voelt en Willen doen wat je doet.

In zijn derde fase, vele levens later, van gelatenheid, ontdekt Ritskes de zoheid en produceert hij de tathalogische drieluik Het is wat het is, bestaande uit de werken Denken wat je denkt, Voelen wat je voelt en Doen wat je doet.

Ten slotte, na zijn langverbeide verschijning als Maitreya, de eeuwig toekomstige boeddha, schrijft Ritskes zijn laatste werk, de ongeautoriseerde autobiografie Het is wat.

Nog even geduld dus.

Rients Ritskes met een balk door zijn hoofd.
^ De hersenbalk van spiriater Rients Ritskes.

300. Een zenboeddhist is ook maar een heel mens

Of eigenlijk drie.

Denken wat je denkt

Leerling: Zijn er bepaalde dingen die een zenboeddhist nooit denkt?

Meester: Niet dat ik weet.

Leerling: Wat denkt u zoal?

Meester: De gekste dingen. De gewoonste dingen. De mooiste dingen. De lelijkste dingen. De wildste dingen en de tamste. De wreedste dingen en de schoonste. De meest abstracte dingen en de meest concrete. Niets menselijks is mij vreemd. Niets onmenselijks is mij vreemd.

Leerling: Mij ook niet!

Meester: Wat dacht je dan?

Leerling: Dat een zenboeddhist alleen maar goede dingen dacht.

Meester: Dan zou hij maar een half mens zijn.

Voelen wat je voelt

Leerling: Zijn er bepaalde dingen die een zenboeddhist nooit voelt?

Meester: Niet dat ik weet.

Leerling: Wat voelt u zoal?

Meester: Blijdschap, lust, weerstand, honger, verzadiging, euforie, schaamte, schuld, verveling, melancholie, pijn, boosheid, woede, ergernis, verdriet, weemoed, ontroering, medelijden, onverschilligheid, jaloezie, liefde, haat, hartstocht, lauwheid, sympathie, antipathie, ongeduld, geduld, bezorgdheid, angst, verheugenis, walging enzovoort. Niets menselijks is mij vreemd. Niets onmenselijks is mij vreemd.

Leerling: Mij ook niet!

Meester: Wat dacht je dan?

Leerling: Dat een zenboeddhist alleen maar goede gevoelens had.

Meester: Dan zou hij maar een half mens zijn.

Doen wat je doet

Leerling: Zijn er bepaalde dingen die een zenboeddhist nooit doet?

Meester: Niet dat ik weet.

Leerling: Wat doet u zoal?

Meester: Zingen, klagen, zwijgen, spreken, mopperen, schelden, ruzie zoeken, vleien, dreigen, lachen, huilen, opvrijen, aftrekken, helpen, hinderen, me aan de regels houden, regels overtreden, confronteren, mijden, werken, luieren, slapen, wakker liggen, snoepen, poepen enzovoort. Niets menselijks is mij vreemd. Niets onmenselijks is mij vreemd.

Leerling: Mij ook niet!

Meester: Wat dacht je dan?

Leerling: Dat een zenboeddhist alleen maar goede dingen deed.

Meester: Dan zou hij maar een half mens zijn.

Of je wil of niet

Leerling: Wat heeft al dat denken, voelen en doen te betekenen?

Meester: Ik zou het ook niet weten.

Leerling: Bedoelt u dat het niets te betekenen heeft?

Meester: Hoe moet ik dat weten?

Leerling: Wat verstaat u dan onder zen?

Meester: Denken wat je denkt, voelen wat je voelt en doen wat je doet?

Leerling: En daar vrede mee hebben?

Meester: Of onvrede.

Leerling: Ik weet niet of ik dat wel wil.

Meester: Of je wil of niet.

301. Waarom een zenboeddhist het afwijzen niet afwijst

En het omarmen niet omarmt.

Leerling: Wat is zen?

Meester: Denken wat je denkt, voelen wat je voelt en doen wat je doet?

Leerling: Maar dat doe ik al mijn hele leven!

Meester: Dus dat kan het probleem niet zijn.

Leerling: Waarom heet het dan zen?

Meester: Zodat het nog wat lijkt?

Leerling: Zen is dus niet, denken wat je wil denken, voelen wat je wil voelen en doen wat je wil doen?

Meester: Je kan wel zoveel willen.

Leerling: En ook niet, willen denken wat je denkt, willen voelen wat je voelt en willen doen wat je doet?

Meester: Je kan wel zoveel willen.

Leerling: In de zin van omarmen wat er maar gebeurt, bedoel ik.

Meester: Zen is omarmen wat je omarmt en afwijzen wat je afwijst.

Leerling: Maar dat doe ik al mijn hele leven!

Meester: Dus dat kan het probleem niet zijn.

Leerling: Hoe zorg ik ervoor dat ik omarm wat ik afwijs?

Meester: Nu wijs je het afwijzen af.

Leerling: Hoe zorg ik ervoor dat ik het afwijzen omarm?

Meester: Nu wijs je het afwijzen van het afwijzen af.

Leerling: Hoe zorg ik ervoor dat ik het afwijzen van het afwijzen omarm?

Meester: Nu wijs je het afwijzen van het afwijzen van het afwijzen af.

Leerling: Hoe kom ik daar vanaf?

Meester: Ergens vanaf willen is afwijzen.

Leerling: Dan weet ik het ook niet meer.

Meester: Dan weet ik het ook niet meer.

302. Haiku op haiku: tussen pikken en krassen

Lettergrepen naar niet-weten.

Altijd nog pikt hij
op dezelfde boom, die specht,
al valt ook de avond.

(Issa)

Nog steeds krast hij op
diezelfde lei, de denker,
al valt ook de avond.

(Hans)

303. Zen is mindless zijn als je mindless bent

Voor opletters.

Beste Hans,

Vandaag heb ik weer uren over het strand gelopen. Er waren golven, er waren wolken, er was wind, zand en zee. En ik?

Ik dacht na over het leven. Als een dwaas doorzocht ik mijn geest op zoek naar de diepste waarheid, en zag haar faliekant over het hoofd: de waarheid van de schelpen onder mijn voeten, het zand tussen mijn tenen, de meeuwen in de lucht, de zon op mijn huid.

Beste Maris,

Ik zie het helemaal voor me. Eén ding begrijp ik niet. Waarom noem je de schelpen onder je voeten de waarheid? Schelpen zijn toch niet waar of onwaar?

Maris: Ik doel op de waarheid van gewoon maar dit. De waarheid van het hier en nu. De waarheid van de aarde die je draagt. De waarheid van de werkelijkheid die is wat hij is, wat je er ook over denkt. Die steeds op je wacht en er altijd voor je zal zijn. Omdat je hem zelf bent. De hoogste werkelijkheid waarin je thuiskomt in jezelf.

Schelpen onder mijn voeten.
Zand tussen mijn tenen.
Meeuwen in de lucht.
De zon op mijn huid.

Hans: Ach natuurlijk, het hier en nu. Eén ding begrijp ik niet. Wat als er hier en nu zoeken naar de waarheid is? Of denken over het leven? Is dat dan niet de waarheid en de hoogste werkelijkheid?

Maris: Daar zeg je zo wat.

Hans: Waarom zijn zintuiglijke waarnemingen wel acceptabel in jouw hier en nu en gedachten niet?

Maris: Omdat de hoogste werkelijkheid voorafgaat aan alle gedachten.

Hans: Niet als de hoogste werkelijkheid ook maar een gedachte is.

Maris: Jeetje.

Hans: En het hier en nu, is dat wel meer dan een gedachte?

Maris: Ik weet het even niet meer.

Hans: Ik weet het allang niet meer.

Maris: Ik ga erover nadenken.

Hans: Op naar het strand.

Maanden later

Maris:

Denken als je denkt.
Praten als je praat.
Zingen als je zingt.
Lezen als je leest.

Hans: Aha, je weet het weer even. Maar wat? Bedoel je soms dat je alles met volledige aandacht moet doen of dat je maar één ding tegelijk moet doen of zo?

Maris: Ik kan het wel verklappen. Ik doe nu aan mindfulness.

Hans: Spannend hoor. Dan zeg ik,

Denken als je loopt.
Praten als je fietst.
Zingen als je werkt.
Lezen als je poept.

Maris: Niet erover lezen, bedoel ik, maar echt oefenen. Onder begeleiding en thuis.

Hans: Dan zeg ik,

Mindful zijn als je mindful bent.
Mindless zijn als je mindless bent.

Maris: Bedoel je dat het komt zoals het komt en dat we alles moeten omarmen? Met gedachten en al? Dat het niet verkeerd is om over het strand te lopen en ondertussen over iets anders na te denken? Dat ik er gewoon van moet genieten in plaats van me ertegen te verzetten? Van al dat denken bedoel ik. Genieten van wat er maar gebeurt?

Hans: Goed, verkeerd, je zadel zoekt een peerd. Verzet is ook wat er gebeurt. Weerstand tegen je verzet is ook wat er gebeurt. Er niet van kunnen genieten is ook wat er gebeurt. Denken dat je ervan moet kunnen genieten is ook wat er gebeurt.

Maris: Dus?

Hans: Dus.

304. Haiku op haiku: tussen mijmeren en malen

Lettergrepen naar niet-weten.

Hoelang moeten de
krekels roepen in 't naaldhout
eer het middag wordt?

(Issa)

Er roepen krekels
in 't naaldhout. Middag wordt het
alleen voor mensen.

(Hans)

Alleen voor mensen
zijn krekels roepende en
bomen maar naaldhout.

(Hans)

Loofboom met een horloge om de stam.
^ Middag wordt het alleen voor mensen.

305. Is mindfulness nou wel of niet boeddhistisch?

Resumé van de zoveelste discussie over mindfulness tussen betlezers van het Boeddhistisch Dagblad.

'Boeddhisme is de basis van mindfulness!'

'Mindfulness is de essentie van het boeddhisme!'

'Mindfulness heeft niets te maken met boeddhisme!'

'Mindfulness is boeddhisme voor beginners!'

'Mindfulness is de essentie van religie!'

'Mindfulness is een travestie van religie!'

'Mindfulness staat los van religie!'

'Mindfulness is milde open aandacht!'

'Mindfulness is theorie!'

'Mindfulness voor al uw falen!'

'Mindfulness is poëzie!'

'Mindfulness is maar een middel!'

'Mindfulness is therapie!'

'Mindfulness is easy money!'

'Mindfulness for you and me!'

'Wil dan niemand accorderen?'

'Let's agree to disagree!'

'I disagree!'

'I disagree!'

'I disagree!'

'I disagree!'

'Het is religie!'

'Het is een hype!'

'Het is een woord!'

'Dat is het niet!'

Woordenlijstje

Mindfulness: volle mind.

Mouthfulness: woordvloed bij volle mind.

306. Mindfulness is tegen woordigheid van geest

Woorden voorbij de waarheid.

'Wat betekent mindful voor jou, Hans?'

'Tegen woordigheid van geest.'

'En dat in het hier en nu zeker?'

'Dat is ook weer zo'n woord.'

'Met volledige aandacht dan?'

'Dat is ook weer zo'n woord.'

'Met volledige aandacht betekent anders hetzelfde als mindful.'

'Dat is ook weer zo'n woord.'

'Ik ben ook tegen woordigheid van geest.'

'Je zou het zo niet zeggen.'

'Omdat de waarheid voorbij de woorden is.'

'Hoe kan je dat dan zeggen?'

'Aan jouw tegenwoordigheid van geest mankeert duidelijk niets.'

'Dat is ook weer zo'n woord.'

'Tegenwoordigheid of geest?'

'Woord.'

307. Iedereen weet, denkt Edel Maex

Zengeest, gruwelgeest.

"Ik weet dat ik niets weet" laat Plato Socrates zeggen in zijn beroemde Apologie in de vierde eeuw voor onze jaartelling.

"Niet-weten is het meest nabij", zegt Meester Dizang tegen monnik Fayan in koan 20 van het Boek van Sereniteit uit de dertiende eeuw.

"Alleen maar niet-weten" adviseert de Koreaanse zenboeddhist Seung Sahn in zijn Teaching Letters van de vorige eeuw.

"Nadenken over wat je bevalt en wat niet, is een geestesziekte", lezen we in De Grote Weg; verzen over de geest van vertrouwen (Hsin Hsin Ming) uit de tweede helft van het eerste millennium.

Iedereen weet, claimt spiriater Edel Maex in het gelijknamige boekje met zentoespraken uit 2015.

"Waar ik van gruwel," schrijft de Vlaamse zenboeddhist uit de stal van Ton Lathouwers, "is een koude wetenschap die de werkelijkheid 'onttovert' en die mensen een gevoel van totale zinloosheid wil aanpraten. Waar ik van gruwel, is een fundamentalistische religie die meent de mensen te kunnen zeggen wat we moeten geloven, wie de wijsheid in pacht heeft en aan wie ze zich moeten onderwerpen."

Volgens de blurb pleit de auteur ervoor "om met een open hart en een open geest naar religie en spiritualiteit te kijken. Want dan ontdekken we mogelijk wat we altijd al geweten hebben. Dat we niet naar boven moeten kijken voor een antwoord."

Dat iedereen weet is een wensgedachte, wens ik, maar iedereen die Iedereen weet heeft gelezen weet nu tenminste wie hier de wijsheid in pacht denkt te hebben en meent ons te kunnen zeggen wat we moeten geloven.

Wie kennelijk geen 'open hart en een open geest' hebben zijn de mensen die er anders over denken dan Maex, let op zijn woordkeuze:

Mensen die 'koude wetenschap' bedrijven.

Mensen die de werkelijkheid 'onttoveren'.

Mensen die anderen 'een gevoel van totale zinloosheid' willen 'aanpraten'.

Mensen die een 'fundamentalistische religie' aanhangen.

Mensen die zeggen aan wie we ons 'moeten onderwerpen'.

Mensen die zich 'onderwerpen'.

Mensen die 'naar boven kijken voor een antwoord' – wie weet omdat ze gruwelen van een goddeloos bestaan.

En zeldzame sukkels als ik natuurlijk, die het helemaal niet meer weten maar geneigd zijn te denken dat iedereen denkt en heilig in zijn gedachten gelooft – ook zenpsychiaters.

Waar gruwel jij van?

308. Iedereen denkt

Of denk jij van niet?

Iedereen denkt

Iedereen denkt te weten

Iedereen denkt te weten wat iedereen weet

Iedereen denkt te weten wat iedereen weet of zou moeten weten

Iedereen denkt te weten wat iedereen weet of zou moeten weten, maar wie weet

Iedereen denkt te weten wat iedereen weet of zou moeten weten, maar wie weet wat iedereen denkt of weet

Iedereen denkt te weten wat iedereen weet of zou moeten weten, maar wie weet wat iedereen denkt of weet, ik niet

Iedereen denkt te weten wat iedereen weet of zou moeten weten, maar wie weet wat iedereen denkt of weet, ik niet, jij?

309. Iedereen preekt

Wat preek jij, en wat probeer je daarmee te verbergen? Drieëndertig verdachte predikanten.

Meester Zero zegt:

Hoed u voor mensen die openheid preken. Zo verhelen zij hun geslotenheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die mildheid preken. Zo verhelen zij hun hardheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die autonomie preken. Zo verhelen zij hun afhankelijkheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die ongeloof preken. Zo verhelen zij hun lichtgelovigheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die tolerantie preken. Zo verhelen zij hun onverdraagzaamheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die vriendelijkheid preken. Zo verhelen zij hun boosheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die vrede preken. Zo verhelen zij hun strijdlust en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die blijdschap preken. Zo verhelen zij hun verdriet en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die gulheid preken. Zo verhelen zij hun hebzucht en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die liefde preken. Zo verhelen zij hun haat en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die engagement preken. Zo verhelen zij hun afzijdigheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die neutraliteit preken. Zo verhelen zij hun partijdigheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die terughoudendheid preken. Zo verhelen zij hun geldingsdrang en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die solidariteit preken. Zo verhelen zij hun zelfzucht en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die verbondenheid preken. Zo verhelen zij hun eenzaamheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die eerlijkheid preken. Zo verhelen zij hun stiekemheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die nederigheid preken. Zo verhelen zij hun hoogmoed en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die respect preken. Zo verhelen zij hun minachting en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die vrijheid preken. Zo verhelen zij hun gebondenheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die kuisheid preken. Zo verhelen zij hun losbandigheid en veroordelen de uwe.

Hoedt u voor mensen die onthechting preken. Zo verhelen zij hun gehechtheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die zuiverheid preken. Zo verhelen zij hun onzuiverheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die goedheid preken. Zo verhelen zij hun slechtheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die gehoorzaamheid preken. Zo verhelen zij hun opstandigheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die eenvoud preken. Zo verhelen zij hun complexiteit en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die spontaniteit preken. Zo verhelen zij hun gemaaktheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die dapperheid preken. Zo verhelen zij hun lafheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die geduld preken. Zo verhelen zij hun ongeduld en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die bewustwording preken. Zo verhelen zij hun naïviteit en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die wijsheid preken. Zo verhelen zij hun dwaasheid en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die de waarheid preken. Zo verhelen zij hun leugens en veroordelen de uwe.

Hoed u voor mensen die het niet-weten preken. Zo verhelen zij hun weten en veroordelen het uwe.

En hoed u voor mensen die het niet-preken preken. Zo verhelen zij hun preken en veroordelen de uwe.

310. Haiku op haiku: tussen mus en mens

Lettergrepen naar niet-weten.

Van de ene vogel-
verschrikker naar de andere
vliegen de mussen.

(Sazanami)

Van de ene wijze
naar de andere wijze
vliegen de mensen.

(Hans)

311. De enorme mentale kracht van Maurice Knegtel en Dennis Merzel

Twee hoofden op één hals, of de kunst van het napraten.

Jezus Maurice, hoe kom je daar nou bij

Beste Hans,

Over zijn boek Ontwaakte aanwezigheid zegt Maurice Shonen Genko Knegtel Roshi:

"Ontwaakte aanwezigheid gaat over wat we volgens zen in wezen zijn: een in zichzelf rustende, open, alles omvattende, volmaakt vrije en heldere aanwezigheid."

Mooi hè? Een open, vrije en heldere aanwezigheid lijkt mij een prima definitie van niet-weten.

Beste David,

Je zal maar Maurice Shonen Genko Knegtel Roshi heten.

David: Dat is belangrijk voor hem, geloof ik. Wat vind je van zijn definitie?

Hans: Klinkt meer als advaita of dzogchen. Izen is boeddhisme op hindoeïstische leest: hinboeïsme, brahmanzen. Knegtel is een essentialist.

Er zijn wel meer essentialistische boeddhisten, het heerst, had ik haast gezegd, maar er zijn er nog genoeg, hoop ik, ook in zen, die de uitersten van essentialisme en nihilisme vermijden en de middenweg van Nagarjuna bewandelen.

Welke weg je ook bewandelt, er bestaat in zen geen consensus over wat we in wezen zijn, dat weet Knegtel als geen andel. Hij doet alsof, spreekt namens 'zen' om zijn woorden kracht bij te zetten, een retorisch foefje. Sprak die man maar eens namens zichzelf. Zo moeilijk is het niet:

"Ontwaakte aanwezigheid gaat over wat we volgens mij in wezen zijn: een in zichzelf rustende, open, alles omvattende, volmaakt vrije en heldere aanwezigheid."

Beter nog:

"Ontwaakte aanwezigheid gaat over wat ik volgens mij in wezen ben: een in mezelf rustende, open, alles omvattende, volmaakt vrije en heldere aanwezigheid."

Dat klinkt al heel anders, vind je niet? Zo geformuleerd komt er zomaar een vraag in me op: 'Jezus Maurice, hoe kom je daar nou bij.' Nog zonder vraagteken, dat wel, maar toch. Het begin van een gesprek in plaats van het begin van een monoloog.

Draait de wereld of ben ik draaierig?

David: Wat denk jij dat wij in wezen zijn?

Hans: Ik heb geen idee wat wij in wezen zijn; ik weet niet eens of wij in wezen wat zijn.

Ik heb geen idee of ik of wij allemaal individueel of collectief álles omvatten, maar een deel of helemaal niets. Ik heb geen idee hoe je zoiets vaststelt, als het al wat betekent.

Ik heb geen idee of wij een aanwezigheid zijn of een afwezigheid, volmaakt helder, onvolmaakt helder of volmaakt onhelder, volmaakt vrij of onvolmaakt vrij of volmaakt onvrij.

David: En die openheid?

Hans: Mochten wij inderdaad alles omvatten, dan is het onzin om onszelf open te noemen, omdat er buiten ons niets is om voor open te staan.

Mochten wij inderdaad open zijn, dan is het onzin om onszelf alomvattend te noemen, omdat er buiten ons iets moet zijn om voor open te staan.

Mochten wij open en niet alomvattend zijn, dan is het onzin om te zeggen dat wij in onszelf rusten.

Mochten wij in onszelf rusten dan hebben we per definitie geen toegang tot iets buiten onszelf, waardoor we onmogelijk kunnen vaststellen of we alomvattend zijn.

Mochten we alles omvatten, dan is het onzin om onszelf vrij te noemen, want wat zouden we in dat geval anders kunnen dan voortdurend alles omvatten, aanwezig zijn en met onszelf samenvallen.

David: Maar als je jezelf nu erváárt als een in zichzelf rustende, open, alles omvattende, volmaakt vrije en heldere aanwezigheid, dan weet je het toch gewoon?

Hans: Is iets waar omdat ik het ervaar? Zijn mijn dromen waar omdat ik ze ervaar? Als ik de wereld om me heen zie draaien, draait hij dan om mij heen of ben ik draaierig? Als ik Jezus in mijn hart voel, is Jezus dan in mijn hart of is het Satan die mij fopt? Als ik tril van ontzag voor het numineuze, bewijst dat dan het bestaan van het numineuze of van mijn ontzag?

Waar komt de boeddhistische metafysica vandaan?

David: Maurice zuigt het toch ook niet allemaal uit zijn duim.

Hans: Klopt, hij zuigt het allemaal uit andermans duim.

"De realisatie van ons ware zelf is een numineuze ervaring, zoals Tjeu van den Berk het in navolging van C.G. Jung heeft genoemd in zijn boek 'Het numineuze'."

Zo praat die man. Dat heet eruditie, heel vermoeiend. Name-dropping. Liet hij maar een paar van zijn eigen namen vallen, denk ik dan, maar daar word je zo gewoontjes van. Nou ja, niet mijn pakkie-an. Als je maar niet denkt dat Maurice Shonen Genko Knegtel Roshi het allemaal van de Boeddha heeft.

David: Volgens zenboeddhisten gaat hun leer rechtstreeks terug op de Verhevene – buiten de geschriften om van hart tot hart.

Hans: Dat ze dat nog steeds geloven pleit niet voor hun helderheid van geest.

David: Hoezo?

Hans: Niemand weet wat de historische Boeddha gezegd of overgedragen heeft. Als metafysicus heeft hij hoegenaamd geen naam gemaakt. Feitelijk heeft hij nergens naam in gemaakt.

Voor zover bekend heeft Siddharta Gautama geen letter op papyrus, palmblad, berkenbast, kleitablet, wastablet, koperplaat of perkament gezet. Dat hebben anderen gedaan, honderden jaren later. En hoe.

Alleen al de Pali-canon, die door mensen die er ook niet bij waren het meest authentiek wordt geacht, omvat 40 boeken met in totaal 16.000 pagina's, wist je dat? Zestienduizend bladzijden! Allemaal van die ene Boeddha, ja ja. En ieder woord feilloos herinnerd. Ieder herinnerd woord feilloos overgeleverd van mond op mond op mond. Ieder overgeleverd woord eeuwen later feilloos van mond op schrift gesteld. Ieder woord feilloos gekopieerd van schrift tot schrift tot schrift. Ieder woord feilloos begrepen, vertaald, hertaald en terugvertaald. Geloof jij het?

David: Als je het zo stelt...

Hans: Weet je dat de meeste overgeleverde manuscripten pas een paar honderd jaar oud zijn? Ze dateren van de achttiende eeuw. Het zijn kopieën van kopieën van kopieën...

David: Nee, dat wist ik niet. Ik dacht dat we nog over de originele manuscripten beschikten.

Hans: Alle woorden van de Boeddha zijn hem in de mond gelegd door latere generaties. Allemaal hè, zonder uitzondering. En allemaal tersluiks.

David: Tersluiks?

Hans: Tersluiks is een archaïsme voor sneaky. Sneaky is een barbarisme voor stiekem. Geen soetra is ooit begonnen met: 'Tja, we weten niet wat de Boeddha gezegd of bedoeld heeft, we waren er niet bij, we hebben het niet gehoord, we moeten eindelijk eens voor onszelf leren spreken, wie mag ik het woord geven?'

Op dit moment is er geen enkele manier om vast te stellen wie al die boeddhistische woorden, talrijk als de zandkorrels van de Ganges, voor het eerst uitgesproken heeft. Alle lijnen verzanden lang voordat ze de historische Boeddha bereiken.

Twee hoofden op één hals

David: En ik maar denken dat de soetra's de woorden van de Boeddha bevatten.

Hans: Het boeddhisme claimt een bron zonder stroom te zijn maar het is een stroom zonder bron.

David: De lineage heeft geen wortels.

Hans: Geen wortels, geen stam. Alle takken hangen in de lucht. En als er iemand aan het luchtfietsen is, dan is het Maurice Shonen Genko Knegtel Roshi wel.

'Genpo Roshi was de enige die mijn enorme mentale kracht kon breken', zegt hij bescheiden over zichzelf en over de boeman die hem als leerling aannam met de woorden: 'I will grind your mind to pieces'.

Nou, als je het mij vraagt moet dat nog steeds gebeuren. En tot op de dag van vandaag heeft geen roshi of schandaal de mind van de Amerikaanse meesteroplichter David Paul Genpo Merzel Roshi kunnen breken.* Dus dat zijn twee hoofden op één hals.

* Zie bijvoorbeeld Zen teachers are livid Utah colleague in sex scandal still teaching.

David: Ik krijg hier een heel ongemakkelijk gevoel van.

Hans: Nergens voor nodig. Knegtel en Merzel zijn gewoon de zoveelste epigonen van de Onbekende Boeddha die er alles voor over hebben om zelf niet vergeten te worden.

Dit is de hamvraag. Durf jij gebaseerd op je eigen ervaringen of overwegingen op dit moment je hand in het vuur te steken voor de gedachte dat wij in wezen een in zichzelf rustende, open, alles omvattende, volmaakt vrije en heldere aanwezigheid zijn?

David: Nee.

Hans: Nou dan.

David: Eerlijk gezegd durf ik op dit moment nergens mijn hand voor in het vuur te steken.

Hans: Mij lijkt dat een prima definitie van niet-weten.

312. Wat is kinhin? De voorganger

Kinhin met slaapwandelende monniken.
^ De voorganger.

313. Haiku op haiku: tussen hert en jager

Lettergrepen naar niet-weten.

Drie keer weerklonk hij,
toen was niet meer te horen,
de kreet van het hert.

(Buson)

Drie keer, steeds zachter,
klonk de kreet van een hert of
was het de jager.

(Hans)

Drie keer, steeds zachter,
klonk de kreet van een hert of
twee herten of drie.

(Hans)


^ Driekoppig hert.

314. Mindful omgaan met de media

Actualiteiten zijn altijd nu.

Meester Quatsch zegt:

Ik ben helemaal in het moment, ik laat me alleen nog leiden door de waan van de dag.

315. In het moment willen zijn haalt je uit het moment

Waardoor laat jij je leiden?

Leerling: Ik ben helemaal in het moment, ik laat me alleen nog leiden door het nu!

Meester: Ik ben helemaal in het moment, ik laat me nergens meer door leiden.

Jaren later

Leerling: Ik ben helemaal in het moment, ik laat me nergens meer door leiden!

Meester: Ik ben helemaal in het moment, ik laat me overal door leiden.

Jaren later

Leerling: Ik ben helemaal in het moment, ik laat me overal door leiden!

Meester: Ik ben helemaal in het moment, waar zou ik anders moeten zijn.

Jaren later

Leerling: Ik ben helemaal in het moment, waar zou ik anders moeten zijn!

Meester: Ik ben helemaal in het moment, ik vraag me geen moment af waar ik ben.

Jaren later

Leerling: Ik ben helemaal in het moment, ik vraag me geen moment af waar ik ben!

Meester: Ben je daar nou nog steeds mee bezig?

316. Wat is erger, terreurnieuws of nieuwsterreur?

Vier ijdele obsessies.

Meester Lijk zegt:

Iedere dag worden er mensen getroffen door kogels.

Iedere dag worden miljarden mensen getroffen door nieuwsberichten over schietpartijen.

Waardoor word jij iedere dag getroffen?

Iedere dag worden er mensen uiteengereten door bommen.

Iedere dag worden miljarden mensen uiteengereten door nieuwsberichten over bomexplosies.

Waardoor word jij iedere dag uiteengereten?

Iedere dag worden er mensen verkracht.

Iedere dag worden miljarden mensen verkracht door nieuwsberichten over verkrachtingen.

Waardoor wordt jij iedere dag verkracht?

Iedere dag worden er mensen geterroriseerd.

Iedere dag worden miljarden mensen geterroriseerd door nieuwsberichten over terreur.

Waardoor word jij iedere dag geterroriseerd?

317. Als alles er mag zijn mag niet alles er zijn

Verbinden met angst en reserve.

Beste Hans,

Wat ik denk ik het meeste mis in jouw zen is verbondenheid. Verbondenheid met het leven, verbondenheid met alle voelende wezens, verbondenheid met dit moment, verbondenheid met wat zich maar voordoet precies zoals het zich voordoet. Is verbinding niet waar het in het leven om draait? Wat er ook is, wend je niet af!

Beste Wendy,

Wat als er afwenden is?

Wendy: Het gaat erom dat je je helemaal overgeeft aan dit moment, zonder angst of reserve!

Hans: Wat als er angst of reserve is?

Wendy: Dat is nu net mijn punt. Alles mag er zijn!

Hans: Waarom dan dat 'wend je niet af'? Mag afwenden er soms niet zijn? Waarom 'zonder angst of reserve'? Mogen angst en reserve er soms niet zijn?

Wendy: Nu hoor ik pas wat je zegt.

Hans: Geef je daar dan maar eens helemaal aan over. Of wend je ervan af, ook goed.

Wendy: Ik weet even niet wat ik moet zeggen.

Hans: Geef je daar dan maar aan over, of wend je ervan af, ook goed.

Wendy: Dus eigenlijk geef ik mij met mijn verzet tegen afwenden, angst en reserve helemaal niet over aan dit moment?

Hans: Tenzij er op dit moment verzet tegen afwenden, angst en reserve is.

Wendy: Ook verzet tegen afwenden, angst en reserve mag er zijn, wou je zeggen.

Hans: En verzet tegen verzet tegen afwenden, angst en reserve.

Wendy: Want?

Hans: Als alles er mag zijn, dan ook de gedachte dat niet alles er mag zijn en ook de gedachte dat alles er niet mag zijn. Is dat niet fijn?

Wendy: Maar wat zeg je dan nog helemaal?

Hans: Dit.

Wendy: Maar wat is dan zen?

Hans: Dat is dan zen.

318. Onze plaats en bestemming volgens zen

Voor iedereen die de goede kant op wil.

Leerling: We komen er wel.

Meester: Ik hoef nergens heen.

Leerling: Bedoelt u dat we er al zijn?

Meester: Waar zijn?

Leerling: Hier zijn.

Meester: Ja, waar anders.

Leerling: In het hier en nu zijn.

Meester: En wat dan nog?

Leerling: Ik wil gewoon weten waar we zijn.

Meester: Dat zeg ik toch.

Leerling: En ik wil weten waar we heengaan.

Meester: Waar we heen gaan.

Leerling: Tjonge jonge.

Meester: Waarheen anders.

Leerling: En ik wil weten waar ik heen moet.

Meester: Van wie?

Leerling: Als ik dat eens wist.

Meester: Zoek dat dan eerst maar uit.

Leerling: Van God. Van het universum. Van het leven.

Meester: Dan vraag je dat toch gewoon?

Leerling: Aan wie zou ik het moeten vragen dan?

Meester: Aan God. Aan het universum. Aan het leven.

Leerling: Dat heb ik al zo vaak gedaan.

Meester: En?

Leerling: Niemand thuis.

Meester: Mooi toch?

Leerling: Hoezo?

Meester: Dan kan je nog alle kanten op.

Leerling: Ik wil niet alle kanten op.

Meester: Waarom zou je ook.

Leerling: Ik wil alleen de goede kant op.

Meester: Goed in welk opzicht?

Leerling: Goed in elk opzicht.

Meester: Dan zal dat het probleem wel zijn.

Leerling: Kan u mij niet vertellen waar ik heen moet?

Meester: Ik doe niet anders.

Leerling: Ja, nee, zo kan ik het ook.

Meester: We komen er wel.

319. Haiku op haiku: tussen statig en suf

Lettergrepen naar niet-weten.

Statig zit hij daar
de bergen te beschouwen,
die dikke kikvors.

(Issa)

Rustig zit hij daar
de bergen te negeren,
die suffe kikvors.

(Hans)

Mediterende kikker met zijn rug naar de bergen.
^ Rustig zit hij daar de bergen te negeren.

320. Kleine meditatie op de vorm

Over de lichamelijke kenmerken van meditatie.

'Waaraan herken je een boeddha?'

'Aan zijn aambeien.'

321. Kleine meditatie op de leegte

Over de geestelijke kenmerken van meditatie.

'Wat ten diepste is zazen?'

'Gatsdienst.'

322. Wat je minstens moet weten van meditatie

Een goed bewaard geheim.

'Wat weet jij eigenlijk van meditatie, Hans?'

'Minder dan wie ook.'

'Dat lijkt me geen aanbeveling.'

'Integendeel.'

323. Wat is mediteren? Zwichten voor het ongerichte

Zes veelgestelde vragen over meditatie.

1. Wat versta jij onder mediteren, Hans?

Oefenen voor een leven zonder oefenen.

2. Hoe vaak mediteer jij, hoelang achter elkaar, in welke houding en met welke techniek?

Ik mediteer nooit en ik mediteer nooit niet. Je kan je wel voorstellen hoe onpraktisch het is om daarbij steeds dezelfde houding aan te moeten nemen. Liever geef ik me over aan de houding van het moment en de veranderingen die zich daarin van nature voordoen.

Bij gebrek aan definitie en finaliteit valt er voor mij niets te doen of te laten, niets te cultiveren, niets te beheersen en niets te bezweren. Iedere meditatietechniek, improvisatie daarop, simulatie ervan, weerstand ertegen of afwezigheid ervan is daarom zonder meer welkom.

3. Ga jij weleens op retraite?

Ik ben permanent op retraite. In mezelf, in mijn lief, in mijn weteloosheid, in mijn retraitewaan. Daarom heeft het voor mij geen zin om bij iemand op retraite te gaan.

Misschien krijg ik ooit behoefte om me uit mijn teruggetrokkenheid terug te trekken. Tot het zover is kan ik er niet over meepraten.

4. Wat versta jij onder de meditatieve staat?

In de meditatieve staat waarin ik nooit wel en nooit niet verkeer heb je geen idee of je wel of niet in een meditatieve staat verkeert en maak je je daar geen moment zorgen om. Maak je je er toch zorgen om dan maak je je dáár geen zorgen om, zou ik denken, maar dat heb ik nog niet mogen meemaken.

In deze weldadige niet-staat of niet-dadige welstaat is het volstrekt onduidelijk of er gemediteerd wordt en al even onduidelijk of er iemand is die, of iets is dat, dit al-dan-niet mediteren doet, ondergaat of nalaat.

De hang om hierin, of waarin dan ook, duidelijkheid te scheppen is allang geen partij meer voor de drang om elke vorm van duiding en eenduidigheid te onderscheppen voor hij toeslaat.

Willoos verwijlen in het wisse ongewisse, zo zou ik de staat omschrijven die mijn woorden doel doet missen en mijn schrijven maakt tot wissen maar zich nooit meer laat verdrijven.

5. Wat heb je eraan om te mediteren? Ben er een beter mens van geworden? Heeft het een einde aan je lijden gemaakt?

Wat je eraan hebt om te mediteren weet ik precies niet. Ik kan wel beweren dat je er een beter mens van wordt, maar wat is dat? Iemand die net zo leeft, denkt en spreekt als ik? Weinigen zullen dat beamen, ik ook niet. Nog minder zullen erop uit zijn, ik ook niet. En ik kan wel liegen dat er in het willoos ongewisse geen lijden is, maar dat zou het op slag gewis en gewild maken, van jou een loser en van mij een verlosser, met alle lijden van dien.

6. Wat of wie kan je mij aan- of afraden?

Niets of niemand, aan noch af. Welke richtlijn of verrichting kan het richten zelf ontwrichten? Valt hier nog wat te doen behalve het omverhalen van onze verhalen over wat we doen?

Gelukkig is dit zo'n probleem dat verdwijnt zodra de oplossingen zijn doorzien. Tot die tijd is alles best, erna helemaal.

Hans van Dam ligt op zijn rug met gespreide benen tegen de muur.
^ Hans in de houding van het moment.

324. Zen is geen natuur of techniek

Heersen of beheerst worden?

Leerling: Helder inzicht in de boeddhanatuur vraagt volledige beheersing van de geest.

Meester: Maar hoe beheers je de geest?

Leerling: Met meditatietechnieken natuurlijk.

Meester: Niemand die er ook maar één volledig beheerst...

Leerling: Maar?

Meester: Velen die er volledig door worden beheerst.

325. Zen is volledige beheersing van de geest

De grotten van Bodhidharma.

Leerling: Helder inzicht in de boeddhanatuur vraagt volledige beheersing van de geest.

Meester: Welke geest?

Leerling: Wou u beweren dat de geest niet bestaat?

Meester: Dat weet ik niet.

Leerling: Wie weet het wel?

Meester: Ik weet niet of iemand het weet.

Leerling: Wat moeten we doen om het te weten te komen?

Meester: Ik weet niet of we het te weten kunnen komen.

Leerling: Wat weet u wel over de geest?

Meester: Niets, voor zover ik weet.

Leerling: Wat is niets weten over de geest?

Meester: Volledige beheersing van de geest.

326. Zen is helder inzicht in de boeddhanatuur

Natuurmystiek voor beginners.

Leerling: Helder inzicht in de boeddhanatuur vraagt volledige beheersing van de geest.

Meester: Welke boeddhanatuur?

Leerling: Wou u beweren dat de boeddhanatuur niet bestaat?

Meester: Dat weet ik niet.

Leerling: Wie weet het wel?

Meester: Ik weet niet of iemand het weet.

Leerling: Wat moeten we doen om het te weten te komen?

Meester: Ik weet niet of we het te weten kunnen komen.

Leerling: Wat weet u wel over de boeddhanatuur?

Meester: Niets, voor zover ik weet.

Leerling: Wat is niets weten over de boeddhanatuur?

Meester: Helder inzicht in de boeddhanatuur.

327. Waarom ik met open mond mediteer

Bermmeditatie van een wegwerker.

Iedere zondagochtend ga ik in een willekeurige berm op mijn hurken zitten mediteren over de weg.

Als een voorbijganger vraagt waarom ik daar op mijn hurken zit, zeg ik dat ik kwalijk op de zijne kan gaan zitten. In werkelijkheid zit ik op mijn hurken omdat ik niet ook nog een zafu mee wil zeulen.

Om voertuigen groot en klein te waarschuwen voor mijn aanwezigheid zet ik mijn draagbare werk-aan-de-wegbord aan de weg, met twee zandzakken op het frame tegen het wegwaaien.

Mocht je ooit zo'n bord langs de weg zien staan, dikke kans dat ik erachter zit. Minder vaart als je moet, stop desnoods maar stel alsjeblieft geen vragen. Ik mediteer met open ogen en met open mond – dat zegt genoeg.

Hans van Dam zit op zijn hurken in de berm achter een waarschuwingsbord voor wegwerkzaamheden.
^ Hans mediteert zich weg.

328. Vier niveaus van zen

Geen peil op te trekken.

'Wat is zen, Hans?'

'Dat hangt van je niveau af.'

'Voor beginners?'

'Overal mee zitten.'

'Voor gevorderden?'

'Nergens meer voor staan.'

'Voor meesters?'

'Nergens meer mee zitten.'

'En voor jou?'

'Wat is zen?'

329. Zen is laten zitten

Tussen slagen en falen vind je de poort zonder woord.

Leerling: Waar is al dat zitten goed voor?

Meester: Om je te laten nadenken over de vraag waar al dat zitten goed voor is.

Leerling: Nou, dat is dan mooi gelukt.

Jaren later

Leerling: Waar is al dat nadenken over de vraag waar al dat zitten goed voor is, goed voor?

Meester: Om je te laten voelen wat het is om geen antwoord te hebben.

Leerling: Nou, dat is dan mooi gelukt.

Jaren later

Leerling: Waar is al dat voelen wat het is om geen antwoord te hebben goed voor?

Meester: Om je te laten zien waar het in zen om draait.

Leerling: Nou, dat is dan mooi mislukt.

Jaren later

Meester: Waar is al dat zitten goed voor?

Leerling: Ja, laat maar zitten.

Meester: Dan is het toch gelukt.

330. Alleen zoekers vinden iets

Wat vind jij?

Leerling: Waar is al dat zitten goed voor?

Meester: Kan jou het schelen.

Leerling: Ik wil weten waarom ik het doe.

Meester: Waarom vraag je dat aan mij?

Leerling: Ik dacht dat u het wel zou weten.

Meester: Weet jij waarom je iets doet?

Leerling: Meestal niet.

Meester: Nou, ik ook niet.

Leerling: U weet niet eens waarom u iets doet?

Meester: Laat staan dat ik weet waarom jij iets doet.

Leerling: Dus u kan me niet vertellen waar al dat zitten goed voor is?

Meester: Wou jij beweren dat al dat zitten ergens goed voor is?

Leerling: Waarom zou ik het anders doen?

Meester: Waarom vraag je dat aan mij?

Leerling: Ik wil alleen maar weten wat u vindt.

Meester: Alleen zoekers vinden iets.

331. Zen is doorvragen tot je bent uitgevraagd

Terugtrekkend inzicht.

Leerling: Waar is al dat zitten goed voor?

Meester: Wat maakt het uit.

Leerling: Mij maakt het uit.

Meester: Stel dat het ergens goed voor is.

Leerling: Wat dan?

Meester: Waar is dát dan goed voor?

Leerling: Ergens anders voor, zou ik zeggen.

Meester: En dat?

Leerling: Weer ergens anders voor, lijkt mij.

Meester: En dat?

Leerling: Voor zichzelf dan maar.

Meester: O?

Leerling: Je moet toch een keer ophouden.

Meester: Waarom dan niet meteen bij het begin?

Leerling: Bedoelt u dat al dat zitten nergens goed voor is?

Meester: Waar is al dat vragen goed voor?

332. Zen is niet met ideeën zitten

Laat staan met acht.

Leerling: We moeten zitten zonder het idee dat er iets te halen valt.

Meester: Ook.

Leerling: Hoe dan nog meer?

Meester: Zonder het idee dat er niets te halen valt.

Leerling: Hè?

Meester: Wat?

Leerling: Bedoelt u dat we moeten zitten zonder idee?

Meester: 't Idee.

Leerling: Waarom moet dat trouwens op een kussen?

Meester: En waarom moet het eigenlijk zittend.

Leerling: Hoe moet het volgens u?

Meester: Eerst maar eens vaststellen of het wel moet.

Leerling: Bedoelt u dat we dat zelf mogen uitmaken?

Meester: Wie zegt dat we zelf iets kunnen uitmaken?

Leerling: Zegt u nu dat we geen keus hebben?

Meester: Wat zegt dat als ik daar geen keus in heb?

Leerling: Ik merk het al.

Meester: O jee.

Leerling: Bij u valt niets te halen.

Meester: 't Idee.

333. Zen is doen alsof je niet doet alsof

Epibreren op z'n oosters.

Leerling: We moeten zitten zonder het idee dat er iets te halen valt.

Meester: Alsof er iets te zitten valt.

Leerling: Wou u zeggen van niet?

Meester: Alsof er iets te zeggen valt.

Leerling: Vindt u dat ik mijn mond moet houden?

Meester: Alsof er iets te zwijgen valt.

Leerling: Wat wilt u dan zeggen?

Meester: Alsof er iets te willen valt.

Leerling: Bedoelt u dat we ons moeten overgeven?

Meester: Waaraan?

Leerling: Aan het ware zelf natuurlijk, waaraan anders?

Meester: Wie zou dat dan moeten doen?

Leerling: Daar vraagt u me wat.

Meester: Alsof er iets te vragen valt.

Leerling: Hoe moeten we dan zitten?

Meester: Ga daar dan maar mee zitten.

Leerling: Bij u valt echt niets te halen, hè?

Meester: Denk je dat nou nog steeds?

334. De laatste les van zen

Weet jij hem?

Leerling: Wat is zazen?

Meester: Zitten tot je een ons weegt.

Leerling: Bedoelt u dat het nergens goed voor is?

Meester: Zitten is zitten.

Leerling: Maar wat is dan de les?

Meester: Dat is dan de les.

Leerling: Dan heb ik mijn lesje wel geleerd.

Meester: Ga dan maar weer zitten.

Leerling: Waarvoor?

Meester: Voor de volgende les.

Leerling: Welke les?

Meester: De eeuwige les van zen.

Leerling: Wat is de eeuwige les van zen?

Meester: De enige les van zen.

Leerling: Wat is de enige les van zen?

Meester: Het afleren van de vorige.

335. Koan: het is grauw en het broedt op een kussen

Over de onverslijtbaarheid van spirituele ambities.

Zit!

Mumon is de naam die de Japanners hebben gegeven aan de Chinese chanmeester Wumen, de samensteller van de Poortloze Poort, een verzameling van 48 koans met commentaar en gedichtjes van Wumen. De eerste koan van die verzameling luidt:

Heeft een hond ook de boeddhanatuur?

Wu, waagde Wumen na zes wanhopige jaren. Sindsdien luidt de koan:

Heeft een hond ook de boeddhanatuur? Wu.

Een raadsel met oplossing, dat is pas een raadsel, moet Wumen gedacht hebben toen hij hem in zijn collectie opnam, daar komt geen hond meer uit.

Mu, zeggen de Japanners en de westerlingen die hen nadoen hem al duizend jaar na, dus dat had hij goed gezien.

Woef, doet de hond zonder nadenken of nazeggen, hoe komt hij erop.

Doorzitten

Wumen, dharmahouder in de lijn van Linji (Rinzai voor Japanners), is samen met zijn mythische voorganger het boegbeeld van het Japanse rinzaizen, dat op versleten strosandalen en uitgebeende raadsels drijft.

Raadsels waarop mensen omwille van hun bevrijding jarenlang zitten te broeden, wachtend op verlossing van hun smachtende gedachten, biddend dat hun kussen hun begeerte wel zal blussen.

Hoe mensen het volhouden is mij een raadsel. Of in de vorm van een raadsel:

Het is grauw en het broedt op een zafu.

Dit raadsel is niet overgeleverd en staat in geen enkele collectie. Je kan het negeren zonder je toekomstige transmissie in gevaar te brengen. Je kan ook even in de spiegel kijken, ziedaar je ware gezicht, schrik niet.

Schoonzitten

Broeder Dogen is na achthonderd jaar nog altijd de verpersoonlijking van sotozen, dat naast het synchroonzitten het schoonzitten propageert. Shikantaza heet dat, l'art pour l'art: opzitten als een boegbeeld dat onverstoorbaar de golven van gevoelens doorklieft.

Roerloos in het oog van je eigen stijgwinden verwijlen, je raadt nooit wat je gegeten hebt. Je kussen constant op konttemperatuur houden in de hoop dat het ooit uitkomt.

Het leven mag een raadsel zijn, het zitten zelf is het raadsel der raadselen. Dat je maar doorgaat, dwars door je verveling en je pijn heen, lijdend om een eind te maken aan je lijden.

En dat allemaal door je blinde geloof in de leer. Door je blinde gehoorzaamheid aan je leraar. Door je blinde ambitie om het niet-bereiken te bereiken, alsof je daarvan zou kunnen leven.

Zo ken je jezelf niet en wil je jezelf niet kennen. Hoe langer niet hoe beter.

Doodzitten

De insteek van de fatalistische sotoschool is door Nico Tydeman treffend verwoord in Dansen in het duister:

"Iedere spirituele ambitie moet tot op de draad verslijten."

Dat is geen dansen, dat is schuifelen.

Dat is geen leven, dat is sterven.

Doodzitten tot de pitten uit je kussen barsten.

Blanke pitten, kersenpitten, als je maar blijft zitten zitten.

Koan:

Heeft een kont ook de boeddhanatuur?

Of met ingebouwd antwoord:

Heeft een kont ook de boeddhanatuur? Proet.

Mahayanapoeha

Alles is vergankelijk, zelfs de vergankelijkheid, maar in de praktijk slijten kussens en knieën sneller dan ambities. Gelukkig krijg je bij elke wedergeboorte nieuwe knieën, dat houdt de moed erin.

Hoe ik weet dat zelfs de vergankelijkheid vergankelijk is? Uit de onovertroffen Mahayana Mahaparinirwana Soetra. Die omschrijft het parinirwana als het eeuwige rijk van het ware zelf van de Boeddha. Of zou dat onvergankelijke mahayanapoeha zijn, wat denk jij?

336. Dogen Zenji en de notie van oorspronkelijke verlichting

Vooroordelen zonder grenzen.

Anton: Ben jij bekend met de Japanse boeddhist Zenji Dogen (1200-1253)?

Hans: Nee, ik ben van 1958.

Anton: Volgens Dogen mediteer je omdat je verlicht bent, niet omdat je het wil worden.

Hans: Mediteer jij?

Anton: Al jaren.

Hans: En sindsdien ben je verlicht?

Anton: Iedereen is al verlicht, zegt Dogen. Dat is de notie van oorspronkelijke verlichting.

Hans: Waarom mediteert iedereen dan niet?

Anton: Hoe bedoel je?

Hans: Je mediteert omdat je verlicht bent, zeg je, en iedereen is al verlicht. Daaruit volgt dat iedereen mediteert of ik begrijp Aristoteles verkeerd.

Anton: Dogen's idee is dat je op je kussen zit met geen ander doel dan je ideeën en verwachtingen over verlichting weg te branden.

Hans: O, vandaar dat bijna niemand mediteert.

Anton: Hoezo?

Hans: De meeste mensen hebben helemaal geen ideeën of verwachtingen over verlichting. Ze hebben wel wat anders aan hun hoofd.

Anton: Je zou ze de kost moeten geven.

Hans: Je zou ze de kost moeten geven die niet eens aan de kost kunnen komen.

Anton: De blanke pit is er al, zegt Dogen, maar kan pas aan de oppervlakte treden wanneer de ruwe bolster van preconcepties eindelijk openbarst.

Hans: Behoort de gedachte dat je al verlicht bent nog tot de ruwe bolster van preconcepties of al tot de blanke pit?

Anton: In het Tibetaanse dzogchen denken ze er net zo over.

Hans: Vooroordelen kennen geen grenzen.

Anton: In advaita ook.

Hans: Nou en. Het gaat erom hoe je er zelf over denkt.

Anton: Ik weet het eerlijk gezegd niet. Ik hoop dat Dogen gelijk heeft.

Hans: Wat is eigenlijk die blanke pit?

Anton: Het ware zelf natuurlijk. Je oorspronkelijke gezicht. Je boeddhanatuur. Bewustzijn. Het ene. Dat wat je was voor je ouders geboren werden.

Hans: Behoort dat dan niet tot de preconcepties?

Anton: Nou moe.

Hans: Moe werd de Moeman van de vraag of ook een hond de boeddhanatuur heeft. Die vraag hield hem zes lange jaren aan zijn kussen gekluisterd.

Anton: Volgens mij zei Mumon mu in antwoord op de vraag of een hond de boeddhanatuur heeft. Mu betekent nee.

Hans: En ik maar denken dat Wumen wu zei.

Anton: Zullen we het over Dogen hebben?

Hans: Zou Dogen ook zo mu geworden zijn van de vraag of iedereen al verlicht is?

Anton: Hm.

Hans: Wat?

Anton: Ik heb geloof ik nog heel wat weg te branden.

Hans: Tenzij dat ook tot de preconcepties hoort.

Anton: Daar zeg je me wat.

Hans: Misschien behoort de blanke pit ook wel tot de preconcepties.

Anton: Zo blijft er weinig over.

Hans: Dan is die ruwe bolster gewoon leeg.

Anton: Tja.

Hans: Of misschien is de blanke pit wel de ruwe bolster.

Anton: En het ware zelf dan?

Hans: Misschien verwijst Dogen wel naar leegte of niet-zelf.

Anton: Sunyata, anatman.

Hans: Blanco zijn.

Anton: Een onbeschreven blad.

Hans: Of is dat weer zo'n preconceptie?

Anton: Mijn kussen roept.

Hans: Pas maar op dat het niet in de fik vliegt.

Anton: Waarom zou het?

Hans Omdat je daar al je ideeën en verwachtingen over verlichting weg zit te branden natuurlijk.

Anton: Ik zal er een emmer zand naast zetten.

Hans: Vergeet je ideeën over zitmeditatie niet.

Anton: Wou jij beweren dat zazen ook maar een idee is?

Hans: Tenzij dat ook maar een idee is.

Anton: Als je het niet erg vind ga ik nu weer verder zoeken naar mijn blanke pit.

Hans: Bevalt mijn ruwe bolster je niet?

Anton: Voorlopig heb ik mijn handen vol aan Dogen.

Hans: Blijf daar dan maar mee zitten.

337. Koan: kan een zeeleeuw mediteren?

Zendo in de zoo.

Zenboeddhisten maken zich nu al meer dan duizend jaar druk over de vraag of een hond de boeddhanatuur heeft. Sommigen danken hun spirituele naam eraan, anderen een graad of een titel, en ze raken er maar niet over uitgepraat.

Zelfs een zenboeddhist wil weleens wat anders, daarom stel ik voor dat we ons de komende duizend jaar bezighouden met de koan Oink:

Kan een zeeleeuw mediteren?

Ik ben benieuwd of jij deze koan weet op te lossen en hoelang je erover doet, welke verlichtingsgraad je ermee zal bereiken, tot welk verlichtingsgedicht je oplossing zal inspireren, wat je verlichtingsnaam zal zijn en of juist jouw spirituele naam voor eeuwig verbonden zal blijven met deze koan.

Hieronder ter inspiratie een foto van een Californische zeeleeuw die ik in oktober 2017 maakte in Artis.

Vijfentwintig minuten lang stond eh... zat eh... laten we haar Ankie noemen, op de bodem van het bassin, kleine belletjes blazend, waarbij ze elke drie minuten rechtstandig opsteeg om adem te halen en rechtstandig afdaalde voor de volgende ronde. Na afloop had ik een gesprekje met haar.

Hans: Bent u aan het mediteren?

Ankie: Oink.

Hans: Of bent u ademhalingsoefeningen aan het doen?

Ankie: Oink.

Hans: Wat is het verband tussen meditatie en ademhaling?

Ankie: Oink.

Hans: Staat de adem in dienst van de meditatie of staat meditatie in dienst van de ademhaling?

Ankie: Oink.

Hans: Maakt u bij het mediteren gebruik van een koan, en zo ja, welke?

Ankie: Oink.

Hans: Als je tot een juiste ademhaling komt, heb je je koan opgelost in de eenheidservaring van lichaam en geest, zeggen ze. Bent u het daarmee eens?

Ankie: Oink.

Hans: Wat heb je dan bereikt? De zenwerkelijkheid van bewustwording? Inzicht in de dharma? De wijsheid voorbij alle wijsheid?

Ankie: Oink.

Hans: Hoeveel verlichtingservaringen hebt u gehad?

Ankie: Oink.

Hans: Bent u naar uw gevoel verlicht?

Ankie: Oink.

Hans: Hebben we het dan over volledige, volmaakte verlichting?

Ankie: Oink.

Hans: Wat is uw spirituele naam?

Ankie: Oink.

Hans: Hoe luidt uw verlichtingsgedicht?

Ankie: Oink oink oink.

Daarop zwom ze weg, vandaar dat ik zeg: echt een zenmeester.

338. Mediteren is één worden met jezelf

Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Mediterend naakt met haar armen in haar benen.
^ Eén worden met jezelf.

339. Zen is kabuki

Raar gesprek met de wel zeer bedachtzame sotozenmeester Sietse Todo Wacko Umeboshi Terpstra Roshi.

'Wat vind jij van zen, Hans?'

'Raar.'

'Wat is er raar aan zen?'

'Ja, wat niet.'

'Bijvoorbeeld?'

'Jij.'

'Wat is er raar aan mij?'

'Je heet raar.'

'Ja, dat wel.'

'Je eet raar.'

'Ja, dat wel.'

'Je kleedt je raar.'

'Ja, dat wel.'

'Je praat raar.'

'Ja, dat wel.'

'Je zit raar.'

'Ja, dat wel.'

'Je loopt raar.'

'Ja, dat wel.'

'Je buigt raar.'

'Zeg dat wel.'

'Het lijkt bedacht veel op toneel.'

'Het juiste woord is ritueel.'

'En als ik vraag, waarom zo raar, dan zeg je...'

'Kwenie, ik streef nergens naar.'

'Dat vind ik vreemd.'

'Toch is het waar.'

'Maar waarom doe je dan zo raar?'

Nawoord

Sotozenmeester Sietse Todo Wacko Umeboshi Terpstra Roshi heeft inmiddels het eeuwige met het tijdelijke verwisseld. Eindelijk vrij, verzuchtte hij op zijn allerlaatste adem.

340. Zen is oefenen in spontaniteit

Vijf grijze zenmonniken, waarvan eentje met een oranje puntmuts.
^ Oefening baart kunstjes.

341. Priestertje spelen is geen zen

Haiku voor vormverslaafden.

Priestertje spelen
Mensen blijven kinderen
Vorm is geen leegte

342. Hoe spannend is zen? Het bonteleboeddhaschap in de boeddhelebonte hemel

Kinderliedje voor volwassenen.

Op de boeddhelebonte heuvel staat een boeddhelebonte trap

Naar de boeddhelebonte hemel voor het bonteleboeddhaschap

In de boeddhelebonte keuken eet je boeddhelebonte drab

Met een boeddhelebonte lepel uit een boeddhelebonte nap

Zeg, die boeddhelebonte kovel en die boeddhelebonte slab

Is dat boeddhelebonte mode of een boeddhelebonte grap

Op de boeddhelebonte heuvel staat een boeddhelebonte trap

Naar de boeddhelebonte hemel voor het bonteleboeddhaschap

Zeven kleurloze monniken achter elkaar.
^ Naar de boeddhelebonte hemel voor het bonteleboeddhaschap.

343. Wat is kinhin? Luchten

Enso's lopen.

Meester Zero zegt:

In je cel mag je je vrij bewegen maar je mag er niet uit. Behalve op aangeven van de bewaarder, om met zijn allen rondjes te lopen. Dat heet luchten. Even je benen strekken en dan weer gauw naar je cel.

Op je zafu mag je je niet bewegen en je mag er niet af. Behalve op aangeven van de meester, om met zijn allen rondjes te lopen. Dat heet kinhin. Even je benen strekken en dan weer gauw naar je kussen.

Kerker met gevangenen in monnikspij die rondjes lopen, vrij naar Gustave Doré.
^ Kinhin geeft lucht.

344. Katsu! Rohatsu!

Dubbele lotus of dubbele houdgreep?

Kernwaarden van zen zijn spontaniteit, authenticiteit en leven bij de dag. Zitten als je moe bent, lachen als je lacht.

Kernwaarden realiseer je niet zomaar, daar moet je snoeihard voor oefenen, liefst in groepsverband. Samen niet bewegen, samen niets zeggen, daar komt het op aan. Zitten tot je flauwvalt, wachten zonder klacht. Grijpen naar de leegte, zen uit alle macht. Wie niet meer kan die laat zich slaan zodat hij zich maar niet laat gaan.

Ook dit jaar organiseren wij weer een rohatsu ter gelegenheid van de verlichting van onze geliefde Shakyamuni Boeddha, die op de achtste dag van zijn retraite een ster zag. Boek nu en leer eeuwig leven bij de dag.

Programma:

Dag 1

09.00 Schoonmaken, 12:00 Lunch, 18:00 Diner, 19:30 Intro, 20:00 Kinhin, 20:10 Zazen, 21:00 Dagsluiting.

Dag 2

03:40 Opstaan, 04:10 zazen, 05:00 kinhin, 05:10 zazen, 06:00 ontbijt, 07:10 zazen, 08:00 kinhin, 08:10 zazen, 09:00 kinhin, 09:10 zazen, 10:00 kinhin, 10:10 zazen, 11:00 kinhin, 11:10 zazen, 12:00 lunch, 13:10 zazen, 14:00 kinhin, 14:10 zazen, 15:00 kinhin, 15:10 zazen, 16:00 kinhin, 16:10 zazen, 17:00 kinhin, 17:10 zazen, 18:00 diner, 19:10 zazen, 20:00 kinhin, 20:10 zazen, 21:00 dagsluiting.

Dag 3

03:40 Opstaan, 04:10 zazen, 05:00 kinhin, 05:10 zazen, 06:00 ontbijt, 07:10 zazen, 08:00 kinhin, 08:10 zazen, 09:00 kinhin, 09:10 zazen, 10:00 kinhin, 10:10 zazen, 11:00 kinhin, 11:10 zazen, 12:00 lunch, 13:10 zazen, 14:00 kinhin, 14:10 zazen, 15:00 kinhin, 15:10 zazen, 16:00 kinhin, 16:10 zazen, 17:00 kinhin, 17:10 zazen, 18:00 diner, 19:10 zazen, 20:00 kinhin, 20:10 zazen, 21:00 dagsluiting.

Dag 4

03:40 Opstaan, 04:10 zazen, 05:00 kinhin, 05:10 zazen, 06:00 ontbijt, 07:10 zazen, 08:00 kinhin, 08:10 zazen, 09:00 kinhin, 09:10 zazen, 10:00 kinhin, 10:10 zazen, 11:00 kinhin, 11:10 zazen, 12:00 lunch, 13:10 zazen, 14:00 kinhin, 14:10 zazen, 15:00 kinhin, 15:10 zazen, 16:00 kinhin, 16:10 zazen, 17:00 kinhin, 17:10 zazen, 18:00 diner, 19:10 zazen, 20:00 kinhin, 20:10 zazen, 21:00 dagsluiting.

Dag 5

03:40 Opstaan, 04:10 zazen, 05:00 kinhin, 05:10 zazen, 06:00 ontbijt, 07:10 zazen, 08:00 kinhin, 08:10 zazen, 09:00 kinhin, 09:10 zazen, 10:00 kinhin, 10:10 zazen, 11:00 kinhin, 11:10 zazen, 12:00 lunch, 13:10 zazen, 14:00 kinhin, 14:10 zazen, 15:00 kinhin, 15:10 zazen, 16:00 kinhin, 16:10 zazen, 17:00 kinhin, 17:10 zazen, 18:00 diner, 19:10 zazen, 20:00 kinhin, 20:10 zazen, 21:00 dagsluiting.

Dag 6

03:40 Opstaan, 04:10 zazen, 05:00 kinhin, 05:10 zazen, 06:00 ontbijt, 07:10 zazen, 08:00 kinhin, 08:10 zazen, 09:00 kinhin, 09:10 zazen, 10:00 kinhin, 10:10 zazen, 11:00 kinhin, 11:10 zazen, 12:00 lunch, 13:10 zazen, 14:00 kinhin, 14:10 zazen, 15:00 kinhin, 15:10 zazen, 16:00 kinhin, 16:10 zazen, 17:00 kinhin, 17:10 zazen, 18:00 diner, 19:10 zazen, 20:00 kinhin, 20:10 zazen, 21:00 dagsluiting.

Dag 7

03:40 Opstaan, 04:10 zazen, 05:00 kinhin, 05:10 zazen, 06:00 ontbijt, 07:10 zazen, 08:00 kinhin, 08:10 zazen, 09:00 kinhin, 09:10 zazen, 10:00 kinhin, 10:10 zazen, 11:00 kinhin, 11:10 zazen, 12:00 lunch, 13:10 zazen, 14:00 kinhin, 14:10 zazen, 15:00 kinhin, 15:10 zazen, 16:00 kinhin, 16:10 zazen, 17:00 kinhin, 17:10 zazen, 18:00 diner, 19:10 zazen, 20:00 kinhin, 20:10 zazen, 21:00 dagsluiting.

Dag 8

03:40 Opstaan, 04:10 zazen, 05:00 kinhin, 05:10 zazen, 06:00 ontbijt, 07:10 zazen, 08:00 kinhin, 08:10 zazen, 09:00 kinhin, 09:10 zazen, 10:00 kinhin, 10:10 zazen, 11:00 kinhin, 11:10 zazen, 12:00 lunch, 13:10 zazen, 14:00 kinhin, 14:10 zazen, 15:00 kinhin, 15:10 zazen, 16:00 kinhin, 16:10 zazen, 17:00 kinhin, 17:10 zazen, 18:00 diner, 19:10 zazen, 20:00 kinhin, 20:10 zazen, 21:00 thee, 21:20 zazen, 22:00 kinhin, 22:10 zazen, 23:00 kinhin, 23:10 zazen, 24:00 liturgische dienst.

Dag 9

09:00 ontbijt, 10:00 schoonmaken.

Groep van veertien identieke mediterende monniken op de rug gezien.
^ Zen uit alle macht.

345. Dood de sangha

Van uniformering, zelfkastijding en concentratiekramp.

Leerling: Waarheen leidt de boeddhistische weg?

Meester: Naar een kamp met gelijkgestemden.

Leerling: Wat staat er boven de toegangspoort?

Meester: Arbeit macht frei.

346. Zen is zittenblijven tot je overgaat

Opstekers voor trage leerlingen.

Als je hem vraagt wat zen is, zegt Meester Makkie:

Zen is zitten tot je opstaat.

Hij zegt ook weleens:

Zen is opzitten tot je dwarsligt.

Of hij zegt:

Zen is niet vastzitten, dus ook niet op je kussen.

Wat Meester Makkie zelf het liefste doet?

Gewoon lekker zitten, dat doet hem altijd goed.

Weet jij nog hoe dat moet?

347. Mediteren doe je op je gemak

Kleine boodschap kleine opluchting, grote boodschap grote opluchting.

Meester Zero zegt:

Mediteren is doortrekken.

Even je geest spoelen.

Zo vaak als nodig.

Al je ideeën eruit.

Ook die over mediteren.

Zo het riool in.

Dat doe je op je gemak.

Kleine boodschap, kleine opluchting.

Grote boodschap, grote opluchting.

Hèhè.

Vrouw die in haar nakie op de wc zit te mediteren. De stortbak komt uit in haar hoofd.
^ Mediteren doe je op je gemak.

348. Kan je te veel of te weinig mediteren?

Vraaggesprek met Meester Makkie.

'Mediteert u veel?'

'Ik hou dat niet zo bij.'

'Hoe mediteert u het liefst?'

'Zittend.'

'Hoe zit u het liefst?'

'Zoals ik op dat moment het liefst zit.'

'Op een kussentje in dubbele lotus?'

'Als dat is hoe ik op dat moment het liefst zit.'

'Hoe dan nog meer?'

'Op een stoel, op een bankje, op een kruk, op een muurtje, op een kei, op de grond, op een schommel, op de wc, op de bodem van het zwembad...'

'Hoe vaak mediteert u?'

'Iedere keer dat ik mediteer.'

'Eén keer per dag, twee keer, vaker, minder vaak?'

'Inderdaad.'

'Hoelang mediteert u achter elkaar?'

'Zolang het duurt.'

'Een minuut, een kwartier, een uur?'

'Bijvoorbeeld.'

'Wat is het verschil tussen meditatief zitten en gewoon zitten?'

'Zitten is zitten.'

'Wat doet u als u uitgezeten bent?'

'Dan sta ik op of ga ik liggen.'

'Om verder te mediteren of zomaar?'

'Ik zie het verschil niet.'

'Kon ik het maar zo.'

'Je doet al niet anders.'

'Wat is dan het verschil tussen u en mij?'

'Dat jij het nog niet doorhebt.'

'Misschien mediteer ik gewoon niet genoeg.'

'Waarom hou je dat ook bij.'

'Mediteert u veel?'

349. Vier stadia van meditatie

In welk stadium zit jij?

Meester Makkie zegt:

Meditatie kent vier stadia.

Eerst mediteer je niet omdat je niet weet wat het is.

Dan mediteer je omdat je weet wat het is.

Daarna mediteer je hoewel je niet meer weet wat het is.

Ten slotte weet je niet meer of je mediteert.

Niet iedereen doorloopt al deze stadia.

Sommigen blijven in het eerste stadium hangen.

Sommigen blijven in het tweede stadium hangen.

Sommigen blijven in het derde stadium hangen.

Meester Makkie is in het laatste stadium begonnen en erin gebleven.

In welk stadium zit jij?

350. Haiku op haiku: tussen wind en richting

Lettergrepen naar niet-weten.

O najaarswinden,
nader tot boeddha gaan wij,
al verouderend.

(Issa)

O najaarswinden,
ook vandaag waaien wij weer
alle kanten op.

(Hans)

351. Zen is geen half werk

Vier meevallers en vier tegenvallers.

1

Meester: Wat is zen?

Leerling: Niets meer te doen!

Meester: Of te laten.

2

Meester: Wat is zen?

Leerling: Niets meer te vragen!

Meester: Of te zeggen.

3

Meester: Wat is zen?

Leerling: Niets meer te verliezen!

Meester: Of te winnen.

4

Meester: Wat is zen?

Leerling: Absolute zekerheid!

Meester: Over absoluut niets.

352. Zen voor koks

Daar klopt iets niet.

Kok: Wat is zen?

Meester: De kluts kwijt zijn.

Kok: Bent u de kluts kwijt?

Meester: Toch niet.

Kok: Waarom niet?

Meester: Ik heb hem nooit gehad.

353. Zen voor timmerlui

Spijkers op laag water.

Timmerman: Wat is de clou van zen?

Meester: Geen clou meer hebben.

Timmerman: Waarvan?

Meester: Ik heb geen clou.

Timmerman: Van zen?

Meester: Van wat?

354. Zen voor assuradeurs

Leven zonder garanties.

Verzekeringsagent: Wat is zen?

Meester: Niets claimen.

Agent: No-claim?

Meester: En geen verzekering.

Agent: En de premie?

Meester: Die kost je de kop.

355. Koan 20 van het Boek van Sereniteit: niet weten is het meest nabij

De pelgrim als omloper.

Meester: Waar ga je heen?

Leerling: Op bedevaart.

Meester: Waar is dat goed voor?

Leerling: Dat weet ik eigenlijk niet.

Meester: Niet weten is het meest nabij.

(Koan 20 van de Tsung-Jung Lu, het Boek van Sereniteit)

Jaren later

Leerling: Waar gaat u heen?

Meester: Op bedevaart.

Leerling: Waar is dat goed voor?

Meester: Dat weet ik niet.

Leerling: Niet weten is het meest nabij.

Meester: Nabij wat?

Leerling: Uh...

Meester: Naprater.

Leerling: Had ik nou maar niets gezegd.

Meester: Zeg dat wel.

Leerling: Hoezo?

Meester: Niet spreken is het meest nabij.

Jaren later

Meester: Waar ga je heen?

Leerling: ...

Meester: Zeg dat nog eens.

Leerling: Ik zei niets.

Meester: Waarom niet?

Leerling: Niet spreken is het meest nabij.

Meester: Nabij wat?

Leerling: Hm.

Meester: Wat?

Leerling: Betrapt.

Meester: Waarop?

Leerling: Dat ik daar nog helemaal niet over heb nagedacht.

Meester: Dan is er nog hoop.

Leerling: Hoezo?

Meester: Niet denken is het meest nabij.

Jaren later

Leerling: Waar gaat u heen?

Meester: Wat maakt het uit.

Leerling: Niet denken kan je overal, wou u zeggen.

Meester: Niet denken kan je nergens, zou ik zeggen.

Leerling: Wat?

Meester: Denken moet je overal, behalve in je graf misschien.

Leerling: En ik maar denken dat niet denken het meest nabij was.

Meester: Nabij wat?

Leerling: Daar probeer ik juist niet aan te denken.

Meester: Waarom niet?

Leerling: Omdat ik aan uw woorden hecht.

Meester: Niet hechten is het meest nabij.

Jaren later

Leerling: Eerst dacht ik dat niet weten het meest nabij was.

Meester: Wist jij veel.

Leerling: Toen dacht ik dat niet spreken het meest nabij was.

Meester: Zeg dat maar eens zonder te spreken.

Leerling: Toen dacht ik dat niet denken het meest nabij was.

Meester: Leuk bedacht.

Leerling: Nu denk ik weer dat niet hechten het meest nabij is.

Meester: Behalve bij gapende wonden.

Leerling: Maar als ik dat tegen u zeg, zegt u vast weer...

Meester: Nabij wat?

Leerling: Of...

Meester: Ben jij gehecht aan onthechting?

Leerling: Of...

Meester: Een mens denkt wat af.

Leerling: Wat doe ik toch verkeerd?

Meester: Niet doen is het meest nabij.

Jaren later

Leerling: Waar gaat u heen?

Meester: Ga ik ergens heen?

Leerling: Wat gaat u daar doen?

Meester: Ga ik daar wat doen?

Leerling: Niet doen is het meest nabij, wou u zeggen.

Meester: Wou ik wat zeggen?

Leerling: Alles op zijn beloop laten, bedoel ik.

Meester: En dan?

Leerling: Is niet antwoorden soms het meest nabij?

Meester: Hoe kom je daar nou bij?

Leerling: Omdat u nooit antwoord geeft?

Meester: En deze antwoorden dan?

Leerling: U stelt alleen maar vragen.

Meester: Zijn vragen soms geen antwoorden?

Leerling: Is vragen soms het meest nabij?

Meester: Nabij wat?

Leerling: Wat moet ik nou?

Meester: Niet moeten is het meest nabij.

Jaren later

Leerling: Niet weten is het meest nabij, niet spreken is het meest nabij, niet denken is het meest nabij, niet hechten is het meest nabij, niet doen is het meest nabij, niet vragen is het meest nabij, niet moeten is het meest nabij.

Meester: En?

Leerling: Wat is eigenlijk niet nabij?

Meester: Nabij wat?

Leerling: Als ik dat eens wist.

Meester: Wat dan?

Leerling: Volgens mij is alles even nabij.

Meester: Kan je zoiets meten?

Leerling: Maar dan is alles ook even veraf.

Meester: Ik zou het maar vergeten.

Leerling: Dus is niets het meest nabij.

Meester: Dit mag best onzin heten.

Leerling: Sla ik de spijker op zijn kop?

Meester: Je zit erbovenop.

Nawoord van de schrijver

Niet schrijven is het meest nabij.
Helaas geldt dat alleen voor mij.

Bespaar je dus mijn letterbrij.
Niet lezen is het meest nabij.

356. De weg van het midden leidt weg van het midden

Uitersten mijden is nogal extreem.

Meester: Wat is de weg van het midden volgens jou?

Leerling: Het vermijden van uitersten.

Meester: Waarheen leidt de weg van het midden?

Leerling: Naar nirwana, zou ik zeggen.

Meester: Denk jij soms dat nirwana geen uitersten kent?

Leerling: Wat is de weg van het midden volgens u?

Meester: Dat laat ik liever in het midden.

Leerling: Waarheen leidt de weg van het midden?

Meester: Dat laat ik liever in het midden.

Leerling: Is er eigenlijk wel een weg van het midden?

Meester: Dat laat ik liever in het midden.

Leerling: Wat betekent dit voor mij?

Meester: Dat laat ik liever in het midden.

Leerling: Is dit nou de weg van het midden?

Meester: Dat laat ik liever in het midden.

Leerling: Weet u het niet of wilt u zich niet vastleggen?

Meester: Dat laat ik liever in het midden.

Leerling: Ik vind uw antwoorden nogal extreem.

Meester: Zo mijd ik het uiterste midden.

357. Wat is kinhin? Segway is the Way

De grote weg is niet moeilijk voor leeglopers.

Vijf monniken achter elkaar op Segways.
^ Segway is the Way.

358. De zenweg is een remweg

Kleine slipcursus.

Leerling: Ik boek helemaal geen progressie meer.

Meester: Moet je ergens heen dan?

Leerling: Bedoelt u dat ik hier moet blijven?

Meester: Ik stelde alleen maar een vraag.

Leerling: Zo gaat het nou altijd.

Meester: Dat staat nog te bezien.

Leerling: Hoezo?

Meester: Altijd is nog niet voorbij.

Leerling: Steeds heb ik u vertrouwd.

Meester: Dan zal dat het probleem wel zijn.

Leerling: Nooit heb ik de moed opgegeven.

Meester: Een complicerende factor.

Leerling: Maar nu kan ik niet meer.

Meester: Kijk eens aan.

Leerling: Ik geef het op.

Meester: Eindelijk progressie.

359. Zen is niet onderstellen maar ondermijnen

Vol erin, leeg eruit.

Leerling: Waarheen leidt de weg die we moeten gaan?

Meester: Je veronderstelt dat we hem moeten gaan.

Leerling: Waarheen leidt de weg?

Meester: Je veronderstelt dat hij ergens heen leidt.

Leerling: Wat kan u mij over de weg vertellen?

Meester: Je veronderstelt dat er een weg is.

Leerling: Wou u beweren van niet?

Meester: Je veronderstelt dat ik dat weet.

Leerling: Als iemand het weet...

Meester: Je veronderstelt dat iemand het weet.

Leerling: Wou u beweren van niet?

Meester: Je veronderstelt dat ik dat weet.

Leerling: Wat wilt u dan zeggen?

Meester: Je blijft maar veronderstellen, hè?

Leerling: Maar...

Meester: En weer.

Leerling: Dan zeg ik wel niets meer.

Meester: Weer.

Leerling: ...

Meester: Weer.

360. Wat je moet doen als je voor de poortloze poort staat zonder sleutel

Hangen of wurgen.

Hangen

Leerling: De poortloze poort heb ik gevonden, maar wat er nou aan de andere kant zit?

Meester: Wat voor slot zit erop?

Leerling: Een hangslot.

Meester: Gewoon door het sleutelgat kijken.

Hangslot.
^ Gewoon door het sleutelgat kijken.

Wurgen

Leerling: De poortloze poort heb ik gevonden, maar hoe ik nou aan de andere kant kom?

Meester: Wat voor slot zit erop?

Leerling: Een hangslot.

Meester: Gewoon door het sleutelgat kruipen.

Hangslot.
^ Gewoon door het sleutelgat kruipen.

361. Zen is nergens thuis zijn

Ook niet in thuisloosheid.

'Wat is zen volgens jou?'

'Thuisloos zijn, Hans.'

'Waarin?'

'Wie thuisloos is, is overal thuis.'*

(* Nico Tydeman, Transmissie en Transcendentie, p321)

'Wie thuisloos is, is nergens thuis.'

'Hoe dat zo?'

'Anders zou hij niet thuisloos zijn.'

'Dan is hij toch thuis in thuisloosheid?'

'Dan zou hij toch weer ergens thuis zijn.'

'Hoe is het om nergens thuis te zijn?'

'Vraag maar aan iemand die nergens thuis is.'

'Waar ben jij thuis?'

'Geen idee.'

'Is dat jouw thuis of weet je het niet?'

'Je zegt het maar.'

'Wat ik ook vraag, jij geeft niet thuis.'

'Ik geef het graag, maar niemand geeft thuis.'

362. Haiku op haiku: tussen uit en thuis

Lettergrepen naar niet-weten.

Dikke huisjesslak,
ook jij, beklim de Fuji,
maar langzaam, langzaam.

(Issa)

Arme huisjesslak,
ook jij raakt al klimmende
steeds verder van huis.

(Hans)

Arme huisjesslak,
ook op de Fuji blijf jij
aan huis gebonden.

(Hans)

Oude gebogen monnik voortsjokkend met een tempel op zijn rug.
^ Arme heilige / ook op de Fuji blijf jij / een tempeldrager.

363. Klein abc van de grote weg van Sengtsan

Deconstructie van de Hsin Hsin Ming.

De Grote Weg; verzen over de geest van vertrouwen is een compacte uitdrukking van het mahayanaboeddhisme.

Net als in de Vimalakirtisoetra ligt het accent van de Hsin Hsin Ming op non-dualiteit.

De Grote Weg bestaat uit 73 zinnen van 8 Chinese karakters elk en werd lang toegeschreven aan de derde zenpatriarch, Sengtsan, overleden in het jaar 606. Zijn auteurschap is inmiddels omstreden* en de naam Sengtsan dient in het vervolg van deze tekst als schuilnaam voor de onbekende auteur(s) van de Hsin Hsin Ming.

* Zie de lemma's Sengcan en Hsin Hsin Ming in de Engelstalige Wikipedia.

Omdat de 73 zinnen van De Grote Weg zo op elkaar lijken heb ik er 26 geselecteerd die ik typerend vindt voor het gedachtegoed van Sengtsan, misschien moet ik zeggen het gedachtegoedje, zo groot is het niet.

De beschikbare Engelse en Nederlandse vertalingen vond ik een beetje krom, daarom heb ik ze hertaald in rechttoe rechtaan Nederlands.

Van de zinnen heb ik dialoogjes gemaakt tussen Sengtsan, die zijn eigen ideeën vertolkt, en Hans, die er een agnostische draai aan geeft.

A

Sengtsan: De grote weg is niet moeilijk voor wie geen voorkeur heeft.

Hans: De grote weg is niet moeilijk voor wie hem kwijt is.

B

Sengtsan: Maak je ook maar het kleinste onderscheid, dan splijten hemel en aarde uiteen.

Hans: Vermijd je ieder onderscheid, dan splijten hemel en aarde uiteen.

C

Sengtsan: Wil je de waarheid zien, wees dan niet voor of tegen.

Hans: Wil je de waarheid voorbij, blijf dan niet hangen in neutraliteit.

D

Sengtsan: Nadenken over wat je bevalt en wat niet, is een geestesziekte.

Hans: Ziekte is een woord voor wat je niet bevalt.

E

Sengtsan: De grote weg is een onmetelijke ruimte waarbinnen niets ontbreekt en niets overbodig is.

Hans: Gemis en overbodigheid maken deel uit van de grote weg.

F

Sengtsan: Omdat we steeds het een aanvaarden en het ander afwijzen, zien we de ware aard van de dingen niet.

Hans: Zolang we denken in termen van waar en vals, zullen we het een aanvaarden en het ander afwijzen.

G

Sengtsan: Raak niet verstrikt in uiterlijk zaken of in een innerlijk gevoel van leegte.

Hans: Raak niet verstrikt in het mijden van uiterlijke of innerlijke zaken.

H

Sengtsan: Verblijf onaangedaan in de eenheid van de dingen en je onjuiste denkbeelden verdwijnen vanzelf.

Hans: De grote weg is niet moeilijk voor wie geen onderscheid maakt tussen juiste en onjuiste denkbeelden.

I

Sengtsan: Zolang je neigt tot dit of dat, zal je nooit eenheid kennen.

Hans: Zolang je neigt tot eenheid, zal je blijven tellen.

J

Sengtsan: Hoe meer je erover denkt, hoe verder je afdwaalt van de waarheid.

Hans: Als je niet nadenkt blijf je onderscheid maken tussen waar en onwaar.

K

Sengtsan: Hou op met denken en je zal alles begrijpen.

Hans: Hou op met begrijpen en je mag alles denken.

L

Sengtsan: De grote weg kan niet onder woorden worden gebracht, want ze kent geen gisteren, geen morgen, geen vandaag.

Hans: De grote weg kan niet zonder woorden worden gebracht, want ze kent ook gisteren, morgen, vandaag.

M

Sengtsan: Terugkeren naar de kern is de werkelijkheid ontdekken; schijn najagen is de bron over het hoofd zien.

Hans: De grote weg is niet moeilijk voor wie geen onderscheid maakt tussen schijn en werkelijkheid.

N

Sengtsan: Zoek niet naar de waarheid; hou er alleen mee op vaststaande meningen te koesteren.

Hans: Koester geen mening over vaststaande meningen en hou op over de waarheid.

O

Sengtsan: Laat het dualisme achter je; ga alles uit de weg wat daartoe leidt.

Hans: Laat ook het non-dualisme achter je en je hoeft niets meer uit de weg te gaan.

P

Sengtsan: Het geringste spoor van goed en slecht brengt je onherroepelijk in verwarring.

Hans: 'Goed' en 'slecht' zijn goed noch slecht; verwarring is het meest nabij.

Q

Sengtsan: Zie de onderlinge afhankelijkheid tussen subject en object; zie het één zijn van de leegte.

Hans: Zie de leegte van afhankelijkheid, eenheid en leegte.

R

Sengtsan: Maak geen onderscheid tussen grof en fijn en je blijft onbevooroordeeld.

Hans: De grote weg is niet moeilijk voor wie geen onderscheid maakt tussen bevooroordeeld en onbevooroordeeld.

S

Sengtsan: Laat de dingen gewoon zoals ze zijn en er zal komen noch gaan meer bestaan.

Hans: Laat de dingen gewoon komen, zijn en gaan.

T

Sengtsan: Zolang je gedachten aan banden zijn gelegd, blijft de waarheid verborgen.

Hans: Laat je niet aan banden leggen door gedachten aan een verborgen waarheid.

U

Sengtsan: De wijze streeft niets na, de dwaas slaat zichzelf in de boeien.

Hans: De wijze kijkt geboeid naar zijn boeien en streeft geen vrijheid na.

V

Sengtsan: Wees zelfs niet aan het ene gehecht, al is die de bron van alle tegenstellingen.

Hans: Wees zelfs niet gehecht aan onthechting van het ene dat de bron van alle tegenstellingen zou zijn.

W

Sengtsan: Tegenstellingen zijn denkbeeldige bloemen, het is dwaasheid ze te willen plukken.

Hans: Eenheid is een denkbeeldige bloem, het is dwaasheid haar te willen plukken.

X

Sengtsan: In de wereld van het pure zijn tellen je gedachten, gevoelens, kennis en verbeelding niet meer.

Hans: De wereld van het pure zijn bestaat alleen in je gedachten, gevoelens, kennis en verbeelding.

Y

Sengtsan: Verspil geen tijd aan twijfels en redeneringen.

Hans: Verspil geen tijd aan zekerheden en waarheden.

Z

Sengtsan: Alle dingen zijn gelijk; leef er middenin, zonder kieskeurig te zijn.

Hans: De grote weg is niet moeilijk voor wie geen afkeer heeft van kieskeurigheid.

Klein abc van de grote weg van niet-weten

Als je de 26 zinnen van Sengtsan onder elkaar zet, heb je een verkorte versie van de oorspronkelijke tekst, vandaar de titel van dit stuk: Klein abc van de grote weg van Sengtsan.

Zet je mijn reacties op Sengtsan onder elkaar, dan heb je een alternatieve versie van het Klein abc van de grote weg van Sengtsan, laten we die het Klein abc van de grote weg van niet-weten noemen.

De grote weg van niet-weten is natuurlijk geen verbeterde versie van de grote weg van Sengtsan, maar een deconstructie ervan. Een deconstructie die zelf ook weer om deconstructie vraagt.

Niet-weten is namelijk geen denkresultaat, maar een denkbeweging uit het vorige denkresultaat.

De grote weg van niet-weten leidt weg van iedere weg, ook die van Sengtsan, ook die van niet-weten.

Een lege geest levert het niet op, alleen een doorgaande ontlediging van een levendige geest. Proetend als een feestballon van horizon naar horizon – nooit is mijn weg zo groot geweest.

364. Wat is kinhin? De geest van vertrouwen

Rijtje kinhinmonniken die op het punt staan een ravijn in te lopen.
^ De geest van vertrouwen.

365. Haiku op haiku: tussen licht en duister

Lettergrepen naar niet-weten.

Toen 't elektrisch licht
uitviel, zag ik plotseling
de sterrenhemel.

(anoniem)

Toen de sterrenhemel
uitviel, zag ik eindelijk.
Heel de duisternis.

(Hans)

366. Zen is redekundig ontleden

Dertien tips voor taalgeleerden

Toen een professor Nederlands hem vroeg wat zen is, riep Meester Zuetsu spontaan:

Geen onderwerp zijn!

Geen lijdend voorwerp zijn!

Geen gezegde zijn!

Geen onderwerp van gezegden zijn!

Geen gezegde van onderwerpen zijn!

Zin zonder onderwerp of gezegde zijn!

Onderwerp of gezegde zonder zin zijn!

Zin zonder zin zijn!

Iedere zin zijn!

Niet onderwerpen!

Niet onderworpen zijn!

Niets zeggen!

Niets ongezegd laten!

367. Hoe effectief zijn methoden om tot niet-weten te komen?

Over het nut van zelfonderzoek, autolyse, het werk, cognitieve therapie, filosofie, zen en vipassana.

Klaas: Aparte site, Hans, maar waar jij nou voor staat?

Hans: Goed samengevat.

Klaas: Voor niet-weten toch?

Hans: Mij niet gezien.

Klaas: Pardon?

Hans: Wie weet er nou niets.

Klaas: Wat ik eigenlijk wil weten, kan je oefenen in niet-weten? Kan je het niet-weten beoefenen?

Hans: Niet-weten is de afwezigheid van hardgebakken kennis. Hoe kan je nou oefenen in de afwezigheid van iets wat er nog is? En als het eenmaal weg is, waarom zou je dan nog oefenen?

Klaas: Hoe kom je er anders vanaf?

Hans: Wie zegt dat je ervan af kan komen?

Klaas: Daar ga ik wel van uit.

Hans: Hoe weet je dat?

Klaas: Anders kan je wel ophouden.

Hans: Niet-weten is nergens van uitgaan. Ook hiervan niet. Overal mee ophouden. Ook met niet-weten. Ook met ophouden.

Klaas: Valt er dan helemaal niets te doen of te laten?

Hans: Als je al iets kan, dan is het je hardgebakken kennis kritisch onderzoeken. Al je woorden, al je waarden. Al je ideeën, al je idealen. Maar hoe krijg je jezelf zo gek? Waarom zou je twijfelen aan je gedachten over de werkelijkheid zolang je ze aanziet voor de werkelijkheid zelf? Waarom zou je onderzoeken wat voor jou vanzelf spreekt?

Klaas: Jij denkt niet dat het kan.

Hans: Ik weet het niet, maar er zijn zat mensen die denken van wel, als dat is wat je zoekt.

Klaas: Zoals?

Hans: Byron Katie denkt dat het kan, haar methode heet het werk.

Jed McKenna denkt dat het kan, zijn methode heet autolyse.

Psychotherapeuten denken dat het kan, hun methode heet cognitieve therapie.

Filosofen denken dat het kan, hun methoden heten scepsis en deconstructie.

Mystici denken dat het kan, hun methode heet contemplatie.

Zenboeddhisten denken dat het kan, hun methode heet meditatie.

'Only don't know', zei Seung-Sahn, hij kon het weten.

'Geloof niets', zei Linji, niemand geloofde hem.

Jan Bor heeft naar eigen zeggen dertig jaar op een en dezelfde koan zitten broeden: het is heet en het hangt in een boom.* Kan je nagaan hoe effectief dat is.

* Geintje. Het ging om de koan: "Wat was je ware gezicht voor je ouders geboren werden?"

Ik ken iemand die al zo'n veertig jaar shikantaza beoefent – alleen maar zitten. Kan je nagaan hoe effectief dat is.

Ik ken iemand die al zo'n vijfentwintig vipassanaretraites achter de rug heeft – alleen maar toekijken. Kan je nagaan hoe effectief dat is.

Wat al deze methoden gemeen hebben is dat mensen aan het eind nog steeds in hun gedachten geloven, alleen in andere gedachten dan aan het begin. Ze zijn in de methode gaan geloven, en in het verhaal eromheen. Ze hebben een nieuw geloof. Dat is geen niet-weten.

Klaas: Wat is niet-weten dan wel? Een houding, een filosofie, een hogere bewustzijnstoestand, verlichting, zelfrealisatie, een soort meditatie of wat?

Hans: Het is maar net aan wie je het vraagt. Zoals met alle woorden.

Klaas: Als je het jou vraagt.

Hans: Als je het mij vraagt is het maar net wie het vraagt, en wanneer.

Klaas: Nu ik het vraag, op dit moment, aan jou.

Hans: Dan zeg ik, niet-weten is de zelfbewustwording van mijn denken. Eindelijk, na bijna een halve eeuw, kreeg het oog voor zijn blinde vlek. Ineens, vraag me niet waarom, zag het zichzelf en sindsdien kan het zichzelf nooit meer niet zien.

Klaas: Hoe hou je het vol.

Hans: Ik doe er niets voor.

Klaas: Het klinkt toch als een soort mindfulness.

Hans: Niet-weten is geen oplettendheid of bedachtzaamheid. Je weet het of je weet het niet. Er is niets geforceerds aan.

Klaas: Je laat het zijn gang gaan.

Hans: Er is geen het. Ik laat niets, ik doe niets.

Klaas: Nou weet ik nog niet waar jij voor staat.

Hans: Dan weet je precies waar ik voor sta.

Klaas: Wat als je daarvoor staat?

Hans: Dan praat je zoals ik praat.

368. Wat is kinhin? Ezels

Drie kinhinmonniken achterstevoren op een ezel.
^ De grote weg is niet moeilijk voor vier ezels.

369. Wat is wijsheid? Jan Bor en het mom van niet-weten

De zoete koek van een beroepsdenker.

Een mening over meningen

Erna: Ken jij het gedicht 'Ik. Wie?'

Hans: Wie? Ik?

Erna: Nee, 'Ik. Wie?' Daarmee begint het boekje Wat is wijsheid? van filosoof en zenboeddhist Jan Bor.

Hans: Ik had liever gezien dat het ermee eindigde.

Erna: Maar dat doet het niet. Het eindigt met de volgende woorden:

"Wat is dus wijsheid? Tja, ik weet het natuurlijk ook niet, maar besef inmiddels wel dat juist daarin de toegang tot dit mysterie ligt, in het weten dat je het niet weet (zoals je ook niet weet wie je in de grond bent). Wat in ieder geval helpt is om jezelf niet zo serieus te nemen, niet te denken dat jij de waarheid in pacht hebt, wel je eigen toevluchtsoord te zijn (zoals de Boeddha zei) en dus niets voor zoete koek te slikken; om je niets aan te trekken van de meningen van anderen (zoals een Engelse vriend ooit in het grijze verleden zei en lang voor hem Seneca), maar die anderen – los van hun oordelen – wel lief te hebben en zo nodig de helpende hand te bieden; om vooral ook zelf niet te oordelen opdat je zelf niet geoordeeld wordt (zei Jezus), en niet aan anderen op te leggen wat je zelf niet wilt (zei Confucius al); om geen doelen in de verre toekomst te stellen en zo voorbij te gaan aan het levende nu, niet je hele leven van a tot z willen controleren, je oogkleppen af te doen, en je open te stellen voor het wonder van alles en iedereen."

Hans: Voor iemand die adviseert om je niets aan te trekken van de meningen van anderen, haalt hij wel erg veel meningen van anderen aan.

Erna: Lachen. Dat was me nog niet eens opgevallen.

Hans: Dat je je niets aan moet trekken van de meningen van anderen is een mening.

Erna: Ook dat nog.

Hans: Niet voor zoete koek slikken dus, om het met Jan te zeggen.

Erna: Je geeft hem wel erg weinig speelruimte.

Weten dat je niet weet

Hans: Had hij het nou maar bij die eerste zin gelaten.

Erna: 'Wat is dus wijsheid?'

Hans: Of bij de tweede desnoods.

Erna: 'Tja, ik weet het natuurlijk ook niet, maar...'

Hans: Altijd weer die maar. Weet hij het nou wel of weet hij het nou niet?

Erna: Hij zegt van niet.

Hans: Maar beseft 'inmiddels wel dat juist daarin de toegang tot dit mysterie ligt, in het weten dat je het niet weet.'

Erna: En?

Hans: Weten dat je het niet weet, is weten, geen niet weten.

Erna: Per definitie.

Hans: Dat geldt ook voor de gedachte dat het leven een mysterie is.

Erna: Daar zijn we het toch allemaal onderhand wel over eens, dacht ik. Wat zou het leven anders kunnen zijn?

Hans: Ja, wat niet.

Erna: Noem eens wat.

Hans: Een feit, een illusie, een schepping. Een giller, een oefening in zinloosheid, een oefening in zingeving. Een strijd om te overleven, een spel, een hel, een paradijs.

Een queeste om je ware aard te realiseren, een queeste om je van je ware aard te bevrijden, een queeste om een eind te maken aan je queesten.

Een gedachte nu, een woord zonder tegenhanger in de werkelijkheid, een werkelijkheid zonder tegenhanger in de taal. Dit alles tegelijk, niets van dit alles of wat dan ook.

Erna: Het leven alleen maar zien als een mysterie is best beperkt, wou je zeggen.

Hans: En dat je door niet-weten 'toegang tot dit mysterie' krijgt, is weer weten, geen niet-weten.

Overschrijven om overgeschreven te worden

Erna: En Bor's advies om jezelf niet zo serieus te nemen, kan dat wel door de beugel?

Hans: Ik heb geen beugel. Maar het is opnieuw weten, geen niet-weten. Net als de onuitgesproken aanname dat je zelf kan bepalen hoe serieus je jezelf neemt. Als dat echt zo is, waarom neemt Jan zichzelf dan nog altijd zo serieus?

Erna: En zijn advies om je eigen toevluchtsoord te zijn?

Hans: Daarmee neemt Jan toevlucht tot een oud boeddhistisch cliché waaraan geen boeddhist zich ooit gehouden heeft, anders was hij geen boeddhist geworden. Zoals hij ook toevlucht neemt tot de woorden van Seneca, waarvan bekend is dat die zich niet eens aan zijn eigen raadgevingen kon houden. Tot de woorden van Jezus, die ervoor is opgehangen. Tot de woorden van Confucius (wat zegt een naam) en noem maar op.

Schrijvers schrijven over om gezag aan hun eigen woorden te geven. Ze schrijven over omdat ze te schijterig zijn om namens zichzelf te spreken. Ze schrijven over om te verhullen dat ze zelf niks te zeggen hebben. Ze schrijven over in de hoop zelf ooit overgeschreven te worden. Ze schrijven over om hun helden te vereren en hun lezers te bekeren, of om wat voor reden dan ook. Het heet citeren.

Erna: Echt iets voor filosofen.

Hans: Echt iets voor boeddhisten. Kijk maar naar Bor's boeddhistische collega's: Maarten Houtman, Ton Lathouwers, Nico Tydeman, André van der Braak, Dick Verstegen, Maurice Knegtel, Matthieu Ricard, noem maar op. Die citeren hele boeken bij elkaar. Hun toespraken staan stijf van de aanhalingen, net als hun gedachten.

Erna: En?

Hans: Teveel spoken in je hoofd en je eigen geest dooft. Dan word je een echoput voor andermans woorden. Een vertegenwoordiger van gedateerd gedachtegoed. Een museumstuk. Niet van deze tijd.

Erna: Ik zie jou ook vaak citeren.

Hans: Om af te serveren, niet om wijsheid over te dragen.

Erna: En het Citatenboek Niet-Weten dan?

Hans: Dat wijst de weg uit de wijsheid. Met die intentie heb ik het tenminste samengesteld. Wat mensen ermee doen moeten ze zelf weten.

Een christelijke moraal

Erna: Wat vind je van Jan's advies om mensen lief te hebben?

Hans: Kan hij dat dan, denk je, mensen zomaar lief hebben? Kan jij het?

Erna: Eh... nee.

Hans: Nou, ik ook niet, mijn gevoelens laten zich niet dwingen. Ik kan even doen alsof, maar dat hou ik niet vol.

Erna: Je kan erin oefenen door middel van geleide fantasie of geleide meditatie.

Hans: Ja, en je kan liefdevolle gevoelens bij jezelf oproepen door je bepaalde mensen, dieren of gebeurtenissen voor te stellen of te herinneren. Acteurs en oplichters doen dat ook, het heet methodacting, sommige zijn er steengoed in. Hun gevoelens en hun lichaamstaal zijn dan congruent en oprecht, net als bij geleide fantasie of meditatie, keurig netjes afgestemd op hun innerlijk leven van dat moment. Maar niet afgestemd op de huidige situatie, dat lijkt maar zo. Het is toneel.

Erna: En Jan's advies om mensen zo nodig de helpende hand te bieden, wat vind je daarvan?

Hans: Was het maar zo makkelijk. Als je iedereen helpt die hulp nodig heeft of denkt te hebben kom je nergens anders meer aan toe. Helpen maakt hulpbehoevend, kweekt afhankelijkheid, gehechtheid, gemakzucht, dat weet een kind. Als je mensen tegen je zin in helpt kan je zomaar een hekel aan ze krijgen, of aan jezelf. Als je mensen helpt om doelen te bereiken waar je zelf niet achter staat, raak je innerlijk verscheurd.

Al met al komt onze Jan een beetje naïef over met al zijn tegeltjeswijsheden, vind je niet? Grootvaderlijk. Christelijk. Zoals veel westerse zenboeddhisten.

Erna: Wat vind je van zijn advies om niet te oordelen opdat je zelf niet geoordeeld wordt?

Hans: Over naïef gesproken. Denkt hij nou echt te kunnen voorkomen dat hij geoordeeld wordt?

Erna: En zijn advies om anderen niets op te leggen wat je zelf niet wil?

Hans: Ook al zo'n oudtestamentisch idee. 'Wat gij niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.' Alsof je anderen wel mag opleggen wat je zelf wil. Daar moet je toch niet aan denken.

Erna: Misschien moeten we anderen niets opleggen wat zij niet willen.

Hans: Ik weet niet of je het doorhebt, maar we zetten anderen en onszelf van voor onze geboorte tot na onze dood dag en nacht op duizend verschillende manieren onder druk. Dat proberen te onderdrukken is meer van hetzelfde.

De nieuwe wijsheid van een oude dwaas

Erna: En Jan's advies om geen doelen in de verre toekomst te stellen die voorbij gaan aan het levende nu – daar kan je toch geen bezwaar tegen hebben?

Hans: Doelen in de verre toekomst stellen maakt deel uit van het levende nu.

Erna: Ja, zo kan je het ook bekijken.

Hans: Dromen dat je nooit meer doelen in de verre toekomst zal stellen en zo nooit meer voorbij zal gaan aan het levende nu, is een doel stellen voor de verre toekomst en voorbijgaan aan het levende nu.

Erna: En Jan's advies om niet je hele leven van a tot z te willen controleren?

Hans: Is een poging controle te krijgen over het verlangen om je leven van a tot z te controleren.

Erna: En het advies om je oogkleppen af te doen en je open te stellen voor het wonder van alles en iedereen?

Hans: Oogkleppen en geslotenheid maken deel uit van het wonder. Alles en iedereen tot een wonder reduceren is jezelf afsluiten voor andere zienswijzen op alles en iedereen, daar hebben we het al over gehad.

Erna: Jan vervolgt,

"Wijs is om ervan doordrongen te zijn dat je het inderdaad niet weet en het niet kan weten. (De goeroes van de nieuwe spiritualiteit die allemaal zeggen het wel te weten, zijn dus allemaal on-wijs.)"

Hans: Zo maakt de oude dwaas van zichzelf een nieuwe wijze. En veroordeelt in één moeite door de goeroes van de nieuwe spiritualiteit. Opdat hij zelf niet geoordeeld wordt, haha.

Wat is wijsheid?

Erna: Tenslotte schrijft Jan,

"Het is steeds weer terugkeren tot dit niet-weten. Uiteindelijk is het iets van het hart. Het is daarmee van een andere orde dan weten en de ontkenning ervan, botte onwetendheid. Het ontspringt aan een andere bron, een die onkenbaar is, in duisternis gehuld. De Laozi zegt daarover... 'Dit (oorspronkelijk) eenzijn heet: het duistere. In het duistere van dat duistere schuilt de poort tot de massa mysteriën.' Of in een andere mooie vertaling van dit slot van het eerste hoofdstuk van de Laozi (in de vertaling van Jan De Meyer): 'Die gezamenlijke bron duiden we aan als het mysterie, het nog mysterieuzere dan het mysterie, de poort van alle subtiliteiten'."

Hans: Nog meer meningen en citaten onder het mom van niet weten.

Erna: Zelfs hierin kan je je niet vinden?

Hans: Voor mij is niet-weten een denken dat zichzelf doorziet, meer niet.

Erna: Niet-weten is geen intuïtieve kenwijze van een onkenbare bron?

Hans: Zo praten mensen met een mystieke inslag. Voor de christenmysticus Jan van het Kruis moet het weten eruit zodat God erin kan. De zentheïst Dick Verstegen heeft het over 'die openheid, dat niet weten – de belangrijkste poort naar een ander weten.'*

* In zijn column Stilte en sesshin (in het Boeddhistisch Dagblad).

Zelf ken ik geen onkenbare bron en geen intuïtieve kenwijzen ervan, dus daar kan ik niet over meepraten. Ik ken niet-weten alleen als niet weten. Je weet wel, dat je het niet weet. Een goed gekozen term, als je het zo bekijkt.

Voor een intuïtieve kenwijze of een poort naar een ander weten of de mysterieuze eenwording met een mysterieuze bron, is niet-weten een ongelukkige term, dat zal je met me eens zijn.

Erna: En ik maar denken dat dit jou wel aan zou spreken.

Hans: Niet-weten is voor mij geen ontologie, geen kosmologie, geen mystiek, geen filosofie – juist niet.

Erna: Is er nog iets wat je tegen Jan zou willen zeggen?

Hans: Ja, doei.

Erna: Is dat alles?

Hans: De groeten van het mysterie.

Erna: En dat voor de man die de hele Agnosereeks uit de grond heeft gestampt.

Hans: En terug erin. Er zijn veel woorden nodig om ze uit te hollen.

Erna: Mooi gezegd.

Hans: Als je het maar geen wijsheid gaat noemen.

Erna: Wat is wijsheid?

Hans: Lachen.

370. Wat je wel en niet moet geloven over boeddhisten

Vier pijnlijke waarheden.

Meester Zero zegt:

Hoor je dat een boeddha mensen heeft gedood, geloof het gerust. Hoor je dat een mens de Boeddha heeft gedood, geloof het niet.

Hoor je dat een mens geloften aflegt, geloof het gerust. Hoor je dat een mens zich eraan houdt, geloof het niet.

Hoor je dat een dwaas wijsheid zoekt, geloof het gerust. Hoor je dat een wijze dwaasheid heeft gevonden, geloof het niet.

Hoor je dat niet-weten zich tot een mens heeft gewend, geloof het gerust. Hoor je dat een mens zich tot niet-weten heeft gewend, geloof het niet.

371. Wat is kinhin? Diepgang

Drie kinhinmonniken die een cirkelvormige loopgraaf hebben uitgesleten; alleen hun bovenlijf komt nog boven de grond uit.
^ Diepgang.

372. Haiku op haiku: tussen roependen en geroepenen

Lettergrepen naar niet-weten.

Een tempelbel roept.
Ook een watervogel roept.
De nacht wordt donker.

(Issa)

Daar niemand ons roept
beroepen wij onszelf op
roeping en beroep.

(Hans)

373. De wijsheid van de strontvlieg

Hoeveel facetten heeft jouw wijsheidsoog?

Beste Hans,

Jij noemt je dwaalgesprekken ergens 'polderkoans', maar voor mij missen ze de filosofische diepgang en literaire kwaliteit van de originele Chinese gong-an. Erg hartelijk en ingeleefd zijn ze trouwens ook niet.

Beste Musho,

Je kan van de originele Chinese koans veel zeggen, maar niet dat ze hartelijk en ingeleefd zijn. Er wordt gemept, gehakt, geschreeuwd, gescholden. Ook van filosofische diepgang en literaire kwaliteit is geen sprake, of ik moet er blind voor zijn.

Koans zijn kanonnen om je wakker te knallen, geen wiegeliedjes om je in slaap te sussen. Werp maar eens een blik op de koans van de Linji Lu of de koans van de Poortloze Poort en kijk of jouw kwalificaties daarop van toepassing zijn.

Met de term 'polderkoan' wilde ik aangeven dat mijn dialogen eerder geïnspireerd zijn door het lage westen dan door het verre oosten. Mijn protagonisten heten geen Bodhidharma, eten geen umeboshi's en zijn niet gebiologeerd door de boeddhanatuur van de hond.

Wel ben ik het me je eens dat mijn teksten oppervlakkig zijn. Net zo plat als mijn denken, dat geen hoogten of diepten meer kent. Nog een reden om de polder als metafoor te kiezen.

Musho: Zen is wijsheid. Van jou word je geen steek wijzer.

Hans: De meeste mensen zien de wereld door een koker. Wat in hun blik valt noemen ze wijsheid, wat erbuiten valt dwaasheid.

Gezegend zijn de schelen, zij zien alles van twee kanten. Zelf zie ik alles van alle kanten. Een spiritueel atavisme, de spontane terugkeer naar het facetoog. Een van de tweeëndertig waarmerken van boeddha's en strontvliegen. Dus wat ben ik nou?

Voor mij geen fundamentele vragen of antwoorden meer. Niet-weten is eenpuntig aan je stoelpoten zagen tot je erdoorheen zakt en eindelijk op je gat zit, en in wat daaruit komt. Dat shit durven noemen in plaats van de perfectie van de wijsheid, volkomen verlichting, je ware aard, je natuurlijke staat of keuzeloos gewaarzijn.

Literaire, filosofische, spirituele of religieuze talenten, ambities of pretenties heb ik niet en nooit gehad. Dwaalteksten moeten gewoon hun werk doen: een indruk geven van een ontregeld, ontregelend denken dat zichzelf bij de staart heeft. En dat doen ze – maar alleen als je er oog voor hebt.

Lachende boeddha met facetogen.
^ Facetogen: een van de tweeëndertig waarmerken van boeddha's en strontvliegen.

374. Zen is nergens halt houden

De via negativa naar zen.

"Het is niet de geest, het is niet de boeddha, het zijn niet de dingen."

(Meester Nanquan in koan 27 van de Poortloze Poort)

Meester Zero zegt:

Zen is geen boeddha, geen dharma, geen sangha.

Zen is geen klooster, geen tempel, geen zendo, geen tuin.

Zen is geen enso, geen wierook, geen boeddhabeeld, geen offerschaal.

Zen is geen hokei, geen ceremonie, geen ritueel, geen trommel, geen bel.

Zen is geen rakusu, geen kesa, geen fundoshi, geen zabuton, geen zafu.

Zen is geen zazen, geen shikantaza, geen kinhin, geen sesshin, geen kyosaku.

Zen is geen zelfdiscipline, geen onthechting, geen gelofte, geen jukai, geen koanstudie, geen dokusan.

Zen is geen soetra, geen shastra, geen teisho, geen recitatie, geen mantra, geen mala.

Zen is geen idee, geen ideaal, geen moraal, geen upaya, geen vlot, geen therapie, geen panacee.

Zen is geen concentratie, geen mindfulness, geen weg, geen doel.

Zen is geen goeroe, geen meester, geen leerling, geen cursus, geen titel, geen diploma, geen transmissie.

Zen is geen transcendentie, geen hoogste werkelijkheid, geen diepste grond, geen grondeloosheid, geen kosmisch principe.

Zen is geen grenzeloos bewustzijn, geen kennendheid, geen keuzeloos gewaar zijn, geen non-dualiteit.

Zen is geen goddelijke natuur, geen boeddhanatuur, geen ware aard, geen oorspronkelijk gezicht, geen essentie, geen zelf, geen niet-zelf.

Zen is geen vorm, geen vormeloosheid, geen vorm-in-leegte, geen leegte-in-vorm, geen leegte.

Zen is geen gewone geest, geen oorspronkelijke geest, geen lege geest, geen grote geest, geen algeest, geen niet-geest.

Zen is geen wijsheid, geen wijsheid zonder wijsheid, geen wijsheid voorbij alle wijsheid, geen eeuwige wijsheid, geen dwaze wijsheid, geen wijze dwaasheid, geen dwaasheid.

Zen is geen bevrijdend inzicht, geen niet-inzicht, geen inzicht zonder kennis, geen kennis zonder leraar, geen leraar zonder leer, geen lege leer.

Zen is geen waarheid in woorden, geen waarheid zonder woorden, geen waarheid voorbij de woorden, geen waarheid zonder waarheid, geen niet-waarheid.

Zen is geen liefdevolle vriendelijkheid, geen onbegrensd mededogen, geen medevreugde, geen gelijkmoedigheid.

Zen is geen innerlijke vrede, geen gelukzaligheid, geen verwondering, geen openheid, geen naaktheid.

Zen is geen eenvoud, geen spontaniteit, geen doen, geen niet-doen, geen laten, geen overgave, geen fatalisme.

Zen is geen samadhi, geen kensho, geen daikensho, geen satori, geen daigo, geen piekervaring, geen eenheidservaring, geen eenwording, geen eenheid enzovoort et cetera.

Dit was de via negativa van zen. De weg naar zen die wegloopt van zen.

De weg wég van zen telt vele haltes. Je moet ze allemaal voorbijgaan.

Voorbij, voorbij. Voorgoed voorbij. Helemaal voorbij.

Hèhè.

375. Haiku op haiku: tussen waarnemen en waargeven

Lettergrepen naar niet-weten.

Ruisende regen.
In 't duister van ons rijtuig
uw zacht fluisteren.

(Buson)

Een zacht fluisteren.
In 't duister van het rijtuig
denk ik u erbij.

(Hans)

Ruisen als van regen.
Een ratelen en schudden
als in een rijtuig.

(Hans)

376. Juist spreken is onzinnig gepraat

Eeuwigdurend tweegesprek tussen chanmeesters Foe Tsie en Boei'en over de boeddhistische juistheidsretoriek.*

Foe Tsie: Wat is juist spleken?

Boei'en: Spleken dat geen ondelscheid maakt tussen juist en onjuist.

Foe Tsie: Wat is spleken dat wel ondelscheid maakt tussen juist en onjuist?

Boei'en: Onzinnig geplaat.

Foe Tsie: Wat is onzinnig geplaat?

Boei'en: Geplaat dat ondelscheid maakt tussen zinnig en onzinnig.

Foe Tsie: Wat is geplaat dat geen ondelscheid maakt tussen zinnig en onzinnig?

Boei'en: Juist spleken.

Foe Tsie: Wat is juist spleken?

Enzovoort.

* Een boeddhist die het achtvoudige pad gaat streeft naar juist inzicht, juiste intenties, juiste spraak, juist handelen, juiste wijze van levensonderhoud, juiste inspanning, juiste aandacht en juiste concentratie. Een volstrekt dualistische benadering van een pad dat (volgens de Hsin Hsin Min en de Vimalakirtisoetra) naar non-dualiteit zou moeten leiden. Huh?

Wie zijn Foe Tsie en Boei'en?

Chanmeesters Foe Tsie en Boei'en behoren samen met meesters Zero en Zuetsu en meesteres Oei! tot de Vergeten Dynastie – de zesde van vijf chanhuizen en de enige school die niet te boek staat als school of boek.

In werkelijkheid zijn de leden van de Vergeten Dynastie nooit vergeten maar als archetype bewust ondergedoken in het Collectief Onbewuste, diep onder het Mentale Massief, door Cao Yung* zo treffend omschreven als een Limbo für Narren ohne Ausweiss während oben die Weisheit weiter wuchert.**

* De min veertiende Chinese reïncarnatie van Karl Jung.

** Onderwereld voor poortloze dwazen terwijl bovenwerelds de wijsheid voortwoekert.

377. De weg naar de hel is geplaveid met meningen

Het rad van samsara draait altijd door.

Leerling: De weg naar de hel is geplaveid met meningen.

Meester: Dat is een mening.

Leerling: Het is een feit.

Meester: En nog een.

Leerling: Daar ben ik het niet mee eens.

Meester: En nog een.

Leerling: Betweter.

Meester: En nog een.

Leerling: Eigenwijze klootzak.

Meester: En nog een.

Leerling: Een mening voor uw kop kan u krijgen!

Meester: Au!

Leerling: Dat zal u leren.

Meester: (onverstaanbaar)

Leerling: Wat?

Meester: De weg naar de hel is geplaveid met meningen.

Leerling: Dat is een mening.

Meester: Het is een feit.

Leerling: En nog een.

Meester: Daar ben ik het niet mee eens.

Leerling: En nog een.

Meester: Betweter.

Leerling: En nog een.

Meester: Eigenwijze klootzak.

Leerling: En nog een.

Meester: Een mening voor je kop kan je krijgen!

Leerling: Au!

Meester: Dat zal je leren.

Leerling: (onverstaanbaar)

Meester: Wat?

Leerling: De weg naar de hel is geplaveid met meningen.

Enzovoort.

378. Een boeddhist en een hooligan zien het licht

Je kan overal in vast komen te zitten.

Plaats: Café Weer Thuis.

Tijd: Na de wedstrijd.

Boeddhist: Het maakt mij geen fluit uit wat mensen aanhangen. Ze zijn me allemaal even lief. In de privésfeer praat ik daarom niet meer over boeddhisme. Het lijkt wel of ik sindsdien ruimer in mijn jasje steek. Ik voel me werkelijk een ander mens.

Hooligan: Waar praat je dan wel over?

Boeddhist: Voetbal.

Hooligan: Het maakt mij geen fluit uit wat mensen aanhangen. Ze zijn me allemaal even lief. In de privésfeer praat ik daarom niet meer over voetbal. Het lijkt wel of ik sindsdien ruimer in mijn jasje steek. Ik voel me werkelijk een ander mens.

Boeddhist: Waar praat je dan wel over?

Hooligan: Boeddhisme.

379. Woorden voorbij de stilte voorbij de woorden

Twee onverbeterlijke kletskousen.

Meester: Wat ben je stil.

Leerling: Ik heb niets meer te zeggen.

Meester: Toch weer iets te zeggen gevonden?

Jaren later

Meester: Wat ben je stil.

Leerling: Ik heb niets meer te zeggen, en dit ook niet.

Meester: Toch weer iets te zeggen gevonden?

Jaren later

Meester: Wat ben je stil.

Leerling: Ik heb niets meer te zeggen, en dit ook niet, en dit ook niet.

Meester: Toch weer iets te zeggen gevonden?

Jaren later

Meester: Wat ben je stil.

Leerling: ...

Meester: Nou dat weer.

380. Zen is geen begrip

Meestal duurt het een tijdje voor je dat niet begrijpt.

Leerling: Wat is zen?

Meester: Tja.

Leerling: Volgens mij hebt u er niets van begrepen.

Meester: Jij wel?

Leerling: Toevallig wel, ja.

Meester: Dan zal dat het probleem wel zijn.

381. Wat is kinhin? Een paardenmiddel

Vier kinhinmonniken met paardenkoppen en hoeven.
^ Kinhinniken.

382. Zen is nergens in vastzitten, ook niet in loslaten

Een kleine demonstructie.

Meester: Wat is zen?

Leerling: Alles tegenspreken.

Meester: Welnee.

Leerling: Waarom niet?

Meester: Dan zit je daar weer in vast.

Leerling: Alles loslaten dan?

Meester: Welnee.

Leerling: Waarom niet?

Meester: Dan zit je daar weer in vast.

Leerling: Geen voorschriften volgen?

Meester: Welnee.

Leerling: Waarom niet?

Meester: Dan zit je daar weer in vast.

Leerling: Alles maar laten gebeuren?

Meester: Welnee.

Leerling: Waarom niet?

Meester: Dan zit je daar weer in vast.

Leerling: Zen is nergens in vastzitten.

Meester: Welnee.

Leerling: Waarom niet?

Meester: Dan zit je daar weer in vast.

Leerling: Wat is zen dan wel?

Meester: Dit.

383. Zen is leren dat je niet weet wat je zegt

Over verworven onwetendheid.

Leerling: De kennis zonder object kan alleen met het innerlijk oog gezien worden. Wie één wordt met de...

Meester: Schei toch uit.

Leerling: Wat heb ik nou weer verkeerd gezegd?

Meester: Wat is kennis zonder object volgens jou?

Leerling: De hoogste waarheid.

Meester: Wat is de hoogste waarheid?

Leerling: De wijsheid voorbij alle wijsheid.

Meester: Wat is de wijsheid voorbij alle wijsheid?

Leerling: Wat denkt u?

Meester: Verworven onwetendheid natuurlijk.

Leerling: De kennis zonder object is verworven onwetendheid?

Meester: Wat is het innerlijk oog volgens jou?

Leerling: Het orgaan waarmee wij de wijsheid voorbij alle wijsheid...

Meester: Een rudimentair gezichtsorgaan dat achter je voorhoofd stekeblind zit te wezen.

Leerling: Stekeblind?

Meester: Ook wel de pijnappelklier genoemd.

Leerling: Mijns inziens is het innerlijk oog een niet-organisch orgaan waarover alle wijsheidstradities...

Meester: Je weet gewoon niet wat je zegt.

Leerling: U wel?

Meester: Nee, maar ik doe tenminste niet alsof.

Leerling: Wat doe ik dan hier?

Meester: Leren dat je niet weet wat je zegt en niet te doen alsof.

Leerling: Is dat dan de kennis zonder object die alleen maar met het innerlijk oog...

Meester: Schei toch uit.

384. Moeten we over zen spreken of zwijgen?

Tussen drie kwaden vind je het woordloze woord.

1

Leerling: Moeten we over zen spreken of zwijgen?

Meester: Spreek erover en je zegt te veel, zwijg erover en je zegt te weinig.

Leerling: Dus?

Meester: Dus.

2

Leerling: Moeten we over zen spreken of zwijgen?

Meester: Spreek erover en je zegt te weinig, zwijg erover en je zegt te veel.

Leerling: Dus?

Meester: Dus.

3

Leerling: Moeten we over zen spreken of zwijgen?

Meester: Spreek erover en je zegt te veel, zwijg erover en je zegt veel te veel.

Leerling: Dus?

Meester: Dus.

385. Zen en de kunst van het uitdrukken

De uitdager uitgedaagd.

Leerling: Kan u zonder spreken of zwijgen de waarheid uitdrukken?

Meester: Stel eerst je vraag maar eens op die manier.

386. De waarheid is dat je van alles aanneemt over de waarheid

Een goed begin is het hele werk.

Leerling: Kan u zonder spreken of zwijgen de waarheid uitdrukken?

Meester: Je veronderstelt dat er een waarheid is.

Leerling: Waar hebben we het anders de hele tijd over.

Meester: Je veronderstelt dat ik de waarheid ken.

Leerling: Ja, wie anders.

Meester: Je veronderstelt dat ik hem kan overdragen.

Leerling: Waar bent u anders meester voor.

Meester: Je veronderstelt dat jij hem kan vatten.

Leerling: Waar ben ik anders leerling voor.

Meester: Je veronderstelt dat je dan beter af zal zijn.

Leerling: Wat doe ik anders hier.

Meester: Je veronderstelt dat er iets te doen is.

Leerling: U draait er alleen maar omheen.

Meester: Waarop baseer je al die aannames?

Leerling: Zegt u me nu maar gewoon de waarheid.

Meester: Ik doe niet anders.

Leerling: Waarom hoor ik het dan niet?

Meester: Omdat je alleen naar jezelf luistert.

387. Zonder spreken of zwijgen uitdrukking geven aan niet weten

De beste antwoorden zijn vragen.

'Hoe kan je zonder spreken of zwijgen uitdrukking geven aan niet weten?'

'Eerst maar eens vaststellen of je niet weet.'

'Hoe stel je vast of je niet weet?'

'Eerst maar eens vaststellen of je bent.'

'Hoe stel je vast of je bent?'

'Eerst maar eens vaststellen wat zijn betekent.'

'Aan jou heb je ook niets.'

'Kom er maar eens om.'

'Ik bedoel, wat zijn dit voor antwoorden?'

'Vragen.'

'Wat is daar de bedoeling van?'

'Zonder spreken of zwijgen uitdrukking geven aan niet weten.'

388. De waarheid van het lijden is het lijden aan de waarheid

Tussen vraagstukken en stukvragen.

Edele vragen

Vraag: hoe kijkt een mens van niet-weten tegen lijden en vreugde aan? Wat betekenen de Vier Edele Waarheden* voor mij?

* De Vier Edele Waarheden: 1. Er is lijden. 2. Het lijden heeft een oorzaak. 3. De oorzaak van het lijden kan opgeheven worden. 4. Door het achtvoudige pad te volgen wordt het lijden beëindigd.

Antwoord: als het aan mij lag zouden de Vier Edele Waarheden geen waarheden heten maar vragen. Katalysatoren van een doorlopend gesprek over lijden.

Een gesprek met jezelf, een gesprek met je lief, met vrienden, kennissen, leraren, leerlingen, bekenden of onbekenden. Een gesprek met wie je maar wil spreken die met jou wil spreken.

IJdele antwoorden

Vragen zijn edel voor zover ze iets ter sprake stellen, iets openbreken dat eerder gesloten was, waarover niet gesproken mocht of kon worden omdat het taboe was, omdat de woorden ontbraken of omdat niemand nog op het idee was gekomen.

Antwoorden zijn ijdel voor zover ze het denken dooddoen, iets dichttimmeren dat vrij toegankelijk was, waarover nu niet langer gesproken mag of kan worden behalve in overgeleverd jargon.

Waarheden zijn gestolde antwoorden op vergeten vragen. Onderstellingen die verheven zijn tot stellingen en uitgebouwd tot instellingen die het vrije denken canoniseren en institutionaliseren zodat we eindelijk veilig zijn voor onderzoekende geesten – die van anderen, die van onszelf.

Monnikenwerk

Boeddhisten leren geen vragen stellen, ze leren zelfs geen antwoord geven, ze leren rijtjes zogenaamde waarheden uit hun hoofd, memen die hun denken overnemen. Tuffend langs gebaande wegen naar een graal vol heil en zegen – het grote voertuig als lijndienst.

Zelf vind ik vragen stellen het mooiste wat er is. Ik heb er tienduizenden gesteld aan anderen, meer nog aan mezelf, en de meeste vragen staan nog fier overeind.

Langzaam kreeg ik door dat vragen niet om antwoord vragen, dat lijkt maar zo. Ze vragen om vervolgvragen. Ze vragen om wedervragen. Een antwoord is geen bestemming maar een hartstilstand tussen twee slagen in, een denkpauze tussen twee vragen.

De beste vragen zijn hun eigen antwoord. Zwijgend verrichten ze hun monnikenwerk. Onvermoeibaar staan ze daar – vrienden voor het leven.

Hou jij van vragen?

389. Vierenveertig vragen over lijden

Voor iedereen die liever zelf denkt of het ook eens wil proberen.

De fiedele wahede

Spreken is zilver, vragen is goud. In het boeddhisme wordt veel gesproken, weinig gezegd en niets gevraagd. Echt niets. Ja toch, retorisch, maar een retorische vraag is een excuus om het woord te nemen en lekker de leraar uit te hangen.

Neem nou de vier edele waarheden. Beroepsboeddhisten hebben die term zo vaak gebruikt dat hun tong een loopje met ze neemt. Ze noemen ze de vierelde wahede of de fiedele wahede. Afgesleten lettergrepen voor afgesleten gedachten in afgesleten geesten.

Laten we de fiedele wahede bijzetten op het kerkhof voor afgekloven clichés en vervangen door vierenveertig confronterende vragen over leed en vreugde. Die kan je jezelf stellen of laten stellen of aan een ander stellen, desnoods zo'n leraarstype, wie weet ontstaat er een wisselwerking, stel je voor.

Geen idee wat je moet vragen? Ik help je op gang.

1. Wat is lijden volgens jou?

2. Waar lijd jij momenteel onder?

3. Waar leed je vroeger onder?

4. Waar verwacht je in de toekomst onder te lijden?

5. Is leven lijden volgens jou?

6. Is leven alleen maar lijden?

7. Is geboorte alleen maar lijden?

8. Is opgroeien alleen maar lijden?

9. Is volwassenheid alleen maar lijden?

10. Is ouderdom alleen maar lijden?

11. Is ziekte alleen maar lijden?

12. Is doodgaan alleen maar lijden?

13. Kan je overleven zonder lijden?

14. Moet lijden altijd bestreden worden?

15. Kan elk lijden bestreden worden?

16. Hoeveel leed brengt het bestrijden van het lijden met zich mee?

17. Wat is er mis met lijden?

18. Wie zou je zijn als je nooit geleden had?

19. Zou je dan nog menselijk zijn?

20. Zou je dan nog medelijden kunnen voelen?

21. Ooit een mens gezien, leek, bodhisattva of boeddha, die niet leed?

22. Ooit iemand gezien die helemaal pijnvrij was, nooit eens misselijk of duizelig, hongerig, moe, slapeloos, ongeduldig, ontmoedigd, terneergeslagen?

23. Ooit iemand gezien die geen verdriet, angst, begeerte of woede meer voelde?

24. Ooit iemand gezien die helemaal geen zorgen kende?

25. Waren alle mensen die een gelukkige indruk maakten boeddhisten?

26. Maakten alle boeddhisten die je bent tegengekomen een gelukkige indruk?

27. Maakten alle boeddhisten die beweerden het geluk gevonden te hebben een gelukkige indruk?

28. Waren alle boeddhisten die een gelukkige indruk maakten vóór hun bekering ongelukkig?

29. Waar houdt lijden op en begint vreugde?

30. Kan lijden ook samengaan met vreugde of uitmonden in vreugde en omgekeerd?

31. Is lijden ooit helder onderscheiden van vreugde, van andere gevoelens en gemoedstoestanden, van gedachten, gewaarwordingen en andere verschijnselen?

32. Heeft lijden werkelijk een duidelijk onderscheiden oorzaak?

33. Hebben alle vormen van lijden dezelfde oorzaak?

34. Zijn de oorzaken van lijden duidelijk onderscheiden van de oorzaken van vreugde, van andere gevoelens en gemoedstoestanden, van gedachten, gewaarwordingen en andere verschijnselen?

35. Kan de oorzaak van het lijden werkelijk opgeheven worden?

36. Is het mogelijk de oorzaak van het lijden op te heffen zonder de oorzaken van vreugde, van andere gevoelens en gemoedstoestanden, van gedachten, gewaarwordingen en andere verschijnselen op te heffen?

37. Is het achtvoudige pad werkelijk de manier om de oorzaak van het lijden op te heffen?

38. Zal het achtvoudige pad alleen de oorzaak van het lijden opheffen of ook de oorzaken van vreugde, van andere gevoelens en gemoedstoestanden, van gedachten, gewaarwordingen en andere verschijnselen?

39. Is het achtvoudige pad voor iedereen de beste manier om het lijden op te heffen of werkt het niet altijd even goed?

40. Zijn er mensen voor wie het achtvoudige pad helemaal niet werkt, of averechts?

41. Als het achtvoudige pad zo goed werkt, waarom heeft het boeddhisme het lijden van de mensheid na vijfentwintighonderd jaar dan nog steeds niet overwonnen?

42. Kan het achtvoudige pad ook lijden veroorzaken?

43. Hoeveel leed heeft het achtvoudige pad al veroorzaakt en hoeveel leed zal het nog veroorzaken?

44. Hoeveel leed kan je voorkomen door het boeddhisme te verzaken?

390. Hoeveel vragen stelt jouw leer?

Voor volgelingen.

Meester Zero zegt:

Wie alles weet die vraagt niet meer.

Die waant zichzelf de hoogste heer.

Die snapt het al, die weet het weer.

Die antwoordt wel maar denkt niet meer.

Mijn vraag, ik stel hem keer op keer, luidt:

Hoeveel vragen stelt jouw leer?

Nulvormige enso.
^ Hoeveel vragen telt jouw leer?

391. Van hollebollegeest naar weetnietgeest

Een sprong in het duister.

Een alomvattend antwoord

Vragen verbijsteren, mensen willen antwoorden, liefst alomvattende. Boeddhisme is zo'n alomvattend antwoord, hoop je als je eraan begint.

Wat blijkt? Ook boeddhisten denken zich rot. Niet alleen over het leven, dan ben je wel even zoet, maar ook over het boeddhisme, en dan ben je zuur.

Als de Boeddha maar een fractie van alle edele woorden heeft gedacht die hem sinds zijn verscheiden in de edele mond zijn gelegd, zal zijn edele tong permanent op zijn edele delen hebben gehangen.

Bezeten doordenkerij

Ook boeddhisten denken zich rot, zei ik, maar dat moet zijn: juist boeddhisten denken zich rot.

Wie antwoorden zoekt in het boeddhisme wordt geconfronteerd met een enorme berg overgeleverde geschriften – theorieën en praktijken van tweeënhalf millennia bezeten doordenkerij over de weg uit de theorieën en praktijken van tweeënhalf millennia bezeten doordenkerij.

De verheven Boeddha blijkt een Hollebolle Geest, zijn verheven voertuig een holle bolderwagen.

Dikke Boeddha met wijd open mond op een huifkar onder een tempelpoort.
^ Hollebolle Geest in zijn hollebolle wagen.

Een beginnende boeddhist staat voor de herculische taak om de juiste gedachten van de onjuiste te scheiden. Mocht de enige juiste gedachte toevallig die van Sengtsan zijn, dat hemel en aarde uiteen splijten zodra je ook maar het geringste onderscheid maakt, dan heb je pas echt een probleem.*

* Omdat die gedachte zelf onderscheid maakt, namelijk tussen wel en niet onderscheiden.

Scherven van gebroken denkramen

Al ben ik zelf geen boeddhist of niet-boeddhist en nooit geweest, over bezeten doordenkerij en redeloze gehechtheid aan lievelingsgedachten kan ik meepraten. Alsof het onschatbare parels zijn, goddelijke ingevingen met eeuwigheidswaarde.

Niet-weten is de wonderbaarlijke transformatie van de hollebollegeest in de weetnietgeest. Radicale onthechting van je lievelingsgedachten. Zien dat het geen parels zijn maar scherven van gebroken denkramen. Schilfers van de glazen ogen van dode agogen.

Er is geen weg naar niet-weten. Er is geen voertuig naar niet-weten. Niet-weten is een sprong in het duister. Of, in mijn geval, een val.

392. Haiku op haiku: tussen vlooien en mensen

Lettergrepen naar niet-weten.

Zou voor de vlooien
de herfstnacht ook zo lang zijn,
en ook zo eenzaam?

(Issa)

Zou voor de mensen
de wereld ook zo snel zijn,
zo groot en harig?

(Hans)

393. Dronken van niet-weten

Dwaalgesprek tussen Zijne Zennelijke Zitheid en Zijne Zinnelijke Zotheid over verschillende vormen van zatheid.

Guido: Volgens mij had jij je website lof-der-zotheid.nl moeten noemen.

Hans: Volgens mij had jij je website lof-der-zoheid.be moeten noemen.

Guido: Een obscure term, de zoheid der dingen, ik geef het toe, maar spot-on.

Hans: Bhutatathata.

Guido: Kan ik het helpen.

Hans: Klinkt als patattepatat.

Guido: Ja ja.

Hans: Of patati patata.

Guido: Haha.

Hans: Zelf heb ik meer met de zusheid der dingen.

Guido: Jij houdt niet op, hè?

Hans: Zo vaak.

Guido: Maar?

Hans: Ik begin steeds opnieuw.

Guido: Dan zal dat het probleem wel zijn.

Hans: Zeg maar gerust de oplossing.

Guido: Volgens mij had jij je website lof-der-zatheid.nl moeten noemen.

Hans: Vind je mij dronken?

Guido: Dronken van niet-weten.

Hans: Of ben je me zat?

Guido: Zot.

Hans: Volgens mij had jij je website lof-der-zitheid.be moeten noemen.

Guido: Awel, ik ben een echte zitzak. Tweemaal daags vijftig minuten.

Hans: De uren op de sofa niet meegerekend.

Guido: Om over retraites nog maar te zwijgen.

Hans: Ik zal je voortaan aanspreken met Zijne Zennelijke Zitheid.

Guido: Eindelijk een titel.

Hans: En dat zonder transmissie.

Guido: Ik heb genoeg aan transcendentie.

Hans: Ik zal voor je bidden.

Guido: Bidden?

Hans: Heb ik iets verkeerd gezegd?

Guido: Waar haalt Zijne Zinnelijke Zotheid zo gauw een godheid vandaan?

Hans: Weet je dat niet? Ik ben de laatste postkatholieke non-boeddhist van Europa. Of de laatste non-katholieke postboeddhist, daar ben ik nog niet uit.

Guido: Dan komen we goed weg.

Hans: Wie?

Guido: Wij Zennelijke Zitheden.

Hans: Wier heden zitten is.

Guido: Zitheden met een zitverleden en een dito toekomst.

Hans: Onverzittelijke doordutters.

Guido: Een zenboeddhist heeft altijd wat te doen.

Hans: Waar is al dat zitten goed voor?

Guido: De vier onmetelijkheden.

Hans: Ach natuurlijk, daar komt ook geen eind aan.

Guido: Metta, karuna, mudita, upeksha.

Hans: Moeder Maria.

Guido: De godin van het mededogen.

Hans: Met 40 vagina's en 108 borsten.

Guido: En toch nog onbevlekt.

Hans: Zitten zonder paal.

Guido: Onzedelijke taal.

Hans: Volgens mij had jij je website lof-der-zoetheid.be moeten noemen.

Guido: Je kan het zenboeddhisme veel verwijten, maar geen zoetheid. Ga zelf maar eens een tijdje zitten, dan weet je wat ik bedoel.

Hans: Waarom zou ik het mezelf moeilijk maken?

Guido: Volgens mij had jij je website lof-der-luiheid.nl moeten noemen.

Hans: Wie niet sterk is moet zwak zijn.

Guido: Wat hoop jij al schrijvend te vinden?

Hans: Woorden voor hoe ik het zoeken kwijtraakte?

Guido: Volgens mij had jij je website nietweten.nl moeten noemen.

Hans: Wat hoop jij al zittend te vinden?

Guido: Mijn zelf hoop ik al zittend te vinden.

Hans: Misschien zit je er wel bovenop.

Guido: Misschien zit jij er wel naast.

Hans: Het ware zelf of het valse?

Guido: Het enige.

Hans: En dat voor iemand die het nog niet gevonden heeft.

Guido: Die zit.

Hans: Nou ik nog.

Guido: Volgens mij had jij je website lof-der-zotheid.nl moeten noemen.

394. Hans van Dam over zijn ware snuit

Koning der kieren.

'Ben jij altijd zo kattig, Hans?'

'Alleen tegen katten.'

'Waarom?'

'Omdat ik eigenlijk een muis ben.'

'Haha, het ware gezicht van Hans van Dam.'

'Mijn ware snuit.'

'En ik maar denken dat jij een leeuw was.'

'Weer een illusie armer.'

'Die kan BRULLEN dat horen en zien vergaan.'

'Piep.'

'Genade!'

'En?'

'Wat?'

'Zijn horen en zien je al vergaan?'

'Daar is heel wat meer voor nodig.'

'Dan zal dat het verschil wel zijn.'

395. Haiku op haiku: tussen vlieg en os

Lettergrepen naar niet-weten.

Die vlieg niet doodslaan.
Hij wast voor u zijn handjes.
Hij wast zijn voetjes.

(Issa)

De ossenstaart zwiept
door de lucht die zachtjes zucht,
bromvlieg op zijn rug.

(Hans)

396. Was Boeddha een boeddhist?

Was Jezus een katholiek? Is JWHW een jood? Is Allah een moslim?

Leerling: Bent u boeddhist?

Meester: Was Boeddha boeddhist?

Leerling: Daar moet ik eens heel diep over nadenken.

Meester: En?

Leerling: Ik zou het oprecht niet weten.

Meester: Nou, ik ook niet.

Leerling: En u?

Meester: Is iemand een boeddhist die in de voetsporen treedt van iemand die geen boeddhist was?

Leerling: Daar moet ik eens heel diep over nadenken.

Meester: En?

Leerling: Ik zou het oprecht niet weten.

Meester: Nou, ik ook niet.

397. Was Boeddha een boeddha?

Hoe je een voorbeeld neemt aan iemand die aan niemand een voorbeeld nam.

Leerling: Wanneer zeg je van iemand dat hij een boeddha is?

Meester: Als hij op eigen kracht, zonder leer of leraar, het boeddhaschap bereikt heeft.

Leerling: Was de Boeddha een boeddha?

Meester: Natuurlijk niet.

Leerling: Maar hij heeft toch het boeddhaschap bereikt?

Meester: Natuurlijk niet.

Leerling: Maar hij is toch ontwaakt?

Meester: Natuurlijk niet.

Leerling: Maar hij is toch nirwana binnengegaan?

Meester: Natuurlijk niet.

Leerling: Maar hij heeft samsara toch achter zich gelaten?

Meester: Natuurlijk niet.

Leerling: Hoe kan u dat nou zeggen!

Meester: Omdat die begrippen toen nog niet bestonden of hun boeddhistische betekenis nog niet hadden gekregen.

Leerling: Waarom niet?

Meester: Omdat het boeddhisme toen nog niet bestond.

Leerling: Dus Boeddha was geen boeddha?

Meester: Dat heeft hij pas later bedacht.

Leerling: En hij heeft nooit het boeddhaschap bereikt?

Meester: Dat heeft hij pas later bedacht.

Leerling: En hij is nooit ontwaakt?

Meester: Dat heeft hij pas later bedacht.

Leerling: En hij heeft nooit samsara achter zich gelaten?

Meester: Dat heeft hij pas later bedacht.

Leerling: En hij is nooit nirwana binnengegaan?

Meester: Dat heeft hij pas later bedacht.

Leerling: Boeddha heeft nogal wat bedacht, zeg.

Meester: Als hij het al zelf heeft bedacht.

Leerling: Zo staat het wel in de soetra's.

Meester: Dat bewijst niets.

Leerling: Waarom niet?

Meester: Die zijn pas veel later geschreven.

Leerling: Zou Boeddha als boeddhist boeddha hebben kunnen worden?

Meester: Natuurlijk niet.

Leerling: Waarom niet?

Meester: Omdat een boeddha per definitie op eigen kracht, zonder leer of leraar, het boeddhaschap bereikt.

Leerling: Dat is waar ook.

Meester: Nee, dat is een definitie.

Leerling: Zou de Boeddha als boeddhist ooit verlicht zijn geraakt?

Meester: Ik mag graag denken dat die vraag hem kwelde.

Leerling: Zouden we niet net als de Boeddha onze eigen weg moeten gaan?

Meester: Ik dacht dat je het nooit zou vragen.

Leerling: En wat is uw antwoord?

Meester: En dat was mijn antwoord.

398. Zen is een moord op een droom

Over het verschil tussen samsara en nirwana.

Meester Zero zegt:

Samsara is dromen van nirwana.

Nirwana is het einde van de droom.

Waar droom jij van?

399. Voor ware boeddhisten zijn er geen ware boeddhisten

Maar voor onware boeddhisten zijn er wel onware boeddhisten.

Leerling: Vindt u dat we de Boeddha moeten doden?

Meester: Welke boeddha?

Leerling: Elke boeddha.

Meester: Ik moet de eerste boeddha nog tegenkomen.

Leerling: Ware boeddhisten doden de Boeddha, zei Linji.

Meester: De historische Linji heeft voor zover bekend niets noemenswaardigs gezegd.

Leerling: Wie zei dat dan?

Meester: De onbekende schrijvers van de Linji Lu.

Leerling: Goed dan, wat zou u zeggen?

Meester: Dat ware boeddhisten geen onderscheid maken tussen ware boeddhisten en valse boeddhisten.

Leerling: Want ware boeddhisten maken geen onderscheid?

Meester: Iedereen maakt onderscheid, daar helpt geen lieve boeddhaatje tegen.

Leerling: Waarom maken ware boeddhisten dan geen onderscheid tussen ware boeddhisten en valse boeddhisten?

Meester: Omdat ze niet weten wat het verschil is.

Leerling: Waarom weten ze niet wat het verschil is?

Meester: Omdat ze de Boeddha hebben gedood.

Leerling: Vindt u dat we de Boeddha moeten doden?

Lachende boeddhakop met een kogelgat op de plaats van zijn wijsheidsoog.
^ 1. Wijsheidsoog. 2. Kogelgat.

400. Haiku op haiku: tussen vragen en zeggen

Lettergrepen naar niet-weten.

Ik boog voor 't altaar.
Helemaal niets te vragen.
Hoe vredig is dat.

(Shoichi)

Ik boog voor niemand.
Helemaal niets te zeggen.
Zo ledig als wat.

(Hans)

401. Haiku op haiku: tussen maan en water

Lettergrepen naar niet-weten.

Hij wordt gebroken
en weer gebroken, toch blijft
de maan in 't water.

(Chosu)

Hij wordt gebroken
en gebroken, ook de maan
valt in het water.

(Hans)

402. Haiku op haiku: tussen vensterruit en hemelpoort

Lettergrepen naar niet-weten.

In mijn vensterruit
hangt nog steeds de maan, de dief
heeft hem vergeten.

(Ryokan)

In het hemelruim
hangt nog steeds de maan, haar licht
heeft ze gestolen.

(Hans)

Maan met het gezicht van de Lachende Boeddha.
^ Haar licht heeft ze gestolen.

403. Niet-weten maakt je geen sjamaan

Je bent alleen maar vreemdgegaan.

Als ieder denkbeeld moet vergaan
Dan ook het denkbeeld van de maan
Maar kraters zijn nog geen vulkaan
Zelfs leegte kan niet zelfbestaan
Vergeet afhankelijk ontstaan
Je waarheids- en je eenheidswaan
Vergaan, vergaan, voorgoed vergaan

Gedaan, gedaan, het is gedaan
Waan jij je vrij van elk verstaan?
Voel jij je daarom zelfvoldaan?
Niet weten maakt je geen sjamaan
Je bent nog steeds een baviaan
Het leven blijft een hinkelbaan
Een opscheplepel levertraan
Nog even en je gaat eraan

Och waterdrager naar de kraan
Je bent alleen maar vreemdgegaan.
Nu ieder denkbeeld is vergaan
wil alles tussen haakjes staan
Dus ook het denkbeeld van de waan
De groeten van de nieuwe maan

Twee naar elkaar toegekeerde maansikkels.
^ Wil alles tussen haakjes staan, dan ook het denkbeeld van de maan.

404. Wat is kinhin? Boeddha de Beer

Over de vijfde van de vier verheven gemoedstoestanden.

Onlangs kregen we van een lezeres, die hier niet met naam genoemd wil worden, een silhouet van een loopse monnik, onze eigenste kinhinman. Met een teddybeer in zijn knuisten, die had ze erbij getekend.

Toen ik dat zag schoot ik in de lach maar ook in de traan. Want inderdaad, zo'n monnik gun je een pluchen beest. Iedere boeddhist eigenlijk, monnik of leek, meester of leerling, ongeacht geslacht. Waarom zeg ik dat nou? Waarom voel ik dat zo?

Ik denk omdat boeddhisten er vaak zo eenzaam uitzien. Zo alleen met zijn allen rondjes lopend, behoedzaam alsof ze ieder moment door de grond kunnen zakken. Alleen met zichzelf op hun kussentje, hun gedachten observerend, de pijn verbijtend, hun bewegingen onderdrukkend, ingehouden zuchtend, stilletjes afziend, lijdzaam wachtend op het oosterlicht.

Boeddhisten zullen mijn medeleven allicht medelijden noemen. Ze zullen betogen dat medelijden bevoogdend is, anders dan mededogen. Ze zullen zeggen dat er al mediterend ook vreugde beleefd wordt, alsof ik dat ontken. Ze zullen mijn medeleven projectie noemen en me aansporen om, net als zij, naar binnen te keren en me voorgoed te bevrijden van mijn geest door hem voorgoed op de voet te volgen – alsof hij dat zelf niet kan.

Zelf noem ik mijn medeleven bearing witness, de tweede van de drie intenties van de Zen Peacemakers. Teddybearing witness om precies te zijn. Witnessing teddybears.

In mijn hartje ben ik een watje. Ik gun iedereen een beestje. Een kindje. Een poesje. Een hondje. Een liefje. Een dingetje. Een geloof desnoods, in iets hogers desnoods.

Ik gun iedereen een heilige. Een beschermengel. Een maagd die over je waakt. 72 chickies om te ontmaagden. Van wie het maagdenvlies steeds weer dichtgroeit.

Ik gun iedereen een uiterlijke of innerlijke goeroe. Een Christus op een kruis, gestorven voor onze zonden. Een Vader in de hemel voor ons dagelijks brood. Een Boeddha in nirwana voor het einde van het lijden. Een Zelf om je mee te vereenzelvigen als je jezelf bent kwijtgeraakt. Een maan waarvan je denkt dat hij jou volgt omdat jij hem volgt.

Het komt allemaal op hetzelfde neer: een teddybeer is een teddybeer.

Drie kinhinmonniken met elk een eigen teddybeer.
^ Kinhin met teddybeer.

405. Haiku op haiku: tussen poort en gat

Lettergrepen naar niet-weten.

Van de grote abdij
staat alleen nog de poort
in de dorre heide.

(Shiki)

Van de oude poort
staat alleen nog het gat, wij
zijn te benijden.

(Hans)

406. De kringloop van leve en dood de Boeddha

Steeds opnieuw beginnen.

Boeddhisme?

Eerst snap je er niks van. Net als je het op wil geven gaat je een lichtje op en vanaf dat moment jubel je dag na dag: Leve de Boeddha! En dag na dag antwoordt je leraar:

Dood de Boeddha.

Eerst snap je er niks van. Net als je het op wil geven gaat je een lichtje op en vanaf dat moment jubel je dag na dag: Dood de Boeddha! En dag na dag antwoordt je leraar:

Dood de boeddhadoder.

Eerst snap je er niks van. Net als je het op wil geven gaat je een lichtje op en vanaf dat moment jubel je dag na dag: Dood de boeddhadoder! En dag na dag antwoordt je leraar:

Leve de Boeddha.

Weer snap je er niks van. De vraag is nu: hoe ontsnappen jullie aan deze kringloop van leve en dood de Boeddha? Hoe ontsnapte de Boeddha eraan?

Enso met pijlpunt.

407. Hoe de Boeddha zichzelf doodde en zijn televisie wegdeed

Spreuken van de Verhevene vernietigen, hoe haal je het in je hoofd!

Wijlen de Tathagata had het best naar zijn zin in nirwana, maar op een dag kon hij de eindeloze recitaties van soetra's uit zijn naam op Samsara-tv niet meer aanzien.

De Gezegende besloot de woekerende dharma naar het voorbeeld van het Oude Testament terug te brengen tot een verzameling genummerde verzen uit eerste mond.

Via een begaafd medium wist Zijne Excellentie contact te leggen met wat voor hem sinds zijn verscheiden gene zijde was geworden.

Seance na seance vertaalde de Zelfgerealiseerde zijn leer in gevleugelde woorden en alles verliep vlekkeloos totdat de laatste sententies in samsara waren geland en op tegeltjes overgezet.

Toen kreeg de dienstdoende monnik uit het niets een aanval van razernij waaraan pas een eind kwam nadat hij alle baksels aan diggels had gesmeten, alle diggels tot gruis had vermalen en alle gruis tot de laatste grein in de snelstromende rivier langs het klooster had gestort, die prompt buiten haar oevers trad.

De verontwaardiging onder de monniken was groot: spreuken van de Verhevene vernietigen, hoe haal je het in je hoofd!

De kok die op het tumult was afgekomen, klapte in zijn handen en zei: 'De Mahapurisa zal in zijn nopjes zijn. Hoe vaak heeft hij ons al niet aangespoord om voorbij alle wijsheid te gaan.'

Daarop bedaarden de gemoederen en gingen de monniken eensgezind Samsara-tv kijken.

En de Boeddha? Die heeft zijn televisie weggedaan en is opgegaan in het uitzicht.

Ouderwetse televisie waar de Dalai Lama uit komt vliegen in de houding van Superman.
^ Samsara-tv, met de populaire Tibetaanse toneelspeler Tenzin Gyatso. 'Is het een vogel? Is het een vliegtuig? Het is Superbodhi!'

408. Wees een dwaallicht voor jezelf

Houd niet vast aan een waarheid als aan een lamp.

Beste Hans,

Ken jij deze passage uit de Mahaparinibbana Sutta?

Daarom, Ananda, wees een licht voor jezelf, wees een toevlucht voor jezelf. Zoek geen toevlucht buiten jezelf. Houd vast aan de waarheid als aan een lamp, zoek toevlucht in de waarheid. Zoek geen toevlucht in iemand anders.

Want diegenen, Ananda, die nu of na mijn dood een licht zijn voor zichzelf, die geen toevlucht zoeken buiten zichzelf, maar vasthouden aan de waarheid als aan een lamp, en toevlucht zoeken in de waarheid, en toevlucht zoeken in zichzelf – zij zijn het die het hoogste doel zullen bereiken.

Ik dacht dat deze tekst een iconoclast als jij wel zou aanspreken.

Beste Ad,

Een iconoclast is een beeldenbreker die het beeld van de beeldenbreker aanbidt als zichzelf. Breek het beeld van de beeldenbreker en je beeldenstorm gaat meteen liggen. Dan gun je ieder zijn toevlucht. Zelfs de beeldenbreker.

Ad: Oké, ieder zijn toevlucht. Maar wat vind je van die passage uit de Mahaparinibbana Sutta?

Hans: Ken jij deze passage uit de Sunna-sunnata Sutta?

Wees een dwaallicht voor jezelf. Wees geen toevlucht voor jezelf. Zoek geen toevlucht buiten jezelf. Houd niet vast aan een waarheid als aan een lamp, zoek geen toevlucht in een waarheid. Zoek geen toevlucht in iemand anders.

Want diegenen die een dwaallicht zijn voor zichzelf, die geen toevlucht zoeken buiten zichzelf, niet vasthouden aan een waarheid als aan een lamp, die toevlucht zoeken noch in een waarheid noch in zichzelf – zij zijn het die niet langer reiken.

Ad: Ik heb me rot gezocht naar de Sunna-sunnata Sutta, maar ik kon hem nergens vinden. Hij lijkt geen deel uit te maken van de Pali-canon. Weet je zeker dat die passage uit de Sunna-sunnata Sutta komt en niet, bijvoorbeeld, uit de Cula-sunnata Sutta of de Maha-sunnata Sutta?

Hans: Nee hoor, hij is echt afkomstig uit de Sunna-sunnata Sutta die, de naam zegt het al, dubbelleeg is – zelfs van leegte ontdaan. Vandaar dat hij toch tekst bevat, al is het dan dubbellege.

Ad: Gek toch dat ik hem nergens in de Pali-canon kan vinden.

Hans: Misschien komt het doordat ik hem zelf heb bedacht.

Ad: Hè hè, zeg dat dan meteen.

Hans: Dan had je meteen geen belangstelling meer gehad.

Ad: In plaats van een iconoclast had ik je een fantast moeten noemen.

Hans: Dan kan je iedere soetraschrijver wel een fantast noemen.

Ad: Hoezo?

Hans: Er schijnt niet één soetra door de Boeddha zelf geschreven te zijn.

Ad: Dat zie ik toch anders.

Hans: Al had hij er tienduizend geschreven, dan stond je nog steeds met lege handen.

Ad: Hoezo?

Hans: Een boeddha heeft geen leer, meneer. Boeddhisten des te meer.

Bloot kereltje dat een lantaarnpaal met zich meezeult.
^ Wees een dwaallicht voor jezelf.

409. Geef zen een gezicht, maak een emoji van je enso

Meegeven met je gemoed.

Meester Zero zegt:

Vind je enso's ook zo saai? Neem een voorbeeld aan mij, doe er wat aan. Pak een kwast, een markeerstift, een spuitbus en geef bij je eerstvolgende bezoek aan je zendo, de enso een gezicht.


^ Enso.

Welk gezicht, vraag je? Je ware gezicht van voor je ouders geboren werden? Nee joh, dat uitgestreken smoelwerk is niet van deze tijd. Laat zien hoe je je voelt. Nu, op dit moment. Bijvoorbeeld zo:

Enso met een blij gezicht.

Of zo:

Enso met een sip gezicht.

Of zo:

Enso met een neutraal gezicht.

Hieronder zie je de enso van Zenmeester Hans van Dam, door mij met een spuitbus van een blauwe smiley voorzien om de blues van niet-weten te bezweren.

Ingelijste enso met blauwe graffiti in de vorm van een smiley.
^ Enso van zendo Het Lichtend Gat, nabewerkt door Meester Zero.

Zenmeester Hans van Dam was 'not amused', dus heb ik met diezelfde spuitbus dezelfde smiley op zijn blotebillengezicht gespoten. Wat heb ik gelachen!

Neem een voorbeeld aan mij, breng wat leven in je zendo. Geef zen een gezicht.

410. Haiku op haiku: tussen droom en dood

Lettergrepen naar niet-weten.

Reizend werd ik ziek.
Over verdorde heiden
blijft mijn droom dwalen.

(Basho)

Mijn leven loopt dood.
In uitgedroogde woorden
blijft mijn droom steken.

(Hans)

NietWeten.nl